Un Tour de Tap. Wielrenners achter den toog

Café Drie Koningen, Antwerpen

Vlakbij het Centraal Station kon je als wielerliefhebber aanschuiven aan de toog van Stan Ockers. Het was eerder een bedevaartplaats dan een café. Én uiteraard was het de place to be wanneer hij in 1955 in Frascati wereldkampioen werd. Tussen 1950 en 1956 beleefde het café, net als zijn eigenaar, gouden tijden. Voor hij aan zijn dagelijkse training begon, kregen de gelukkige gasten steevast allemaal een hand van Ockers. Na zijn overlijden werd Drie Koningen overgenomen door Paul Depaepe, wereldkampioen stayeren 1957.

All Sport, Antwerpen

All Sport was net als Omnium eigendom van Karel Kaers. Beide cafés kregen menig wielerliefhebber over de vloer.

Omnium, Antwerpen

Omnium was net als All Sport eigendom van Karel Kaers. Beide cafés kregen menig wielerliefhebber over de vloer.

De La Campine, Brussel

Enkele jaren na Romain Maes vestigt de Strombeekse pistier Nest Thyssen zich in 1954 in de Brusselse Vooruitgangstraat. De La Campine wordt tot dan uitgebaat door een zeker Jules Deckx. Het heeft dan al een goede naam als café-hotel onder renners. Het wordt een trefpunt voor deelnemers van koersen in de Kempen en het Hageland.

Au Maillot Jaune, Brussel

Romain Maes begin op zijn 17de met koersen. Dankzij zijn eindoverwinning in de Ronde van Frankijk 1935 bereikt zijn populariteit in België ongekende hoogtes. De daaropvolgende jaren vermindert dit ietwat, omdat de verhoopte resultaten uitbleven. Na zijn carrière op de fiets opent hij in 1946 vlakbij het Rogierplein 'Au Maillot Jaune'. Menig renner die op doortocht is naar een Franse, Duitse of Zwitserse wielerwedstrijd houdt er halt. Begin jaren '60 stopt hij met zijn café.

Enkele jaren nadat Fred Hamerlinck zijn fiets aan de haak hing, opent hij in 1940 Don Fredo in Wondelgem. De naam dankt het volkscafé aan de bijnaam van de renner. Tijdens zijn carrière stond hij bekend als de Koning van de Kermiskoersen, omdat hij steevast aan de start van Vlaamse kermiskoersen verscheen en er aan de haal hing met de zegebloemen. Daarnaast was hij ook actief op de piste.

Parijs-Brussel, Gistel

Vooraleer Romain naar Brussel trekt om er Au Maillot Jaune te openen, houdt hij eerst café in Gistel. Daar baat hij twee jaar lang Parijs-Brussel uit. De naam verwijst naar de gelijknamige wedstrijd die hij in 1938 net niet won. Tijdens de finale ronde op de wielerpiste heeft hij honderd meter voorsprong. Denkend dat de strijd gestreden én gewonnen is, houdt hij vroegtijdig in waarna Marcel Kint hem voorbij steekt en onverwacht wint.