Cees Haast en Jan Janssen poseren tijdens de Ronde van Frankrijk 1966

Terugblik op de carrière van Jan Janssen

Op 19 mei 1940 ziet Jan samen met zijn tweelingbroer Aad het levenslicht. Achtentwintig jaar later schrijft hij tijdens de zomer van 1968 Nederlandse wielergeschiedenis. Na een -voor de Belgische wielerfan dan toch – dramatische ontknoping tijdens de slottijdrit, wordt niet Herman Vanspringel maar wel Jan Janssen eindwinnaar. Die Tourzege vormt - 55 jaar later - de aanleiding voor een eerbetoon aan de in België wonende Nederlander.

Jong geweld op de fiets

Jan Janssen groeit op in een katholiek gezin in Nootdorp. Wanneer hij in 1952 de overstap maakt naar de grotere Ambachtsschool in Den Haag, krijgen hij en zijn broer een fiets om de afstand af te leggen. Jan kiest voor de opleiding machinebankwerken, terwijl Aad de voorkeur geeft aan instrumentenmaker. Op zich is die keuze niet zo belangrijk, want hun vader heeft hun toekomst al uitgetekend. Na hun studies moeten beide aan de slag in de familiezaak.

De middagpauzes zijn voor Jan de gedroomde trainingsmomenten. Dan rijdt hij in sneltempo van Den Haag naar Nootdorp en terug. Als hij niet meehelpt in de zaak, is hij terug te vinden op de lokale sintelbaan om te trainen. Het vele oefenen werpt zijn vruchten af en in 1956 sluit hij zich aan bij de lokale wielerclub 'De Mol'.

In augustus 1958 begint hij als amateur. Hij wint dan wel geen enkele wedstrijd, maar doordat hij regelmatig plaats mag nemen op het podium wordt hem een beloftevolle toekomst toegedicht. De daaropvolgende jaren verovert hij in verschillende prestigieuze amateurskoersen de eerste plaats en in 1960 breekt hij definitief door.

Een jaar later geeft ploegleider Sjefke Janssen Jan tijdens de Tour de L'Avenir een wijze raad: "Als je coureur wilt worden moest je afzien als een beest." En dat hij kan afzien, bewijst hij dat jaar. Hij wint de loodzware etappe van Limoges naar Tours en eindigt 9de in het eindklassement. Zijn prestaties tijdens het kleinere broertje van de Ronde van Frankrijk doen het Nederlandse thuispubliek dromen.

De geboorte van Monsieur Zjan Zjanzenné

1963-1968

Wanneer hij een jaar later opnieuw deelneemt aan de Tour de l'Avenir, rijdt hij meermaals in de kijker. Zijn derde plek zorgt ervoor dat een aantal wielerploegen interesse krijgen in het jonge Nederlandse talent. Maurice de Meur slaagt er in om hem te strikken en loodst hem zo het Franse Pelforth binnen. Zijn contract is net op tijd rond en hij mag in '62 tijdens het WK van Salo deelnemen bij de profs. Dat jaar zal hij echter nog geen potten breken en hij eindigt in de achterhoede.

Na zijn eerste WK volgt in '63 zijn eerste Ronde van Frankrijk. Tijdens de zevende etappe laat hij zich opmerken door te laat aan de start in Angers te verschijnen. Terwijl het peloton al even vertrokken is, komt een verraste Jan opdagen. Er zit niets anders op dan de jacht in te zitten en wanneer de koers in Limoges aankomt, is het Jan die als eerste de finish bereikt. Enkele dagen later komt hij pijnlijk ten val in de Pyreneeën en moet hij opgeven. Na vier weken revalideren mag hij opnieuw de fiets op. Het koersseizoen zit er intussen al zo goed op. In december van dat jaar trouwt hij met Cora. Ze zal doorheen zijn carrière, op en naast de fiets, zijn steun en toeverlaat zijn.

1964 belooft een goed jaar te worden voor Jan. In het voorjaar schittert hij tijdens Parijs-Nice. Achteraf merken zowel zijn ploegleider als de Nederlandse pers op dat ze de geboorte van een ronderenner hebben meegemaakt. Tijdens de Ronde van Frankrijk bevestigt hij dit. Terwijl Anquetil en Poulidor strijden om geel en Bahamontes en Jimenez het beste van zichzelf geven in de bergen, zijn het Sels en Janssen die de elkaar op het scherpst van de snede bekampen om het groen. Met een nipte voorsprong wint de Nederlander het puntenklassement.

