Olympische Spelen
retro

Finale in Rio. Het olympisch avontuur van BMX’ster Elke Vanhoof

7min leestijd   door Dries De Zaeytijd op 25 juni 2024
De Olympische Spelen in Rio (2016) zijn voor het Belgisch wielrennen bijzonder succesvol. Naast de gouden plak van Greg Van Avermaet springt ook de bronzen medaille van Jolien D’hoore in het oog. In de schaduw van deze topprestaties steekt een jong Belgisch wielertalent haar neus nadrukkelijk aan het venster. Niet meteen in een ‘traditionele’ tak als het wegwielrennen of de baan, maar wel binnen de BMX-sport. Meer nog, BMX’ster Elke Vanhoof geeft haar visitekaartje af door meteen als zesde te finishen.

BMX – een afkorting voor Bicycle Motor Cross waarbij de X symbool staat voor cross – is een discipline die ontstaat in het midden van de jaren zestig in Californië. Vanuit een verlangen om ook off-road te kunnen fietsen en gebaseerd op de motorcross ontwikkelen fietsadepten de eerste BMX-fietsen. Via Nederland raakt de BMX ook verspreid in België en ontstaan de eerste circuits, speciaal aangelegde zandparcoursen van maximum 400 meter met kunstmatige heuvels en bochten.

Cyclocrosslegende Sven Nys behaalde verschillende nationale titels in BMX en leerde er een pak vaardigheden. In 2008 wordt BMX voor het eerst als olympische sport beoefend tijdens de Spelen in Peking. Pas daarna raakt deze sport ook echt populair in ons land.

Beter dan de jongens

Het BMX-avontuur begint voor Elke Vanhoof (°1991) op 8-jarige leeftijd. Het naar eigen zeggen erg actieve kind wordt aangespoord om veel aan sport te doen. Net in die periode wordt in thuisgemeente Dessel een BMX-parcours aangelegd. Samen met een neef proeft Vanhoof daar voor het eerst van deze sport.

Een jaar later staat de Desselse al aan de start van een wedstrijd. Niet bij de meisjes – wegens te weinig concurrenten – maar wel bij de jongens: ”Het eerste jaar moest ik tegen jongens koersen die een jaar jonger waren dan mij. Ik won alles wat er te winnen viel en werd ook nog eens Belgisch kampioen. Het jaar daarop reed ik bij jongens van mijn eigen leeftijd en pakte opnieuw de titel.

Met als gevolg dat ik in het nieuwe seizoen ingedeeld werd bij jongens die ouder waren dan mij. Dat ging redelijk tot ik ongeveer zestien jaar was. Toen werden de jongens te sterk.”

Naast wedstrijden in eigen land rijdt Vanhoof dan ook al wedstrijden in het buitenland: “Mijn ouders kochten een caravan en zo trokken we onder andere naar Frankrijk en Denemarken. Die caravan werd later vervangen door een groter exemplaar en later door een heuse mobilhome.”


Olympische prestatie

Na haar schoolloopbaan krijgt ze al snel een contract aangeboden bij Topsport Vlaanderen. Voorwaarde is dat ze zich kan kwalificeren voor de Spelen in London (2012), een doelstelling die jammer genoeg niet wordt gehaald. Met als gevolg dat Vanhoof zonder inkomen valt. De Desselse vindt al snel een helpende hand bij Defensie.

Het leger biedt onderdak aan een dertigtal topsporters: “Ik ben sindsdien militair, zij het met een topsportstatuut. Ik kan mijn dagelijkse trainingen doen, maar moet minstens wel zes dagen per jaar beschikbaar zijn voor pr-opdrachten. Voor mij is dit de perfecte combinatie.”

Als ik nu terugkijk op die Spelen, kan ik alleen maar zeggen dat die 6de plaats correct was. Die uitslag weerspiegelde mijn kunnen op dat moment.
Elke Vanhoof

De daaropvolgende jaren bouwt Elke gestaag haar carrière verder uit. In 2015 wordt ze Europees kampioen om een jaar later de finale van de Olympische Spelen in het Braziliaanse Rio te bereiken. Vanhoof eindigt ondanks een eerder opgelopen blessure op een knappe zesde plaats.

