longread
interview
retro

"Ik wil mijn vader de erkenning geven die hij verdient": dochter Tina brengt eerbetoon aan stayerkampioen Firmin De Vleminck

13min leestijd   door Jordi De Koninck op 05 januari 2024
"Ik vond dat de tijd rijp was om het verhaal van mijn papa te vertellen." Fotoboeken, krantenknipsels, truien, medailles, bondskaarten, ... We kunnen zo nog wel even doorgaan. Tina De Vleminck haalde letterlijk alles uit de kast voor ons bezoek in Meise. Dat allemaal om terug te blikken op het leven en werk van vader Firmin, drievoudig Belgisch kampioen stayeren en later coach van menig wielertalent. Een monoloog.

"Mijn papa was niet zomaar iemand. Hij heeft veel betekend en dan vooral voor de pistewereld. De gasten die hij opgeleid heeft en die het nadien gemaakt hebben tot het profpeloton… Mijn vader had oog voor talent. Talenten die niemand moest hebben, daar zette hij zich voor in. 'Ik maak van u ne kampioen', sprak hij dan meestal. En dat kwam er dan ook uit.

Zijn renners waren zijn goden. Hij kon die tot het uiterste drijven, maar altijd op een zachte manier - een echte motivator. Bovendien kon papa ervoor zorgen dat zijn ploeg een hechte groep vormde zowel voor, tijdens, als na de koers. Dat is hij blijven doen tot zijn ziekte hem in de loop van 2003 gedwongen heeft tot stoppen."

Zijn renners waren zijn goden. Hij kon die tot het uiterste drijven, maar altijd op een zachte manier.
Tina De Vleminck

"Mijn vader was als nierpatiënt al enkele jaren ziek. Hij kreeg twee transplantaties en moest drie keer per week naar het ziekenhuis in Gent. Zijn hobby en levenswijze werden van hem afgenomen. Dat was hard voor hem. Papa is er zelfs depressief van geweest.

Hij ging af en toe nog wel naar koersen en er kwamen nog wel mensen om raad vragen, maar ook dat ging op den duur niet meer. Zo is hij ook sneller achteruitgegaan. Uiteindelijk overleed hij in 2007, op 62-jarige leeftijd. Door de hele familie wordt hij nog steeds hard gemist. Papa was een echte familieman, waar iedereen altijd op kon rekenen.”

Acrobaat op de fiets

"In het café van zijn ouders - een sportlokaal in Droeshout, een gehucht van Opwijk – is het allemaal voor hem begonnen. Zijn vader, mijn grootvader dus, had ook wel wat sympathie voor de koers, al weet ik daar verder niet veel van. Maar achteraan het café is mijn papa gestart met het rijden op rollen. Hij oefende daar wat en haalde trucjes uit. 'Een acrobaat op de fiets' werd hij ook wel genoemd.

Ik kan jullie enkele foto's laten zien. Hier trapt hij met één voet, terwijl hij zijn stuur van de fiets aan het halen was. Op deze foto kleedt hij zich om, doet hij het zadel er gewoonweg af en zit hij op de buis. Er is ook een beeld dat hij geblinddoekt fietst - op losse rollen, hé. En hier is hij aan het jongleren met enkele balletjes."

"Hij was 17 toen zijn vader overleed. Zijn dood was een zware schok voor hem. Zijn papa was zijn voorbeeld, hij leerde hem ook die truken op de fiets. Bovendien kwam zijn mama alleen te staan met twee kinderen. Papa stopte met school en koos ervoor om te gaan werken, hij hielp mee bij het leggen van asfalt. Van zijn baas kreeg hij twee halve dagen per week vrij om te koersen. Ondanks het feit dat het café verder goed bleef draaien, waren de inkomsten die mijn vader binnenbracht nodig om het gezin te onderhouden."

Hij was 17 jaar toen zijn vader overleed. Zijn vader was zijn voorbeeld.
Tina De Vleminck

"In 1960 - papa was toen 15 jaar - is hij begonnen met koersen. Zes jaar later koerste hij voor het eerst als stayer, achter zware motoren op de piste. Zowel in 1966, 1967 en 1968 werd hij tweede op het Belgisch kampioenschap stayeren bij de amateurs. In 1969, 1970 en 1971 was het wel telkens raak. Na die titel in 1969 is hij in Opwijk gehuldigd geweest en heeft hij een vaas gekregen. Die staat nog altijd in mijn living. Die doe ik niet weg, hoor.