Dat Jan in topvorm is blijkt ook tijdens het WK in Sallanches. Sinds de overwinning van Theo Middelkamp in 1947 wacht Nederland op een nieuwe regenboogheld. Janssen is hun hoop in bange dagen. In de coulissen regelt hij de steun van de Nederlandse ploeg en zijn collega's bij Pelforth. Wanneer de kopgroep twee rondes voor het einde gegrepen wordt door het peloton ziet Jan zijn kans schoon. Samen met Adorni en Poulidor ontsnapt hij en niet veel later voegt Simpson zich ook bij dit trio. Tijdens de laatste ronde rijdt hij weg van de kopgroep en komt als eerste over de meet.

Op persoonlijk vlak start '65 met een onevenaarbaar hoogtepunt: Karin Janssen wordt op 15 januari 1965 geboren. Vooraleer het wegseizoen opnieuw start, neemt hij deel aan verschillende Zesdaagses. De organisatoren pakken maar wat graag uit met het feit dat de kersverse wereldkampioen op hun piste te zien zal zijn. Zo verschijnt hij samen met Peter Post en Klaus Bugdahl aan de start van de Antwerpse Zesdaagse.

Zo goed het wegseizoen van '64, zo moeilijk zal dat van '65 worden. De verwachtingen zijn op voorhand hooggespannen. Overal waar Janssen aan de start verschijnt, zijn de ogen op hem gericht. Het zorgt ervoor dat de regenboogtrui zich niet zomaar kan verstoppen in het peloton. Ondanks het doelwit op zijn rug wint hij onder meer het puntenklassement in de Tour en het eindklassement in de Ronde van Nederland.

De Tour van '66 is deze van de gemiste kans. Na een spannende 16de etappe mag Janssen van het geel proeven. Het geluk is echter maar van korte duur. Een dag later wordt Jan verrast door de ontsnapping van Lucien Aimar. Monsieur Le Professeur moet met lede ogen aanzien hoe Lulu zijn positie in het algemeen klassement verstevigt en het geel van hem overneemt.

Een jaar later is het tijd voor een herkansing. De Tour wordt dat jaar niet verreden met merkenploegen, maar landenploegen. Het is de editie waarin het peloton onder een loden zon de Mont Ventoux wordt opgejaagd. Simpson zal de beklimming niet overleven. En hoewel Janssen de rit wint, stemmen de gevaren van de Ronde van Frankrijk hem ook tot nadenken.

Ik rijd nooit meer in een Tour met bijeengeraapte nationale ploegen. Ik ben werknemer van de Franse fabriek Pelforth en niet het knechtje van de KNWU. Ik heb in deze weken geen stuiver voor mijn patron verdiend.
Jan Janssen

In overleg met Cora, zijn vrouw, en Maurice de Meur, zijn ploegleider, beslist hij om in 1968 niet aan de start van de Tour te verschijnen als hij wereldkampioen kan worden in Heerlen. Het achterliggende idee is dat hij in de regenboogtrui doorheen het jaar publiciteit kan bezorgen aan zijn sponsor en dat de Ronde uiteindelijk maar drie weken duurt. De teleurstelling is dan ook groot wanneer hij in Heerlen de Belg Merckx moet laten voorgaan en tweede eindigt.

In januari '68 neemt Janssen alle twijfel weg. Hij is bereid om te starten in de Tour de France, zij het wel dat de KNWU enkele toegevingen zal moeten doen. Er moet één onbetwiste kopman zijn, Geldermans de ploegleider en onder meer Wagtmans, Schepers en van der Vleuten moeten er deel van uitmaken. De Nederlandse ploeg schuift op die manier hun favoriet duidelijk naar voor: Jan Janssen. Zelf ziet hij, buiten zichzelf, nog twee andere grote kanshebbers: Aimar en Vanspringel.

Terwijl de Ronde vordert verliest de Nederlandse ploeg een aantal van haar renners, met als gevolg dat ze er na de tweede rustdag nog maar vier over zijn. Het wordt een kwestie van het spel strategisch te spelen. Iedere seconde telt. Voor de start van de tijdrit rijdt Herman Vanspringel in het geel. De Belgische pers droomt al hardop van hun Tourwinnaar, terwijl volgens Jan nog alles openligt.


