Roger De Vlaeminck zal voor altijd verbonden zijn met Paris-Roubaix, niet in het minst omwille van zijn bijnaam. Hoewel hij ook andere wedstrijden won, zat hij zeker tijdens deze kasseienklassieker op zijn fiets gebeiteld. Hij is lange tijd de enige renner die erin slaagt om de Helleklassieker vier keer te winnen (1972, 1974, 1975 en 1977). Een record dat pas in 2012 geëvenaard wordt door Tom Boonen, maar nooit verbroken werd.
In 1978 maakt hij de overstap van Brooklyn naar Sanson. Daar verschijnt hij samen met de regerend wereldkampioen, Francesco Moser, aan de start van verschillende wedstrijden. Samen rijden ze onder meer Parijs-Roubaix en de Ronde van Vlaanderen. Telkens rijdt Le Gitane in dienst van de regenboogtrui. Een jaar later maakt hij de overstap naar GIS en kan hij opnieuw voor eigen rekening rijden.
Rik Van Looy omschrijft Roger als "[...] de meest getalenteerde, en de enige echte klassieke renner van zijn generatie." Seete domineert niet alleen de eendagsklassiekers, maar laat zich ook opmerken tijdens rittenkoersen. Naast verschillende etappezeges in de Giro, Tour en Vuelta, laat hij zich evenmin onbetuigd in de kleinere rondes. In 1979 wint hij ritten in de Ronde van Apulië, de Vierdaagse van Duinkerke en de Tirreno-Adriatico.
In 1969 wordt Roger De Vlaeminck voor het eerst Belgisch kampioen op de weg. Het is de bekroning van zijn debuutjaar bij de beroepsrenners. Twaalf jaar later herhaalt hij deze krachttoer in Putte. Aan de vooravond van het nationaal kampioenschap (1981) verschijnt in Sportwereld een interview met de topfavoriet. Daarin laat hij zich ontvallen dat: "Zo'n kampioenschappen zijn van de gevaarlijkste wedstrijden die ik ken. [...] Konstant maneuvreren en ellebogen gebruiken. Een normale koers is dat niet meer. Echt, ik zie er eerlijk gezegd soms wat tegenop."
Hoewel hij met de nodige tegenzin aan de start verschijnt, maakt Seete zijn favorietenrol waar. Gery Verlinden ligt lange tijd aan de leiding, maar moet in de eindsprint De Vlaeminck laten voorgaan. Roger wint met een straat verschil. De rest van de kopgroep, bestaande uit onder meer Walter Planckaert, Herman Van Springel en Fons De Wolf, komt 43 seconden later over de meet.