longread
retro

Een Duitse stok in de wielen. Hoe WO II de wielercarrière van Jozef Vandeweghe dwarsboomde

13min leestijd   door Florian Stragier op 07 april 2022
De Tweede Wereldoorlog beïnvloedde het leven van vele mensen op zowat alle vlakken. De oorlog tekende eveneens de wielerwereld die Jozef Vandeweghe in 1936 betrad. Hij moest zijn carrière on hold zetten om het land te dienen en zat zelfs enkele maanden gevangen in Duitsland. Hij slaagde er toch in om na zijn vrijlating een fraai palmares bij elkaar te fietsen met mooie ereplaatsen in de Ronde van Vlaanderen en een etappeoverwinning in Circuit de France, die ter vervanging van een volwaardige Tour moest dienen. Zijn carrière draagt duidelijk de littekens van de oorlog.

Het wielerverhaal van Jozef Vandeweghe begon toen hij in zijn tienerjaren midden jaren dertig, als vijfde kind in een gezin van acht, met zijn broers van Ingelmunster naar het College in Izegem fietste. Ze reden echter niet naar school, ze koersten en volgens Jozef zelf reed hij zijn broers er meestal makkelijk af. De Ingelmunstenaar vroeg zijn vader of hij mocht wielrennen, maar deze wimpelde de vraag af tot zijn zoon met een goed voorstel kwam. Hij zou een jaar geen zakgeld vragen in ruil voor een koersfiets. Daar kon vader Vandeweghe mee akkoord gaan en na een jaar stond zijn eerste fiets, een Solida, klaar. Met Gabriël Stragier uit Emelgem had hij ook snel een soigneur gevonden. Nu kon hij echt beginnen om zijn idool Jules Vanhevel, een succesvolle wielrenner uit de jaren twintig, proberen te evenaren.

In 1936 reed hij dan ook zijn eerste wedstrijden. Hij geeft toe dat het in het begin erg moeilijk was, maar na een zevental wedstrijden reed hij voor het eerst in de prijzen. Het jaar erop ging het al wat gezwinder al strooide de meer bekende Briek Schotte vaak roet in het eten ook al konden ze het goed met elkaar vinden. Bij de jeugd liep Vandeweghe z’n zwaarste blessure op toen hij samen met Schotte voorop reed tijdens een wedstrijd in Meulebeke. Een toeschouwer die met zijn fiets naar de wedstrijd kwam kijken had deze te ver laten uitsteken waardoor Vandeweghe tegen het voorwiel knalde en viel. Hij liep een schedelbreuk op en moest acht weken zijn fiets aan de kant laten staan. Toch won hij in de rest van dat seizoen nog acht wedstrijden.

Soldaat

De prille wielercarrière van Jozef werd overschaduwd door een nieuwe nakende wereldbrand. Onder leiding van Adolf Hitler azen de Duitsers op revanche na het voor hen erg nadelige Verdrag van Versailles, dat na het einde van de Eerste Wereldoorlog werd afgesloten. In 1936 laat Hitler zijn troepen de zogenaamde gedemilitariseerde zone – gebieden die de Duitsers moesten afstaan na WOI en door de geallieerden werden gebruikt om herstelbetalingen af te dingen – opnieuw bezetten. Uit vrees voor de militaire acties van de Duitsers schoten de buurlanden - inclusief België – in actie en voerden ze een mobilisatieplan uit waarbij de dienstplicht in een nieuw daglicht werd gesteld.

Jozef Vandeweghe was een van de dienstplichtigen en vatte zijn dienst aan in september 1938. Hij was gekazerneerd in Vilvoorde, waar hij de functie van eerste chef van de seintroepen toegewezen kreeg. Dit was een lichte taak die hij kreeg vanwege zijn achternaam: de majoor had toevallig dezelfde familienaam en bevoordeelde daarom de West-Vlaming. Hierdoor kon hij in tegenstelling tot veel andere wielrenners in dienstplicht wel nog koersen. De majoor stond er zelfs op dat hij goede prestaties neerzette in de juniorenwedstrijden.


