Een jonge wielrenner stapt de profsport binnen en ontdekt een keiharde wereld met doping, smeergeld en seks.
Als voormalig verzorger van een professionele wielerploeg heeft de auteur (1945) deel uitgemaakt van een groot dopingschandaal en daarover al een geruchtmakend boek gepubliceerd: 'Prikken en slikken'*. Nu heeft hij de romanvorm gekozen om een verdere tip van de sluier op te lichten. De carrière van een jonge veelbelovende renner wordt daarbij als kapstok gebruikt. Doping, seks, omkoping, smeergeld, het maakt allemaal deel uit van het milieu dat van binnenuit wordt bezien. Mede door dit soort boeken worden de verborgen kanten van de immens populaire wielersport onthuld. Het beeld is niet verheffend en zal veel fans pijn doen. Het verhaal leest als een spannende documentaire, waarin de feiten belangrijker zijn dan de personen. Met hen ontstaat geen sterke band. De feiten komen wel hard aan, als wordt bedacht dat de auteur 30 jaar deel van het keiharde wielermilieu heeft uitgemaakt. De wielerwereld zal hem ook deze ontboezemingen niet in dank afnemen. Kleine druk.