reportage
longread

Het wielerleven van Noël Demeulenaere: “Hij pleegde enkele telefoontjes en het probleem was opgelost”

18min leestijd   door Tom Vandenbussche op 12 maart 2024
Enkele zinnen volstaan niet om het leven van Noël Demeulenaere (85) te beschrijven. Politicus, zakenman én wielerliefhebber in hart en nieren. Maar vooral een man die vier decennia lang tal van nieuwe wielersponsors aanbracht, honderden (ex-)coureurs werk gaf en meerdere wedstrijdorganisatoren uit de nood hielp. Zeggen zij die het kunnen weten: “Noël was een vrijgevig man die een enorm hart voor de koers had en graag jonge mensen de kans gaf.” Een portret.

Op zijn tiende raakt Noël Demeulenaere, een zoon van een vlaswerker uit Wielsbeke, gefascineerd door zijn koersende dorpsgenoot Boudewijn Devos. Devos is een prima liefhebber die er een gewoonte van maakt om met de fiets van en naar de koers te rijden, zelfs als dat 50 km ver is. De kleine Noël vergezelt hem zo vaak als hij kan. In het wiel van Devos raakt hij in de ban van de wielersport.

In de jaren 60 supportert Demeulenaere als twintiger voor een andere renner uit de streek, Julien Ghekiere uit Sint-Eloois-Vijve. In het dagdagelijkse leven gaat de Wielsbekenaar, die aan de universiteit intussen zijn studie Toegepaste Economische Wetenschappen heeft afgerond, vanaf 1959 aan de slag bij Roger De Clerck, met wie hij het textielbedrijf Beaulieu uitbouwt. 45 jaar lang zou hij er een belangrijke rol blijven spelen.

Debuut bij Flandria-Beaulieu in 1972

In 1972 zet Demeulenaere op 33-jarige leeftijd zijn eerste echte stappen in het wielerpeloton, wanneer Mars zich terugtrekt en de ploeg Flandria op zoek is naar een nieuwe cosponsor. Demeulenaere zorgt ervoor dat Beaulieu erbij komt, goed voor een kapitaalsinjectie van drie miljoen Belgische frank (75.000 euro, red.), in die tijd een pak geld. Het is de eerste keer dat hij zijn hobby gebruikt om zaken te doen en het zal niet bij die ene keer blijven.

“Ik heb drie dingen gedaan in mijn leven: politiek, zaken en sport”, vertelt Demeulenaere in 2014 in Bahamontes. “Hoe meer die drie aspecten elkaar konden aanvullen en bevruchten, hoe beter. Via de sport zijn er veel deuren voor mij opengegaan. Ik heb er veel contacten gelegd die me later in de zakenwereld goed van pas zijn gekomen. En omgekeerd.”

Ik heb drie dingen gedaan in mijn leven: politiek, zaken en sport.
Noël Demeulenaere

Flandria-Beaulieu groeit uit tot een wereldploeg met grote namen als Jan Janssen, Joop Zoetemelk en vanaf 1 oktober ook de West-Vlaamse neoprof Freddy Maertens. Demeulenaere heeft een boontje voor zijn provinciegenoot, die een fantastische carrière uitbouwt (twee wereldtitels, drie keer de groene trui in de Tour) maar niet goed met geld om kan en daardoor financieel moeilijke tijden beleeft.

Wanneer Maertens na afloop van zijn carrière financieel en fiscaal aan de grond zit, is Demeulenaere samen met de belastingexperts van Beaulieu jaren bezig om Maertens’ problemen op te lossen en bezorgt hij hem met zijn connecties zelfs een job als verkoper van Assos-kledij in Vlaanderen. Maertens is daar Demeulenaere nog altijd dankbaar voor.

In het boek ’40 + 40 = 70’, het boek over het wielerleven van Demeulenaere dat in 2010 verscheen, schrijft hij zelfs een paginagrote bedankingsbrief. “Meneer Noël is een brave man die voor de wielersport en zeker voor mij veel heeft gedaan”, vertelt Maertens nu. “Hij heeft in de loop der jaren heel wat kritiek gekregen, omdat hij een pak renners een profcontract gaf nadat ze hem zogezegd geld onder tafel hadden gegeven. Ik geloof daar niets van.

