reportage
longread
interview

De fichebak van Michel Wuyts. Het mysterie ontrafeld

11min leestijd   door Dries De Zaeytijd op 07 mei 2024
Verzamelaars beschikken doorgaans over een uitgebreid wenslijstje. Vaak is dit lijstje op te delen in een categorie haalbare objecten en een categorie droomobjecten. Dat is voor KOERS niet anders. In ons droomlijstje bevindt zich zonder meer ook de roemruchte fichebak van Michel Wuyts. Wij trokken op pelgrimage naar Scherpenheuvel en aanschouwden voor het eerst dit kleinood. ‘Als men naar iconische ornamenten vraagt, is het einde nabij.’ Also sprach Michel Wuyts.

Michel Wuyts (°1956) voorstellen zou eigenlijk niet moeten gebeuren. Maar omdat we rekening houden met een nieuwe, jongere generatie lezende wielerfans doen we het toch. Wuyts kan je kennen van de gevleugelde woorden ‘Tommeke Tommeke Tommeke, wat doe je nu’ (WK Madrid 2005). Of van de uitspraak ‘Het is, het is het is,… ik weet het niet’ (Ronde van Vlaanderen 2020). Youtuben maar.

De Leuvenaar voorziet de wielerminnende kijker van de openbare omroep om en bij de dertig jaar – grosso modo tussen 1990 en 2020 – van deskundig commentaar. Wie in die dagen koers kijkt, weet dat de stem van Michel het omgevingsgeluid van de huiskamer voor minstens vier uur bepaalt.

Vanuit een onooglijk kleine commentaarcabine in de aankomstzone van deze of gene koers vertaalt de voormalige schooldirecteur drie decennia het wedstrijdverloop naar een meeslepend epos, met op het einde vaak een passende, intussen in het collectief geheugen gebeitelde quote.

Onmisbare bron in het oeuvre van Wuyts: de Fichebak, een verzameling zelfgeschreven losse steekkaarten met een weliswaar haast mythische uitstraling. Niemand wist precies welke info de wielercommentator op die fiches noteerde of welke renner nu wel of niet een eigen steekkaart had. De waas van mysterie werd nog versterkt door de uiteenlopende verhalen over de afmetingen van de Fichebak, variërend tussen de omvang van een valies tot het volume van een mini-zakbijbeltje. Wij konden Michel overtuigen om voor eens en voor altijd klaarheid te scheppen.

Ivan & Mark

Wuyts: “Mijn oma had een kruidenierszaak, waar je zowat alles kon kopen. Van metaalwaren tot snoepgoed. In volle Merckx-periode – het era waarin ik opgroeide – werd kauwgom nog verkocht met prentjes van renners. Met op de achterkant telkens een korte biografie van de coureur in kwestie. Dat triggerde mij.

In die mate dat ik dat bijzonder snel ben gaan nabootsen op zelfgemaakte fiches. Ik denk dat ik toen zo’n vijftig van die fiches heb gemaakt. Ik heb die ook zo lang als mogelijk bijgehouden, omdat dit een soort ornamenten zijn van een jeugd die bij mijn grootmoeder op een prettige manier verliep. Ze zijn intussen helaas verdwenen; verloren tijdens een grote opruimactie, samen met andere relikwieën. Maar je kan wel stellen dat hier de fundamenten werden gelegd voor mijn fichebak. Het is feitelijk een soort voortzetting.

Ik denk dat ik toen zo’n vijftig van die fiches heb gemaakt. Ik heb die ook zo lang als mogelijk bijgehouden, omdat dit een soort ornamenten zijn van een jeugd die bij mijn grootmoeder op een prettige manier verliep.
Michel Wuyts

Toen ik begin jaren ‘90 mijn entree maakte op de sportredactie, waren er twee journalisten die een gelijkaardig systeem hanteerden: Mark Vanlombeek en Ivan Sonck. Zij hebben mij er toe aangezet om een eigen systeem te ontwikkelen. Mark hield fysiek kleine fiches bij en had twee stapeltjes. Een pakket met individuele fiches, renner per renner, en een pakketje met ploegen waar hij de zeges per ploeg op noteerde. Ivan had dan weer een uitgebreide verzameling fiches van atleten.

