“I think, I’m the happiest man in the world today! A dream came true… .” – “Ik denk dat ik vandaag de gelukkigste man ter wereld ben! Een droom is werkelijkheid geworden…”, klinkt het op de Twitterpagina van Keisse in de nacht van 31 mei op 1 juni 2015. Het begint bij de Gentenaar door te dringen dat hij enkele uren voordien de slotrit in de Ronde van Italië naar zijn hand heeft gezet. In de straten van Milaan koos hij samen met de Australiër Luke Durbridge het hazenpad op 30 kilometer van de streep. Het peloton verkeek zich op het duo en streed voor plaats drie. Keisse nam in een sprintje vlot de maat van medevluchter Durbridge. “Als knecht een rit winnen in een grote ronde is allesbehalve eenvoudig. Zeker in de laatste etappe. Bovendien is de Giro mijn favoriete koers. Het is dan ook de grootste overwinning uit mijn carrière”, blikt Keisse zeven jaar na datum terug.
Met zijn twee wijsvingers naar de hemel gericht, denkend aan zijn overleden boezemvriend Wouter Weylandt, reed de Gentenaar over de finish. Het is uitgerekend in de Giro dat Weylandt vier jaar eerder het leven liet in de afdaling van de Passo del Bocco. Aan de aankomst in Milaan waren Wouters zus Elke en de vader van Keisse aanwezig. Een emotioneel moment.
Drie jaar eerder, in april 2012, boekte Keisse zijn, naar eigen zeggen, “speciaalste” zege uit zijn wegcarrière. In de Ronde van Turkije schrijft hij de zevende etappe op zijn naam. Vooral de manier waarop zal bij wielerminnend Vlaanderen en bij uitbreiding het mondiale wielerpubliek nog lang blijven hangen. Op vijf kilometer van het einde glipte Keisse weg uit de vluchtersgroep. De overwinning leek binnen tot de laatste bocht opdoemde en hij ten val kwam. Tot overmaat van ramp lag zijn ketting er af. Keisse bezweek niet onder de stress en sprong weer op de fiets. Zwoegend repte onze landgenoot zich naar de finish, waar hij het aanstormende peloton met onder meer Kittel en Petacchi maar nipt voorbleef. Een klein wonder voltrok zich in Izmir. “Als mensen mijn naam horen, zeker wielerkenners, is dat toch iets waar aan gedacht wordt. Ondanks dat het ‘maar’ de Ronde van Turkije was.”
Een veelwinnaar op de weg was Keisse niet – zijn palmares staat weliswaar niet in verhouding met zijn kwaliteiten - wel een knecht waar iedere ploeg van droomt. Hij cijferde zich weg en verzette bakken werk aan de kop, staart of in de buik van het peloton. Keisse haalde daar voldoening uit. Niet voor niets won hij op het referendum van de Kristallen Fiets drie keer de Kristallen Zweetdruppel, de prijs voor de beste helper.
Zelf omschrijft hij het als volgt: “Ik kan op vele fronten worden ingezet. Ik doe altijd alles voor de volle honderd procent. De ploeg is dan tevreden en ik ook. Het geeft een fantastisch gevoel wanneer je vanaf kilometer nul de koers begint te controleren en er uiteindelijk een ploegmaat kan winnen. Daarnaast geeft het een ongelooflijke kick als je een sprinttrein op de rails zet en de sprinter het dan ook afmaakt. Dat is natuurlijk een kortere taak, maar wel stresserender. De misschien meest ondankbare taak is in grote wedstrijden, genre Milaan-San Remo, in slechte weersomstandigheden bengelen tussen ploegwagen en peloton met bidons en regenvestjes. Het is een werk dat niemand ziet, maar enorm veel krachten kost.”
Ook de rol van wegkapitein binnen Quick-Step schuwde Keisse doorheen zijn carrière niet. “Je bent dan de renner die het nauwst contact heeft met de wagen, maar ook degene die wanneer het snel moet gaan en er geen tijd is om te praten door de radio de beslissingen neemt. Als zo’n keuze goed uitdraait, geeft dat ook een fijn gevoel.”