Weet je wat ik onthoud? Dat het aantal sponsors dat meneer Noël de wielerwereld heeft binnengebracht, ongelofelijk is. Omdat hij in de zakenwereld zat, kende hij veel mensen. Bovendien had hij de gave om die mensen te overtuigen. Op dat vlak kan je hem een beetje vergelijken met Patrick Lefevere. Maar meneer Noël had nog meer relaties.”

Maertens herinnert zich ook nog goed een etappe in Parijs-Nice. “Meneer Noël en zijn vrouw stonden me aan de finish op te wachten. Ik won de rit en gaf de zegebloemen na afloop aan zijn vrouw. Meneer Noël stond daar voor mij. Hij was een enorme wielerliefhebber.” Vooral op het einde van zijn carrière en erna blijkt Demeulenaere van onschatbare waarde. Maertens: “Ik durf te zeggen dat hij één van de belangrijkste personen in mijn leven is geweest. En zulke mensen vergeet je niet.”

20 jaar ASS

Na het wielerseizoen 1972 duurt het een poos vooraleer Demeulenaere nog eens rechtstreeks betrokken is bij het aanbrengen van sponsors in de wielersport, maar vanaf 1979 is er geen houden meer aan. Een bescheiden bloemlezing: Eurosoap, Europ Decor, Euroshop, Bosal, Sunair, VTM, BCE Snooker, Leaseplan, Marc Zeepcentrale, Hitachi, Isoglass, Robland, Collstrop, Assur Carpets, Industriebouw Willy Naessens, Ideal, Palmans, De Federale Verzekeringen, Moquette City… Ook bij topteams als GB-MG, Lotto (met cosponsors Mobistar, Berryfloor, Adecco en ABX) en US Postal (met cosponsor Berryfloor) is Demeulenaere in de loop der jaren nauw betrokken.

Zelf houdt hij de mooiste herinneringen over aan het Belgisch-Italiaanse topteam GB-MG, dat in 1992 het levenslicht ziet. “Met Cipollini, Ballerini, Museeuw, Baldato, Rebellin, Chioccioli en Tchmil was dat een superteam”, vertelt Demeulenaere jaren later. “De ploegentijdrit die we in de Tour van 1994 wonnen, is een van de mooiste herinneringen uit mijn carrière. Ik zat in de volgwagen en zag onze ploegtrein door de straten van Duinkerke razen. Fantastisch was dat.”

De meeste sponsors worden door Demeulenaere in de wielersport geïntroduceerd via een naamloze vennootschap met een open boekhouding: ASS N.V. of Advertising and Sponsoring Service. ASS moet ervoor zorgen dat heel wat potentiële investeerders de wielersport niet de rug toekeren, wat tot dan door de amateuristische manier van werken wel te vaak het geval is.

ASS wordt in 1984 opgericht en blijft sterk actief in de wielersport tot en met 2003. In die periode slaagt Demeulenaere erin om 320 renners werk te bezorgen, samen goed voor ruim 600 overwinningen. Christophe Sercu, nu ploegmanager van Team Flanders-Baloise en sportief directeur van de Zesdaagse van Gent, werkt bij ASS acht jaar voor Demeulenaere. De zoon van gewezen pistelegende Patrick geniet een economische opleiding en wordt bij ASS algemeen manager.

