Als een advocaat en gedreven amateurwielrenner hoort dat de door hem bewonderde maar verslaafde prof-wielrenner Marco Morsink is gearresteerd wegens inbraak, doet hij er alles aan hem uit de cel te houden.
Als wielrenner vierde Marco Morsink kortstondig grote triomfen in de Giro d'Italia. Na zijn profcarrière valt hij in een zwart gat. Om zijn amfetamineverslaving te kunnen bekostigen gaat hij op inbrekerspad en wordt al gauw gearresteerd. Zijn advocaat Hans Schreuder, tevens een gedreven amateurwielrenner, doet er min of meer uit bewondering alles aan om Marco een celstraf te besparen. Los daarvan heeft Schreuder een harteloze verhouding tot zijn moeder en ontdekt dat zijn vader zichzelf lang geleden in zijn geliefde Alfa Romeo te pletter heeft gereden. Hij steekt zijn bewondering voor Fausto Coppi niet onder stoelen of banken. De auteur, zelf advocaat én wielrenner, lijkt zijn eigen leven in romanvorm te hebben gegoten. De lezer hoeft maar over weinig kennis van de wielersport te beschikken om in de inbrekende ex-wielerprof Johan van der Velde te herkennen. Storende clichés en een abrupt, maar ook een voorspelbaar einde, trekken deze verre van literaire roman naar een gemiddeld niveau. Bevat voor wielerliefhebbers en amateurwielrenners wel veel herkenbare elementen.