Het verhaal van Zürich 1946 begon eigenlijk al op 4 september 1938 in het Nederlandse Valkenburg. Met een slopend wereldkampioenschap op de weg waarin favoriet Gino Bartali er vroegtijdig de brui aan gaf en waarin slechts 8 van de 36 gestarte renners de finish haalden. Na 27 ronden en evenveel doortochten op het grind van de Geulhemmerberg en de klinkers van de Cauberg draaide het toen uit op een sprint met drie.
Onze landgenoot Marcel Kint liet de Zwitsers Paul Egli en Leo Amberg met twee fietslengten achter zich. Zestien dagen voor zijn 24ste verjaardag kreeg de West-Vlaming de regenboogtrui om zijn schouders. Het was de ultieme bekroning van een jaar waarin hij Parijs-Brussel en drie ritten in de Tour won en als tweede en derde eindigde in respectievelijk Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Vlaanderen.
Het daaropvolgende seizoen toonde wereldkampioen Kint zich met verscheidene zeges. De belangrijkste uitschieters waren twee etappes in de Ronde van Frankrijk en het Belgisch kampioenschap in Luik. In 1939 behaalde hij ook ereplaatsen in Parijs-Roubaix (2de), Parijs-Brussel (5de) en Bordeaux-Parijs (5de).
Het WK op de weg dat jaar had in Varese moeten plaatsvinden. Ondanks de gespannen internationale situatie waren de deelnemers toch afgereisd naar Italië. Zo ook de Belgische selectie met Marcel Kint, Cyriel Van Overberghe, trainingsmaat van de Zwarte Arend en zijn ploeggenoot bij Mercier, en verder nog Albert Ritserveldt en Albertin Disseaux.
De oorlogsdreiging, met in verscheidene landen algemene mobilisatie tot gevolg, zorgde ervoor dat de titelstrijd op het allerlaatste moment werd geannuleerd. Een opdoffer voor Kint, die erop gebrand was om zijn regenboogtrui te verdedigen.
Op 3 september 1939, de dag dat het WK had gereden moeten worden, denderde de blitzkrieg van nazi-Duitsland al over het Poolse grondgebied. Die invasie betekende het begin van de Tweede Wereldoorlog.
Van 1939 tot en met 1945 was er geen WK. Zo bleef de regenboogtrui acht jaar lang in handen van Kint en ging hij de geschiedenis in als de langst regerende wereldkampioen. De renner uit Zwevegem had het liever anders gezien. De oorlog zette een serieuze domper op zijn wielercarrière en ontnam hem de kans om zijn palmares met nog meer mooie resultaten uit te breiden.
‘’Mocht je dan ook effectief acht jaar lang de regenboogtrui dragen’’, vroeg Michel Wuyts in 1998 aan Kint. ‘’Dat mocht ik maar ik heb die trui niet te dikwijls gedragen’’, was het antwoord. Als reden gaf Marcel aan dat hij die trui zelf moest kopen en betalen. De merktruien van zijn werkgever Mercier werden gratis geleverd. Een wereldkampioen bij de profs die zelf zijn regenboogtrui moet kopen. We kunnen het ons anno 2024 niet meer voorstellen.
In 1946, acht jaar nadat hij de regenboogtrui had veroverd, kon Kint uiteindelijk dan toch zijn wereldtitel verdedigen. Het eerste naoorlogse WK vond plaats in de Zwitserse stad Zürich. De keuze viel uiteraard niet zomaar op dat land. Het was neutraal gebleven tijdens de oorlog.
Op de deelnemerslijst stonden 32 renners uit 10 landen met de Italianen, Zwitsers en Belgen als belangrijkste kanshebbers op de titel. De Duitsers waren niet welkom. Marcel Kint, Rik Van Steenbergen, Émile Masson junior en Briek Schotte vertegenwoordigden ons land. Behalve de uittredende wereldkampioen waren ze allemaal voor het eerst aangeduid voor het WK op de weg.
Het parcours in Zürich had een lengte van 13,5 km en moest 20 keer afgelegd worden, goed voor een titelstrijd van 270 km. Het zwaarste obstakel luisterde naar de naam Neubühl, een helling van 2,3 km.
Aan de start viel de regen met bakken uit de lucht. Het zou de rest van de dag hondenweer blijven. Tijdens de eerste wedstrijdhelft ontstond in verscheidene fasen een kopgroep van veertien renners met daarbij o.a. Marcel Kint, Rik Van Steenbergen en Fausto Coppi. Even voorbij halfweg koers kreeg de Italiaanse wielergrootheid met mechanische pech af te rekenen. Hij verdween uit de wedstrijd.
Voor onze landgenoten vooraan alvast een belangrijke concurrent minder. Op vier ronden van het einde konden verscheidene renners terugkomen uit de achtergrond en aansluiting vinden bij de koplopers. Voor Marcel Kint het signaal om actie te ondernemen. Een ronde later demarreerde hij en sloeg onmiddellijk een kloof. Wat later kwam er reactie maar toch wel uit onverwachte hoek. Rik Van Steenbergen begon aan de achtervolging op zijn landgenoot. En hij was niet alleen.
In zijn wiel zat de Zwitser Hans Knecht, in 1938 in Valkenburg wereldkampioen bij de amateurs notabene. Knecht, van Zürich afkomstig, reed op vertrouwde wegen. De thuisrijder vertikte het om ook maar één keer over te nemen. Hij werd op die manier in een zetel naar de kop van de wedstrijd gebracht.
