Johan is in bloedvorm en totaal ontspannen. De avond voor de wedstrijd zit hij grappend en grollend aan tafel met de ploegmaats en drinkt hij rode wijn. Hij is er in zijn hoofd zowel klaar mee als klaar voor.
Op de wedstrijddag komt hij na een half uur naast onze volgwagen rijden en wenkt. Ik draai het raampje open en hoor hem redelijk juist zingen: ‘Are you loooonesome toniiiiight?’ Daarna schiet hij terug naar voren.
In de auto volg ik de wedstrijd op een schermpje op het dashboard, terwijl ik in mijn ooghoek voortdurend gevallen en lekgereden renners aan de kant zie staan. Even later zoeven ze ons vol doodsverachting weer voorbij. Het verbaast me dat er geen ongevallen gebeuren met al dit kamikazewerk. Het gewapende chassis van de volgwagen krijgt de ene kasseiklop na de andere te verwerken, ik voel me een soldaat in een tank.
Johan zit in winnende positie, maar dan slaat het noodlot toe. Hij rijdt op minder dan acht kilometer van de aankomst lek op de kasseistrook van Hem, uitgerekend waar dat een paar jaar eerder ook al was gebeurd. Toen hadden de twee ploegmaats met wie hij op kop lag, hem opgewacht om hem als eerste over de streep te laten rijden. Deze keer wordt de zege hem ontnomen. De Deen Magnus Bäckstedt wint.
Ontgoocheld stapt Johan de ploegbus in. Ik zit rechts van hem met het gangpad tussen ons in. Ik zwijg. Elk woord is nu verkeerd. Na twee minuten oorverdovende stilte trekt Johan zijn met Vlaamse Leeuw beschilderde helm van zijn hoofd, keilt hem op de grond en trapt hem kapot met de woorden: ‘Pfff … De Leeuw van Vlaanderen … Het is allemaal voorbij!’
Ik zie tranen opwellen, maar twee minuten later zijn die al verdwenen. Voorzichtig vraag ik hem: ‘Mag ik uw helm hebben?’ Hij antwoordt: ‘Ik zal u een goeie geven, ge moet die kapotte niet pakken!’ Ik zeg: ‘Nee, ik wil deze hebben!’ Deze vertrappelde helm belichaamt zowel zijn winnaarsmentaliteit als het einde van een tijdperk.
Na een huldiging door de wedstrijdorganisatie gaan we met de ploeg in West-Vlaanderen eten. De ontgoocheling wordt weggespoeld met meer dan één glas rode wijn en meer dan één grap van Johan, alsof het drama nooit heeft plaatsgevonden. Johan zoals ik hem ken: een heerlijke, grappige vent met een ijzersterk hoofd. Een winnaar!
Dit artikel verscheen eerder in Het Mooiste van KOERS (2018).
In dit boek worden de allermooiste objecten uit de KOERScollectie in beeld en woord getoond en geduid. Een trui van Fausto Coppi, een trofee van VDB, een fiets van Tom Boonen, handschoenen van Freddy Maertens, een beeld van Eddy Merckx…
Allemaal getuigenissen en erfstukken van wielerheroïek, gekruid met schitterende verhalen van de coureurs zélf, van journalisten, van wielerfanaten.
Najaar 1996. Eén week voor het WK. Na een uiterst druk en lang seizoen met eendagskoersen, de Ronde van Frankrijk, de Olympische Spelen en de Ronde...