Toen de Duitse dreiging reëel werd en de oorlog uitbrak ging Vandeweghe met zijn eenheid naar Luik, maar ze moesten zich door de snel oprukkende tegenstanders vrij vlug terugtrekken tot Waremme. Daar kregen ze de taak om de telecommunicatie op orde te zetten. Er vlogen meermaals vijandelijke vliegtuigen over, waarop de luitenant het bevel gaf om erop te schieten mochten ze bij een volgende passage lager vliegen. Dat gebeurde, maar de vliegeniers reageerden nu ook waardoor er elf soldaten sneuvelden. Na de bombardementen ontsloeg de luitenant de compagnie waartoe Vandeweghe behoorde.

Hij mocht eindelijk terug naar huis! Jozef sprong in een vrachtwagen die naar het front reed in de plaats van richting de kust. Hij kwam terecht in een Waals dorp op een heuvelrug waar ze samen met de plaatselijke burgemeester de naderende Duitsers zagen komen. Samen met de andere aanwezige troepen gaven ze zich over. In de plaats van een warm welkom thuis was hij nu krijgsgevangene van de Duitsers.

Krijgsgevangen in Duitsland

Krijgsgevangenen waren niet nodig aan het front, maar in Duitsland om de gemilitariseerde economie draaiende te houden. De volgende dagen stapte Vandeweghe dus lange afstanden, de eerste dag al van Tongeren naar Maastricht. Tijdens zijn tocht viel het Vandeweghe op hoe stil het wel was. De meeste mensen waren gevlucht voor de Duitsers en de straten lagen er verlaten bij. Vandeweghe had al twee nachten nauwelijks een oog dichtgedaan en viel bijna al wandelend in slaap. Daarop sprong hij in de vrachtwagen die voorzien was voor de zieken, maar daar praatte de aalmoezenier hem snel terug uit. Maar goed ook want wat later reed de vrachtwagen over een brug die explodeerde.

Aangekomen in Maastricht verplichtten de Duitsers hen om in een weiland te slapen. Tijdens die warme nacht werd Vandeweghe samen met een twintigtal andere gevangenen naar het plaatselijk kerkhof geleid waar ze verplicht werden om graven te delven. Met de daver op het lijf gingen ze aan de slag omdat er verhalen de ronde deden dat de Duitsers mensen hun eigen graf lieten graven. Ze waren dan ook opgelucht dat de putten bedoeld waren voor andere slachtoffers die al door de oorlog waren getroffen.

De volgende dag vertrok de colonne weer met ditmaal Aarlen als eindbestemming. Doordat ze al wat verder waren van het front, maar nog steeds niet op Duits grondgebied kregen ze van de mensen langs de kant wat eten toegestopt. In Aarlen overnachtten ze opnieuw in open lucht. De volgende dag veranderde de sfeer: nu was er van gastvrijheid steeds minder sprake aangezien ze het Duits grondgebied betraden.

Deze keer overnachtten ze in Aken, waarna ze met een goederenwagon werden overgebracht naar Süst. Daar hielpen ze een kazerne bouwen wat ze binnen de twee weken voor elkaar kregen. Even rusten zat er echter niet in want hij werd opnieuw overgeplaatst met goederenwagons. Dit maal kwam hij terecht in een kamp in Fallingbostel. Hier hielden de Duitse kampwachters twintigduizend soldaten gevangen.

Vilvoorde

In september 1938 werd Jozef, samen met andere dienstplichtigen, opgeroepen om het vaderland te dienen. Doordat hij een lichtere functie kreeg toebedeeld, kon hij nog deelnemen aan wielerwedstrijden.