De schaduw van het wegwielrennen maakt op de piste plaats voor de spotlights. Zijn liefde voor de piste is haast onuitputtelijk. “Ik ben mijn carrière begonnen als pistier. Op de piste mocht ik doorheen mijn loopbaan mijn eigen kans gaan, mijn eigen wedstrijd rijden. In 97% van de koersen op de weg rijd ik in dienst van de ploeg. Die overige 3% zijn wedstrijden waar ik eens kan meeglippen in de ontsnapping. Per slot van rekening begin je met koersen om wedstrijden te winnen en in de schijnwerpers te staan. Dat doet altijd wel deugd, vroeger meer dan nu. Nu ervaar ik dat meer als een zware last op mijn schouders.”
Zijn liefde voor de piste is niet ver te zoeken. Als rasechte Gentenaar zat hij als klein ‘manneke’ bijna dagelijks in ‘t Kuipke. Hij ontdekte de piste door zijn vader Ronie die enkele jonge renners trainde. De wintertrainingen vonden plaats in ‘t Kuipke. Na school trok de jonge Iljo naar de velodroom om de coureurs te bewonderen en handtekeningen te verzamelen. Zijn passie voor de piste en het wielrennen is daar geboren. Niet wetende dat hij tientallen jaren later zou uitgroeien tot de Keizer van ’t Kuipke. In Iljo’s jonge jaren was de Belg Etienne De Wilde meermaals de té kloppen man tijdens de Zesdaagse van Gent. De negenvoudige winnaar groeide dan ook uit tot een groot idool van Keisse.
Aan de zijde van de Oostenrijker Franz Stocher maakte Keisse zijn profdebuut in de Gentse Zesdaagse in 2003. Het duo eindigde op een negende plaats op ruime afstand van het winnende koppel Matthew Gilmore-Bradley Wiggins. Het is ook met Gilmore, een Belg met de Australische voormalige wielrenner Graeme Gilmore als vader, dat Keisse zijn eerste successen boekte. In 2005 won het duo de Zesdaagse van Fiorenzuola, Grenoble en Gent. Dat Gilmore Keisses sportieve partner was, was voor de Gentenaar extra speciaal. Gilmore was jarenlang de partner van Etienne De Wilde, het voorbeeld van Keisse. Het duo Gilmore-Keisse kroonde zich in 2005 ook tot Europees kampioen Ploegkoers. De eerste van vier Europese titels voor de Keizer van ’t Kuipke.
Aan de samenwerking met Gilmore kwam in juli 2006 abrupt een einde. Tijdens een kermiskoers in Ninove raakte Gilmore een paaltje en liep hij een open dijbeenbreuk en een gebroken knieschijf op. Enter Robert Bartko. Met de oersterke Duitser won hij op twee jaar tijd maar liefst zeven zesdaagsen waardoor twee keer die van Gent. Zijn teller in ’t Kuipke staat momenteel op zeven zeges. Naast Gilmore en Bartko triomfeerde Keisse ook met Peter Schep, Glenn O’Shea, Michael Mørkøv en Elia Viviani.
Met de Omloop Het Nieuwsblad heeft Gent de start van een Vlaamse voorjaarsklassieker, maar voor Keisse is de Gentse Zesdaagse echt zijn thuiswedstrijd. Het draait rond prestige. Bovendien wordt hij in ’t Kuipke op handen gedragen. De toeschouwers zien in Keisse een spektakelman op twee wielen. Met zijn charisma en branie krijgt hij het hele publiek op de banken. De duels met onder andere Kenny De Ketele zijn om duimen en vingers van af te likken en maken deel uit van het roemrijke verleden van ‘t Kuipke. “Als Gentenaar is die Zesdaagse belangrijk. Essentieel in de zin dat ik er koers voor eigen volk. Ik kan er mijn eigen ding doen. Binnen de ploeg is er nooit een discussie geweest over het al dan niet rijden van de Gentse Zesdaagse.”
