Ronde van Frankrijk
retro

De Alpenreus met een vergeten geschiedenis, de Col des Aravis

11min leestijd   door Xander Jaques op 18 juli 2023
In een ver verleden werden de Alpen niet alleen bewoond door mensen en dieren, er was ook de reus Gargantua. Deze vriendelijke, maar niet erg snuggere gigant hield vooral van eten, drinken en slapen. In de eerste jaren van zijn leven deed hij dan ook niet veel anders. Maar hoe lui en ongemanierd Gargantua ook mag lijken, hij betekende veel voor onze wereld, al was dat misschien ongewild. Hij hield namelijk ook van reizen, en trok op een bepaald moment door de Alpen.

Op zijn tocht was hij echter vaak afgeleid, en toen hij een bergkam moest oversteken gaf hij per ongeluk een gigantische trap tegen een van de toppen. De reus voelde er weinig van, maar er was een groot gat ontstaan in de bergkam. Vandaag de dag staat dit punt gekend als de Col des Aravis, een beklimming die regelmatig bezocht wordt door de Ronde van Frankrijk. Dat de Tour deze col kan opnemen in zijn parcours hebben we dus volledig te danken aan de verstrooide reus Gargantua.

De Col des Aravis is niet de eerste naam die bij je opkomt wanneer je denkt aan de Alpenreuzen uit de Tour de France. Dan zijn het vooral bergen zoals de Galibier, Alpe d’Huez, Col de la Madeleine enz. die de bovenhand nemen. Toch zijn er slechts weinig cols die een even rijke geschiedenis hebben als de Aravis.

In 2023 krijgen de renners deze klim voor de 42e keer voor de wielen geschoven tijdens de Tour de France, en daarmee is de Aravis de derde meest gedane beklimming in de Alpen. De Col des Aravis was erbij van in het prille begin, tijd om deze prachtige beklimming beter te leren kennen.

Een eerste keer over de Alpen

Maandag, 10 juli 1911 - 5e etappe

In de Tour van 1910 werden voor het eerst echte beklimmingen opgenomen in het parcours van La Grande Boucle. De renners temden dat jaar de Pyreneeën. Of beter gezegd, de Pyreneeën temden de renners. De Tourmalet en de Aubisque waren het uithangbord van deze tocht over de bergen, en haast niemand wist de beklimming volledig op de fiets af te werken. Het was een waarlijke verschrikking voor renner en materiaal. De woorden die Octave Lapize op de top van de Aubisque richtte aan de organisatie zijn gebeiteld in de eeuwigheid: “Vous êtes des assassins”.

Voor Henri Desgrange was het echter nog niet genoeg. De stichter van de Tour de France had voor de negende editie in 1911 zijn ogen laten vallen op de Alpen, en introduceerde toen dit gebergte in het parcours. De Tour was in de jaren daarvoor al eens langs de Alpen gepasseerd, waarbij de renners de toppen in de verte zagen liggen. Maar toen dacht iedereen nog dat het beklimmen van deze bergen nooit tot de realiteit van de Tour zou horen.

In 1911 veranderde dat echter, de eerste echte Alpenrit werd uitgetekend op een parcours van 366 km tussen Chamonix en Grenoble. Welke bergen stonden die dag op het menu? De Col des Aravis, de Télégraphe en uiteindelijk de Col du Galibier als sleutelpunt. Daags voor de etappe krijgen de renners via de organiserende krant L’Auto nog enkele instructies en waarschuwingen mee. Zo wordt vermeld dat de wegen niet altijd in goede staat zijn, en dat loslopende koeien misschien een obstakel kunnen vormen.

Maar het was de Col des Aravis die de spits mocht afbijten, en dankzij deze berg kon de Tour de France voor het eerst echt kennismaken met een Alpencol in volle koers. Wat het koersverloop precies was die dag op de Aravis is niet meteen duidelijk. Wel is geweten dat Émile Georget en Paul Duboc na de lange afdaling die volgde op de beklimming met z’n tweeën de vliegende controle in Annecy passeerden en daar een voorsprong van 6 minuten hadden.