Naar huis

In Fallingbostel kreeg Vandeweghe de taak om aardappelen te schillen voor het hele kamp, wat ook een geluk met zich meebracht: hij had nu namelijk voortdurend toegang tot eten. Grote bouwwerken moesten ze niet meer uitvoeren voor de Duitsers, waardoor ze aangewezen waren op een leven binnen het kamp. Na drie en een halve maand riepen de wachters alle Belgen samen. Ze moesten zich opsplitsen in twee groepen: Walen en Vlamingen. Vandeweghe merkte op hoe de Brusselaars twijfelden, maar zij die voor de kant van de Vlamingen kozen, hadden geluk. Zij mochten namelijk terug naar huis, terwijl de Walen de rest van de oorlog in krijgsgevangenschap moesten verblijven.

De Ingelmunstenaar mocht samen met de andere Vlamingen in een passagierstrein vertrekken naar Brussel. Het was pas bij aankomst dat ze hun achterdocht achterwege konden laten. En zelfs toen bleken ze nog niet helemaal vrij te zijn en moesten ze nog één nacht in de kazerne slapen. Met de vrijheid in het vooruitzicht kon niet iedereen geduldig wachten tot de volgende dag en klommen ze al over de omheining. Het tumult dat hierdoor ontstond, zorgde ervoor dat ze iedereen dan al vrijlieten. Vandeweghe kon, dit keer voor echt, terug naar huis.

Opnieuw wielrenner

Eenmaal thuis bleef de oorlog het wielerleven van Jozef sterk beïnvloeden. Hoewel hij voor zijn periode in het leger nog junior was, startte hij erna onmiddellijk als beroepsrenner. Hij moest dus maar snel volwassen worden in de wereld van het wielrennen. Hij liet zich echter niet zomaar wegdrummen tussen grote tenoren als Briek Schotte en Achiel Buysse. Tijdens de wedstrijd Antwerpen-Gent-Antwerpen van 1941 werd hij zesde, maar verschillende journalisten bestempelden hem als de revelatie van de wedstrijd.

Jos. Van de Weghe. We zullen er nog van hooren! Want we hebben hem Zondag 18-karaatwerk zien leveren. Toen de lichte schermutselingen plaats hadden, was hij er altijd bij en toen het zwaar geschut in aktie kwam, speelde hij een, neen “de” voornaamste rol. […] Die komt er, gewis en zeker!
Het Laatste Nieuws

Hij was onmiddellijk één van de favorieten voor de Ronde van Vlaanderen die kort erna volgde. De verwachtingen waren hooggespannen, maar die wedstrijd was toch wel van een ander kaliber. Toch slaagde hij erin om een glansprestatie neer te zetten en 12de te worden. Jozef kon opnieuw rekenen op de sympathie van menig sportjournalist:

Ik denk niet dat er maandag jl. ronderenners in het Gentsche Kuipken zijn binnengekomen welke frisscher waren als de machtige Jef Vande Weghe, uit Ingelmunster. Tusschen Zottegem en Wetteren kende Jef een lichte inzinking [...], maar te Wetteren herpakte hij zich en zette een geweldige en bewonderenswaardige achtervolging in [...]. In elk geval heeft Jef een zeer gunstigen indruk nagelaten in deze Ronde en mag hij gerust de komende wedstrijden tegemoet zien.