ASS was wel de voorloper van wat elke profploeg nu heeft. Het was zowat het juridisch vehikel van een ploeg waarbij Noël zijn volledig netwerk aansprak om zoveel mogelijk sponsors naar de wielersport te halen.
Christophe Sercu

“Eerst van één wielerploeg, maar na verloop van tijd behoorden meerdere teams tot onze structuur”, vertelt Sercu. “Eigenlijk oefende ik toen al de job uit die ik nu uitoefen, al is alles in die 30 jaar wel heel erg geëvolueerd. E-mails en gsm’s bestonden nog niet. Een contract van een renner telde toen 2,5 pagina’s, terwijl dat er nu twaalf zijn. Het is net als de maatschappij allemaal veel complexer geworden. Maar ASS was wel de voorloper van wat elke profploeg nu heeft. Het was zowat het juridisch vehikel van een ploeg waarbij Noël zijn volledig netwerk aansprak om zoveel mogelijk sponsors naar de wielersport te halen.”

Sercu kijkt met plezier terug op zijn periode bij ASS. “Ik was 24 jaar, had een jaar in Duitsland voor de Zesdaagse van Bremen gewerkt en was al aan de slag voor Gentse Zesdaagse, maar je moet altijd van één iemand de kans krijgen. Ik ben Noël heel dankbaar dat hij mij die kans gegeven heeft. We zijn elkaar tegengekomen op een moment dat hij iemand zocht waarmee hij wilde samenwerken, iemand met een economische achtergrond die het wielermilieu kende. Ik ben op zijn voorstel ingegaan, maar niet met de gedachte dat ik 31 jaar later nog altijd dezelfde job zou uitoefenen.”

Dorpsgenoot Niko Eeckhout

Demeulenaere is van 1983 tot 1994 burgemeester van Wielsbeke. Daarna blijft hij twaalf jaar als OCMW-voorzitter in zijn dorp actief. Een renner die in die periode een speciale plek in het leven van de Wielsbekenaar inneemt, is een talentvolle dorpsgenoot. Zijn naam: Niko Eeckhout. De twee kennen elkaar al lang, want Eeckhouts mama is gemeenteraadslid in Wielsbeke wanneer Demeulenaere er de plak zwaait.

Bij de liefhebbers won ik een pak grote koersen, maar toch moest ik rekenen op relaties. Het was Noël die ervoor gezorgd heeft dat ik in 1992 stagiair en in 1993 prof bij Collstrop werd.
Niko Eeckhout

“Ik heb met Noël altijd een andere band gehad dan andere renners”, vertelt Eeckhout. “Hij was burgemeester van het dorp waar ik woonde en is intussen ook de schoonvader van mijn zus. Begin de jaren 90 leefden we in een ander tijdperk. Prestaties alleen volstonden niet in de koers. Relaties daarentegen waren een meerwaarde.

Een team als Topsport Vlaanderen, dat bestond nog niet. Per jaar konden in België maximum twee, drie renners neoprof worden. Bij de liefhebbers (nu elite zonder contract, red.) won ik een pak grote koersen, maar toch moest ik rekenen op relaties. Het was Noël die ervoor gezorgd heeft dat ik in 1992 stagiair en in 1993 prof bij Collstrop werd.”

Als neoprof wint Eeckhout meteen acht wedstrijden. “Ik was dus wel degelijk bekwaam, terwijl heel wat andere renners Noël nodig hadden wanneer het op sportief vlak minder goed ging. Daardoor kreeg hij de naam van mecenas. Noël kon iemand aan een job als profwielrenner helpen.

Het waren andere tijden dan nu. Veel zaken werden toen opgelost met een telefoontje of met relaties. Noël was iemand die bepaalde mensen, die om welke reden dan ook tegenslag hadden gekend of ergens bedankt waren voor bewezen diensten, een tweede kans kon schenken. Er zaten daar zelfs heel wat grote namen tussen: Gert-Jan Theunisse, Adrie van der Poel, Eric Van Lancker…”

Paul De Baeremaeker, intussen 81 jaar, stond twee decennia lang aan het hoofd van kleinere profteams, zoals TeVe Blad, La William, Assur Carpets, Willy Naessens, Palmans, Collstrop, Ipso en Flanders. Ook hij deed geregeld beroep op Demeulenaere. “Noël was een echte wielerliefhebber die het goed meende met de sport. Alles wat koers was, zag hij graag. Bij heel wat ploegen hielp hij renners aan een contract. Ook mij hielp hij vaak uit de nood. Als ik een sponsor te weinig had, kon ik bij hem terecht. Zo heeft hij in de jaren 90 onder meer het bedrijf van Willy Naessens aangebracht.”

