Iedere sport reikt zijn prijzen uit: voetballers strijden ieder jaar om de Gouden Schoen, Ebbenhouten Schoen of Ballon d'Or, in het Amerikaanse basketbal wil elke speler graag de MVP Award winnen, en de beste Belgische atleten worden bekroond met de Gouden Spike. De meeste van deze trofeeën hebben een geschiedenis die teruggaat tot de jaren net na de Tweede Wereldoorlog. Ook in het wielrennen zijn er prijzen die een lange historiek hebben, zoals de Gerrit Schulte Trofee of de Sir Hubert Opperman Trophy. Die bekronen sinds 1955 en 1958 respectievelijk de beste Nederlandse en Australische renner van het jaar. Ondanks de rijke wielergeschiedenis van ons land, moesten Belgische renners tot de jaren negentig wachten vooraleer een dergelijke wielerprijs het levenslicht zag.
In 1992 nam Het Laatste Nieuws het initiatief voor een Belgische wielertrofee: de Kristallen Fiets. Het opzet bestond erin een uitgebreide vakjury ieder jaar de beste Belgische wielrenner te laten verkiezen en die in de bloemetjes te zetten. Ondertussen bestaat deze jury uit 131 leden in vijf categorieën: journalisten van schrijvende en audiovisuele pers, oud-winnaars van de trofee, een delegatie van de Belgische wielerbond, de bondscoaches uit de verschillende wielerdisciplines, en veertig wielerkampioenen. Onder deze laatsten bevinden zich onder meer Eddy Merckx, Rik Van Looy, Roger De Vlaeminck, Freddy Maertens en Roland Liboton.
De erelijst van de Kristallen Fiets schildert een goed beeld van de sterkhouders van het Belgische wielrennen van de laatste dertig jaar. Johan Museeuw domineerde de eerste verkiezingen en kwam maar liefst vijf keer als winnaar uit de bus. Daarmee is hij nog steeds recordhouder. Daarna nam Tom Boonen over met vier trofeeën, en vervolgens wisten ook Philippe Gilbert en Greg Van Avermaet elk viermaal te winnen. Remco Evenepoel en Wout van Aert zijn de meest recente winnaars van de trofee. Wellicht zijn ook zij vertrokken voor een reeksje.
Toen Tom Boonen in 2004 zijn eerste Kristallen Fiets won, was hij nog maar 24 jaar. Boonen had een sterk voorjaar gereden, met zeges in de E3 Prijs, Gent-Wevelgem en de Scheldeprijs, en won in zijn eerste Tour meteen twee ritten. Boonen pakte in Angers meteen de zesde rit in een massaspurt. Hij overleefde vervolgens de zware bergritten om een tweede keer toe te slaan in de prestigieuze slotrit met aankomst op de Champs-Elysées, het officieuze wereldkampioenschap voor sprinters. Daarin klopte hij de Fransman Nazon en de Duitser Hondo. Op het einde van dat jaar haalde Boonen het bij de verkiezing van de Kristallen Fiets van Axel Merckx, bronzen medaillewinnaar op de Spelen in Athene, met een overweldigende meerderheid van de stemmen.
Vanaf 2005 besloot Het Laatste Nieuws om ook de beste helper van het jaar te huldigen. De award kreeg de passende naam 'Kristallen Zweetdruppel'. De winnaar wordt bij deze prijs niet verkozen door een jury, maar door de supporters. Niet toevallig werd Kevin Hulsmans, Boonens meesterknecht, de eerste laureaat. Op één na werden alle zestien edities van de Kristallen Zweetdruppel verdeeld tussen renners van Quick-Step (10x) en Lotto (5x). Stijn Vandenbergh, die voor het Russische Katusha uitkwam, wist als enige de hegemonie van de twee Belgische ploegen te doorbreken. Iljo Keisse en Tim Declercq, beiden superknechten bij Quick-Step, zijn de recordhouders met drie overwinningen.
Ook in 2016 was Iljo Keisse onvermoeibaar als helper bij Etixx-Quick Step. Voor zijn inspanningen kreeg hij naast de waardering van zijn ploegmaats ook voor de derde keer op rij de meeste stemmen in de verkiezing van de Kristallen Zweetdruppel. Keisse stond er traditioneel een eerste keer in het Vlaamse voorjaar, waar hij Tom Boonen ei zo na aan een vijfde overwinning in Parijs-Roubaix hielp. Vervolgens maalde de Gentenaar vele kilometers op kop van het peloton in de Tour de France in dienst van sprinter Marcel Kittel. De Duitser bedankte met een ritzege in Limoges. De kers op de taart volgde voor Keisse in Qatar, waar hij het shirt van de Belgische ploeg mocht aantrekken op het wereldkampioenschap. In een heuse waaierkoers verrichte hij samen met Jens Debusschere uitstekend afstoppingswerk in het achtervolgende peloton. Ploegmaat Boonen werd er uiteindelijk derde.
