Er is echter nog een ander verhaal dat tussen de plooien van de geschiedenis gevallen is. Begin jaren 1950 koerst Zaaf regelmatig in ons land. Zijn Belgische ploeggenoten bij Terrot Hilaire Couvreur, René Oreel, André Rosseel en Norbert Callens vangen hem op. Vooral met de Brugse renner Hilaire Couvreur klikt het goed.
De Couvreurs verblijven een tijd bij Zaaf in Algerije. Zaaf op zijn beurt woont verschillende maanden in Brugge bij het gezin Couvreur en daarna ook even bij Rosseel in Wevelgem. De Algerijn is bijzonder populair in Vlaanderen. Het gaat zelfs zo ver dat de Bruggelingen hem als één van hen beschouwen. Dit is het verhaal van een Noord-Afrikaanse renner die heel even Brugs wordt.
Abdel-Kader Zaaf ziet het levenslicht op 28 januari 1917 in het Algerijnse Chebli, een klein dorp op zo’n dertig kilometer van Algiers. Algerije is dat ogenblik een Franse kolonie. Zaaf groeit op in armoede in een gezin van 16 kinderen. Hij gaat nooit naar school en moet in zijn kinderjaren hard werken om mee geld in het laatje van het gezin te brengen.
Algerije heeft als kolonie van Frankrijk een wielertraditie. Europeanen bereiden er het seizoen voor, Algerijnen gaan in Frankrijk koersen en er is ook een lokaal circuit in het Noord-Afrikaanse land. Het is uiteindelijk dat circuit dat voor Zaaf het spreekwoordelijke ticket naar een beter bestaan zal betekenen. Via zijn oudere broer Mohamed ontdekt hij de wielersport.
Zaaf heeft talent en werkt zich geleidelijk aan hogerop. Hij valt op door zijn offensieve stijl. Ook in zijn latere carrière behoudt Zaaf een patent op gekke ontsnappingen. In 1938 rijdt de jongeman uit Chebli zijn eerste koers in Frankrijk, vastberaden om zich een weg naar een betere toekomst te banen.
Algerije heeft als kolonie van Frankrijk een wielertraditie. Europeanen bereiden er het seizoen voor, Algerijnen gaan in Frankrijk koersen en er is ook een lokaal circuit in het Noord-Afrikaanse land.
Op dat ogenblik is er in het verre Sint-Andries bij Brugge een andere jongeman die droomt van een beter bestaan. Zijn naam is Hilaire Couvreur. Hij komt eveneens uit een kroostrijk gezin. Door de vroegtijdige dood van vader Couvreur heeft dat gezin het niet breed. Net als Zaaf ondervindt Couvreur al snel wat hard werken betekent. Gelukkig biedt de fiets ook voor hem een uitweg. Met een enorme gedrevenheid, zijn handelsmerk, beukt hij uiteindelijk de poort naar het profpeloton open.
Vanaf 1948 rijden Couvreur en Zaaf samen als prof bij het Franse Terrot. Hoofdsponsor Terrot heeft zijn thuisbasis in Dijon. Het produceert onder meer motorfietsen, maar ook gewone fietsen. De ploeg bestaat sinds 1935 en betwist vanaf 1946 internationale wedstrijden. Voor Terrot is het een middel in de strijd tegen grote rivaal Peugeot. Het aantrekken van Zaaf en andere Algerijnen past binnen de strategie van de firma uit Dijon om een netwerk in Noord-Afrika uit te bouwen.
In 1949 dient zich met de allereerste Ronde van Algerije een gouden kans aan. De organisator ervan wil via Terrot een industriële afzet van fietsen in de toenmalig Franse kolonie opstarten. Naast Zaaf vinden we bij de deelnemende ploeg van Terrot ook verschillende Belgen terug: Léon Daenekynd, Ward Van Dyck, René Oreel en Hilaire Couvreur.
Al die overwinningen op Afrikaanse bodem leveren hem [Hilaire Couvreur] de bijnaam ‘De Afrikaan’ op.
Voor Couvreur, de eenvoudige jongen uit Sint-Andries die amper Frans spreekt, is die Ronde van Algerije één grote ontdekkingstocht. Spreek gerust van een sprookje want hij schrijft die allereerste Ronde van Algerije op zijn naam. Iets wat hij het jaar nadien nog eens fijntjes overdoet, ongetwijfeld tot grote tevredenheid van werkgever Terrot. Couvreur is met die twee eindoverwinningen in de Ronde van Algerije nog steeds mederecordhouder, samen met de Algerijn Azzedine Lagab.