“Door de jaren heen heb ik wel geleerd dat ik geen vier à vijf zesdaagsen moet rijden. Mijn trainer binnen de ploeg is Tom Steels. Hij is een voorstander dat ik de Zesdaagse van Gent rijd. Bovendien is het qua publiciteit interessant, zeker als Belg. Voor mij is het ook mooi meegenomen. Het heeft nooit voor beperkingen gezorgd in het wegseizoen. Door de Gentse Zesdaagse zak ik niet te diep weg in de winterperiode en kan ik het hele seizoen op niveau presteren.”
In totaal veroverde Keisse zestien Belgische titels op de piste, vier Europese titels en won hij 28 zesdaagsen. Een glorieus pistier die de pech heeft om in een tijdperk te koersen waar steeds meer zesdaagsen van de kalender verdwijnen. Anders zou zijn palmares nog impressionanter ogen.
Het loopt niet elk jaar op wieltjes voor de Gentenaar in ’t Kuipke. In ‘zijn’ velodroom start in november 2008 de donkerste en onzekerste periode uit zijn sportieve carrière. Keisse wint aan de zijde van Bartko, maar test tijdens de laatste dag positief op het stimulerende middel cathine en HCT. Keisse ontkent ten stelligste. Het leidt tot een aanvaring met vader Ronie, die zijn zoon aanvankelijk niet gelooft. Ook zijn toenmalige ploeg Topsport Vlaanderen reageert. Het ontslaat Keisse.
Keisse blijft zijn onschuld volhouden, vier woelige jaren staan voor de deur. In november 2009 spreekt de Belgische wielerbond de Gentenaar vrij. De positieve test zou het gevolg zijn van een vervuild voedingssupplement. Niet geheel naar de zin van het WADA, het Wereldantidopingagentschap. Dat gaat in beroep bij het Internationaal Sporttribunaal (TAS) en die instantie legt Keisse in juli 2010 een schorsing van twee jaar op. Het hof van beroep in Brussel stelt zich vragen bij de procedure die het TAS heeft toegepast. Na juridisch getouwtrek en een kat-en muisspelletje met de UCI mocht Keisse vanaf 7 augustus 2011 weer koersen in het buitenland. In België kon dat pas in januari 2012.
Het Brusselse hof van beroep oordeelde evenwel dat de UCI Keisse ten onrechte had verboden om te koersen. Om het financiële verlies, dat de Gentenaar had geleden door niet aan wedstrijden deel te nemen, te compenseren moest de UCI 100.000 euro schadevergoeding betalen aan Keisse.
Sinds 2010 rijdt Keisse voor het Quick-Step van Patrick Lefevere. Hij kwam ertoe in een moeilijke periode, waarin het onduidelijk was of Keisse door zijn schorsing nu wel of niet mocht koersen. “Het was een rollercoaster, die heel lang geduurd heeft. Er was een periode dat ik alleen in het buitenland wedstrijden mocht rijden, dan alleen in België. Het was een soep. Zowel Patrick, advocaten als ik raakten er niet meer aan uit. De eerste jaren waren allesbehalve eenvoudig. Ik had een contract getekend voor de seizoenen 2010 en 2011, maar ik kon me door mijn schorsing amper laten opmerken. Het was dan ook twijfelachtig of ik in december 2011 mocht bijtekenen. Dat lukte en sindsdien is alles beter en beter beginnen gaan.”
In totaal zal Keisse dertien seizoenen voor de ‘Wolfpack’ zijn uitgekomen. “Ik mag terugblikken op een zeer geslaagde periode bij de ploeg. Ik beleefde er mooie overwinningen en onvergetelijke momenten met de beste renners ter wereld binnen de beste ploeg ter wereld. De staf, het personeel is binnen de ploeg uiterst belangrijk. Het is die vaste kliek die voor de sfeer zorgt. Bij veel ploegen is het een komen en gaan van de stafleden. Binnen de ‘Wolfpack’ is dat niet het geval. Bovendien weet Patrick als geen ander welke renners hij moet aantrekken. Daarbij houdt hij er ook rekening mee of een renner wel binnen de groep past. Ook buiten de koers moeten we ons kunnen amuseren. Dat is voor mij het grootste verschil met andere ploegen en de basis van ons succes.”
