Van Dale, in het Nederlands taalgebied een autoriteit op het gebied van woordenboeken, geeft een aantal sportwoordenboeken uit. Een ervan is gewijd aan de wielersport. Dat is niet zo vreemd: wielerjargon is beeldrijk en levendig, maar voor leken vaak onbegrijpelijk. Het 'Wielersportwoordenboek' bestaat uit 2350 lemma’s in de kenmerkende, strakke stijl van Van Dale. Naast de woordverklaring wordt vaak een citaat gegeven en de etymologie van het hoofdwoord of de uitdrukking belicht. Het boek heeft een licht encyclopedisch karakter: technische concepten als ‘aflossen’ en ‘op het kantje rijden’ worden verduidelijkt aan de hand van een afbeelding. Af en toe is er plaats voor gedichten of anekdotes die verband houden met wielrennen. De auteur heeft niet gestreefd naar volledigheid, maar wil “representatieve (deel)verzamelingen” geven van termen die in “alle disciplines van de wielersport op (top)sportniveau” en op recreatief niveau worden gebruikt. Maar het 'Wielersportwoordenboek' is vrij volledig en nauwkeurig en is daardoor een handig en interessant naslagwerk. Hardcover met kleine druk.