Sonck is intussen 70 jaar en houdt zich nog altijd bezig met zijn fiches. Hij heeft wellicht de grootste verzameling steekkaarten die de jaren hebben overleefd. Toen ik op de redactie van de toenmalige BRT begon, waren zij al incontournable. Vanlombeek en Sonck werkten hun fiches bij tijdens hun uren op de redactie. Dat was werktijd voor hen.

Als jong redactielid kon je je dan niet permitteren. Ik deed toen shiften in functie van het journaal. Het is pas als je ingeschakeld werd in de rechtstreekse verslaggeving dat je enkele voorbereidingsdagen kreeg. Te weinig naar mijn gedacht, maar daar moest je het mee doen.”

Olympische Spelen

“Als ik me niet vergis, startte ik met mijn eerste echte fiches richting Olympische Spelen in Barcelona in 1992. De wegwedstrijd werd nog betwist door amateurs. Het was zeker niet mijn bedoeling om het volledige peloton dan al op steekkaart te hebben. Ik had wel een stevige waaier aan favorieten geselecteerd. Die fiches boden me een houvast tijdens de uitzending, en dat is eigenlijk altijd zo gebleven tot op vandaag.

Van winnaar Fabio Casartelli had ik een fiche, net zoals van de Belgische selectie. Die bestond uit drie man: Geert Omloop, Erwin Thijs en Michel Vervaecke. Hun fiches heb ik toen niet veel moeten bovenhalen wegens al snel verdwenen uit koers.

Was het nodig om een fiche aan te leggen van iemand die je maar één keer in je leven zal vernoemen? Moet je die allemaal in kaart brengen?
Michel Wuyts

Ik vond het toen al belangrijk om enkele dagen op voorhand aanwezig te zijn op de plek van de koers. Zo had je de tijd om een resem lokale wielerbladen en kranten aan te schaffen. Om dan als dewiedeweerga naar je hotelkamer te trekken en er uren mee bezig te zijn.

Van internet was toen nog geen sprake. In die dagen bestond een peloton uit 500 man. Was het nodig om een fiche aan te leggen van iemand die je maar één keer in je leven zal vernoemen? Moet je die allemaal in kaart brengen?

Het was wel interessant om tijdens de Vuelta info over een assortiment kleinere Spaanse renners bij de hand te hebben, omdat je er gif kon op innemen dat die mannen zich zouden tonen. Maar voor de rest van het seizoen kon je daar niet veel mee.”

Dagelijkse besogne

Ik hanteer eigenlijk altijd de regel: van zodra er iemand een top tien plaats haalt in een WorldTour-koers, krijgt hij een fiche. Alle fiches worden geschreven door mij, voor mijn gebruik. Ik gebruik wel voor de hand liggende afkortingen maar voor een buitenstaander zijn die niet altijd even vlot te ontcijferen.

Alles moet zo bondig mogelijk genoteerd worden, want je moet eigenlijk alles in een oogopslag kunnen zien. Dat is natuurlijk een probleem bij een renner als Mark Cavendish, die sinds 2005 profrenner is en jarenlang de zeges aaneenreeg. Mark neemt intussen al acht fiches recto verso in.

Het schrijven zelf doe ik met een Japanse pen. Mijn oom had een verzameling dure pennen en ik vond dat wel prettig. Dus vroeg ik vanaf mijn 18de verjaardag steevast een pen als cadeau. Europese pennen hebben de gewoonte om te verharden als je er een tijdje niet mee schrijft. Bij Japanse pennen zit er in de inktvulling een balletje dat zorgt voor circulatie en kan je altijd schrijven.