Vipchauffeur Roger De Vlaeminck

Sport opent alle deuren, laat Demeulenaere zich in de loop der jaren meerdere keren ontvallen. “Als je bij klanten op bezoek gaat, is een babbeltje over de koers snel gedaan en is het ijs gebroken. Ooit zaten we bij Beaulieu urenlang aan tafel met de top van brouwerij Stella. Op het einde hadden we het over de koers en vertelde de grote baas van Stella plots dat hij één droom had: ooit eens Parijs-Roubaix volgen in de wagen van Roger De Vlaeminck. Toevallig vond die koers de zondag erna plaats. Doodgelukkig was die man. Het is een eenvoudige anekdote, maar het toont wel meteen ook het belang van wielersponsoring.”

De Vlaeminck herinnert het zich alsof het gisteren was. “Ik deed alles voor Noël. Zo iemand kom ik nooit meer tegen. Vaak nodigde hij zakenrelaties uit in zijn favoriete restaurant, ’t Houtvuur in Waregem. Ik moest mee aan tafel om met die mensen over de koers te praten. Dat was mijn job. Een fantastische job. Het was een ongelofelijke periode met Noël aan mijn zijde. Ik zou het zo willen herbeleven, maar ik vrees dat het er niet meer van zal komen.”

Nadat hij in 1984 zijn carrière beëindigt, wordt De Vlaeminck privé- en vipchauffeur van Demeulenaere. “Ik heb me geamuseerd met Roger”, vertelt Demeulenaere later. “Hij is altijd een enfant terrible geweest, vooral omdat hij altijd zegt wat hij denkt. Ik hou daar wel van.” Het respect is wederzijds. De Vlaeminck: “In mijn ogen is Noël de beste mens ter wereld. Ik kan geen slecht woord over hem vertellen. Hij was een gevoelig persoon, net als ik. Hij was dan ook iemand die een minder getalenteerde renner toch in een van zijn ploegen opnam.”

Demeulenaere en De Vlaeminck beleven onvergetelijke tijden. “Jarenlang heb ik Noël geregeld naar Duitsland moeten voeren, 300 tot 400 km ver. Daar moest ik wachten in de auto of iets eten in een restaurant, terwijl hij zat te vergaderen. Ook naar Zwitserland voerde ik hem vaak. We gingen samen naar de trouw van Mario Cipollini in Italië, waar we in allerijl een boeket bloemen bij een plaatselijke pastoor konden bemachtigen.

En elk jaar in juli reden we samen tot in Wevelgem, namen we daar het vliegtuig en volgden we in Frankrijk twee of drie ritten in de Tour. Op het vliegtuig zorgde ik voor zijn zakenrelaties. Eén van die keren moest ik een megafoon meenemen, alleen bleek in het vliegtuig dat ik die in mijn auto was vergeten. Daarop zei Noël doodleuk: straks kan je met de piloot naar Wevelgem terugvliegen om hem op te halen. (grijnst)

Wist je trouwens dat Fons De Wolf door Noël al 30 jaar kwaad op mij is? Fons moest eens naar zijn kantoor komen, terwijl ik in een ander zaaltje wachtte. Fons zocht een ploeg en Noël zou dat wel regelen, verzekerde hij hem. Maar toen Fons vertrokken was, zei Noël tegen mij dat hij hem niet de ploeg wilde, alleen moest ik het hem wel zeggen. Nooit meer heeft Fons tegen mij gesproken. Hij is duidelijk boos op mij, maar ik niet op hem, hoor.”

40 minuten telefoneren voor Andrei Tchmil

Demeulenaere speelt ook een belangrijke rol in de carrière van Andrei Tchmil, die in de voormalige Sovjetunie opgroeit en later tot Belg wordt genaturaliseerd. In 1994 wint Tchmil een legendarische Parijs-Roubaix na een heroïsch duel met Johan Museeuw. Later volgen ook zeges in Milaan-San Remo en de Ronde van Vlaanderen.

