Wereldkampioenschap wielrennen
longread
retro

Het blauwe mysterie ontrafeld. Waarom de Belgen het WK niet in het rood betwisten

15min leestijd   door Dries De Zaeytijd op 07 september 2021
Op een wereldkampioenschap onderscheiden deelnemers zich door landenshirts die verwijzen naar de kleuren van de nationale vlag of naar de typische kleur van hun land. Denk maar aan de oranje-tricot van de Nederlandse nationale ploeg of het azuurblauwe Italië. De Belgische nationale wielerploeg vormt met haar blauwe truien een uitzondering. Op onze nationale vlag valt geen blauw te bespeuren en toch koerst ‘onze’ wielerselectie al meer dan een halve eeuw in deze kleur.

Het is een frappante vaststelling. De Belgische wielerselectie gaat in tegenstelling tot andere nationale sportploegen niet in het rood gekleed. Daarmee kan het nationale wielerteam zichzelf ook niet in het rijtje plaatsen van de Rode Duivels/Red Flames (voetbal), de Red Lions/Red Panthers (hockey) of de Belgian Lions/ Belgian Cats (basketbal). Door de blauwe hoofdkleur kunnen Van Aert en co ook al niet aansluiten bij afgeleiden als de Yellow Tigers (volley) of de Zwarte Duivels (rugby) die in hun naamgeving zinspelen op de nationale driekleur. Tot en met 1946 was die link er wel. De Belgische ploeg betwistte het WK in het zwart, om dan in 1948 definitief over te schakelen naar een blauwe trui. Die ommekeer vindt zijn wortels in de Belgische Touravonturen voor en kort na de Tweede Wereldoorlog.

WK in clubtrui

Over de tenues van de deelnemers aan het WK wielrennen op de weg tussen de allereerste, door de UCI erkende editie in 1921 en 1926 valt bijzonder weinig terug te vinden. Wie er de pers van toen op naslaat, merkt dat de aandacht vooral gefocust is op het WK baanwielrennen. Het WK wielrennen op de weg – toen nog voorbehouden voor amateurs – wekt maar weinig interesse en wordt slechts in beperkte mate beschreven.

Een eerste duidelijk aanknopingspunt omtrent de Belgische WK-kledij vormt het wereldkampioenschap van 1927, waar voor het eerst ook profs worden toegelaten. In een interview in Sport ’70 blikt Jean Aerts, winnaar bij de amateurs dat jaar, terug op dat WK: “Ik had niet eens een trui in de Belgische driekleur ter beschikking. De Bond spendeerde in die tijd nog geen geld aan vestimentaire luxe. Ik verscheen in Duitsland in mijn trui van mijn wielerclub Lutèce Sport, waar ik bij aangesloten was. Bij de profs droeg Georges Ronsse zijn gewaad van Automoto, waarvan hij de letters had verwijderd want publiciteit mocht niet op een WK. René Vermandel stond in een kanariegele trui aan de start. We stonden er naast de in hemelsblauw uitgedoste Italianen bij als boertjes van den buiten.”

“Ik had niet eens een trui in de Belgische driekleur ter beschikking. De Bond spendeerde in die tijd nog geen geld aan vestimentaire luxe. "
Jean Aerts

Een jaar later verschijnen de Belgische profs opnieuw zonder nationale trui aan de start van het WK. In Geïllustreerde Sportwereld is te zien hoe Georges Ronsse zegevierend de aankomstlijn overschrijdt in zijn reguliere Automoto-tricot, ditmaal met de merknaam wel goed zichtbaar op de borst. Ook in 1929 is van uniformiteit nog geen sprake. In Sportwereld beschrijft journalist Constant Cleiren de kledij van de drie Belgische deelnemers: “Georges Ronsse stond daar in de Antwerpsche kleuren: rood en wit. Belgisch kampioen Jef Dervaes in zijn nationale trui en Jef Wauters zegt eer te willen aandoen aan den patroon van Brussel. Waarom voor zulke koers niet dezelfde kleuren?”

Anno 1930 lijkt het gebrek aan uniformiteit opgelost. Opnieuw valt in Geïllustreerde Sportwereld te zien hoe de Belgen op een WK voor het eerst getooid gaan in driekleurige truien, die het best te vergelijken vallen met de Belgische kampioenentrui. Dat jaar zijn die nationale truien niet alleen te zien op het WK maar ook tijdens de Ronde van Frankrijk, dan al de grootste rittenkoers ter wereld.

