Op de terugweg uit Frankrijk ontfermt teambaas Patrick Lefevere zich over Johan. Hij praat op hem in en doet hem afzien van zijn plannen om de fiets aan de haak te hangen. Een dag later is het tij helemaal gekeerd en reis ik samen met Johan, zijn vrouw Véronique en zoontje Gianni – nog voor de nationale selectie – naar het Zwitserse Lugano, waar dat jaar het WK zal doorgaan. Nota bene op de 31ste verjaardag van De Leeuw. De dag na onze aankomst gaat Museeuw op verkenning en ontmoet hij onderweg de Fransman Laurent Jalabert. Museeuw en Jaja trainen die dag samen liefst zeven uur.
Na afloop sta ik Johan op te wachten aan het hotel en ben ik getuige van een vreemd voorval. Johan stapt met zijn fiets aan de hand de stoep op als zijn voorwiel uit het frame valt. Het blijkt al snel dat zijn voorvork gebroken is. Gelukkig gebeurde dit niet onderweg. Ik leg snel mijn hand op zijn schouder en zeg: “Beter nu dan zondag, maat. De mecaniciens brengen dit wel snel in orde.” Omdat Johan de afgelopen dagen niet barstte van het zelfvertrouwen, hoopte ik dat hij niet te veel aandacht zou besteden aan die vorkbreuk. Eenmaal in het hotel laat Johan weten total loss te zijn. Over zijn gelegenheidstrainingsmakker heeft hij alleen maar lovende woorden: “Hoe sterk is die, jong? Hij is mijn favoriet voor komende zondag.”
De rest van de week verloopt voorspoedig en zonder noemenswaardige problemen. Bondscoach Eddy Merckx slaagt er in een prima groepssfeer te creëren. Hoe het WK zelf afloopt, weet iedereen. Met een hemels zegegebaar komt Johan over de finish en is wereldkampioen. Alsof hij met zijn armen wil aantonen dat deze overwinning het hoogst gegrepene is. Het is voor het eerst dat Johan een zege zo viert. Meestal spreidt hij zijn armen naast zich uit – nu wijst hij expliciet naar boven.
Voorbij de finish grijpt hij me vast als nooit tevoren. Een innige omhelzing, geluk alom. Wereldkampioen. Ongelooflijk. Dan worden we, druk omstuwd door pers, politie, organisatie en medewerkers, naar het podium geloodst, onder de tribunes door. Plots stopt hij even, grijpt me vast en begint te wenen. Ik krijg het woord wereldkampioen nauwelijks uitgesproken. Al die emotie. Een paar seconden later trekt hij zijn neus op, droogt zijn tranen en zegt: “Kom, we zijn hier weg.” Achter de tribunes lopen we vader en zoon Merckx tegen het lijf. De vreugde is intens, ook om de vierde plaats van Axel. We zetten onze weg verder tot aan het podium. Daar genieten we van een beetje rust en kan ik Johan wat opfrissen voor de podiumceremonie.
Even later straalt de kersverse wereldkampioen op het podium met zijn regenboogtrui en gouden medaille. Hoe mooi is dit. Een dag om nooit te vergeten; misschien wel de mooiste dag uit mijn ‘wielercarrière’. Johan draagt een petje van onze sponsor Mapei, hem snel toegestopt door een medewerker van grote baas Giorgio Squinzi. Maar dat is eigenlijk verboden door de UCI en de petjes-actie levert ons een grote boete op. Maar de pet past perfect op zijn hoofd én de sponsor is tevreden…
Na alle plichtplegingen komt Johan het podium af en stopt mij een doosje in de hand. Een prachtig Tissot-horloge dat hij op het podium overhandigd kreeg. “Hier Dirk, dit is voor jou. Je bent vandaag ook een beetje wereldkampioen geworden na deze helse week.” Ik word stil van dit mooi gebaar en koester dit uurwerk nog altijd. Nu, 25 jaar later, draag ik het nog steeds rond mijn pols.
Vervolgens stappen we naar de dopingcontrole en volgt de persconferentie. Ik wacht achteraan in de zaal met zijn fiets bij me. Plots zie ik Johan druk gesticuleren en iets wegstoppen dat hij net van iemand heeft ontvangen. Na afloop van de vele perspraatjes komt hij naar me toe, graait in de achterzak van zijn regenboogtrui en overhandigt me een witte briefomslag. Het is een speciale eerste uitgifte van een Zwitserse postzegel op de dag van het WK. Met unieke afstempeling. Johan weet dat ik een fervent filatelist ben. Om maar te zeggen hoe de wereldkampioen in elkaar steekt. Enig mooi toch, als je op de dag van je grootste triomf nog denkt aan de postzegelverzamelaar die je soigneur is.
Terug in het hotel is het feest. De bondcoach, het personeel, de vertegenwoordigers van de Belgische Wielerbond en de renners zelf delen in de vreugde. Er wordt meer dan één fles champagne gekraakt… De dag na het WK vertrek iedereen terug naar België. Behalve Johan, Véronique, Gianni en ikzelf. Toch blijkt één journalist nog ter plaatse te zijn. Hij wil een reportage over the day after maken. Maar Johan heeft daar weinig zin in. Dus moet ik een smoesje verzinnen. Die avond, een dag na het WK, wordt de kersverse wereldkampioen eigenlijk nog verwacht voor een diner op het stadhuis van Lugano, samen met de burgemeester en een resem notabelen. Ik geef de journalist het uur door waarop Johan er verwacht wordt… maar niet zal opduiken. Intussen zijn we al lang op weg naar Italië voor de laatste wedstrijd van het seizoen. De eerste koers waar Johan van start zal gaan in de mooiste trui die er bestaat…
Dit artikel verscheen eerder in Etappe #08 (2021).
Het achtste nummer van Etappe staat in het teken van de regenboogtrui. Onder meer Nicolle Van den Broeck, Eloi Meulenberg en Ronse '63 geven kleur aan deze editie.
Zin in meer WK-verhalen? Haast je naar onze shop!
Op 11 april 2004 rijdt Johan Museeuw zijn laatste grote klassieker. Met Parijs-Roubaix wil hij nog één ‘dikke vis’ binnenhalen. Als hij wint,...