Wereldkampioenschap wielrennen
longread
retro

Skold de Eerste. Hoe een Zweeds amateur voor de primeur zorgde, maar toch naast de eerste regenboogtrui greep

7min leestijd   door Nicolas Bogaert op 16 september 2021
Wanneer naar de eerste wereldkampioen wielrennen op de weg wordt verwezen, komt Alfredo Binda steevast in de kijker te staan. In 1927 grijpt de Italiaan op de Duitse Nürburgring de eerste regenboogtrui bij de profs. En toch viert het WK wielrennen anno 2021 zijn eeuwfeest. 100 jaar geleden mag amateur Gunnar Sköld in Kopenhagen zich immers de eerste wereldkampioen wielrennen op de weg noemen. Als eerbetoon aan deze vergeten Zweedse pionier, zijn opmerkelijke verhaal.

Nog voor de Internationale Wielerunie (UCI) in 1900 wordt opgericht, is er al sprake van enkele officieuze wereldkampioenschappen. Deze edities missen door een te beperkt deelnemersveld, zowel qua aantal als qua nationaliteiten, echter te weinig slagkracht. Pas na de komst van de UCI, die van meet af onder meer de Franse, Belgische en Italiaanse wielerbond overkoepelt, wordt sprake van een ‘echt’ wereldkampioenschap. Binnen de schoot van de UCI groeit al snel de gedachte om een WK te organiseren. Maar het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog gooit roet in het eten. Pas in 1921 staat het eerste WK op de weg op het programma. Tijdens de allereerste editie mogen enkel amateurwielrenners deelnemen. Opvallend: het eerste WK is geen wegrit maar een individuele tijdrit. De UCI beoogt hiermee een eerlijke man-tegen-man-strijd, zonder achterliggende sponsor- en ploegbelangen.

Zweden boven

Op donderdag 4 augustus 1921 verschijnen in de Deense hoofdstad Kopenhagen eenentwintig amateurs aan de start van een 190 kilometer lange tijdrit. Van de traditionele wielernaties sturen enkel België, Frankrijk en Nederland een delegatie. De Zweed Gunnar Sköld toont zich de sterkste. Het verschil met thuisrijder Willum Nielsen en de Brit Charles Davey, de nummers twee en drie, bedraagt om en bij de vijf minuten. Dat Sköld uitgerekend een Deen de loef afsteekt, doet zijn overwinning extra zoet smaken.

Het gastland heeft zich bij de Zweden immers helemaal niet populair gemaakt. Bij de startlocatie wapperen alle vlaggen van de deelnemende landen, met uitzondering van de blauwe vlag met de gele banen. De Zweedse renners komen dus geprikkeld aan de start. Gelukkig is er na afloop van het wereldkampioenschap wel een Zweedse vlag voorhanden bij de podiumceremonie. Als kers op de taart wint Zweden ook nog ten koste van de Fransen en de Denen het landenklassement. Onze landgenoot Henry George, die een jaar eerder olympisch kampioen werd tijdens de Spelen in Antwerpen, haalt als enige Belg de eindstreep en wordt uiteindelijk veertiende met een achterstand van meer dan 37 minuten.

Gunnar Sköld heeft zijn eigen stijl: hij is dan wel een groot atleet, hij zit gedrongen en met de armen wijd open op de fiets. In 1910 – op 16-jarige leeftijd - begint hij met koersen. Nadat hij in 1918 in het huwelijk treedt, houdt hij het wielrennen (even) voor bekeken. Dankzij overwinningen op de 10 en 100 kilometer tijdens de open Deense kampioenschappen, stelt hij uitdrukkelijk zijn kandidatuur voor een plaats in de nationale keurgroep. Pas toen regerend Olympisch kampioen Harry Stenqvist net voor het eerste WK wielrennen geblesseerd moet afhaken, is zijn selectie een feit.

