Op een regenachtige woensdagmorgen vertrekt het peloton van de Tour de France Femmes in Valkenburg voor de vierde etappe van de editie 2024. Voor het eerst in haar nog jonge geschiedenis doet deze Ronde van Frankrijk voor vrouwen ook Belgische wegen aan, Luik is namelijk de aankomstplaats van de rit.
Na onder andere het EK voetbal, de Tour de France en de Olympische Spelen is dit het zoveelste sportieve feest van deze zomer. En voor de Belgen is het een nieuwe aanleiding om ter plaatse hun sporthelden te bewonderen en aan te moedigen. Zelf trek ik ook richting Luik, en het valt snel op dat ik niet de enige wielerfan ben met dit idee.
Op de trein zitten twee zussen met hun grootvader. Ze zijn het erover eens dat ze veel te vroeg zullen aankomen in Luik om meteen naar de aankomst te gaan. Op het programma staan eerst nog een lekkere lunch en een kleine standswandeling. Hoe ze dan vanuit het centrum bij de finish geraken is volgens opa heel eenvoudig: “Gewoon de Maas volgen en we komen er wel.” Ik heb ze uiteindelijk niet gezien op de Quai des Ardennes, waar de meet getrokken is langs de oevers van de Ourthe.
Deze locatie is sinds enkele jaren ook de aankomst van Luik-Bastenaken-Luik, en het parcours van de dag is in de finale een kopie van de Ardennenklassieker. Het beproefde recept wordt overgenomen met de opeenvolging van klimmetjes: La Redoute, de Côte des Forges en tot slot de Roche aux Faucons. Geen twijfel mogelijk dat in deze streek een mooie koers tot stand zal komen.
Daar is ook Pierre heilig van overtuigd. Als geboren Luikenaar kon hij niet ontbreken: “Ik heb geen televisie thuis, dus kom ik altijd hier ter plaatse volgen op een van de schermen. Een aankomst in Luik en ik ben aanwezig.” Hij heeft de twee kilometer van zijn voordeur naar de aankomst afgelegd met de fiets, natuurlijk in volledige wieleruitrusting. Hij kiest het plekje uit met het beste zicht op het grote scherm, en met een wafel en een cola in de hand doet hij spontaan zijn levensverhaal uit de doeken.
Geboren en getogen in Luik trok hij na zijn studies enkele jaren naar Noorwegen. Hij was er gelukkig, maar toch miste hij zijn thuis. Uiteindelijk won de liefde voor de geboortegrond en keerde Pierre terug naar ‘zijn’ Luik. Sindsdien heeft hij de Ardennen nooit meer verlaten. “Maar hoe kan je ook anders, dit is de mooiste streek van België en misschien zelfs van de hele wereld. Ook voor het wielrennen! Dat heeft Vlaanderen niet, of het moet in de buurt van Geraardsbergen zijn. Maar nee, dat is toch niet hetzelfde.” Pierre is van plan om van start tot finish de koers te volgen op hetzelfde plekje, als een standbeeld geniet hij van de koers en van de mooie beelden in zijn streek.
Behalve Pierre en mezelf blijft het voorlopig toch nog rustig aan de finish. Er is namelijk een grote spelbreker: de regen. Veel mensen lijken ontmoedigd om nu al post te vatten langs de nadars in de laatste kilometer. Wie echt wil volharden krijgt een groene poncho van sponsor Skoda aangeboden, anderen zien toch een betere oplossing iets verderop. Café Les Ardennes wordt omgedoopt tot het favoriete toevluchtsoord, de bediening draait er ondertussen overuren.
Één duo kan de regen absoluut niet deren. Twee jongetjes uit de streek van Roeselare fladderen rond in de aankomstzone. Er staat serieus wat haar op hun Frans, maar toch slaan ze met bijna iedereen een babbeltje. Een politieagent, een securityman, een journaliste... ze worden allemaal meegesleurd in het verhaal van de jongens. De jongedame die petjes van La Dernière Heure uitdeelt is jammer genoeg minder happig op een praatje, een kleine teleurstelling voor de jonge casanova’s.
Naarmate de dag vordert krijgen ook hun plannen voor na de koers vorm. “We willen een knuffel van Demi Vollering”, vertellen de jongens me vol vertrouwen. Ik weet niet meteen of het doel een echte omhelzing van Demi is, of toch eerder het leeuwtje dat de gele trui ontvangt op het podium. Volgens mij zijn beide scenario’s niet echt realistisch, maar dat hou ik even voor mezelf.
Het is ondertussen gestopt met regenen, en de mensen komen stilaan vechten voor de plekjes. Over de koppen lopen is het niet, maar het is gezellig druk op de Quai des Ardennes. Als ook de ploegbussen aankomen wordt een eerste hoogtepunt bereikt in de decibels van het publiek. Het peloton begint ondertussen aan de beklimmingen in de Ardennen, de finale kan losbarsten. En zelfs Café Les Ardennes loopt wat leeg.
Lang blijft het helaas niet droog. Nog geen halfuur later gaan de hemelsluizen opnieuw open en wordt de aankomstzone voor een tweede keer gekleurd door groene poncho’s. Wie niet voorbereid was op regen, moet op zoek naar een nieuwe schuilplaats.
Dit keer valt het oog op de droge zone onder een grote boom, waar je nog steeds perfect zicht hebt op het grote scherm. Met een dertigtal mensen zoeken we bescherming onder de bladeren om toch maar geen seconde koers te missen. Ik zie er het jonge duo uit Roeselare terug, en ook Pierre heeft even zijn plekje moeten verlaten om te schuilen voor de regen.