In 1953 voegt Couvreur ook nog eens de Ronde van Marokko toe aan zijn erelijst. Al die overwinningen op Afrikaanse bodem leveren hem de bijnaam ‘De Afrikaan’ op. Noord-Afrika bezorgt Couvreur niet alleen overwinningen, maar ook de vriendschap met Zaaf. Het is hoogstwaarschijnlijk in de Ronde van Algerije van 1949 dat beide mannen elkaar leren kennen.
Couvreur zou toen aan Zaaf voorgesteld hebben om naar Europa te komen. Het verhaal gaat de ronde dat enkele ploeggenoten de kosten van de reis op zich nemen. Fictie of feit? Wat vaststaat is dat de Algerijnse krachtpatser op 01 juni 1950 in Brugge opduikt.
Ploeggenoot Couvreur zal voor de eerste keer in zijn carrière de Tour de France rijden. De krant Brugsch Handelsblad wil de Brugse renner naar aanleiding van zijn Tourselectie bezoeken, maar wordt die dag door Couvreur verrast.
Laatstgenoemde brengt een bezoek aan de redactie van de krant. Hij heeft vrouw en kind, René Oreel met zijn wederhelft en ook Zaaf meegenomen. Enkele dagen later verschijnt er een artikel over dit bezoek met bijhorende foto in het Brugsch Handelsblad. De krant laat zich lovend uit over haar Algerijnse gast, die op doortocht is en daarbij zijn vrienden Couvreur en Oreel in de Reiestad bezoekt.
Het ene bezoek is het andere waard. In de winter van 1950 nodigt Zaaf zijn ploeggenoot Couvreur uit om samen met zijn vrouw en kind voor enkele maanden naar Chebli in Algerije te komen.
Dat dit geen alledaags gebeuren in die periode is, blijkt uit de artikels die de lokale Brugse kranten Burgerwelzijn en Brugsch Handelsblad er aan wijden. Burgerwelzijn publiceert zelfs het adres van de Couvreurs in Algerije met de oproep aan de lezers om hun Brugse wielerheld een briefje te sturen.
Het gezin Couvreur vertrekt op 26 december met de trein naar Marseille. Van daaruit gaat de reis per boot verder. Eens aangekomen in Chebli mogen de Couvreurs er hun intrek nemen in een eenvoudige, maar nette woning die eigendom is van Zaaf. In de weken die volgen betwist Couvreur er enkele criteriums en bereidt hij de Ronde van Algerije voor.
De lokale bevolking behandelt de Belgische gasten als koningen. Omgekeerd tonen de Couvreurs ook veel respect voor de Algerijnen. Dit laatste levert hen het misprijzen van de Franse kolonialen op. Het verblijf in het exotische en soms mysterieuze Algerije blijft Couvreur, zijn vrouw en zoon voor de rest van hun leven bij.
Couvreur slaagt er uiteindelijk niet in om zijn derde Ronde van Algerije te winnen. Die eer is weggelegd voor ploeggenoot en Wevelgemnaar André Rosseel. Zaaf legt beslag op de 18de plaats in de ronde van zijn land.
Die Ronde van Algerije eindigt op 17 maart 1951. Ongeveer anderhalve week later, namelijk op 26 maart, staan Couvreur en Zaaf in Brugge samen aan de start van de Elfstedenronde. Couvreur is niet terug te vinden in de einduitslag. Zaaf finisht knap als tiende. Het bewijst dat hij een aardig stukje kan fietsen.
Ook in de volgende maanden laat de Algerijn zich in verschillende wedstrijden op Belgische bodem opmerken. Dit is onder meer het geval in Handzame (7 april), Sint-Michiels (23 april) en de Ronde van West-Vlaanderen (6 mei). In deze koersen valt hij slag om slinger aan. Het levert geen winst, maar verschillende ereplaatsen en de lof van de Brugse kranten op. Die kranten adopteren Zaaf als een Brugse renner. Zo omschrijft een journalist van het Brugsch Handelsblad hem op 12 mei als onze aangenomen Brugse renner. De Brugsche Courant van 31 mei heeft het over onze nieuwe Bruggeling.
In dezelfde maand neemt Zaaf onder de vleugels van de Koninklijke Brugse Velosport deel aan de Ronde van België (16-21 mei). Naar aanleiding daarvan wenst de Brugsche Courant op 17 mei Couvreur en de andere streekrenners veel succes toe. Zaaf prijkt tussen de geciteerde steekrenners.