In totaal behaalde mijn papa meer dan 70 zeges, waarvan acht op de weg. Dat laatste is misschien niet veel, maar die hoeveelheid vind ik toch wel een mooi aantal voor de jaren dat hij eigenlijk maar gereden heeft. Want in 1972 stopte hij met koersen."

Twee dubieuze WK's

"Als ik het fotoboek moet geloven, met onder meer krantenknipsels uit Duitsland, was mijn papa een uitstekende renner. Eén krantenartikel heeft hij ooit zelf laten schrijven door mijn achternicht. Dat was in 2000 en ging over de ontknoping van het WK van 1968 in Rome en het WK een jaar later in het Tsjechische Brno.

In Rome had hij een Nederlandse gangmaker, Stakenburg. 'Ik kon sneller en maakte hem daar attent op. Harder! Harder! Allemaal boter aan de galg. Die man had blijkbaar gras in zijn oren of geld...', staat er te lezen. Grassi werd voor eigen volk wereldkampioen, een Nederlander (Stam) en een Zwitser (Herger) stonden mee op het podium. Mijn vader eindigde vierde."

Die WK's in Rome en Brno lieten een diepe wonde na.
Tina De Vleminck

Ook in Brno liep het fout. 'Ik beschikte met Bertus De Groot over een vaste gangmaker. In mijn reeks reed ik de latere wereldkampioen, Albert Boom, in de vernieling. Dat maakte zo'n indruk op de Nederlandse kolonie dat er later op de avond een communiqué van de KNWU (de Nederlandse wielerbond, red.) bij ons binnenviel met het bericht dat De Groot mij niet langer mocht gangmaken.

Gevolg: een maandenlange hetze tussen Nederland en België, maar ik zat in Brno met de gebakken peren.' Ruim dertig jaar na de feiten kwam mijn vader dus terug op die vreemde WK's. Om maar aan te geven hoe diep die wonde toen nog was."

Man van de streek

"Nadat hij stopte met koersen, ging papa aan de slag als coach. Alles draaide in die tijd rond schema's, trainingen, noem maar op. Als hij met z'n vak bezig was, bestond er niets anders. Thuis was hij dan weer de rust zelve. Het gras afrijden, in de tuin werken, TV kijken, een pintje gaan drinken - een gewone man. Hij kocht ook elke dag drie kranten om alles goed op te volgen. De streekrenners duidde hij bijvoorbeeld aan."

Mijn papa was enorm bescheiden naar de buitenwereld toe.
Tina De Vleminck

"Mijn papa was enorm bescheiden naar de buitenwereld toe. Hij stond wel op zijn strepen, maar hij stond niet graag in de schijnwerpers. 'Als ze mij moeten hebben, zullen ze mij wel vinden', zei hij. Er kwam nooit erkenning vanuit de Belgische wielerfederatie en ook van pers en media kreeg hij weinig tot geen aandacht.

Hier in Meise gold hij niet zozeer als voorbeeld. Maar voor Mollem, Asse en Merchtem wel. Hij was de man van de koers. Verscheen hij ergens op een koers, dan was je hem snel kwijt - een echte man van de streek. Dankzij die organisatoren kreeg hij veel appreciatie. Net als van zijn renners en die appreciëren hem nog stééds.

Ieder jaar als het zijn verjaardag is, post ik iets op Facebook met foto's van vroeger en dan zijn er veel oud-renners die reageren. 'We zouden nooit geraakt zijn waar we geraakt zijn zonder Firmin', wordt dan regelmatig geantwoord. Dat doet me veel deugd."

"De eerste renners die in me opkomen zijn Franky De Buyst, Nico Sijmens, Glenn D'Hollander, Steven De Neef en Wesley Theunis. Die laatste is nu verzorger van Van Aert, daarmee dat ik zo'n grote fan ben van Wout. Soms stuur ik nog wel berichtjes naar Wesley als Woutje goed gereden heeft en dan stuurt hij altijd wel iets terug. De erkenning naar mij toe - en niet alleen van Wesley - is wel groot. Als de oud-renners van mijn papa mij zien of horen, haalt dat herinneringen op aan vroeger."

