Meteen zie ik overal Tourvlaggetjes, een standje van sponsor Skoda inclusief de rode auto van de tourdirectie, en een welkomstbord aangevuld met reclame voor dagtickets om eenvoudig alle hotspots langs het parcours van de openingstijdrit te kunnen bezoeken. En wanneer ik in het centrum aankom, merk ik dat alle straten behangen zijn met banners met het opschrift Bon Tour. Het is nog 24 uur tot de start van de Tour de France, en ik word als Tourfan met open armen ontvangen in Kopenhagen.
Na een kleine ontdekkingstocht doorheen de stad, voornamelijk op zoek naar deftig avondeten, wordt duidelijk dat een hoop toeristen de reis gemaakt hebben naar Denemarken. Overal om me heen zie ik Touristen die zich al hebben laten vangen aan de veel te dure merchandise van de Tour, maar het is duidelijk dat het gevoel hier wel aanwezig is. Je kunt er dan ook moeilijk naast kijken, het parcours is al grotendeels afgezet met dranghekkens en aan het centraal gelegen Tivolipark wordt naarstig gebouwd aan het park voor de vips. Alles wordt in gereedheid gebracht voor de grote dag.
Na een snelle maar stevige hap – de Deense versie van fish & chips kan zeker concurreren met zijn Britse tegenhanger – merk ik dat het centrum van Kopenhagen toch snel rustiger geworden is, enkel studenten zijn nog op stap. Het is nog 16 uur tot de start van de Tour, Kopenhagen lijkt uitgebreid haar nachtrust te nemen ter voorbereiding op het feest van morgen.
Een gebrek aan kwaliteit bij de gordijnen in de hotelkamer zorgt ervoor dat mijn vrijdagochtend om 7 uur begint. Buiten zie ik de eerste wagens van de Tourcolonne al richting centrum rijden, en een uur later passeert met de Movistarbus ook de eerste ploeg. Wanneer ik zelf ook op stap ga, zie ik dat de eerste mensen al hun plekje beginnen te claimen langs het parcours, picknick en een grote voorraad Carlsberg inbegrepen. Het plan om in de voormiddag nog wat aan sightseeing te doen wordt definitief van de baan geveegd wanneer een luidruchtige groep Duitstalige fans in truitjes van Bora-Hansgrohe het plein aan de Amalienborg op stelten zet.
Het is nog 8 uur tot de start van de Tour, en het is nu al over de koppen lopen.
Wanneer je enkele straten van het parcours afwijkt, kom je in een heel andere wereld terecht. Er heerst een doodse stilte in de stadswijken die niets met de Tour te maken hebben. Een stroom van mensen trekt richting de route van de openingstijdrit, en het is duidelijk dat je niet lang meer moet wachten wil je zelf ook een plekje met goed zicht bemachtigen. Ik loop het parcours vanaf de finish in tegenstelde richting af, op zoek naar de voor mij ideale plaats. Het is een mooie wandeling langs enkele van de toeristische hotspots in de Deense hoofdstad – een ideaal traject om Kopenhagen in al zijn pracht over te brengen op televisie – en langs een nu al gigantisch publiek.
Het is nog 4 uur tot de start van de Tour, Kopenhagen is klaar, en het bloemenmeisje van de dag zit ook reeds op post.
Een lokale supermarkt wordt ondertussen als het ware geplunderd door de vele fans – een mix van Deens en internationaal publiek – en alle voorgemaakte sandwiches zijn al lang voor het middaguur verdwenen. Maar niet getreurd, er worden ook vers gemaakte hotdogs aangeboden, volgens Google één van de culinaire hoogtepunten van Kopenhagen. Naast mij langs het parcours staat een ouder Deens koppel, dat heel geïnteresseerd is in het feit dat ik als jonge Belg de reis naar Kopenhagen heb gemaakt voor de koers. Tijdens het wachten praten we wat over het wielrennen – naar eigen zeggen zijn ze vooral gelegenheidsfans, maar de vrouw heeft toch een duidelijke bewondering voor Michael Morkov – en ze bieden me ook bijna meteen aan om samen met hen naar de start van de tweede etappe te gaan in Roskilde. Dit koppel is voor mij het perfecte voorbeeld om het warme hart van de Denen aan te tonen.
Kort nadien komen de eerste renners aangereden tijdens hun verkenningsronde, Thibaut Pinot van Groupama-FDJ op kop. Één na één volgen alle anderen, ik stuur ondertussen een berichtje naar mijn ouders: ‘Opwarming, Yves kijkt enorm gefocust’. Een bericht waar ik nog dagen trots op zou zijn.