Mijn fichebak was van meet af een dagelijkse besogne. Mijn vrouw zegt dan wel eens: 'Moet dat nu weer vandaag?'
Michel Wuyts

Mijn fichebak was van meet af een dagelijkse besogne. Het maakt het qua tijdbesteding daarom ook wel korter. Mijn vrouw zegt dan wel eens: “moet dat nu weer vandaag?”. Als ik niet thuis ben, zet ik in mijn agenda onderaan een blokje met uitslagen. Die zet ik dan later over op mijn fiches. Nu dus nog. Het is een vorm van bezetenheid. Maar ik heb dat nooit als werk ervaren. Als je van je hobby je werk kan maken, moet je eerder gewag maken van een verslaving.

Fiches van renners die gestopt zijn, zitten hier in een kast in mijn bureau. Ieder jaar, in het voorjaar als ik mijn bak reinig, dan leg ik die fiches bij op mijn stapel in de kast. En dat loont. Als ik een stuk schrijf voor Bahamontes, dan zoek ik wel nog eens die oude fiches op. Eén fiche blijft consequent steken in mijn fichebak: die van Tom Boonen. Hij is en blijft een referentiepunt. Ook als heeft hij jaren terug zijn fiets aan de haak gehangen. Wat die allemaal kon!”

Gouden regels

“Mijn gouden regel was en is: het moet zo compact mogelijk zijn. Zowel de fiches als de bak waarin ik de fiches bewaar. Zeker in de Tour. Als je naar de Tour gaat, dan heb je een koffer met kledij voor 23 dagen en in mijn geval ook nog een sportzak omdat ik elke ochtend uit lopen ging. En dan had ik ook nog eens een trolly bij met allerhande info. Roadbooks van de organisatie maar ook mijn eigen logboek.

Ik heb het wel eens overwogen om mijn fichebak op laptop over te zetten, maar ik had dat nooit gedaan omdat het essentieel is dat je je uitgaand scherm nooit verlaat. Je moet constant gefocust blijven.
Michel Wuyts

Een A4-schriftje is dat, met relevante uitslagen, klassementen en ook ideeën. Allemaal genoteerd in compacte steekwoorden en met de nodige fluokleurtjes. Met twee A4’s heb ik voldoende voor een uitzending van zes uur. Als ik dan op mijn commentaarpositie kwam, bekeek ik eerst de schikking. Logischerwijs zou die cabine er eigenlijk hetzelfde moeten uitzien als daags voordien, maar die cabines worden snel neergekwakt. Idem met schermen en kastjes. Dus altijd anders.

Mijn eerste overweging was dan steeds: waar zet ik mijn bak? En in principe is dat zo dicht mogelijk bij het scherm. En dan kom ik bij gouden regel nummer twee. De fichebak kan alleen maar daar staan omdat je dan in een oogopslag de renner bezig ziet en zijn fiche kan lezen. Ik heb het wel eens overwogen om mijn fichebak op laptop over te zetten, maar ik had dat nooit gedaan omdat het essentieel is dat je je uitgaand scherm nooit verlaat. Je moet constant gefocust blijven.”

Hannes Tahon

“Mijn fichebak is met de jaren steeds minder belangrijk geworden. Tijdens de laatste Touredities, wanneer de typische vluchtersgroep met een aantal Franse renners en een exoot aan kop reden, stak ik mijn fiches klaar, schuin in de bak, grijpklaar. En als de winnaar bekend was, haalde ik zijn fiche boven.

De laatste zeven, acht jaar bij de VRT heb ik me er op betrapt dat ik maar één fiche tijdens de koers uithaalde. Dat was vooral te wijten – of te danken aan Hannes Tahon. Hij was en is maniakaal bezig met zijn vak als cabineassistent. Hannes beschikt over een onevenaarbare kennis en accuraatheid. Hij gaat verder dan wie ook in het sprokkelen van informatie. Hannes was de eerste die renners via sociale media individueel contacteerde. Voor de start van iedere Grote Ronde had hij een pakket met A4-tjes klaar, vol weetjes over alle deelnemers. Dan wordt mijn fichebak haast triviaal en fungeert ie slechts als een back-up.

