Herman Chevrolet bewijst het weer: geen sport leent zich beter voor verhalen vol drama en heroïek dan het wielrennen. De vaste medewerker van wielertijdschrift De Muur richt zich in negen heerlijke verhalen op de gele trui. Of beter gezegd: de grote renners die het klassement aanvoerden in de Tour de France en daarom in het geel mochten rijden. Fausto Coppi, Eddy Merckx, Greg LeMond, Bernard Hinault, Miguel Indurain, Lance Armstrong; de grote jongens eisen ieder hun rol in de smakelijk opgeschreven verhalen. Doordat die in chronologische volgorde zijn opgenomen biedt het boek ook inzicht in de evolutie van de wielersport. Het slotstuk, waarvoor de schrijver in het hoofd van de door dopinggebruik gevallen Armstrong kruipt, is daar tekenend voor.