Wanneer de renners van Jumbo-Visma eraan komen, gaan de Denen uit hun dak.
Het is nog 2 uur tot de start van de Tour, Jonas Vingegaard warmt op en ook de stemmen van het publiek worden gesmeerd.
Langzaamaan komen de eerste regenwolken vanuit de verte aangerold en verdwijnt het heerlijke zomerweer, de paraplu’s en regenjassen worden uitgehaald. Maar wanneer de publiciteitskaravaan in zicht komt, begint het feest definitief. Mijn persoonlijke bubbel wordt langs alle kanten geperforeerd, toch ga ik volop mee in het enthousiasme van het nu overwegend Deense publiek. Tussen de duizenden mensen die vechten om de geworpen cadeautjes van de karavaan weet ik een petje en een sleutelhanger te bemachtigen, die ik echter beide met plezier weggeef aan twee kleine kinderen (en hun ouders) naast mij. Ik herinner me maar al te goed hoe bezeten ik vroeger zelf was van deze kleine geschenkjes, en als ik hiermee iemands toekomst als wielerfan kan versterken doe ik dit zonder twijfelen.
Het is nog één uur tot de start van de Tour, en plots besef ik dat het nog steeds regent.
Om 16 uur rolt Jéremy Lecroq als eerste renner van het startpodium. Na 8 kilometer door de regen zou hij bij mij moeten passeren, maar nog voor ik iets zie kan ik hem al horen aankomen. Het publiek reageert op het geroep van de mensen voor hen, waardoor de massa eigenlijk begint te juichen nog voor de Franse renner in zicht is.
De Tour is dan misschien nog niet echt thuis, Kopenhagen is een meer dan goede gastvrouw voor deze eerste dag. Iedere renner wordt door een ontzettend luid gejoel van aanmoedigingen onthaald, 176 keer is het genieten van de passage.
Wanneer het de beurt is aan Fuglsang om zijn proloog af te werken, scandeert het publiek al minuten voordien zijn naam. Ik moet eerlijk toegeven dat dit indrukwekkender is dan de Grand Départ in Brussel enkele jaren geleden. De Tour is begonnen, en wees maar zeker, Denemarken weet wat koers is.
De adrenaline van het Deense publiek en de euforie van een Belgische overwinning zijn een unieke ervaring. Ook de lokale supporters lijken tevreden met deze afloop en met Ief Lempeirt als Kopenhaagse gele trui. Voldaan en tevreden keer ik terug naar mijn hotel, klaar voor een nieuwe dag Deense wielermania.
Ik ben niet ingegaan op het aanbod om naar Roskilde te gaan, dus op zaterdag ben ik nog steeds in de hoofdstad. Het parcours van de tijdrit wordt echter autovrij gehouden om mensen de kans te geven zelf hun touretappe te rijden, een kans die ik niet laat liggen. Van de rest van de dag maak ik gebruik om de stad verder te verkennen, tot ik op een pleintje een groep mensen spot die de koers volgen op groot scherm. Het is nog 25 km tot de finish, ideaal om de langverwachte passage over de Grote Beltbrug te zien.
Dat er niet voldoende wind staat voor waaiers kan de Denen rond mij niet deren, en ook in de nieuwe gele trui, Van Aert, lijkt niemand geïnteresseerd. Het publiek hier toont zijn emoties pas bij het zien van de bolletjestrui, Magnus Cort Nielsen mag als Deen in eigen land op het podium. De Tour is 24 uur geleden van start gegaan, met bollenman Cort is het hoogtepunt van de Deense Tour bereikt.
Het is zondagochtend. De Tour heeft Kopenhagen nu definitief verlaten en alle vlaggetjes en banners die het stadsbeeld sierden worden weggehaald. Ook de laatste bezwete en licht verbrandde Touristen, inclusief mezelf, trekken huiswaarts. Op de luchthaven kruis ik de nieuwe lichting bezoekers van de Deense hoofdstad, een groep die nog maar weinig zal merken van het grote wielerfeest dat hier de afgelopen dagen heeft plaatsgevonden. De Tour is nu 48 uur geleden van start gegaan, zo luid als de koers werd onthaald, zo stilletjes lijkt alles ook weer te verdwijnen. Maar in Kopenhagen zelf, daar fietst iedereen verder.