Dat Stan Goossens (°1937) wielrenner zou worden, stond zeker niet in de sterren geschreven. De Kempenaar geeft al op jonge leeftijd blijk van enig voetbaltalent en schopt het tot reservekeeper bij de eerste ploeg van KSK Oosthoven. Maar op een gegeven moment grijpt vader Louis Goossens in.
Fabienne: “In de loop van 1953 maakte Stan zich tijdens een wedstrijd op om als reservekeeper op de bank te gaan zitten. De eerste keeper bleek evenwel spoorloos. Stan trok daarop zijn keeperstrui aan en staat klaar om te spelen, tot de vermiste eerste doelman dan toch opdook en mijn vader weer naar de bank verhuisde. Louis, de vader van Stan, werd kwaad en verkondigde dat zijn zoon niet langer zal voetballen, maar zou beginnen met koersen. En zo geschiedde.”
Een jaar later heeft Stanneman al indruk gemaakt in de regionale wielerwereld. Fabienne: “Hij schoolde zichzelf met vallen en opstaan heel snel om tot wielrenner. Eenmaal hij het koersen ietwat onder de knie had, begon hij vlot ereplaatsen te pakken. Een eerste zege volgde al in het voorjaar van 1954. Op die manier kwam hij al snel naar huis met uiteenlopende prijzen: van contact geld tot naturapremies als koekjes, sigaren, tubes en koffie. Vooral dat laatste vond hij erg fijn. Koffie drinken gaf hem energie.”
In het voorjaar van 1956 koerst Goossens voor het tweede jaar bij de liefhebbers. Een valpartij met versplinterd schouderblad als gevolg zorgt voor een stagnatie tijdens zijn steile opmars. Na zes weken noodgedwongen revalidatie mag Stan weer koersen. Fabienne: “Mijn vader onderhield zijn conditie intussen door veel op de rollen te rijden en bleef dus tamelijk fit. Bij zijn tweede koers na zijn accident wist hij meteen te winnen.”
Ook bij de liefhebbers weet de Kempenaar zich verder te onderscheiden met fraaie zeges en dichte ereplaatsen. Dat resulteert in het najaar van 1958 in een opvallende selectie. “Lucien Acou, bondscoach bij de liefhebbers, merkte de goede prestaties van mijn vader op en bood hem een plaats aan voor de nationale ploeg die de Ronde van Polen ging betwisten. Dat was een avontuur. Ook al omdat mijn vader nog nooit een vliegtuig van dichtbij gezien. Onderweg moest het vliegtuig zelfs een noodlanding maken. Maar gelukkig wist hij dat niet. De begeleiders zeiden dat het een tussenstop was…”
Achter het IJzeren Gordijn maakt Goossens indruk. Hij wint de eerste rit en pakt meteen ook de gele leiderstrui. Eindwinnaar wordt hij evenwel niet: “Mijn vader finishte uiteindelijk als tweede in het eindklassement, maar wist in totaal drie ritten te winnen. Hij kwam naar huis met mooie naturaprijzen. Na zijn thuiskomst werd hij voor zijn prestaties ook gehuldigd op het stadhuis in Turnhout.”
In het voorjaar van 1959 trekt Stan opnieuw oostwaarts voor de Vredeskoers. Fabienne: “Ditmaal trok de Belgische nationale liefhebbersploeg met de trein naar startplaats Berlijn. Mijn vader vond de sfeer langs de weg uitzonderlijk. Overal duizenden mensen, een prima organisatie… en natuurlijk ook mooie prijzen zoals kristallen vazen, fototoestellen of kunstvoorwerpen.
Hij eindigde die Vredeskoers als 9de in het eindklassement. Een goeie maand later pakte hij drie ritten en werd hij tweede in het eindklassement van de Ronde van Oostenrijk. In Oostenrijk werd hij in de pers vergeleken met een alpineskiër op de fiets, omdat hij zo goed kon dalen.”