“Mijn allereerste ontmoeting met Monsieur Noël was op het WK in Stuttgart in 1991”, herinnert Tchmil zich nog heel goed. “Net ervoor had ik enkele wedstrijden in Italië gereden en er een contract voor 1992 bij MG getekend. Die ploeg reed veel wedstrijden in België en aangezien ik vaker in dat land wilde koersen, was het een interessante ploeg voor mij. In Stuttgart reed ik naar de start en zag ik plots een man wandelen.

Ik zag dat het geen ploegleider of verzorger was. Hij droeg een hoed. Ik dacht eerst dat het een toerist was, maar plots zag ik dat het Monsieur Noël was. Ik wist wie hij was, maar kende hem nog niet persoonlijk. Ik groette hem, waarna hij riep dat hij mij nog iets wilde zeggen. Wil je volgend jaar bij ons komen rijden? vroeg hij. Ik antwoordde dat ik net bij MG had getekend. Daarop zei Monsieur Noël: welkom in het team. (korte stilte)

Weet je, voor mij was dat een heel speciaal moment, want GB was een Belgische bedrijf (supermarktketen, red.). Het bleek hét begin van mijn carrière als klassiek renner in België, een periode die mij zoveel moois heeft geschonken. MG was een Italiaanse ploeg die het goed deed, maar toen GB er dankzij Noël bijkwam, werd het een team van wereldniveau.

In mijn ogen was GB-MG de eerste wielerploeg met internationale allure. Niet zoals PDM of Panasonic, dat vooral Nederlandse renners telde, maar een team met een Mexicaan (Miguel Arroyo, red.), een Moldaviër (Tchmil zelf, red.), twee Polen (Joachim Halupczok en Zenon Jaskula, red.), Fransen, Italianen, Belgen… GB-MG was ook de start van de carrière van de belangrijkste Belgische ploegleider van de voorbije decennia, Patrick Lefevere. We zijn hier dus niet over de kleintjes aan het praten. GB-MG heeft nieuwe wegen voor vele toekomstige topteams geopend.”

Tijdens zijn periode bij Lotto, van 1994 tot 2002, woont Tchmil zelfs een tijd in het centrum van Wielsbeke, het dorp van Noël Demeulenaere. Geen toeval, zo blijkt. “Ik heb talloze uren doorgebracht in zijn bureau, waar je hem altijd kon terugvinden. Ik ken de naam van het dorp niet meer (Sint-Eloois-Vijve, red.), maar ik zou er nu, 30 jaar later, nog blindelings mijn weg naartoe vinden.

Als ik Monsieur Noël nodig had, was hij er voor mij. Ik weet nog heel goed dat ik in mijn beginperiode in België eens een visum nodig had. Het was een ingewikkelde procedure om dat in orde te brengen en na vier maanden zat ik er nog altijd op te wachten. We zouden met de ploeg op trainingsstage vertrekken en de eerste wedstrijden van het nieuwe seizoen kwamen eraan.

Toen was het tijd voor de noodoplossing. Lees: naar het gemeentehuis gaan en Monsieur Noël aanspreken. Nadat ik hem de situatie had uitgelegd waarin ik me bevond, pleegde hij enkele telefoontjes. Na 40 minuten was het probleem opgelost. Internet bestond nog niet, maar al diezelfde dag kwam er op het gemeentehuis een fax met de nodige papieren binnen. Et voilà, het was in orde. Ik kon koersen. Dankzij Monsieur Noël.”

SOS Gent-Wevelgem

Demeulenaere helpt talloze renners uit de nood, maar daar stopt het niet. Wanneer Gent-Wevelgem halverwege de jaren 90 moeilijke tijden beleeft, kan de organiserende club Het Vliegend Wiel op hem rekenen. “Nadat UCI-voorzitter Hein Verbruggen op een bepaald moment meldde dat we niet tot de nieuwe Wereldbeker zouden behoren, mocht de afstand van Gent-Wevelgem nog 200 km bedragen en werden we op woensdag helemaal platgedrukt tussen de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix”, legt toenmalig voorzitter Luc Gheysens uit.