Dirk De Wolf. De zoon die hij nooit gehad heeft.

"Er was ook Dirk De Wolf, met wie ik nog altijd een uitstekend contact heb. Ik kan naar Dirk bellen wanneer ik maar wil. Mijn vader gold als een mentor voor hem. Hij volgde Dirk van bij de jeugd op. Dat was in zijn tijd bij BBS, papa was daar sportdirecteur. Hij heeft Dirk niet echt gecoacht, maar omdat die uit de buurt was, volgde hij hem wel. Papa zag iets in Dirk.

De Wolf zorgde ook voor het mooiste moment uit de sportieve carrière van mijn vader, met de tweede plaats op het WK in Utsunomiya in 1990 na Rudy Dhaenens. Dirk kwam na zijn terugkeer bij zijn ouders thuis in Sint-Katherina-Lombeek en daar heb ik mijn papa voor het eerst zien wenen.

Papa was een mentor voor Dirk. Bij De Wolf thuis heb ik mijn vader voor het eerst zien wenen.
Tina De Vleminck

Mijn papa had Dirk van jongs af aan zien groeien en die boekte dan zo'n succes. Dirk kwam vaak bij ons thuis, hij leek wel de zoon die papa nooit gehad heeft. Dat voelde toch zo aan. Dirk heeft na zijn carrière zelf ook een ploeg opgericht, de Josan in Ternat. Mijn papa hielp hem daarbij. Dat was een hele toffe tijd."

"Ik ging mee als dochter van, veelal in de volgwagen. Doordat papa me altijd meenam, toonde hij ook telkens aan de buitenwereld hoe fier hij op me was. Bovendien deed ik dat graag. Eten aangeven, een bidon aanreiken, ... Als tiener zie je elke renner groeien en tegelijk was ik een van hen. En nogmaals... die contacten blijven, hé.

Fiets met Iljo Keisse

"Vorig jaar - in 2022 - ben ik voor het eerst in jaren nog eens naar de Gentse Zesdaagse geweest, omdat ik het afscheid wilde zien van Iljo (Keisse, red.). Ik had kippenvel - 't Kuipke voelde echt als thuiskomen. Stan Tourné, die ook hier in Meise woont, was ook aanwezig. Al zat die in de VIP natuurlijk, aan de overkant. (lacht)

Ik zat tussen het gewone volk, maar ik kwam hem tegen en het was direct van: 'Ik zie u hier nog rondrijden met uw fietske'. Voor mij was dat ook wel een moment om stil te staan bij de gedachte: 'Hoe dikwijls heb ik hier niet gestaan met mijn papa?'"

"Samen met Iljo heb ik vroeger nog op de piste gereden. Als klein meisje, hé. Mijn papa gaf training aan de jongens. Iljo hoorde daar niet bij, maar liep daar wel rond. Zijn vader runde de cafetaria. Iljo was kind aan huis. Soms zag ik hem in de catacomben een fietske pakken en dan zei ik tegen mijn papa: 'Zou ik hier geen fietske kunnen pakken? Ik wil ook eens rijden.'

Uiteindelijk kreeg ik er dan eentje en mijn vader duwde me de piste op. Dat was beangstigend. Als ik de bocht inging, leek het alsof het parket tegen mijn ellebogen duwde. Zo leerde ik op de piste rijden. Intussen was ik met Iljo wat onnozel aan het doen tussen die grote mannen."

"Wij waren daar ieder weekend. Soms ook in de week op woensdag- of donderdagavond. Bij trainingen, koersen, ... altijd liep ik daar rond. Soms op het middenplein, soms op de tribune. Ik deed dat enorm graag."

Coach van de Russen

"Ook toen mijn papa coach werd van de Russische ploeg was ik steevast op de koers te vinden. Ik heb even navraag gedaan bij Willy Robijns, een vriend van mijn vader, en mijn vader heeft blijkbaar zowel in 1987, ‘88, ‘90 en ‘91 de Russische ploeg begeleid tijdens de Ronde van België. Dat was met onder meer met Viatcheslav Ekimov, Viktor Manakov, Dmitry Neliubin, Sergueï Khmelinin en Alexandr Krasnov."

