Tot bij de amateurs had ik altijd tips gekregen van mijn vader Jef. Hij kende het klappen van de zweep tot in die categorie, hij had nog gekoerst bij de onafhankelijken, zoals dat in die tijd heette. Maar de profs, laat staan de Tour, daar kon hij niet over meespreken. Zo kwam het dat hij mij een paar dagen voor de Tourstart meenam naar Deinze, naar café Aubisque, op zoek naar goede raad, want zelf kende ik de Tour ook alleen maar van op tv.
De uitbater van dat café was Lucien Buysse, die in 1926 de langste Tour uit de geschiedenis had gewonnen. Ik zie ons daar nog met ons drieën aan tafel zitten. Wat Lucien me juist gezegd heeft, weet ik niet meer, maar ik herinner me nog z’n heel grote handen waarmee hij op tafel bonkte. Wat ik ook nog weet, is dat ik daarna met een klein hartje naar dat onbekende grote avontuur in Frankrijk vertrokken ben.
De Tour van 1969 is de geschiedenis ingegaan als de eerste van Merckx. Zelf werd ik twaalfde. Het zou zeven jaar duren, tot ik zelf de Tour won en ook een zegelint kreeg, eer ik Lucien Buysse nog eens terugzag. In 1976, vijftig jaar na zijn overwinning, is hij mij op het na-Tourcriterium van Sint-Niklaas komen feliciteren. Tijdens mijn ereronde mocht hij toen naast mij plaatsnemen in een open Cadillac. Een beeld dat me is bijgebleven. Lucien Buysse was toen al 84, maar je zag dat hij daarvan genoot en trots was.
Het zou de laatste keer zijn dat we elkaar zagen. In 2016, vele jaren na zijn dood, ben ik voor hem wel nog eens teruggekeerd naar Deinze, naar zijn geboortedorp Wontergem, voor een herdenking negentig jaar na zijn Tourzege. Ik herinner me nog dat de lokale brouwer voor de gelegenheid een Buysse Bierke gebrouwen had. Op uitnodiging van het Comité Lucien Buysse mocht ik toen samen met de burgemeester een herdenkingsbord onthullen met daarop het gedicht ‘De adelaar van de Aubisque’ van Willy Verhegghe. Een moment vol symboliek.
Dit artikel verscheen eerder in Het Mooiste van KOERS (2018).
In dit boek worden de allermooiste objecten uit de KOERScollectie in beeld en woord getoond en geduid. Een trui van Fausto Coppi, een trofee van VDB, een fiets van Tom Boonen, handschoenen van Freddy Maertens, een beeld van Eddy Merckx…
Allemaal getuigenissen en erfstukken van wielerheroïek, gekruid met schitterende verhalen van de coureurs zélf,van journalisten, van wielerfanaten.
Parijs, 20 juli 1969. Tourdebutant Eddy Merckx zet België op z’n kop. Hij wint de Tour met meer dan zeventien minuten voorsprong op Roger Pingeon....