Ze schrijft meteen geschiedenis: niet alleen is zij de eerste Belgische vrouwelijke BMX’ster op de Olympische Spelen, ze is meteen ook de eerste Belgische die de finale mag rijden. “Als ik nu terugkijk op die Spelen, kan ik alleen maar zeggen dat die 6de plaats correct was. Die uitslag weerspiegelde mijn kunnen op dat moment.”

Trainen aan 60 per uur

“De Spelen in Rio waren een geweldige ervaring voor mij, zeker op sportief vlak. Je hebt daar keihard voor geleefd en naar toegewerkt. Wat mij opviel tijdens de Spelen was ook de grote media-aandacht. Mijn BMX-finale was zelfs live te zien op Sporza. Stel dat ik wereldkampioen word, dat verschijnt een artikel in de krant of wordt dat vermeld op de regionale zender, maar dat is het dan. De Spelen zijn echt van een ander niveau en dat helpt onze sport vooruit.”

BMX staat garant voor wat het wielrennen op de weg volgens sommigen te vaak mankeert: snelheid, spektakel en van korte duur. In 40 seconden is een wedstrijd afgelopen. Een goeie reactiesnelheid is daarom essentieel: “Je start is ontzettend belangrijk. Vertrekken doen we vanop een acht meter hoge starttoren. Als je dan in koppositie de eerste bocht kan pakken, komen je zeven tegenstanders normaal gezien niet meer over jou.”

Trainen op die startsnelheid en het bochtenwerk doet Vanhoof vooral op de BMX-piste in Zolder. Om de hoge beensnelheid op de baan – een BMX-parcours meet doorgaans om en bij de 350 m – te kunnen volhouden, zoekt Vanhoof de weg op: “Ik hang dan met mijn BMX aan een auto tot die ongeveer 60 km/u rijdt. Dan laat ik los en probeer ik een vijftal seconden die hoge snelheid aan te houden. Even over de limiet gaan dus…”

Zijsprong naar de piste

Dankzij de prestaties van onder meer Elke Vanhoof kent BMX in België een boost. Met het ‘Project 91’ – waarbij ‘91’ niet alleen verwijst naar het geboortejaar van Elke maar ook naar haar vast wedstrijdnummer – wil Vanhoof het BMX’en verder stimuleren.

”Project 91 is een initiatief dat ik oprichtte na de voor mij niet gehaalde Spelen in London. Bedoeling is dat ik kinderen basisskills bijbreng. Op regelmatige tijdstippen trekken we ook naar een BMX-piste in de regio om er te gaan trainen. Op die manier wil ik mijn steentje bijdragen aan de verdere ontwikkeling van deze sport.”

Vanhoof weet zich na Rio ook te kwalificeren voor de Spelen in Tokyo, die door het uitbreken van de pandemie niet in 2020 maar wel in 2021 worden afgewerkt. Daar strandt ze op een 11de plaats. Een jaar na die Spelen wordt de Desselse vanuit Belgian Cycling gevraagd om deel uit te maken van het nationaal vrouwensprintteam, een nieuw project.

“De bedoeling was om ons met dit team te kwalificeren voor de Spelen in Parijs. De piste was niet mijn habitat maar ik maakte snel progressie en stond enkele maanden later al aan de start van het EK. Door mijn sterke explosiviteit kon ik een fundamentele bijdrage leveren aan de ploeg.”

Derde Spelen op een rij

De pisteactiviteiten staan intussen op een lager pitje. Tussendoor bleef Vanhoof actief als BMX’ster maar kent ze de nodige pech. In de loop van 2023 breekt ze haar rug. Begin 2024 volgt dan een polsblessure.

“Ik heb de laatste tijd veel blessures gehad. In die mate dat ik zelfs begon na te denken over het stopzetten van carrière. Maar ik ben ondanks alles blijven doorbijten en heb me zelfs kunnen kwalificeren voor de komende Spelen in Parijs. Ik ga voor de derde keer op rij als BMX’er naar de Spelen!”

Sowieso blijft Elke Vanhoof minstens tot 2025 actief: “Na de Spelen zal ik blijven BMX’en maar zonder druk en minder intensief. Ik wil me dan iets meer toeleggen op de piste. Dat is iets saaier maar wel een stuk veiliger dan een BMX-parcours. Daarnaast wil ik mijn eigen Project 91 verder uitbreiden. De Spelen in Parijs vormen dus zeker geen eindpunt.”

Elke Vanhoof

Elke Vanhoof (Mol, 16 december 1991) is een Belgisch BMX'ster.
serviceKoers

Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.