In de rest van de rit zou het Franse duo deze voorsprong alleen maar verder uitdiepen, de twee beste klimmers van dat jaar leken gekend. Georget zou uiteindelijk de rit winnen, maar Paul Duboc werd gebombardeerd tot grote favoriet op eindwinst. Iets wat in de Pyreneeën anders zou uitdraaien…

Daar stond Duboc plots ziek langs de kant van de weg. De Fransman moest overgeven, en door de toenmalige regels van de sport mocht hij niet geholpen worden. Het verhaal gaat dat zijn bidon die dag vergiftigd zou zijn geweest, sabotage door een van zijn concurrenten om zijn remonte in het klassement te dwarsbomen. Waar of niet, Duboc verloor er in ieder geval kostbare tijd en finishte ver achterop. Hij zou de kloof in het algemeen klassement niet meer overbruggen.

De geboorte van de maillot à pois

Dinsdag, 15 juli 1975 - 17e etappe

De Ronde van Frankrijk in 1975 is in vele opzichten uniek en memorabel. Er is, voor de Belgische fans, in de eerste plaats de slag in de lever die Eddy Merckx te verwerken kreeg op de Puy de Dôme en die mee zijn nederlaag in het klassement betekende. Daarnaast is het ook het jaar dat de Tour voor het eerst zou aankomen op de Champs-Élysées in Parijs. Maar ook de Col des Aravis stond dat jaar op het programma, en beklimmingen waren in 1975 dankzij het invoeren van de bolletjestrui nog net dat tikkeltje specialer.

Voor het eerst wordt de winnaar van het bergklassement beloond met de vandaag magische bolletjestrui. Al zeer vroeg in de Tour werd echter duidelijk wie de rechtmatige eigenaar was van deze trui. Lucien Van Impe eigent zich de trui al na afloop van de tweede rit toe en staat deze niet meer af. Daarnaast won hij ook nog eens twee etappes: de rit naar de Puy de Dôme en een tijdrit richting Châtel.

Lucien Van Impe deed in zijn bolletjestrui ook volop mee voor het eindklassement en de gele trui, maar in deze strijd kwam het uiteindelijk neer op een duel tussen Bernard Thévenet en Eddy Merckx. Toch kon Van Impe, die zich de beste klimmer van de Tour mocht noemen dankzij zijn bollen, de andere favorieten meer dan het vuur aan de schenen leggen. Zo ook in de etappe naar Morzine-Avoriaz, met onderweg de Col des Aravis.

Van Impe ging al vroeg in de aanval, en was overal de grote slokop wat betreft punten voor het bergklassement. De drager van de bolletjestrui nam zo ook de volle pot op de Col des Aravis. Hij zou de etappe echter niet winnen, de zege ging naar de Spanjaard López Garril, maar Van Impe zette tijdens de rit zijn status als onbetwistbare eigenaar van de bolletjestrui in de verf.

Lucien Van Impe hield het bergklassement in een stevige houdgreep en niemand kon zijn bolletjestrui bedreigen. Deze nieuwe trui werd in 1975 gewonnen door de Belg, en Van Impe zou het klassement en de bolletjestrui in de jaren nadien nog drie keer winnen.

Afscheid van de Piraat

Dinsdag, 18 juli 2000 - 16e etappe

De Tour van 2000 betekent de terugkeer van Marco Pantani op Franse wegen. Na de tragische episode in de Giro een jaar eerder, waar hij met de roze trui om de schouders en de eindzege binnen handbereik uit koers werd gezet, maakte de Italiaanse superster zijn retour in de Tour de France. Het werd voor Pantani een Tour met vallen en opstaan.