Terwijl de rensters de flanken van La Redoute bedwingen, voorspelt hij de koers: “Ik weet niet wie er straks zal winnen, maar ik kan nu al met zekerheid zeggen dat het een grote naam zal zijn. Dat kan niet anders met zo’n parcours. Kijk maar eens naar de uitslagen bij de junioren in de wedstrijd La Philippe Gilbert, zelfs in die categorie winnen enkel de allergrootsten.” En ik moet Pierre gelijk geven, in deze streek win je niet zomaar. De erelijst van deze juniorenkoers is gevuld met namen als Jasper Stuyven, Tom Pidcock, Remco Evenepoel en vorig jaar ook nog Jarno Widar. Het klopt, hier winnen geen pannenkoeken.
Justine Ghekiere voelt het ondertussen kriebelen en versnelt uit het peloton. Onder de boom wordt zonder woorden overeengekomen dat zij de publiekslieveling van de dag is. Een enkeling droomt zelfs al van een Belgische ritzege: “Op die natte wegen zou het wel eens kunnen lukken, als ze in het peloton wat voorzichtigheid inbouwen weet je nooit.” Het idee is besmettelijk, en al snel begint iedereen haar aan te moedigen. In al het enthousiasme krijgen niet alle supporters mee dat Ghekiere op de laatste beklimming wordt bijgehaald door de favorieten. “Waar is Justine nu?”, is de meest gestelde vraag in de laatste tien kilometer.
De bende onder de boom verplaatst zich richting de dranghekkens van de laatste rechte lijn om de rensters op te wachten. Het gaat er hier minstens even nerveus aan toe als in een wielerpeloton, het duwen en trekken voor een plekje op de eerste rij hoort erbij. Een man klaagt over de klappen die hij moet incasseren, zijn herstel van een dubbele elleboogbreuk zal hier zonder twijfel wat vertraging oplopen.
In de menigte is het onmogelijk om de finish duidelijk te zien, wie de nipte sprint om de ritzege tussen Demi Vollering en Puck Pieterse wint krijgt niemand mee. Het is lopen om de rensters te onderscheppen onderweg naar de bussen in de hoop om een foto of eventueel zelfs een bidon te kunnen bemachtigen. Iedereen wordt automatisch meegezogen met de meute. Voor ik het weet sta ik oog in oog met Liane Lippert, die me vraagt waar haar bus is.
Dit is misschien wel het leukste moment van de hele dag. Hier kun je even het gevoel krijgen dat je deel uitmaakt van de wielersport. Links en rechts passeren rensters, een ideale kans om de sterren van het vrouwenpeloton van dichtbij te zien. Yara Kastelijn geeft er in alle drukte een interview aan TV Limburg, en zo ontdek ik dat haar teamgenote Pieterse toch de rit heeft gewonnen.
De meeste rensters kruipen meteen de bus in na een natte en koude dag, een begrijpelijke keuze na alle regen die ze onderweg te verduren kregen. De Australische Grace Brown koerst graag op de wegen rond Luik, maar ook zij komt vermoeid aan. “Ik kom hier graag en heb heel goede herinneringen aan Luik. Maar vandaag was echt een lange en moeilijke dag”, vertelt de kersverse olympisch kampioene tijdrijden aan de bus van FDJ-Suez.
Die goede herinneringen zijn niet ver te zoeken. In april van dit jaar won ze Luik-Bastenaken-Luik nadat ze eerder al twee keer op het podium was geëindigd. De wegen zijn duidelijk voor haar gemaakt, maar vandaag was de liefde toch iets minder groot.
“Ik stop na dit jaar met koersen, en voor mijn part mocht mijn overwinning gerust mijn laatste herinnering aan Luik zijn”, zegt ze al lachend. “Ik heb hier goede tijden beleefd en zal altijd met plezier aan Luik denken. Als ik hier nog eens terugkom, zal het toch als toerist zijn.” Met een laatste luide lach verdwijnt Brown in de bus en komt er een einde aan onze babbel. Een aangename kennismaking met de Australische, ze heeft er zeker een fan bij in de laatste maanden van haar carrière.
Het loopt nu langzaam leeg in de aankomstzone, de supporters merken dat er hier buiten een snelle selfie weinig te rapen valt. De dolgelukkige ouders van Puck Pieterse lopen me voorbij, en ook Ghekiere loopt hier nog vol enthousiasme rond op de Quai des Ardennes. Zij mocht na afloop van de rit nog op het podium omdat ze prijs van de strijdlust won. Achteraf wil ze met plezier nog wat handtekeningen uitdelen en poseren voor een foto, maar over één ding is ze heel duidelijk: “De bloemen zijn voor mama!”
Zo komt er een einde aan deze dag in Luik, de 21e keer dat de stad een etappe van de Ronde van Frankrijk mocht ontvangen. En zo wordt het ook weer gelijkspel tussen Luik en Brussel, al heeft de Ardennenstad nu misschien net een streepje voor met ook een etappe in de Tour de France Femmes op haar palmares. En hoe is het afgelopen met het jonge duo en de knuffel van Demi Vollering? Het werd uiteindelijk een bidon van groene trui Charlotte Kool.
Mijn aankomst in Kopenhagen is toch ietwat verrassend. De stad mag dan wel bekend staan als fietshoofdstad van Europa, de Grand Départ van de Tour...