<p>Er zijn genoeg schrijvers die met inlevingsvermogen, passie en kennis van zaken over wielrennen schrijven, maar er is maar één Peter Winnen. De columnist van onder andere de Volkskrant is de enige Nederlander die op het hoogste niveau heeft gefietst én kan schrijven. Goed dat hij er is, want hoe moeten we anders weten dat een Tour de France voelt als een mentaal en fysiek experiment met een druivenpers en dat het drie maanden duurt voordat je bent hersteld van een etappezege op Alpe d'Huez? Winnen (64) won daar bij zijn Tour-debuut in 1981 en in 1983 wéér. Hij is als schrijver op zijn best als hij herinneringen ophaalt aan die eerste succesvolle jaren in het profpeloton - 'een knotsgek pleeggezin'. En aan de periode daarvoor, van het eerste tv-beeld dat hij als 7-jarige zag van een wielrenner tot zijn soms vervloekte besluit een profbestaan te aanvaarden: 'De dag waarop ik besloten had een mythe te worden.' In 1986 is de mythevorming voorbij: opgave in zijn zesde Tour. Winnen memoreert het moment in de titel van zijn heerlijke wielerverhalenbundel: De dag dat ik in de berm ging zitten.</p> <p>Thomas Rap; € 21,99.</p>