De gele trui was eigenlijk nooit binnen bereik, die tijden waren voorbij. Toch liet Pantani regelmatig zien tot wat hij allemaal in staat was op een fiets. De Piraat kwam voor het eerst op het toneel op de Mont Ventoux, waar hij de ritzege zou pakken na een spannend duel met Lance Armstrong. De twee demarreerden elk om beurt, maar het was de Italiaan die de armen in de lucht mocht steken op de top van de kale berg. Armstrong blijft echter beweren dat hij die dag de zege cadeau deed aan zijn rivaal.

Een ander verhaal is de 15e etappe naar Courchevel, waar Pantani iedereen wist weg te blazen op de slotklim. Vanuit de groep der favorieten knalde hij als vanouds iedereen uit het wiel, Armstrong en Heras konden zijn wiel nog het langst volgen. Pantani vliegt op de beklimming en wint in Courchevel zijn tweede etappe van dat jaar. Na de rit zegt hij dat zijn benen aanvoelden zoals in de goeie oude tijden.

Een dergelijk kunststukje wou Pantani daags nadien ook opvoeren. Hij versnelde kort na de start in Courchevel en leek te beginnen aan een lange solo door de Alpen. Lange tijd reed hij alleen voorop, maar uiteindelijk kreeg hij toch gezelschap. Hij hield echter een hoog tempo aan waardoor de kopgroep op de Aravis nog maar uit vier renners bestond: Pantani, Escartin, Pascual Llorente en Hervé.

Pantani mende de groep bergop en kwam overal als eerste boven, zo ook op de Col des Aravis. Maar het tempo lag niet hoog genoeg aangezien de favorieten voor het klassement ook stevig doorreden. Ze kwamen terug op de koplopers, en niet veel later moest Pantani lossen en was zijn liedje uitgezongen.

Niemand besefte toen dat die dag het laatste exploot zou zijn van Marco Pantani. Hij vertrekt niet meer in de volgende rit en zal ook nooit meer aan de start verschijnen van de Tour de France. Wie die dag op de Col des Aravis stond, kan zeggen dat hij het laatste glorierijke hoofdstuk van de Piraat live heeft meegemaakt.

Op zoek naar vergeten glorie

Zondag, 16 juli 2023 - 15e etappe

Anno 2023 valt het qua publiek al bij al goed mee op de flanken van de Col des Aravis. In afwachting van de passage van de renners is er voor iedereen een plaatsje te vinden. Het is enkel drummen om de schaduwplekjes bij de weinige bomen die beschutting bieden voor de brandende zon. Op de weg is het daarentegen wel druk, talloze wielertoeristen willen de klim trotseren. Ook al is het niet meteen de meest klinkende naam, de Aravis is een aantrekkelijke col voor fietsers. Honderden mensen fietsen naar boven, van de meest geoefende fietsers tot de allerkleinsten.

Een groepje genodigden van Trek trekt met (elektrische) fietsen naar boven, waar hen een lekkere picknick opwacht. Maar niet iedereen heeft het even gemakkelijk onderweg. Af en toe passeert een jong rennertje, waarvan je zou durven zeggen dat hij/zij de nieuwe Franse hoop op Tourwinst kan worden, maar anderen zien veel meer af. In een groepje Portugezen die de Aravis betwisten torent één mannenstem luid en duidelijk boven de anderen uit. Ook wie geen spetter Portugees kan, weet dat het geen woorden zijn waar hij zijn moeder trots mee maakt.

Het is duidelijk een allegaartje van nationaliteiten dat op de Aravis komt supporteren. Vanzelfsprekend zijn er veel Fransen, maar er is bijvoorbeeld ook een Belgische bocht op twee kilometer van de top. Enkele Duitsers en Zweden hebben hun camper op de col geposteerd, en ook de Denen zijn talrijk komen opdagen. Meerdere Deense vlaggen kleuren de beklimming, maar een correcte inschatting van het aantal Denen op basis van de vlaggen is echter moeilijk te maken. Er is namelijk een lokale dubbelganger aanwezig, de vlag van de Haute-Savoie.

