Verhalen over de wielersport en het leven en de carrière van de auteur en oud-profwielrenner Peter Winnen (1957).
<p>Er zijn genoeg schrijvers die met inlevingsvermogen, passie en kennis van zaken over wielrennen schrijven, maar er is maar één Peter Winnen. De columnist van onder andere de Volkskrant is de enige Nederlander die op het hoogste niveau heeft gefietst én kan schrijven. Goed dat hij er is, want hoe moeten we anders weten dat een Tour de France voelt als een mentaal en fysiek experiment met een druivenpers en dat het drie maanden duurt voordat je bent hersteld van een etappezege op Alpe d'Huez? Winnen (64) won daar bij zijn Tour-debuut in 1981 en in 1983 wéér. Hij is als schrijver op zijn best als hij herinneringen ophaalt aan die eerste succesvolle jaren in het profpeloton - 'een knotsgek pleeggezin'. En aan de periode daarvoor, van het eerste tv-beeld dat hij als 7-jarige zag van een wielrenner tot zijn soms vervloekte besluit een profbestaan te aanvaarden: 'De dag waarop ik besloten had een mythe te worden.' In 1986 is de mythevorming voorbij: opgave in zijn zesde Tour. Winnen memoreert het moment in de titel van zijn heerlijke wielerverhalenbundel: De dag dat ik in de berm ging zitten.</p> <p>Thomas Rap; € 21,99.</p>, Nieuwste bundel van oud-profwielrenner Peter Winnen (1957), waarin hij vertelt over zijn jeugd, zijn carrière en het besluit te stoppen als renner. De auteur was in de jaren tachtig van de twintigste eeuw een succesvol renner uit Nederland en is tegenwoordig schrijver en columnist. Dit is een boek met autobiografische inslag en de nadruk ligt op zijn eerste succesvolle periode in de wielersport. De auteur springt ook soms naar latere momenten in zijn carrière of naar actuele zaken van het wielrennen. De titel verwijst naar het moment dat Winnen besluit niet meer te willen koersen. Uit de verhalen blijkt welke weg een opkomend talent aflegt teneinde te komen tot een succesvol sporter. Doordat de auteur op persoonlijke titel schrijft en je veel over zijn leven te weten komt, krijgt het werk een nostalgische lading en wordt het bij tijd en wijle ontroerend. Het is helder en met passie geschreven, soms poëtisch en de auteur toont overtuigend zijn vermogen tot gedetailleerd observeren en te reproduceren wat hem overkomen is. De verhalen zijn eerder verschenen in o.a. NRC Handelsblad, De Muur, VARAgids en Soigneur. Met een voorwoord van Bert Wagendorp.