Materiaalschaarste

De oorlog zorgde overal voor schaarste, wat niet anders was in de wielerwereld. Vandeweghe stond volgens sommige kranten gekend om veel lek te rijden. Zoals voor veel renners waren ook voor hem nieuwe tubes moeilijk te verkrijgen. Ze waren schaars en als je ze al kon vinden betaalde je je blauw. In het persoonlijk archief van Jozef Vandeweghe zit een brief die het probleem mooi illustreert. Omer de Greve, een bevriende journalist van Vooruit, schreef Jozef op 1 september van 1941 dat de zoon van Karel van Wijnendaele tubes had meegebracht uit Frankrijk. Hij hield één paar voor Vandeweghe aan de kant voor de spotprijs van vijfhonderd Belgische Franken. De journalist spoorde de Ingelmunstenaar aan om nog verder te zoeken naar extra tubes, maar indien hij er toch geen zou vinden, zou hij nog eens contact opnemen met de zoon van Karel van Wijnendaele. Ook benadrukte de Greve dat Vandeweghe zijn mond niet voorbij mocht praten, want anders zou iedereen aan hem tubes komen vragen en zouden ze onmiddellijk uitverkocht zijn. Andere renners die meer geld hadden konden ook nog steeds op de zwarte markt terecht om aan reserveonderdelen te raken.

Vandeweghe liet zich ook beïnvloeden in de sport door de Duitsers. Zo was er een militair bij hem thuis gehuisvest die hem een middeltje aanraadde waarvan hij beweerde dat Jozef meer zuurstof zou kunnen opnemen tijdens een wedstrijd. Het zou echter enkel werken indien hij het in één teug zou leegdrinken. Hij volgde de raad van de soldaat op tijdens de Ronde van Vlaanderen van 1942. Het drankje bevatte vooral citroenzuur waardoor de renner uit Ingelmunsters erge maagkrampen kreeg in volle finale. Hierdoor werd hij ‘slechts’ elfde bij zijn tweede deelname aan Vlaanderens Mooiste.

Vlaamse Wielerbond

In de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog vond de Vlaamse Beweging een nieuwe adem die ook haar weerklank had in het wielrennen. De Flaminganten wilden een eigen wielerbond die dichter stond bij de Vlaamse wielrenners. Ze richtten de Vlaamse Wielerbond op in 1935 om zich te kunnen onderscheiden van de Ligue Vélocipédique Belge, kortweg LVB, dat aanzien werd als de ivoren toren uit Brussel.

De Vlaamse Wielerbond organiseerde tijdens de oorlog wedstrijden in Berlijn. Jozef Vandeweghe nam zelf twee keer deel aan die wedstrijden in 1941 en 1942. Deze waren ook extra aantrekkelijk omdat alles goed geregeld was én de prijzenpot gevoelig hoger lag dan in België.

De West-Vlaming vertrok in 1941 met de andere renners met de trein en mocht logeren in een hotel. Alles was tot in de puntjes geregeld door Louis Deceuninck, die als manager fungeerde, en de politieke formatie van De Vlag (Deutsch-Vlämische Arbeitsgemeinschaft). Vandeweghe herinnerde zich nog goed de uitgelaten sfeer onder de Vlaamse arbeiders die in Duitsland een dag vrij hadden gekregen om de koers te bezoeken. Hij kreeg echter ook een onaangename souvenir mee naar huis in de vorm van een geschaafde rechterzijde van zijn lichaam.

Op 17 mei 1942 ging hij opnieuw naar Berlijn om de Vlaamse arbeiders een dagje ontspanning te bieden in de Deutschlandhalle in Berlijn. De achttien Belgische renners wonnen zo goed als alles en pakten bijna al het prijzengeld mee naar huis. Eenmaal thuis aangekomen vernamen ze echter dat de Deutschlandhalle tot as was herleid door bombardementen.

Circuit de France

De inval van de Duitsers betekende het einde, voor even dan toch, van de grootste wielerwedstrijd: de Tour de France. Daar kwam in 1942 verandering in toen de collaborerende La France Socialiste een meerdaagse rittenkoers organiseerde: Circuit de France. Al was het dan geen officiële Ronde van Frankrijk en al duurde de rittenkoers maar zes dagen in de plaats van drie weken, voor Vandeweghe heeft het wel die betekenis omdat ook alle grote kampioenen aanwezig waren. In totaal legden de renners 1600 kilometer af, verdeeld over zes dagen met acht etappes. Vandeweghe liep in de eerste etappe een achterstand op waardoor hij zijn ambitie op een mooie plaats in het algemeen klassement, als hij die al had in zijn eerste ‘Tour’, mocht vergeten. Hij werd namelijk 48ste in de etappe van Parijs naar Le Mans. Alle daaropvolgende etappes deed hij het niet slechter dan een twaalfde plaats.