Een andere vlag die voor chaos lijkt te zorgen is van Welshe afkomst. Een groep wielerfans uit Wales zet de berg net niet op stelten wanneer de publiciteitskaravaan passeert. Een agente van de gendarmerie komt hen nog even de les spellen en zegt dat ze zeer goed moeten opletten met hun vlaggen. Het resultaat is vooral dat de mannen op slag smoorverliefd zijn.

Er heerst een vrolijke sfeer en de ambiance zweeft over de berg, iedereen wacht vol spanning op de koers. En de koeien waar in 1911 voor gewaarschuwd werd zijn ook nog steeds aanwezig.

Uiteindelijk is het Marc Soler die omstreeks 17 uur zijn naam mag bijschrijven op het lijstje van renners die als eerste bovenkwamen op de Col des Aravis. Hij versnelt uit de kopgroep en slechts enkelen kunnen in zijn buurt blijven: onze landgenoot Wout van Aert, Krists Neilands, en latere ritwinnaar Wout Poels. Soler komt solo boven, maar een groepje van vier wordt gevormd in de afdaling.

Het is echter niet de meest memorabele beklimming die de Aravis ooit geleverd heeft. Drager van de bolletjestrui Neilson Powless volgt in de achtergrond, maar ook de favorieten voor het eindklassement houden zich rustig en wachten op de slotklim. De Tour van 2023 levert op de Col des Aravis schitterende beelden en mooie verhalen, maar jammer genoeg geen spectaculaire koers. Daarvoor is het in het huidige wielrennen te vaak wachten op de beklimmingen met een aankomst boven.

Maar op de top van de Aravis is eigenlijk wel voldoende plaats. Het gat in de bergen dat Gargantua hier gecreëerd heeft is groot genoeg om vandaag plaats te bieden aan honderden fans met mobilhomes, noem het gerust camperland, en het hele Tourcircus zou hier ook wel kunnen landen. Is het voldoende om hier ooit een Touretappe te laten aankomen? Monsieur Prudhomme, à vous!

Col des Aravis

De Col des Aravis is een bergpas in de Franse Alpen, gelegen op de grens van de departementen Haute-Savoie (gemeente: La Clusaz) en Savoie (gemeente: La Giettaz). Het is de enige bergpas die de Aravisketen kruist. De bergpas is vooral bekend van wielrenetappes in bijvoorbeeld de Ronde van Frankrijk. De Col des Aravis is voor het eerst opgenomen in de Ronde van Frankrijk in 1911. Van de 40 doortochten waren er 17 naoorlogse sinds 1947. De eerste doortochten op de col waren voor: 1911 · Émile Georget en Paul Duboc 1912 · Eugène Christophe 1913 · Marcel Buysse 1914 · Philippe Thys 1919 · Honoré Barthélémy 1920 · Firmin Lambot 1921 · Léon Scieur 1922 · Émile Masson 1923 · Henri Pélissier 1924 · Giovanni Brunero 1925 · Ottavio Bottecchia 1926 · Omer Huyse 1927 · Charles Martinet 1928 · Julien Moineau 1929 · Nicolas Frantz 1930 · Marcel Mazeyrat 1931 · Antonin Magne 1932 · Joseph Demuysere 1933 · Alfons Schepers 1934 · Félicien Vervaecke 1935 · René Vietto 1936 · Federico Ezquerra 1937 · Gino Bartali 1948 · Gino Bartali 1955 · Charly Gaul 1960 · Fernando Manzaneque 1968 · Barry Hoban 1975 · Lucien Van Impe 1980 · Ludo Loos 1982 · Marino Lejarreta 1983 · Jacques Michaud 1984 · Robert Millar 1987 · Eduardo Chozas 1990 · Thierry Claveyrolat 1991 · Thierry Claveyrolat 2000 · Marco Pantani 2002 · Mario Aerts 2006 · Patrice Halgand 2010 · Jérôme Pineau 2016 · Thomas De Gendt 2020 · Richard Carapaz 2023 · Marc Soler
serviceKoers

Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.