Goossens blijft met andere woorden hoge ogen gooien en toont zich op alle terreinen. Anno 1959 gaat hij van start tijdens het WK voor amateurs, dat in en rond het Nederlandse Zandvoort wordt georganiseerd. De Belgische selectie presteert er collectief sterk en weet haar prestaties verzilverd met een bronzen medaille: Stan sprint zich naar een meer dan verdiende derde plek.
Ondanks die bronzen plak is het niet het WK waar Stan het meest trots op is, maar wel zijn prestaties tijdens de Ronde van Tunesië anno 1960. Fabienne: “Tijdens die rittenwedstrijd stond er eigenlijk geen maat op mijn vader. Hij won maar liefst zes van de tien etappes en werd twee keer vierde. Hij was dan ook de verdiende eindwinnaar.” Dat Goossens in Noord-Afrika een kabinetsstukje afleverde, blijkt ook uit de pers: “Stan Goossens kan er prat op gang dat hij benevens zijn zinderende intrede als prof ook voor de meest ophefmakende verrichting zorgde, ooit door een Belgische liefhebber in een buitenlandse ronde geleverd.”
Met dergelijke resultaten kan een overstap naar de hoogste categorie niet lang meer uitblijven. Na zijn prestaties in Noord-Afrika krijgt Stan de kans om van start te gaan in de Waalse Pijl, één van de hoogtepunten van het wielerseizoen bij de profs. Goossens vertrekt nog niet als ‘echte’ prof maar wel als onafhankelijke, de tussencategorie tussen de liefhebbers en de beroepsrenners zeg maar. En hij weet zich alweer meteen te onderscheiden.
Dochter Fabienne: “Mijn vader zat mee in de kop van de koers. Ploegmaat Pino Cerami liet hem weten dat hij ging demarreren, waarna mijn vader de ontsnapping in de achtergrond dekte. Cerami won de wedstrijd, mijn vader werd nog derde. Na afloop werden zijn prestaties in de pers erg bewierookt.”
De Kempenaar gaat in de loop van het seizoen nog van start in diverse wedstrijden voor beroepsrenners. In de Ronde van België wint hij een rit, en eindigt als 25ste in het eindklassement.
Begin 1961 is Goossens voltijds prof. Hij vindt een plek in de vermaarde Solo-Van Steenbergen ploeg rond vedette Rik Van Steenbergen. Ondanks de veelbelovende prestaties in de Waalse Pijl en Ronde van België lijkt Stan zoekende bij de profs. Hier en daar boekt hij nog een ereplaats en een (zeldzame) overwinning, maar van een bevestiging lijkt geen sprake. Naar de oorzaken is het voorlopig nog gissen.
Anno 1963 lijkt het helemaal bergaf te gaan. De Turnhoutenaar voelt zich vaak onwel tijdens de koers en moet dan ook vroegtijdig opgeven. Na herhaaldelijke doktersbezoeken wordt de oorzaak uiteindelijk gevonden.
Fabienne: “Mijn vader leed aan een maagbreuk, die hem de nodige ongemakken bezorgde tijdens de koers. Om dit euvel te verhelpen, was een zware operatie noodzakelijk, zeker als hij verder wilde blijven koersen. Maar mijn vader had geen zin om zich te laten opereren en stopte dan maar met koersen. Ondanks het feit dat hij koerste met heel zijn hart en ziel. Hij nam die beslissing met veel pijn in het hart.”
Stan zoekt een job en zegt het wielrennen bruusk én definitief vaarwel. Fabienne: “Na het einde van zijn wielercarrière heeft hij nooit meer een fiets aangeraakt. Ik heb mijn vader nooit weten fietsen. Waarom wisten we niet. Hij ging altijd ergens naartoe met de auto. Fietsen deden wij met ons moeder. Nu weet ik pas echt waarom hij nooit meer wilde fietsen...”
Fabienne Goossens schreef op basis van bewaarde artikels en documenten, aangevuld met herinneringen van haar vader, het boek ‘Eens wielrenner, voor altijd mijn vader’, dat ze op beperkte oplage liet drukken en verdeelde onder familie en vrienden.
Stan Goossens overleed op 19 augustus 2022. Hij werd 85 jaar.