Juli 1907. Amédée Fario leest over de Tour de France en droomt om er ooit aan deel te nemen. Hij is echter arm en moet langdurig sparen voor een racefiets, die hij kan kopen door zelfs in hartje winter in de Pyreneeën te voet het observatorium op de Pic du Midi op 2800 meter hoogte te bevoorraden. Dat gaat lang goed tot hij uitglijdt en een dag later zwaar onderkoeld wordt gevonden. Het gevolg is, dat al zijn tenen moeten worden geamputeerd. Zijn droom dreigt in duigen te vallen, maar een vriend maakt voor hem teenprotheses, zodat Amédée alsnog aan de Tour de France van 1912 kan deelnemen. Met succes, want met name in de bergen weet hij met de beste wielrenners omhoog te fietsen, totdat domme pech hem weer tot een naamloze renner maakt. Dit overtuigend gebrachte, goed gedocumenteerde, maar fictieve stripavontuur gaat vooral over moed, wilskracht en zelfopoffering. Het leidt tot een boeiend menselijk avontuur, dat verteld wordt in sfeervolle tekeningen, die door hun vaalgele en dofblauwe kleuren de illusie van historische foto's opwekken. Een ontroerend mooi stripverhaal.