Tijdens het eerste deel van de derde etappe van Poitiers naar Limoges stak de Tourkaravaan de grens tussen bezet en onbezet gebied over. Dit verliep met enige vertraging want tijdens de derde rit moesten zowel de 76 renners als het meereizende personeel gecontroleerd worden aan de grens. De Duitsers fouilleerden iedereen grondig, maar als beloning kon iedereen drie dagen genieten in onbezet gebied.

Het eerste deel van de vijfde etappe betekende één van de absolute hoogtepunten van Vandeweghes carrière: hij won de tijdrit van St-Etienne naar Lyon. De volgende dag na aankomst in Parijs en een zeventiende plek in het algemeen klassement én de winst in het ploegenklassement met Genial-Lucifer kon Vandeweghe samen met zijn ploeg het prijzengeld verdelen. Ze hadden samen maar liefst 105.000 Franse Frank gewonnen die ze onder hun vijven mochten verdelen alsook enkele nieuwe tubes, een welgekomen extraatje in die periode van schaarste. Ter vergelijking 100 Frans Frank was op dat moment ongeveer 62,5 Belgische Frank waard. Het geld kregen ze echter pas na een half jaar uitbetaald.

Na zijn glansprestatie in de Circuit de France krijgt Jozef een contract aangeboden door de Franse ploegen Alcyon en Genial Lucifer. De West-Vlaming gaat daar echter niet op in. Daar zat de ontmoeting met zijn toekomstige vrouw, Angèle Vandekerckhove, ook wel voor iets tussen. Ze stelde hem voor de keuze: de liefde voor de fiets of de liefde voor haar. Hij koos voor het laatste en daarmee samenhangend voor het rustige en stabiele leven op boerderij de Walhoeve in Ingelmunster. De fiets ging definitief op stal.

Epiloog

Na zijn wielercarrière bleef Vandeweghe in Ingeminster actief in verschillende verenigingen. Zo zat hij in de plaatselijke Boerenbond, was hij voorzitter van het Wielerkomitee Centrum en ondervoorzitter van de federatie van Belgische Ponykoersen en was hij lid van Vriendenkring Oud-Renners West-Vlaanderen. Hij was eveneens gemeenteraadslid sinds 1958 en werd in 1970 verkozen tot schepen en vervulde het mandaat Openbare Werken, ook al verkoos hij Sport. Later riep de gemeente Ingelmunster hem uit tot ereschepen. Zijn actieve leven kende een bruusk einde toen hij in 1985 door een zware val bij de pruimenoogst twee maanden in coma belandde. Hij herstelde, maar bleef nadien slechter te been en overleed in 2009.

Bibliografie

  • H.V., ‘Ingelmunster nu al in de ban van de Ronde’, Het Volk, 1 maart 2000.
  • Enne Koops, ‘Duitse bezetting van het Rijnland (1936) - Remilitarisatie’, Historiek, geraadpleegd 23 februari 2022 (link)
  • Patrieck Geldhof & Dries Vanysacker, En de broodrenner, hij fietste verder, (Leuven: Acco, 2005)
  • Karl Andersen, ‘Schepen van Openbare Werken Jozef Vandeweghe was in 1942 een Tour de France vedette… (3)’, De Weekbode, 1 juli 1988.
  • Roadbook: Le Circuit de France

Jozef Vandeweghe

Jozef ('Jef' of 'Jos') Vandeweghe (Dentergem, 13 april 1919 - Ingelmunster, 14 november 2009) was een Belgisch wielrenner die vooral carrière maakte tijdens de Tweede Wereldoorlog.
serviceKoers

Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.