Zweten in het zwart

Om de invloed van de fietsconstructeurs op het verloop van zijn wedstrijd te minimaliseren, kiest Tourbaas Henri Desgrange in 1930 voor een formule met landenploegen. Met Frankrijk, België, Italië, Duitsland en Spanje gaan in de Tour van ’30 – naast een resem individuele zogenaamde touristes-routiers (‘onverzorgden’) – vijf verschillende nationale teams van start. Ditmaal prijken geen merknamen op de borst, maar maken kleuren de dienst uit.

De Fransen treden aan in een blauwe tenue met een wit-rode band; de Spanjaarden in een rode trui met gele band; de Italianen in een groene trui met wit-rode band; de Duitsers in een gouden – ‘echt’ geel zou te verwarrend zijn met de gele leiderstricot – trui met zwart-rode band terwijl de Belgen van start gaan in een zwarte trui met geel-rode band. De link met de nationale vlag ligt voor de hand. De landentruien zorgen in de jaren dertig in de Tour voor herkenbaarheid bij publiek en volgers.

“De zwarte trui heeft ons de nederlaag bezorgd!"
Sportwereld

In het geval van de Belgen brengt die zwarte kleur echter ook een vervelend neveneffect met zich mee. Onder de kop ‘Een merkwaardige proefneming van een lezer’ wordt in een artikel in Sportwereld, daterend van juli 1934, dieper ingegaan op een brief van een lezer, die in de nationale klederdracht een verklaring vindt voor de tegenvallende prestaties: “Hij heeft een eenvoudige proef genomen: een thermometer beurtelings gelegd onder een zwart en wit stukje doek. Onder het zwarte doek steeg de temperatuur 5 tot 7 graden, onder het witte doek liep het kwik weer 5 tot 8 graden terug. Zodat bij de tropische hitte waarin de rijders ginds naar Parijs moeten rijden, de Belgen het in hun zwarte truien ongeveer 20 graden warmer hebben dan de andere in lichte truien.”

In een ander artikel in Sportwereld wordt kort nadien een voorzichtige ludieke oproep tot kleurwissel gelanceerd: “De zwarte trui heeft ons de nederlaag bezorgd. Intussen konden we Desgrange niet meer bereiken om onze ploeg een witte trui te geven. Maar morgen spreken we daar eens over want nu weten we waardoor die Franschen zoo rap rijden: ze hebben lichtere truien aan!”

Het Zwarte Eskadron

Doorheen de jaren wisselen de kleuren van de nationale ploegen in de Tour wel eens. In 1936 betwisten de Duitsers de Ronde van Frankrijk volgens een beschrijving in Sportwereld in een witte trui met rood-zwarte banden terwijl de Spanjaarden aantreden in het paars met rood-gele band. De Belgen houden vast aan een zwarte trui met rood-gele band, de Fransen aan blauw met rood-witte band. Bij de overige landen is het al grijs wat de klok slaat: de Zwitsers koersen in grijs en rood; de Nederlanders in grijs en blauw, de “Zuid-Slaviërs” in grijs en groen, de Oostenrijkers in grijs en wit en de “Roemeniërs” in… grijs en geel. Een Italiaanse ploeg ontbreekt dat jaar wegens politieke spanningen in eigen land.

Het aantal deelnemende landen is in de Tour intussen gegroeid tot negen nationale ploegen. De standvastigheid waarmee de Belgen de Tour en het WK in het zwart blijven betwisten, resulteert in de bijnaam ‘het Zwarte Eskadron’. Even standvastig blijven de warmte aantrekkende zwarte truien.

Tijdens de Tour van 1938, die gekenmerkt wordt door een felle strijd tussen Belgen en Italianen, speelt het warme weer de Belgen – niet voor het eerst – parten. Opnieuw gaat de redactie van Sportwereld in op een lezersreactie, daags na een etappe waarin de Belgen zoek werden gereden: “Jef Hoep is overtuigd dat de zwarte truien die de Belgen moeten dragen, de oorzaak vormen in de nederlaag op de Izoard. Met een roze of gele of blauwe trui zou dat niet gebeurd zijn en zou niet Gino Bartali maar wel Félicien Vervaecke 20 minuten voor staan. Met een groene of witte trui zou Vissers bergkoning geweest zijn.” Een andere lezer vraagt zich niet alleen af waarom de Belgen in een zwarte trui rijden maar ook waarom onze landgenoten zoveel platte tubes rijden.