Binnen Quick-Step maakte Keisse kennis met heel wat renners. Een daarvan is spurtbom Mark Cavendish. De Brit reed al eens van 2013 tot 2015 voor de ploeg van Lefevere. In 2014 won het duo Keisse-Cavendish nog de Zesdaagse van Zürich. Beide renners creëerden een band. Keisse speelde ook een rol bij de terugkeer van Cavendish naar de ‘Wolfpack’ in 2021. “In de maanden ervoor had ik al heel wat contact met Mark. We zijn bijna gelijktijdig beginnen koersen en hebben elkaar doorheen de jaren enorm vaak gezien. We hadden altijd een goede verstandhouding. Het leek erop dat het het einde van zijn carrière was. Eentje in mineur, want hij had al enkele jaren weinig tot niets meer laten zien. Terwijl ik het gevoel had dat het nog niet op was bij Mark. Ik wist dat er gesprekken liepen tussen Patrick en Mark, maar wist evenzeer dat er weinig schot in de zaak kwam. Patrick vroeg mijn mening en ik heb hem eerlijk gezegd dat ik het geloof koesterde dat hij nog koersen kon winnen. Dat hij vier ritten wint in de Ronde van Frankrijk, plus de groene trui had ik natuurlijk ook niet verwacht. Je zag wel vanaf dag één dat hij enorm gemotiveerd was. Hij heeft zelf aan de weg terug getimmerd.”
Daarnaast speelt Keisse een belangrijke rol in de evolutie van Remco Evenepoel. Hij probeert zijn jarenlange ervaring door te geven aan de jonge snaak. Tijdens stages en koersen zijn beide renners vaste kamergenoten. Zo ook bij de eerste grote ronde van Remco, de Giro in 2021. Daarnaast beschermt Keisse Evenepoel richting de buitenwereld. Met kleine tips brengt hij de Vlaams-Brabander ook naast de fiets veel bij. Remco heeft in Keisse een vertrouwenspersoon gevonden.
Binnen enkele maanden neemt de Gentenaar afscheid als profrenner. Ondanks enkele moeilijke periodes blikt Keisse terug op een geslaagde carrière. “Ik denk dat ik het meest verwezenlijkt heb, dat ik kon verwezenlijken. Zelfs meer dan wat sommigen ooit hadden gedacht.” Rest hem nog één droom. “Ik zou graag goed eindigen in Gent. In de Zesdaagse wil ik met een goede ploegmaat nog een laatste keer voor winst gaan.” Een mooi afscheid krijgt hij ongetwijfeld, maar bij een zege zal ’t Kuipke echt gaan daveren op zijn grondvesten. Remember Kenny De Ketele vorig jaar.
Een adieu als renner betekent voor Keisse geen afscheid van de wielerwereld. De Gentenaar gaat vanaf 2023 aan de slag als ploegleider bij Quick-Step Alpha Vinyl en moet mee bijdragen aan de verjonging van de staf. “Ik ken alle renners en iedereen kent mij. Mijn rol als wegkapitein, die ik de laatste jaren heb vervuld, leunt wat aan bij de rol van ploegleider. Ik kan goed overweg met jonge renners en heb doorheen de jaren heel wat meegemaakt. Ook buiten de ploeg ken ik veel mensen, wat als ploegleider zeker een voordeel is. Bovendien is het een vlotte overstap na mijn actieve carrière. Maar eerst ga ik tot 1 december nog vol aan de bak als renner”, besluit Keisse.
Enkele tellen nog en de deuren van het Madison Square Garden zouden worden geopend. De sfeer was grimmig. Er werd geduwd, geschopt, geslagen en...