Het duo achtervolgers haalde Kint in. De wedstrijd kreeg drie leiders. De Neubühl lag nog een laatste keer op hen te wachten. Bij het begin van de slotklim nam Knecht de leiding en dreef het tempo op. ‘’Marcel, ik kan niet meer’’, riep Van Steenbergen net voor hij gelost werd. Kint moest alles uit de kast halen om in het zog van Knecht te blijven. Toen hij op gelijke hoogte van de Zwitser kwam, trok de Zwevegemnaar fors door. Een laatste poging om Knecht kwijt te geraken en te kraken. Tevergeefs.
Kint bleef dus met Knecht opgezadeld zitten. Ze bevonden zich ondertussen al in de laatste honderden meters van het parcours. Op papier was Kint de snelste van de twee. Geen van beide renners wilde op kop aan de sprint beginnen. Het kwam bijna tot een surplace. Met een snelheid van slechts nog een paar kilometer per uur bekeken en bespiedden de Belg en de Zwitser elkaar.
En toen gebeurde het. Plots kropen enkele Zwitserse supporters over de afsluiting. Eén van hen hield Kint vast aan z’n zadel. Knecht profiteerde daarvan om terug op snelheid te komen en sprintte richting de aankomst. Geen enkele official was getuige van het incident.
Kint kon Knecht niet meer inhalen. Daarvoor was de afstand tot de streep te klein. De Zwitser reed midden een euforische menige als eerste over de meet. Hij realiseerde waar veel renners van dromen. Wereldkampioen worden in eigen land én zelfs in zijn thuisstad.
Marcel Kint zag een tweede wereldtitel aan zijn neus voorbij vliegen. Hij finishte 10 seconden na Knecht. Kwaad én teneergeslagen. Zijn later ingediende klacht leidde tot niets. Van Steenbergen werd derde op een kleine minuut van de winnaar.
De Belgische supporters van Kint konden ze niet echt lachen met wat hun wielerheld was overkomen. In zijn thuisbasis Zwevegem waren ze woedend. Vooral Van Steenbergen had de boter gegeten. ‘’Was hij op dat moment in Zwevegem gepasseerd, ze knepen hem dood’’, vertelde Telesphoor De Meersseman, die het als jongen allemaal meemaakte.
Dit WK zorgde voor hevige discussies tussen de supporters van Kint en Van Steenbergen en voor veel vragen in de media. Waarom moest Rik achter een landgenoot gaan jagen? Waarom dreef hij die achtervolging door, ook al merkte hij dat de Zwitser Hans Knecht in zijn wiel hing? De Belgische kranten besteedden na afloop nog dagenlang aandacht aan de titelstrijd in Zürich.
Ook de geruchtenmolen draaide nog een hele tijd op volle toeren. Allerlei verhalen deden de ronde. Van Steenbergen zou heel wat Zwitserse franken hebben ontvangen om gangmaker te spelen voor Knecht. Er werd beweerd dat zelfs Kint geld zou gekregen hebben om zich te laten verliezen.
Al even verrassend als de ontknoping in Zürich was het feit dat Kint en Van Steenbergen door manager Jean Van Buggenhout in de daaropvolgende winter werden samengebracht. Hij lanceerde hen als koningskoppel om op de piste te rijden.
Vooral voor Kint waren de daaraan verbonden contracten een compensatie voor het verlies van de wereldtitel. In de periode 1947-1951 reden de Zwarte Arend en Rik I diverse ploegkoersen en zesdaagsen. Ze wonnen twee maal de zesdaagse van Brussel.
In 1949, in de herfst van zijn wielercarrière, kon Kint met Gent-Wevelgem nog een belangrijke voorjaarsklassieker aan zijn palmares toevoegen. Zijn laatste seizoen als beroepsrenner was 1951. Toen won hij nog de Elfstedenronde in Brugge en behaalde top 10-plaatsen in de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik.
CORNILLIE, P. Marcel Kint, de langst regerende wereldkampioen ooit, Uitgeverij Groeninghe, 2011
GODAERT, J., JANSSENS, R. en CAMMAERT, G. 75 jaar wereldkampioenschap wielrennen, Universal Cycling, 2001
JACOBS, R. en MAHAU, H. Het verhaal van de regenboog, van de Nürburgring tot Zolder, Uitgeverij De Eecloonaar, 2002
LAITEM, H. Alle kleuren van de regenboog, Book & Media Publishing, 2002
VAN DEN BROECK, A. De miljoenenfiets van Rik Van Steenbergen, Uitgeverij De Brauwere, 1967
VAN EYLE, W. Wereldkampioen ! De strijd om de regenboogtrui (1927-1984), Uitgeverij De Fontein, 1985
WAUTERS, B. Belgische regenbogen, Borgerhoff & Lamberigts, 2021
BAFCOP, A. In het wereldkampioenschap op den weg heeft België een groote kans, Sport-Echo, 29 augustus 1946
In gietende regen wint tegen alle verwachtingen in den Zwitser Hans Knecht den wereldtitel op de baan, De Nieuwe Landwacht, 2 september 1946
Het oefenplan van Zurich, Ons Land, 24 augustus 1946
In de slotetappe van de Ronde van België staan nog twee West-Vlaamse WK-steden op het programma. Zwevegem is onlosmakelijk verbonden met Marcel...