Ronde van Frankrijk
reportage

Florennes. Capitale de la cyclisme

10min leestijd   door Thomas Ameye op 17 juni 2021
Florennes, een Waalse gemeente met 11.000 inwoners tussen Samber en Maas, is in eerste plaats gekend voor zijn militaire vliegbasis. In 1942 aangelegd door de Luftwaffe en twee jaar later door de Amerikaanse troepen bevrijd, werden er in de jaren tachtig door de NAVO nucleaire kruisraketten geplaatst. Geen nood, sinds 1987 zijn die er niet meer. Vandaag huist de 2nd Tactical Wing van de Belgische luchtmacht in de Base aérienne de Florennes. Florennes is trouwens ook de thuisbasis van twee andere geleide projectielen: Firmin Lambot en Léon Scieur. Samen waren ze aan het begin van de vorige eeuw goed voor drie overwinningen in de Ronde van Frankrijk. Het maakt van Florennes de enige plaats ter wereld waar twee Tourwinnaars zijn geboren, en dat is veel minder geweten. We trokken daarom naar Florennes op zoek naar sporen van dit unicum.

Jony en Jean-Pol

Onze lokale gidsen zijn Jean-Pol Rayp en Jony Van Boven. Jean-Pol is fotograaf op rust en lid van ‘Florennes Demain’, een vzw die zich inzet voor een dynamischer en attractiever Florennes, met het oog op – onder andere – het aantrekken van toeristen. Hij is ook één van de figuren die zich inzet voor een museum rond de geschiedenis van Florennes, waarin Lambot en Scieur ongetwijfeld een hoofdrol zouden hebben.

Het verhaal van Jony is goed voor een filmscript. Zoon van Vlaamse inwijkelingen in Florennes is Jony een ‘adopté de coeur’ van de familie Scieur. Dat zit zo. Zijn ouders huurden in Florennes een deel van de garage van Léon Scieur en baatten er een wasserij uit. Toen de pas twee maanden oude Jony ziek werd, namen Léon en vrouw Louise Tassin de boreling graag in huis. Léon en Louise hadden zelf geen kinderen en konden de baby, buiten de drukte van de wasserij, de nodige zorgen toedienen. Ze ontfermen zich uiteindelijk een maand over Jony en zullen dat de rest van hun leven blijven doen. In die maand hebben ze zich aan de baby gehecht als was het hun eigen zoon. “Je l’ai gardé un mois. Je peut le gardé encore!” zou Louise hebben gezegd. “En ik ben zestien jaar bij Léon en eenentwintig jaar bij Madame Scieur gebleven,” voegt Jony er aan toe.

Lambot en Scieur

Eerste halte in onze Tour de Florennes is de Foyer Culturel. In één van de lokalen zijn de panelen uitgestald van de expo ‘Trois maillots jaunes à Florennes’ die plaatsvond naar aanleiding van de doortocht van de Ronde van Frankrijk in Florennes in 2004. Dat jaar ging de Tour van start met een proloog in Luik. De tweede rit op 5 juli ging van Charleroi naar Namen. In aanvang was er geen plaats voor een doortocht in Florennes, maar na wat lobbywerk door de plaatselijke politiek werd het parcours vijf kilometer omgeleid. Florennes, de gemeente van de twee Tourwinnaars, had zijn Tourpassage! Een pitstop van toenmalig Tourbaas Jean-Marie Leblanc en toenmalig Belgisch premier Guy Verhofstadt te Florennes zette de festiviteiten extra luister bij.