Het Brugsch Handelsblad heeft duidelijk een boontje voor Zaaf en Couvreur. Wanneer ze op 10 juni als duo deelnemen aan het internationaal wielergala op de velodroom van Sint-Michiels bestempelt de krant hen vooraf als de twee sympathiekste renners van het moment. Die titel hebben ze ongetwijfeld mee te danken aan het feit dat ze beiden van een grap houden.
De kranten adopteren Zaaf als een Brugse renner. Zo omschrijft [...] het Brugsch Handelsblad hem [...] als onze aangenomen Brugse renner. De Brugsche Courant [...] heeft het over onze nieuwe Bruggeling.
De fratsen van Zaaf zijn bekend, maar ook Couvreur, de olijke Bruggeling, krijgt met een kwinkslag vaak de lachers in het peloton op de hand. Het grote verschil tussen beide mannen is dat de Bruggeling veel meer beroepsernst aan de dag legt. Couvreur getuigt later hoe zijn Algerijnse vriend niet altijd even toegewijd voor zijn sport leefde.
Voor het publiek hoeft het niet altijd ernstig te zijn. Couvreur getuigt hoe Zaaf door zijn uitbundig karakter als geen ander tot de supportersharten doordringt. De Vlaamse wielerfans sluiten de Algerijn in de armen. Door zijn exotisch uiterlijk en zijn ongebreidelde aanvalslust wordt hij een echte ster. Iets waar Zaaf volop van geniet.
De populariteit van de aangenomen Brugse renner blijkt onder meer uit een opmerkelijk feit van enkele jaren later. Op 6 september 1953 is er in Sint-Andries een stoet voor de installatie van jonkheer Fernand Coppieters de ter Zaele als burgemeester. Een lokale verkoper Janssens stapt mee in de stoet verkleed als Zaaf. Het Brugsch Handelsblad wijdt er op 12 september met een foto de nodige aandacht aan. Veel mensen in onze streken hebben op dat ogenblik nog nauwelijks of nooit een Afrikaan in het echt gezien, laat staan in een wielerpeloton. Zaaf is een heuse attractie.
Tijdens het voorjaar van 1951 verblijft Zaaf bij Couvreur en zijn gezin in Brugge. Mogelijk is hij meteen na de Ronde van Algerije met zijn Brugse ploeggenoot meegekomen. De Couvreurs wonen op dat ogenblik in de straat Boterhuis, meer bepaald nummer 4. Wie anno 2025 naar Cinema Lumière gaat is er vlakbij.
Zaaf is er de koning te rijk en eet er blijkbaar de Couvreurs de oren van het hoofd. Decennia later vertelt Couvreur in een interview dat zijn vrouw Elise Librecht de hele tijd eten moest klaar maken voor hun Algerijnse gast. Hetzelfde geluid valt te horen bij zoon Johny. Hij getuigt hoe zijn moeder niet anders moest doen dan achter de rug van haar slordige logé op te ruimen.
Nog volgens dezelfde getuigenis was Zaaf ook niet vies van het Belgische bier. Tijdens de Brugse meifoor trakteren de enthousiaste Bruggelingen hun aangenomen renner maar wat graag met een pint. Iets waar Zaaf geen neen tegen zegt.
Het moet natuurlijk niet evident geweest zijn voor de man uit Chebli die in armoede opgroeide om aan al die verleidingen te weerstaan. Nog volgens Johny toont Zaaf zich ook niet bijzonder dankbaar ten opzichte van zijn gastheer. Het nuanceert het beeld van de immer sympathieke Algerijnse renner dat overheerst in de Brugse pers.
Zaaf is omwille van zijn aanvalslust en fratsen een publiciteitsmagneet.
Wat er ook van zij, na zijn verblijf in Brugge vindt Zaaf een tijdlang een onderkomen in Wevelgem. Hij kan er terecht bij zijn andere ploegmaat André Rosseel. Die laatste houdt er samen met zijn vrouw op de markt het prestigieuze café De Zwaan (anno 2025 een pizzazaak) open. Het koppel verhuurt er kamers met ontbijt. Rosseel was al in 1950 met zijn gezin vanuit café De Handboog in de Wevelgemse Kortrijkstraat naar De Zwaan verhuisd.
