Sinds 1988 verschijnt jaarlijks het tijdschrift Tour Special als voorbeschouwing op de komende Tour de France. Elk jaar schrijft samensteller Gerard Hutting hierin een verhaal over zijn eigen fietservaringen of over door hem bewonderde wielrenners. Deze uitgave omvat een bundeling van tien Tour Specialverhalen en twee nog niet eerder gepubliceerde artikelen. In het titelverhaal beschrijft de auteur zijn beklimming van de befaamde Tourberg Alpe d'Huez en toont daarbij geen schroom om zijn eigen fietsfalen toe te geven. Aandoenlijk is de anekdote over zijn wielerjeugd en het zegenen van racefietsen door bisschop Bekkers. Het merendeel van de verhalen bestaat echter uit enthousiast en opgeklopt proza over profwielrenners van de laatste twee decennia. Vaak voorspelbaar, soms naïef ("In 1998 bleken er helaas meer dopingzondaars te zijn dan ik vermoedde"). Waar Mart Smeets in zijn wielerverhalen regelmatig refereert aan de schaduwkant van het metier, bekijkt Hutting de wielersport voornamelijk van de zonzijde. Toch is ook daarvoor altijd wel een lezerspubliek te vinden. Bevat diverse zwartwitfoto's.