De expo “Trois maillots” brengt het verhaal van de tandem Firmin Lambot-Léon Scieur, beiden geboren te Florennes, en samen goed voor drie Tourwinsten. Firmin Lambot, geboren op 14 maart 1886, wordt na een ‘carrière’ als zadelmaker, in 1908 professioneel wielrenner. In 1911 neemt hij een eerste keer deel aan de Tour de France. Voor de Eerste Wereldoorlog komt hij nog drie keer aan de start. Drie edities die door Belgen (Odiel Defraeye in 1912, en Philippe Thys in 1913 en 1914) worden gewonnen. Een vierde plek in 1913 is zijn beste prestatie. In de eerste naoorlogse Tour in 1919 is het prijs voor Lambot. Hij behaalt de Tourzege nadat leider Eugène Christophe in de voorlaatste etappe fataal veel tijd verliest bij een vorkbreuk. (In 1913 had diezelfde Christophe ook al de leiding verloren na een vorkbreuk op de Tourmalet.) Lambots zege maakt hem tot de allereerste winnaar van de gele trui. De maillot jaune werd immers pas dat jaar geïntroduceerd. Ook bij zijn tweede Tourwinst in 1922 rijdt Dame Fortuna mee met Firmin. Zowel Jean Avaloine (oneindig veel lekke banden), Hector Heusghem (tijdstraf na ongeoorloofde fietswissel na het aanrijden van een hond), als Eugène Christophe (vorkbreuk, wat had u gedacht) moeten inbinden als leider. Lachende vierde Lambot behaalt de eindzege zonder ook maar één rit te winnen. Geluk of niet, kampioen van de regelmaat Lambot trekt aan het langste eind. Trouwens, dwingen kampioenen hun geluk niet gewoon af?

Léon Scieur, geboren op 19 maart 1888, begint pas op zijn tweeëntwintigste met fietsen, nadat hij genoeg geld heeft verdiend in een glasblazerij. In 1913 wordt hij prof, een jaar later neemt hij deel aan zijn eerste Tour en wordt veertiende. Na de oorlog wordt Scieur zowel in 1919 als in 1920 vierde. In 1920 schrijft hij ook Luik-Bastenaken-Luik op zijn naam. Een jaar later, op zijn 33ste, wint Scieur zijn eerste en enige Tour. Met zijn 1 meter 77 en tachtig kilogram moet Scieur in die tijd een imposante figuur zijn geweest. Dat – in combinatie met een krachtige, vastberaden fietsstijl – leveren hem de naam ‘De Locomotief’ op. En Scieur verbruikte blijkbaar ook als een locomotief.

Op één van de expopanelen lezen we dat Scieur tijdens een Touretappe een dertigtal koteletten verwerkte om de dag in het hotel af te sluiten met twee dubbele entrecotes en een rijsttaart (groot formaat!). Een andere anekdote willen we ook niet onthouden. In de voorlaatste rit van zijn succestour, een rit over 433 km van Metz naar Duinkerke, breekt Scieur elf spaken uit zijn achterwiel. Scieur monteert een ander wiel, maar moet volgens het reglement wel aantonen dat het andere defect is. Geen wedstrijdcommissaris in de buurt, begint De Locomotief zijn achtervolging op de kopgroep en rijdt uiteindelijk 300 kilometer tot de finish met het wiel op zijn rug. De as van het wiel boort zich door zijn gele trui en maakte bloedende wonden op zijn rug. Het litteken zal zichtbaar blijven. Zoon Jony bevestigt ons het verhaal.

Déjo et Papau

De zeges van Lambot (1919, 1922) en Scieur (1921) zorgen er met die van Defraeye (1912) en Thys (1913, 1914 én 1919) uiteindelijk voor dat in zeven opeenvolgende edities van de Tour, geen Fransman winnen kan. Absoluut dieptepunt voor de Fransen is 1920 wanneer de eerste zeven plekken voor Belgen zijn. Wanneer ook in 1921 en 1922 zeven ‘petits belges’ zich in eerste tien scharen is het geduld van de Franse supporters blijkbaar op. In 1923 belandt Scieur acht dagen in een ziekenhuis te Lourdes. Oorzaak is het drinken van met arsenicum vergiftigde koffie in de beklimming van de Tourmalet, hem aangereikt door een Franse ‘supporter’. Lambot moet in dezelfde rit opgeven als gevolg van een gesaboteerde trapper. De Tour wordt gewonnen door de populaire Franse renner Henri Pélissier. Een jaar later nemen Scieur en Lambot deel aan wat hun laatste Tour wordt. Ze geven op in de zesde en de achtste rit en zetten ook broederlijk een punt achter hun wielercarrière. Lambot eindigt op tien deelnames uiteindelijk vijf keer in de top vijf. Tot op heden is hij de oudste winnaar ooit. Scieur schaart zich in zeven Tourdeelnames drie keer bij de eerste vijf.