"Ik vermoed dat de Russische bond via de Belgische bond bij mijn papa terecht is gekomen en dat hij dat op die manier op zich heeft genomen. Ik weet nog dat hij thuiskwam en zei: 'Ik mag mee naar Moskou, maar het zou voor een maand of drie zijn.'"

Mijn papa kon natuurlijk geen Russisch. Viatcheslav Ekimov deed dienst als tolk.
Tina De Vleminck

"Als ze hier in België koersten, waren mijn mama en ik daar wel bij. Ik herinner me nog dat de ploeg in het Gentse Holiday Inn-hotel sliep. 's Ochtends zei mijn papa tegen me: 'Je gaat hetzelfde eten als de renners.' Ik kreeg dus 's morgens om 7u pasta met spinazie en een biefstuk. Vervolgens moest ik een rauw ei drinken - dat was een van zijn stokpaardjes. Een Russische begeleider nam ons op sleeptouw, maar die kon geen Nederlands, Frans of Engels. Laat staan dat wij Russisch konden.

Mijn papa kon natuurlijk ook geen Russisch, maar kon wel een beroep doen op ‘tolk’ Ekimov. Hij woonde in Drongen en sprak wel een beetje Nederlands en zorgde dan voor de vertalingen. Papa volgde Ekimov trouwens al een tijdje. Hij vroeg mijn vader om oefenschema's... 'Oké, maar dan ga jij wel elke keer met uw fiets van Drongen naar Mollem komen om die schema's op te halen.' Wat Ekimov dan ook effectief deed."

In de sporen van Firmin?

"Of ik dankzij de fietsmicrobe nooit zelf zin heb gekregen om te koersen? Op competitief vlak niet meteen. Hier en daar heb ik wel eens een wedstrijd gereden, maar meer niet... Ik kan mij nog één koers herinneren, in Ruisbroek. Of het nu het Antwerpse Ruisbroek was, of het Vlaams-Brabantse... dat weet ik niet meer. Ik had mijn fiets altijd in de auto zitten, om op het parcours wat rondjes te rijden.

'Gaan we u inschrijven', vroeg papa. Ik had geen truitje, dus heb ik maar in een blanco truitje deelgenomen. Dat zal ongeveer in de categorie geweest zijn wat ze nu de aspiranten noemen. Ik denk dat ongeveer met 35 renners waren en ik was het enige meisje. Het startschot werd gegeven en ik begon te rijden, te rijden. Papa had gezegd dat er vijf rondjes waren. In die periode deed ik ook aan veldlopen en zo was ik dus een vinnig ding. Ik bleef maar gas geven en dacht dat de concurrentie was blijven stilstaan.

De bel luidde voor de laatste ronde en in de verte zag ik iemand rijden. Ik dacht: 'ai, ik ben laatste.' Ik perste er nog alles uit, kwam over de finish en de omroeper riep: 'En de winnaar is... Tina!' 'Wat heb je nu uitgestoken', vroeg papa al lachend. Toen zag hij wel dat ik iets in me had, maar het was meteen een van mijn laatste koersen."

"Ik zal afsluiten met een anekdote. Papa zei: 'Ik moet ergens naartoe. Leg uw fiets in de koffer en ga maar mee.' Ik moest natuurlijk niets tegenspreken, vooral niet als het over koers ging. Hij reed richting Geraardsbergen. Aan de voet van de Muur, zei hij: 'Neem uw fietske maar uit de koffer en fiets maar naar boven.'

Ik had niets van opwarming in de benen, maar goed... Papa reed met de auto achter me, tot tegen mijn achterband, en was voortdurend aan het claxonneren. Hij wist dat ik het kon. Papa wilde zien of ik volhield of dat ik zou afstappen. Hij dreef me tot het uiterste, ik wilde niet afgeven en reed naar boven.

Vervolgens ging het richting Bosberg en in de afdaling moest ik schakelen, maar tegelijkertijd remde ik. De derailleur sloeg in mijn achterwiel en ik ging overkop - juist aan het huis van Johan Bruyneel. Mijn papa trok me uit de gracht en was niet te spreken. 'Dat doe je toch niet! Nu is uw fiets kapot.' We zijn dan maar bij Johan gaan aanbellen. Daar heb ik me dan mogen omkleden. Ik kan het me nog allemaal levendig herinneren."

serviceKoers

Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.