“Het gevolg daarvan zie je heel goed op onze erelijst tussen 1989 en 2005, met winnaars als Gerrit Solleveld, Herman Frison, Wilfried Peeters, Lars Michaelsen, Philippe Gaumont en Geert Van Bondt. Die laatste reed voorop met Johan Museeuw en zijn ploegmaat Peter Van Petegem. Van Bondt mocht winnen. Met alle respect voor die jongen, maar ik ben na afloop niet meer naar de receptie willen gaan.

Het waren moeilijke jaren, zeker toen Het Nieuwsblad in 1995 liet weten dat het zich terugtrok. In een paar maanden tijd heb ik toen de meubelen moeten redden, gelukkig met hulp van Noël en Christophe Sercu.
Luc Gheysens

Het waren moeilijke jaren, zeker toen Het Nieuwsblad in 1995 liet weten dat het zich terugtrok. In een paar maanden tijd heb ik toen de meubelen moeten redden, gelukkig met hulp van Noël en Christophe Sercu. Ook de jaren daarna heeft Noël, dankzij zijn nauwe contacten met heel wat teams, ervoor gezorgd dat we telkens een zo goed mogelijk deelnemersveld aan de start kregen.”

Anno 2024 is Gent-Wevelgem een grote naam in de wielersport. Gheysens: “In 2005 heeft gewezen Tourbaas Jean-Marie Leblanc, met wie ik een goed contact had, ervoor gezorgd dat wij tot de nieuwe ProTour konden toetreden. Nu, nog eens zoveel jaren later, maken we deel uit van Flanders Classics en moet je maar eens de erelijst bekijken (met onder meer Tom Boonen, Oscar Freire, Peter Sagan, Greg Van Avermaet, Mads Pedersen en Wout van Aert, red.). Dat is voor een deel aan Noël te danken en ook Christophe heeft veel gedaan om onze koers indertijd te redden.”

Sercu: “Noël heeft Gent-Wevelgem misschien niet gered, maar toch op zijn minst serieus uit de nood geholpen. Op het moment dat men het heel moeilijk had, heeft hij de juiste duw gegeven om te kunnen overleven. Gent-Wevelgem was overigens niet de enige wedstrijd die Noël sponsorde of waarvoor hij sponsors aanbracht, maar het is wel het bekendste voorbeeld.”

OCMW van de coureurs

Decennialang krijgt Demeulenaere voortdurend mensen over de vloer in zijn bureau in Sint-Eloois-Vijve. Die sociale ingesteldheid, geen neen kunnen zeggen en iedereen willen helpen, noemt hij zelf meerdere keren een ziekte. Het levert hem op een bepaald moment zelfs de eretitel ‘OCMW van de coureurs’ op. Onterecht is dat niet, want op een bepaald moment hadden meer dan honderd renners in het profpeloton, verdeeld over verschillende teams, hun contract aan Demeulenaere te danken.

Eeckhout: “Toen Noël als burgemeester van Wielsbeke werkte, was zijn wachtkamer in Sint-Eloois-Vijve precies een dokterszaal, hoorde ik onlangs. Maar dan niet met zieke patiënten, wel met wielrenners. En zeker in één bepaalde periode van het jaar, wanneer heel wat renners op zoek waren naar een ploeg voor het seizoen erna.”

Toen Noël als burgemeester van Wielsbeke werkte, was zijn wachtkamer in Sint-Eloois-Vijve precies een dokterszaal, hoorde ik onlangs. Maar dan niet met zieke patiënten, wel met wielrenners.
Niko Eeckhout

Andrei Tchmil bekijkt de bijnaam van Demeulenaere vanuit een ietwat andere invalshoek. “Heel België mag hem dankbaar zijn. Ik herinner me nog heel goed enkele discussies tussen ploegleiders over de toekomst van hun team. Telkens was de conclusie dezelfde: als er een probleem met sponsoring is, moest je hulp vragen aan Monsieur Noël. Altijd opnieuw had hij een oplossing klaar.

