In 1897 beslist niet de Schepper maar wel een handvol fietsende Kuurnenaren om Veloclub ‘Zonder Kommer’ op te richten. Ongeveer tien jaar na de uitvinding van de fiets zoals we hem nu kennen ligt deze sportieve vereniging aan de basis van de Kuurnse passie voor koers.
Terwijl die van ‘Zonder Kommer’ fietsen, laten ze de kwel van het organiseren over aan andere makkers. In 1929 ziet de Sportingclub het levenslicht en een jaar later organiseren ze op Paaschzondag hun eerste koers: de Omloop van Cuerne voor juniores. De wedstrijd voor profs, onder de naam Kuurne-Brussel-Kuurne groeit uit dat initiatief.
De allereerste koerszondag van het wielervoorjaar is in Kuurne een hoogdag. De Kuurnse Fanfare De Letter Geletterden kondigt met het nummer 'Oh When The Saints' de komst van de wielerheiligen aan. En niet veel later zet de eerste ploeg haar handtekening op het startblad, terwijl voor het podium de eerste toeschouwers elkaar met een pintje in de hand 'ne Zaligen Hoogdag' wensen.
Wie in de jaren 50 en 60 iets van het spektakel wilt zien, moet op het marktplein aan de kerk van Kuurne of op de Brugsesteenweg zijn. Daar weerklinkt namelijk afwisselend het startschot en ligt ook de finishlijn. Al sinds de prille beginjaren is de zondag van Kuurne-Brussel-Kuurne voor de Kuurnenaar een hoogdag. De wedstrijd is zo populair dat de pastoor de mis zelfs vervroegde, uit vrees dat er anders maar weinig volk zou komen opdagen.
De baseline van Kuurne-Brussel-Kuurne spreekt tot de verbeelding. De koers zit in de Kuurnse genen én het zou niet de eerste keer zijn dat jong talent tijdens de wedstrijd (prematuur) komt bovendrijven. Denk maar aan Geraint Thomas (2006), Remco Evenepoel (2018) en Cian Uijtdebroeks (2020) in KBK voor junioren en Jasper Stuyven (2016) bij de profs.
Sommige edities blijven tot de verbeelding spreken, zo ook die van 1961. Na zijn aankomst verklaart Fred De Bruyne zegezeker dat hij Leon Van Daele geklopt heeft. Hij zou een banddikte voorsprong hebben. Alleen blijkt dit op de finishfoto's niet zichtbaar te zijn. Méér zelfs er is met het blote oog geen verschil vast te stellen. Na wat getouwtrek besluit de jury dat Kuurne-Brussel-Kuurne voor het eerst in haar geschiedenis een ex-aequo, en dus twee winnaars, heeft.
Of de editie van 1978, waar door een wegvergissing de leiders plots achter de achtervolgers zitten. Bij het binnenrijden van Kortrijk slaan de zwaantjes af om vlak voor de leiders uit te komen. De achtervolgers volgen de zwaantjes en zitten in de koppositie. Nadat Lefevere hen uit de koers laat halen, spreekt hij met Ludo Delcroix af om eerlijk om de zege te spurten. Ludo probeert zich tevergeefs tussen de nadarafsluiting en Patrick Lefevere te wurmen. Hij was misschien de sterkste niet, maar wel de slimste. Toen al.
'Ze zin doa!'
In 'Ze zin doa!' ontdek je de rijke geschiedenis van Kuurne-Brussel-Kuurne. Het is een boek vol passie voor de koers, met een ode aan de vrijwilliger die de koers (mogelijk) maakt, met bijdragen van onder meer Mart Smeets, Patrick Lefevere en José De Cauwer.