Zjanzénne maillot jaune, Zjanzénne maillot jaune!
Franse supporters tijdens de slotetappe Ronde van Frankrijk 1968

Voor de start van de slotetappe laat Jan zich de volgende quote ontvallen: "Vanspringel kan rijden hoor, poehh. Goeie sterke poten onder z'n kont." Kortom, Jan weet dat hij zal moeten werken voor zijn gele trui. De ploeg voorziet hem van een zeer lichte fiets in de hoop zo het verschil te kunnen maken. En dat doet het ook! Janssen zal de Tour winnen met '38 seconden voorsprong. Voor het eerst in haar wielergeschiedenis heeft Nederland een Rondewinnaar in haar rangen. Het mag dan ook niet verbazen dat er een volksfeest uitbarst bij de thuiskomst van monsieur Zjanzénne.

In de schaduw van Merckx

1969-1971

In de nasleep van de Touroverwinning wordt Jan uitgenodigd voor tal van prijsuitreikingen. De daaropvolgende jaren wacht hem echter een nieuwe uitdager: Eddy Merckx. De jonge Kannibaal slaagt er in om de meeste wedstrijden waar hij aan de start komt te winnen, met als gevolg dat de rest van het peloton enkel nog de podiumplaatsen moeten verdelen.

In het najaar van '70 heeft Jan één doel voor ogen: winst in Parijs-Tours. Vlak voor de wedstrijd had hij nog een vrij verhelderend gesprek met zijn ploegleider. Maurice wijst hem er fijntjes op dat hij een riant loon ontvangt, maar in ruil niet de verwachtte prestaties levert. Het is een extra stimulans om de najaarsklassieker te winnen.

Hij slaagt er in om samen met de Duitser Jürgen Tschan te ontsnappen. Janssen blijft gaan en komt uiteindelijk ten val in een bocht. In het ziekenhuis wordt al snel duidelijk dat Nederlandse topper balanceert tussen leven en dood. Hij herstelt volledig en onderweg naar Nederland kijkt hij op hoopvol uit naar de komende wielerwedstrijden.

Le professeur zwaait af

1972

Eind 1971 verandert Jan Janssen voor een laatste keer van ploeg. Hij verlaat het Franse BIC en kiest voor de Belgische Flandria-Beaulieu formatie. Tijdens de ploegvoorstelling mag het dan ook niet verbazen dat de pers vooral geïnteresseerd is in de plannen van de Nederlander. In het eenjarig contract is er één bijzondere clausule opgenomen. Le professeur is verplicht om dat jaar aan de start van de Tour te verschijnen, zij het in dienst van Joop Zoetemelk.

Wat de toekomst verder brengt, doet hij uit te doeken tijdens de Zesdaagse van Antwerpen. 1972 zal zijn laatste jaar in het peloton zijn. Daarna overweegt hij wel nog enkele pistewedstrijden, maar het wegwielrennen zegt hij vaarwel.

Als laatste wedstrijd wordt de Ronde van Kortenhoef naar voor geschoven. Na de wedstrijd mag Die plannen doet hij enkele dagen later uit te doeken tijdens de Zesdaagse van Antwerpen. Dan maakt hij officieel bekend dat 1972 zijn laatste seizoen zal zijn.

Etappe #09

Benieuwd naar meer verhalen over Jan Janssen? In Etappe #09(2023) verscheen een diepte interview met de oud-renner. Hij blikt onder meer terug op zijn rijke carrière en de Tour van '68.

Daarnaast ontdek je in dit nummer onder andere meer over de verzamelaar in Sep Vanmarcke, de Fichebak van Michel Wuyts en Jef Scherens.

Je vindt het nummer in onze shop!

KOERSshop

Jan Janssen

Johannes Adrianus (Jan) Janssen (Nootdorp, 19 mei 1940) is een Nederlands voormalig beroepswielrenner. Hij was als zodanig actief van 1962 tot 1973. In zijn loopbaan won hij onder meer de Ronde van Frankrijk (1968), Ronde van Spanje (1967) en het wereldkampioenschap (1964). Hij gold als de beste Nederlandse beroepswielrenner in 1968 en 1969.
serviceKoers

Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.