Maar hij was Moeder Teresa niet. Dat zou willen zeggen dat hij iedereen hielp. Monsieur Noël was anders. Hij hielp veel mensen, maar enkel degenen die het verdienden: mensen die in moeilijkheden zaten en mensen die succes wilden boeken in plaats van in hun luie zetel te liggen. Bovendien had hij niet alleen oog voor het leven van een actieve wielrenner. Hij wist dat er na het leven in de schijnwerpers ook een leven in de vergetelheid volgde. Ook toen was Monsieur Noël er voor ons. Na een wielercarrière hielp hij eveneens mensen aan werk. Dat was een mooi onderdeel van zijn karakter.”

Levenswijsheden

In 2005 houdt Demeulenaere het voor bekeken bij Beaulieu. In die periode komt hij meerdere keren in aanraking met het gerecht vanwege onderzoeken naar financiële wanpraktijken en corruptie. Eind de jaren 2000 zet Demeulenaere, op dat moment een prille zeventiger, ook zijn activiteiten in de wielersport op een lager pitje. “Ik denk dat Noël een paar ontgoochelingen heeft opgelopen en die er finaal voor gezorgd hebben dat hij zich teruggetrokken heeft”, vertelt Eeckhout. “Hij bedoelde het altijd goed, maar er werd ook van geprofiteerd. Ik kan alleen maar benadrukken dat Noël een heel bekwaam persoon was.”

Vandaag ziet de wielersport er helemaal anders uit dan twintig of dertig jaar geleden, maar ook in dit tijdperk zou Demeulenaere volgens Eeckhout zijn plan trekken. Maar wie is Demeulenaere nu eigenlijk echt? “Noël als persoon in een paar zinnen schetsen, is niet eenvoudig”, vindt Christophe Sercu. Andrei Tchmil knikt. “Er zijn veel, heel veel woorden nodig om deze persoon te beschrijven.”

Noël was een vrijgevig man die een enorm hart voor de koers had en graag jonge mensen de kans gaf.
Christophe Sercu

Sercu: “Noël was een vrijgevig man die een enorm hart voor de koers had en graag jonge mensen de kans gaf. Hij was sociaal enorm voelend. En het was een harde werker. Wat hij in het bedrijfsleven heeft bereikt, is fenomenaal. Ik heb als jonge twintiger enorm veel van hem geleerd, voornamelijk op vlak van: hoe zit de maatschappij, het leven en het bedrijfsleven in elkaar? Concrete voorbeelden daarvan geven is moeilijk, maar eenvoudig gezegd komt het erop neer dat bepaalde wetmatigheden die 300 jaar geleden al bestonden over 200 jaar nog zullen bestaan. De omgeving van de mens is veranderd, maar de menselijke trekken en eigenschappen niet.”

Ook Luc Gheysens is vol lof over Demeulenaere. “Hij heeft veel voor de wielersport gedaan”, benadrukt de gewezen organisator van Gent-Wevelgem. “Noël zal ongetwijfeld in de weg van sommige mensen gelopen hebben, maar zo gaat dat nu eenmaal in het leven. (grijnst) Als je te braaf bent, word je weggeblazen.”

Sercu haalt nog een mooi voorbeeld aan. “Zelf was ik harder en principiëler dan Noël. Ik herinner me dat hij op een bepaald moment zei: Christophe, je moet wat milder worden, maar wees gerust, dat komt wel met de leeftijd. Wel, we zijn nu 30 jaar later en ik moet toegeven dat ik effectief wat milder ben geworden. Noël heeft me enorm veel levenswijsheden bijgebracht.”

Noël Demeulenaere

Noël Demeulenaere (15 september 1938) is een Belgische politicus, zakenman en wielermecenas.
serviceKoers

Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.