Op 6 juli 1951 passeert het Tourpeloton tijdens de derde etappe van Gent naar Le Tréport langs café De Zwaan in Wevelgem. De plaatselijke wielerclub Het Vliegend Wiel heeft er een premie voor de renners in petto. Het is Zaaf die, al dan niet met toestemming, de centen opstrijkt. Het is niet de eerste en de laatste keer dat de Algerijn met premies aan de haal gaat. Zaaf is omwille van zijn aanvalslust en fratsen een publiciteitsmagneet. In die bewuste Tour van 1951 eindigt hij wel als laatste, maar zijn rode lantaarn levert hem heel wat lucratieve contracten in de criteriums nadien op.
Ter illustratie: Couvreur krijgt voor een criterium in Antwerpen 2000 frank en het dubbele als hij Zaaf meebrengt. De Algerijn zelf ontvangt maar liefst 20 000 frank. Zaaf zou na een verblijf van ongeveer 8 maanden in België met 800 000 franken naar huis vertrokken zijn. Ook in na de Tour van 1952, die hij niet uitrijdt, krijgt Zaaf 35 000 frank per criterium. Het ontlokt volgende uitspraak in het Brugsch Handelsblad: “Waaruit andermaal blijkt dat men met de clown uit te hangen ook z’n koersstutte kan verdienen”.
Of Zaaf ook na 1951 nog in Brugge bij de Couvreurs komt, is niet duidelijk. Johny Couvreur laat vele decennia later uitschijnen dat de vriendschap tussen zijn vader en Zaaf toch niet zo duurzaam is geweest. Toch staat Zaaf, geheel in zijn eigen stijl, na 1951 nog klaar voor Couvreur wanneer het nodig is.
In de Ronde van Marokko van 1953 voert Couvreur het klassement aan. Een Italiaanse renner plakt heel de tijd aan het wiel van de Bruggeling. Geïrriteerd vraagt Couvreur aan een Algerijn om zijn kwelgeest uit zijn wiel te rijden. De Algerijn is echter iets te enthousiast en trapt (de verkeerde) Italiaan tegen zijn stuur. Daarop gaat het hele peloton tegen de vlakte. ’s Avonds moet Couvreur al zijn overredingskracht gebruiken om een massale knokpartij te vermijden. Zaaf staat op dat moment al klaar met een mes in de hand om zijn Brugse ploeggenoot bij te staan.
Couvreur wint uiteindelijk die Ronde van Marokko. Het daaropvolgende jaar, zijn laatste bij Terrot, schrijft hij nog de Elfstedenronde (zijn tweede na 1952) en een rit in de Ronde van Italië op zijn naam. Vanaf 1955 stelt hij zich met succes bij andere ploegen ten dienste van grote kopmannen zoals Rik Van Steenbergen, Rik Van Looy en Jacques Anquetil.
Johny Couvreur laat vele decennia later uitschijnen dat de vriendschap tussen zijn vader en Zaaf toch niet zo duurzaam is geweest.
Allrounder Couvreur, trouw en steeds behulpzaam, is bijzonder geliefd bij de wielergoden van zijn tijd. In 1962 hangt de olijke Bruggeling de fiets aan de haak. Hij is dan al met zijn gezin naar Kortrijk verhuisd, waar hij op 17 februari 1998 sterft.
Zaaf zegt het profpeloton al in 1954 vaarwel. Door het geld dat hij bijeen gefietst heeft, woont hij in een villa in Chebli. Hij is er met een eigen zaak van start kunnen gaan. Zaaf verkoopt, verhuurt en herstelt er fietsen en op den duur ook moto’s en bromfietsen. Ondertussen blijft hij wel koersen. In 1968 rijft hij zelfs de titel van Algerijns kampioen bij de veteranen binnen. Eén jaar later start hij een wielerschool, die evenwel maar enkele jaren blijft bestaan.
De Algerijnse krachtpatser belandt ook even in de gevangenis, omwille van zijn rol tijdens de Algerijnse revolutie. Algerije scheurt zich officieel los van Frankrijk op 5 juli 1962. Zaaf blijft ook na zijn carrière populair. Hij sterft uiteindelijk na ziekte op 22 september 1986 bij hem thuis in Chebli. Door zijn bijzondere levensverhaal blijft de Algerijn tot op heden in publicaties en documentaires opduiken.
De Tweede Wereldoorlog beïnvloedde het leven van vele mensen op zowat alle vlakken. De oorlog tekende eveneens de wielerwereld die Jozef Vandeweghe...