Voor de start van iedere Grote Ronde had Hannes Tahon een pakket met A4-tjes klaar, vol weetjes over alle deelnemers. Dan wordt mijn fichebak haast triviaal en fungeert ie slechts als een back-up.
Michel Wuyts

Tijdens Milaan-Sanremo in het voorjaar van 2023 – mijn tweede Primavera voor VTM – nam ik mijn fichebak zelfs niet mee. Dat moet zowat de allereerste keer zijn geweest. Ik heb er een week over gedaan: neem ik ze mee of niet? Die twijfel ontstond toen we hoorden dat we het op de vlucht naar Italië moesten doen met handbagage. Finaal besliste ik om ze thuis te laten. Ook al omdat ik naast iemand zat die vers uit het peloton komt. Ik dacht: Jan Bakelants gaat mij dingen kunnen vertellen die niet op die fiches staan.

Het is ook niet noodzakelijk om alles te vertellen over een vluchtgroep met acht Italianen en een Est. Als een van de zussen van die renners het tot Miss Toscane heeft geschopt, dan wil ik dat wel zeggen. En dat zijn de zaken die Hannes Tahon weet, bij uitstek. Ja, ik koppel nog geregeld terug naar VRT.”

Nostalgie

“Het feit dat ik mijn fiches nog steeds aanvul, heeft een stuk met nostalgie te maken. Maar ik kan het ook niet laten. Dat bijhouden stimuleert mijn hersenen. Ik heb een fotografisch geheugen. Als ik iets lees, onthoud ik dat beter. En als je het zelf hebt geschreven, dan heeft het tijd gehad om te verankeren. Zo probeer ik tegelijk de nostalgie in stand te houden.

Ik voel me soms een beetje zoals Jomme Dockx, die slome, alles op papier noterende, klerk uit de tv-reeks De Collega’s. Bovendien vind ik mijn fiches nog altijd gebruiksvriendelijk. Als andere commentatoren overweg kunnen met een tweede of derde scherm om online info op te zoeken en tegelijk alles in het oog kunnen houden: ok voor mij. Maar ik hoor het wanneer iemand iets afleest.

José is dat spontaan beginnen te doen. Ik zag hem op een gegeven moment tussen zijn benen kijken. Ik dacht, heeft ie nou jeuk? Of ongepaste gevoelens? Neen, dan zat ie te scrollen en was hij naar jeugduitslagen aan het zoeken.
Michel Wuyts

Ik volg heus wel cyclingnews.com en zo maar hanteer dergelijke sites eens tijdens een uitzending? Scrollen is dodelijk voor een commentator. Tenzij de co dat doet. José is dat op een bepaald moment spontaan beginnen te doen. Ik zag hem op een gegeven moment tussen zijn benen kijken. Ik dacht, heeft ie nou jeuk? Of ongepaste gevoelens? Neen, dan zat ie te scrollen en dan was hij naar jeugduitslagen aan het zoeken. En gooide dat er dan plots tussen.

Als Hannes Tahon bij je zit, dan reken je op hem. Je honoreert zijn werk door bij uitstek zijn A4-tjes te gebruiken. Dan is dat een kwestie van respect. Weet je, het komt er eigenlijk op aan om zoveel mogelijk bronnen binnen te krijgen. Ervaring leert dan wat je filtert. En wat je daar dan van op antenne gooit en op welk moment.”

Etappe #09

Benieuwd naar meer verhalen? In Etappe #09(2023) zetten we niet alleen de Fichebak van Michel Wuyts in de kijker, je ontdekt er meer over de verzamelaar in Sep Vanmarcke, Jef Scherens en Tourwinnaar Jan Janssen.

Haast je richting onze shop!

KOERSshop

Michel Wuyts

Michel Wuyts (Leuven, 22 december 1956) is een Belgisch journalist, commentator, schrijver en schrijver over de wielersport. Sinds 1 februari 2022 werkt hij voor DPG Media.
serviceKoers

Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.