Na zijn wielercarrière legt Scieur zich fulltime toe op het uitbaten van zijn garage, waarmee hij in 1918 was gestart. Later gaat hij ook gas en steenkool verdelen. Lambot woont dan al een tijdje niet meer in Florennes. Al in 1915 vestigde Lambot zich in Antwerpen, zijn verloofde achterna. Lambot runt er eerst een fietswinkel en start later met de verkoop van eigen fietsen. Hij gaat er door het leven als de Waalse Antwerpenaar. De Florennois spreken over Firmin Déjo en Léon Papau. Papau en Déjo verliezen elkaar na hun carrière nochtans niet uit het oog. Zo wordt de familie Lambot bij de V-bombardementen van Antwerpen eind 1944 bijvoorbeeld door de Scieurs in Florennes opgevangen.

Merckx

Hét absolute pronkstuk in de expo is een brief van 15 maart 1968 van grootmeester Merckx aan Scieur. Aanleiding voor het schrijven van Merckx was een artikel in “Sportif 68” waarin Scieur zijn bewondering voor Merckx blijkbaar niet onder stoelen of banken had gestoken, en hem een snelle Tourzege had voorspeld. In de brief laat Merckx weten veel tips te krijgen – goed bedoeld, maar even vaak ondeskundig – maar dat het advies van een Tourwinnaar voor hem van grote waarde is. Ik voel me in staat om de Tour te winnen, maar gezien mijn jonge leeftijd zal het nog niet voor dit jaar zijn, aldus nog Merckx. Merckx besluit zijn brief door Scieur nog vele jaren sportief plezier toe te wensen. Datzelfde jaar staat Merckx nog niet aan de start van de Tour. Hij betwist wel zijn eerste Giro én wint als eerste Belg ooit. Een jaar later, op 20 juli 1969, wint Merckx ook zijn allereerste Tour. België heeft lang moeten wachten op nog een Tourzege. Ze komt er exact dertig jaar op die Sylvère Maes. Ook Scieur heeft blijkbaar op die winst zitten wachten. Op 7 oktober 1969, geen drie maanden na Merckx winst, overlijdt hij te Florennes.

Zelfs in de dood zijn Lambot en Scieur samen. Jony en Jean-Pol nemen ons mee naar de begraafplaats van Florennes. Opvallend veel oorlogsslachtoffers hier. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog zijn veel geallieerde vliegtuigen in deze omgeving neergeschoten. Op deze begraafplaats is ook Léon Scieur, samen met zijn vrouw Louisa, in een familiegraf begraven. Op initiatief van Jony en vader Auguste Van Boven, werd op het graf een gedenksteen voor Scieur én Lambot geplaatst. Want, zegt Jony, niemand in Antwerpen denkt aan Lambot. Lambot stierf op 19 januari 1964 in Borgerhout nabij Antwerpen en zijn graf werd er jaren later geruimd. Scieur en Lambot waren vrienden; wij wilden hen opnieuw samenbrengen!

Côte de Gochenée

Na het afscheid is het tijd voor actie. Onze koersfietsen zijn meegereisd naar Florennes en we besluiten ze dan ook even uit te laten. Waar kan dit beter dan op de Côte de Gochenée, de helling die Lambot en Scieur samen op training tot dertien, veertien keer bedwongen. Vanuit Florennes bereik je Gochenée via Champelle. Van daaruit heb je een prachtig zicht. De weg gooit zich in een rechte lijn naar beneden om zich vanaf de ‘vallei’ van de Hermeton – een zijriviertje van de Maas – opnieuw naar boven te slingeren. Die slingerweg is de Côte de Gochenée. Goed voor een dikke twee kilometer klimmen aan gemiddeld 5% en een maximumknik van 13%, aldus het verkeersbord dat wagenbestuurders waarschuwt. Percentages die je niet meteen van je fiets doen vallen, maar als je zoals Scieur en Lambot veertien beklimmingen aan elkaar rijgt, wordt het andere koek. Wij houden het bij twee klimmetjes. Wegens tijdgebrek uiteraard… En in omgekeerde richting, want fotogenieker. Ooit keren we terug naar dit heuvelend gebied op de rand van de Ardennen, en treden we in het spoor van Lambot en Scieur zoals het hoort; met veertien beklimmingen!

Dit artikel verscheen in Etappe #01 (2012).

Het nummer bevat een waaier aan bijdragen over de Tour en haar Belgische Tourwinnaars. De borstelmaker presteerde het om als allereerste Belg de Ronde van Frankrijk te winnen. In dit nummer maakt Defraeye een gesmaakte rentree.

Zin in meer historische wielerverhalen? Haast je naar onze shop!

KOERSshop
serviceKoers

Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.