Hindernissenparcours

De 26-jarige Sköld krijgt die eerste wereldtitel allerminst op een schoteltje aangeboden. Het is dan wel midden in de zomer, volgens het verslag van het Rijwiel- en Motor-orgaan van den Nederlandsche Wieler Bond is het weer die dag verre van aangenaam. Bovendien wacht de Zweed een echt hindernissenparcours. Na nauwelijks 20 kilometer komt hij ei zo na ten val wanneer ten gevolge van wegwerkzaamheden een boomstam op het parcours valt. Als een Mathieu van der Poel avant la lettre wipt Gunnar met zijn tweewieler over het onverwachte obstakel. En dat is slechts het begin van nog meer onheil.

Als een Mathieu van der Poel avant la lettre wipt Gunnar met zijn tweewieler over het onverwachte obstakel.

“Even later werd mijn rit opnieuw gehinderd toen ik plots af te rekenen kreeg met een bloedneus. Na tien kilometer met het hoofd in mijn nek te rijden was dat vervelende ongemak voorbij. Alsof dat nog niet genoeg was, werd ik op 45 kilometer van de streep achterna gezeten door een razende hond. Goed mogelijk dat ik mijn overwinning te danken heb aan dat beest: het bezorgde mij de schrik van mijn leven!”, aldus de kersverse wereldkampioen in een ‘gezwollen’ verslag dat kort na zijn heldentocht wordt opgetekend. Sköld gaat als vijfde van start en haalt drie voor hem gestarte coureurs bij. Wanneer hij in de slotkilometer ook de tien minuten voor hem gestarte Franse topfavoriet Fernand Canteloube in het vizier krijgt, weet hij dat zijn eindtijd van 6 uur 18 minuten en 17 seconden wel eens zou kunnen volstaan om zich tot eerste wereldkampioen op de weg uit de geschiedenis te kronen.

In de Zweedse krant Länstidningen wordt drie dagen na de titelstrijd uitgebreid verslag gedaan van de verschillende huldigingen die Gunnar Sköld te beurt vielen: “Met een gigantische lauwerkrans getooid, werd Sköld gezeten op het dak van een taxi onder massale belangstelling door het centrum van Kopenhagen gereden. Op het balkon van het gebouw van een van de grootste Deense dagbladen, mocht hij de overwinningskussen ontvangen van de beroemde actrice Karin Molander. ’s Avonds was hij de eregast op het banket van de UCI en Deense wielerbond en gisteren werd hij in zijn thuishaven Västeras als een held ingehaald. Hij werd er door de straten rondgedragen in een met bladgoud versierde draagstoel”.

De eerste regenboogtrui

Gunnar Sköld mag dan wel als eerste wereldkampioen een immense overwinningskrans ontvangen, de regenboogtrui wordt in 1921 evenwel nog niet uitgereikt. De Zweed moet tevreden zijn met… een paarse sjerp, naar het overwinningssymbool dat in het pre-UCI-tijdperk werd uitgereikt. Op het jaarlijkse UCI-congres van februari 1922 in Parijs lanceert de Belgische afvaardiging het idee om “de sjerp te vervangen door iets nuttigers en de wereldkampioen te tooien met een symbolische trui”. Het voorstel wordt met enthousiasme onthaald en in het verslag van de vergadering wordt opgetekend dat “de sjerp die onpraktisch is, te vervangen door een regenboogtrui, welke beschikbaar zal gesteld worden aan de eerste van ieder kampioenschap”.

De eerste regenboogtruien worden later dat jaar op het wereldkampioenschap baanwielrennen in Parijs uitgereikt. De Nederlander Piet Moeskops en onze landgenoot Leon Van der Stuyft hebben de eer om als eerste renners na het behalen van de wereldtitel in respectievelijk de sprint en de halve fond de regenboogtrui te mogen aantrekken. Op de weg gaat de primeur naar de Brit Dave Marsh.

