Anno 1984 staat de wielersport voor vrouwen op een scharniermoment. Die zomer vindt voor het eerst de Tour de France Féminin plaats. Tussen 30 juni en 22 juli worden 18 etappes verreden op hetzelfde parcours van de ‘mannentour’, weliswaar in een ingekorte versie. Eindwinnares wordt de Amerikaanse Marianne Martin.
Nog geen week later worden voor het eerst wielrensters toegelaten tot de Olympische Spelen. De Amerikaanse Connie Carpenter verovert als eerste vrouw ooit olympisch goud op de wegrit. Ligt de weg voor koersende vrouwen daarmee open? Nog niet helemaal. In eigen land is voor het veel vrouwen nog steeds knokken om te kunnen koersen. Van een profstatuut is dan nog geen sprake.
Vijf jaar na de eerste editie van de Tour de France Féminin wordt – in 1988 – met de Giro Donne een nieuwe rittenkoers boven het doopvont gehouden. De Italiaanse Maria Canins toont zich in eigen land de beste. Tussen 1995 en 1998 schrijft de Italiaanse Fabiana Luperini vier keer op rij de Giro Donne op haar naam. Na het doodbloeden van de Tour Féminin begin 21ste eeuw groeit deze Giro Rosa uit tot één van de meest prestigieuze etappewedstrijden voor vrouwen.
Echt concurrentie krijgt de Italiaanse Ronde pas op het moment dat de Tour Féminin wordt gereanimeerd. In 2014 lanceert de (al)machtige wielerorganisator ASO ‘La Course by le Tour de France’ – kortweg La Course. Een duidelijk teken aan de wand dat vrouwenwielrennen stilaan serieuzer wordt genomen. Een ‘echte ‘Tour (rittenkoers) is deze wedstrijd in den beginne nog niet – de rensters moeten zich in eerste instantie tevreden stellen met een wedstrijd op de Champs-Elysées, enkele uren voor de finish van de mannen.
Hoe dan ook, via La Course wordt de deur naar een nieuwe Tour de France geopend. En de Giro Donne? Die wordt op dat moment gedomineerd door Nederlandse boegbeelden als Marianne Vos, nota bene pleitbezorger voor een hernieuwde Tour Féminin, Anna van der Breggen en Annemiek van Vleuten. De Giro Rosa worstelt in die jaren even met haar statuut maar pakt in 2022 uit met een flink bedrag aan prijzengeld én een vernieuwd statuut op het hoogste niveau. Op die manier wil de organisatie weerwerk bieden aan de komst van de nieuwe Tour de France Femmes.
De eerste editie van die Tour staat twee weken na het einde van de Giro Donne geprogrammeerd. Anno 2023 is die spatie identiek. Daarmee dreigt de Giro Donne overschaduwd te worden door de Tour de France Femmes. Of gedegradeerd te worden tot een voorbereidingskoers. Bovendien moet de Giro Donne al opboksen tegen de Tour (voor mannen) die gelijktijdig wordt verreden en heel wat media-aandacht opslorpt.
Kan de Giro Donne gekoppeld worden aan de Giro voor mannen? Dat laat de huidige, druk bevolkte koerskalender voor vrouwen evenwel niet toe. Zo staan in mei ’23 al vier rittenkoersen op het programma. Een gelijktijdige organisatie van een Giro voor vrouwen en mannen kan in theorie dan wel mogelijk zijn – dat bleek in het verleden al tijdens de Tour de France Féminin – maar voor de uitstraling van de wedstrijd is een scheiding m/v meer aangewezen.
Voorlopig blijf het dus koffiedik kijken. En hopen dat rensters à la Annemiek van Vleuten en Demi Vollering niet vies zijn van deelname in de drie Grote Rondes – er is ook nog zoiets als de Vuelta voor vrouwen. Anno 2022 bewees van Vleuten al dat een triple wel degelijk mogelijk is. Anno 2023 lijkt ze goed op weg om die stunt te herhalen….