In 2003 kwam ook Het Nieuwsblad met een wieleraward. Die kreeg de naam 'Flandrien', als een eerbetoon aan de illustere wielerhelden die in weer en wind strijd leverden op de Vlaamse kasseien. Ondanks de naam kreeg de trofee de eerste jaren een serieus internationaal tintje. Een tienkoppige jury met wielervedetten zoals Eddy Merckx, Rik Van Looy en Francesco Moser selecteerde eerst vijf genomineerden, waarna het grote publiek besliste over de winnaar. Ongeveer tienduizend stemmers duidden in 2003 Paolo Bettini als de eerste winnaar aan. De 'Kleine Krekel' zou ook na zijn wereldtitels in 2006 en 2007 de Flandrien-trofee mee naar huis nemen.
In 2008 ging het reglement echter op de schop. Om te beginnen kwamen vanaf dan enkel nog Belgische renners in aanmerking voor de Flandrien-trofee. De internationale renners kregen hun eigen trofee. Ook aan de stemprocedure werd gesleuteld: de vakjury werd uitgebreid tot veertig personen, die tijdens een jurylunch vijf renners nomineerden. Vervolgens was het niet de stem van de supporters, maar die van alle Belgische profrenners die gehoord werd om tot een winnaar te komen.
Tom Boonen werd voor zijn sterk seizoen in 2004 niet enkel bekroond met de overwinning in de Kristallen Fiets, maar ook de Flandrien ging zijn richting uit. De trofee bij die laatste onderscheiding is van de hand van Fernand Vanderplancke. Deze kunstenaar uit Oostduinkerke creëert ook de trofee van de Ronde van Vlaanderen en de Classic Brugge-De Panne. Als drievoudig winnaar van zowel de Ronde als van de Flandrien-verkiezing heeft Boonen dus aardig wat creaties van Vanderplancke op de schouw staan.
In het geval van de Kristallen Fiets moesten de vrouwen 24 jaar wachten voor er ook voor hen een trofee werd uitgereikt. Jolien D’Hoore werd onder meer dankzij haar olympische medaille in 2016, de eerste laureate. De Flandrien-trofee duidt al sinds 2008 een vrouwelijke laureate aan. De erelijst bij de vrouwen kleurt bovendien veelzijdiger dan die bij de mannen. Daar waar alle Flandrien-winnaars hun prestaties op de weg bijeenreden, werden met Sanne Cant en Jolien D’Hoore al twee Flandriennes verkozen op basis van resultaten in het veld of op de piste.
Geheel onlogisch is dat niet, want tussen 2014 en 2018 was er voor mannelijke veldrijders een aparte trofee. Op vijf edities werd Mathieu van der Poel maar liefst drie maal verkozen tot Flandrien van het Veld. Na het fantastische werelduurrecord van Victor Campenaerts op de piste van het Mexicaanse Aguascalientes besliste Het Nieuwsblad in 2019 om een nieuwe award in het leven te roepen. De Patrick Sercu-trofee wordt sindsdien uitgereikt aan een renner of renster die een uitzonderlijke prestatie leverde in een andere discipline van het wielrennen. Voor de tweede uitgave zijn in 2021 paralympiërs Tim Celen en Ewoud Vromant, baanrenner Kenny De Ketele, veldrijder Eli Iserbyt en BMX'ster Elke Van Hoof genomineerd.
De eerste winnares van de Flandrienne-trofee werd Grace Verbeke. In 2011 won Verbeke de prijs al voor de derde keer op vier jaar. Het zegt veel over de status van de West-Vlaamse in die jaren. En misschien had Verbeke zelfs vier op vier kunnen scoren. In 2010 kon ze met de Ronde van Vlaanderen en een zesde plaats op het WK immers mooie resultaten voorleggen. Maar verrassend genoeg sleepte Liesbet De Vocht dat jaar de Flandrienne in de wacht. Een jaar later had Verbeke haar derde bekroning dan toch beet. Ze schreef dat seizoen enkele internationale wedstrijden op haar naam, maar toch loste ze daarmee haar eigen verwachtingen niet in. Een tegenstribbelend lichaam speelde haar parten. En ook de daaropvolgende jaren teisterden fysieke problemen en ongevallen haar, waardoor een vierde Flandrienne-trofee nooit in zicht was. Met drie overwinningen blijft ze samen met Jolien D’Hoore tot op vandaag wel recordhoudster.
De Flandrien en de Kristallen Fiets zorgen ieder jaar voor heel wat animo. Vlaanderen is echter de enige regio waar wielerawards zo'n uitstraling hebben. De Vlaamse trofeeën kregen weliswaar een Waalse tegenhanger - vanaf 1995 reikte de openbare omroep RTBF de Sprint d'Or uit - maar die stierf al snel een stille dood. In 2007 werd er al geen winnaar uitgereikt door de vele dopingschandalen die de sport toen teisterden, en in 2009 werd de verkiezing volledig opgedoekt. En dat ondanks de doorbraak van Philippe Gilbert, de eerste Waalse toprenner in jaren. Het illustreert nogmaals het eeuwige wielerenthousiasme in Vlaanderen, waar koers toch de belangrijkste bijzaak in het leven blijft.
Op 11 april 2004 rijdt Johan Museeuw zijn laatste grote klassieker. Met Parijs-Roubaix wil hij nog één ‘dikke vis’ binnenhalen. Als hij wint,...