Het WK 1922 in Liverpool beperkt zich opnieuw tot de amateurcategorie en wordt opnieuw beslist in een tijdrit. Dit keer bedraagt de afstand 100 Engelse mijl (161 kilometer). Een groot succes wordt dit tweede wereldkampioenschap op de weg ook niet: slechts veertien coureurs verschijnen aan het vertrek. Dave Marsh toont zich de snelste en krijgt als eerste wegrenner uit de geschiedenis de regenboogtrui om de schouders. Zijn landgenoten Burkill en Davey maken het Britse feest compleet door de overige podiumplaatsen te bezetten. Titelverdediger Gunnar Sköld moet vrede nemen met de vierde stek.

Binda vs. Sköld

In 1923 wijzigt de UCI de formule van het WK van een tijdrit in een ‘echte’ wedstrijd. Het parcours loopt dat jaar van Zürich naar Bazel en terug. Twee jaar later toont de Belg Rik Hoevenaars zich de beste en wordt de allereerste Belgische wereldkampioen op de weg ooit. Vanaf 1927 mogen ook profwielrenners deelnemen en strijden ze samen met de amateurs voor de titel. Profs en amateurs komen samen aan de start in een gewone wegrit. Na afloop worden twee afzonderlijke klassementen opgemaakt. Het autocircuit van de Duitse Nürburgring vormt het uitdagende decor voor de race.

De Italiaanse campionissimo Alfredo Binda toont zich oppermachtig en laat in de voorlaatste ronde zijn laatste medevluchters in de steek. Hij soleert naar de zege en finisht met meer dan zeven minuten voorsprong op de al even illustere Costante Girardengo. Ook de plaatsen drie en vier worden ingenomen door Azzuri: Domenico Piemontesi en Gaetano Belloni maken het Italiaanse feest compleet. Onze landgenoot Jean Aerts toont zich de beste bij de amateurs en pakt de wereldtitel in deze categorie. Pas in 1928 staat voor het eerst een aparte wedstrijd voor amateurs en profs op het programma en is het ‘moderne’ WK een feit.

Binda blijft tot op vandaag een naam als een klok. Gunnar Sköld daarentegen lijkt quasi helemaal vergeten. Het spreekt voor zich dat het WK 1921 het hoogtepunt uit zijn amateurcarrière is. Daarnaast behaalt hij ook drie nationale titels en eindigt hij op de Olympische Spelen van Parijs 1924 als vierde net naast het podium. Na zijn loopbaan wordt Sköld onder meer schatbewaarder en vicevoorzitter van de lokale wielerclub in Uppsala. De eerste wereldkampioen ooit start een bloeiende fietsenzaak in zijn thuisstad Västeras, waar hij in 1971 op 76-jarige leeftijd overlijdt.

Dit artikel verscheen eerder in Etappe #08 (2021).

Het achtste nummer van Etappe staat in het teken van de regenboogtrui. Onder meer Nicolle Van den Broeck, Eloi Meulenberg en Ronse '63 geven kleur aan deze editie.

Zin in meer WK-verhalen? Haast je naar onze shop!

KOERSshop

Gunnar Sköld

Alf Gunnar Sköld (Västerås, 24 september 1894 - aldaar, 24 juni 1971) was een Zweedse wielrenner. In Kopenhagen werd hij de eerste wereldkampioen wegwielrennen bij de amateurs in 1921. In 1922 werd hij 4e. Hij was tot 1948 de enige Zweedse wereldkampioen bij de amateurs tot Harry Snell dit ook lukte. Sköld deed ook mee aan de Olympische Zomerspelen 1924 en werd 4e in de individuele rit op de weg. Met de Zweedse ploeg pakte hij het brons op het ploegentijdrit, achter winnaar Frankrijk en België. Het team bestond uit Sköld, Erik Bohlin en Ragnar Malm. De achterstand op Frankrijk was bijna een half uur en op België bijna een kwartier. De voorgift op nummer 4 Zwitserland was ruim 10 minuten. In 1925 reed hij nog 1 seizoen, voordat hij zijn wielerloopbaan beëindigde. Hij werkte nog voor zijn wielerploeg Uppsala CK als vice-president en had zijn eigen wielerwinkel.
serviceKoers

Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.