In 1939, een jaar later, mag België voor het eerst twee ploegen naar Frankijk afvaardigen. Samen met vijf Franse ploegen (één nationale en vier regionale) moeten zij de afwezigheid van Italië, Spanje en Duitsland – door de nakende oorlogsdreiging – ondervangen. De A-ploeg blijft in het zwart terwijl de B-ploeg een groen plunje krijgt en ten strijde trekt onder de naam Groene Duivels.

In de eerste naoorlogse editie in 1947 – tussen ’40 en ’46 wordt de Tour niet verreden – is de Belgische deelname beperkt tot één ploeg (het Zwarte Eskadron). Het is deze editie die een scharnierpunt wordt in de Belgische nationale wielerklederdracht.

Kleurwissel

De Tour van 1947 wordt – niet voor het eerst – onder een stralende zon verreden. De Italiaanse delegatie beperkt zich net als de Belgische afvaardiging tot één ploeg. Waar grijs erg in trek was medio jaren dertig, lijkt blauw nu ‘in’. De Italianen rijden in een azuurblauwe trui, de Franse ‘eerste ploeg’ in marineblauw terwijl één van de vijf Franse regionale ploegen volgens Miroir-Sprint in het ‘mi-bleu’ start. Groen is dat jaar weggelegd voor een andere Franse regionale ploeg terwijl Nederland in wit ten strijde trekt.

In tegenstelling tot de vorige edities steekt de pers haar kritiek op de zwarte tenue niet langer onder stoelen of banken. Opnieuw worden zwakke prestaties onder meer toegeschreven aan de truien en wordt voor het eerst luidkeels geprotesteerd.

Mindere prestatie der Belgen is grotendeels de schuld van ’t minderwaardig materiaal.
Het Volk, 17 juli 1947

In Het Nieuws van den Dag wordt beweerd dat zwarte truien het ongeluk aantrekken en weerklinkt de oproep naar andere exemplaren: “We moeten absoluut andere truien krijgen. Bijvoorbeeld lichtroze of bleke of bleekblauwe. Misschien schrijven we nog eens een prijskamp uit voor de beste vondst terzake.” Ook in Het Volk wordt tijdens de Tour aan de alarmbel getrokken: “Reeds in 1939 werd geprotesteerd door de Belgen tegen de zwarte truien. Deze keer is het weerom hetzelfde lolleke geworden met ons zwart eskadron. Het was gisteren duidelijk dat de Belgen die zich zoveel mogelijk van het drinken onthielden (sic), toch het meeste zweetten en logischer wijze in grotere mate gehandicapeerd werden. Waarom geen bleke truien voor de onzen?”

Nog in Het Volk wordt forse kritiek geleverd op het materiaal waarop de Belgen koersen: “Mindere prestatie der Belgen is grotendeels de schuld van ’t minderwaardig materiaal”, kopt de krant op 17 juli 1947. Daarin wordt onder meer aan de kaak gesteld dat de Belgen opvallend vaak af te rekenen hebben met lekke banden, hen door de organisatie ter beschikking gesteld, terwijl de Italianen met tubes van eigen makelij veel minder averij opliepen. Als Raymond Impanis ook nog eens een kaderbreuk lijdt, moet koortsachtig worden gezocht naar een oplossing. Impanis zelf laat zich ook niet onbetuigd en klaagt in de pers over de veel te warme zwarte truien.

De aanzwellende kritiek tijdens en na die Tour valt niet in dovemansoren bij de Belgische Wielerbond. Op het WK in het Franse Reims 14 dagen na de Tour verschijnt de Belgische formatie plots in een witte trui, met centraal een driekleurige band. In Het Nieuws van den Dag wordt daar verrassend gelaten op gereageerd: “Hoe dikwijls hebben wij het niet gezegd of horen zeggen tijdens de Tour dat de Belgen zeer gehandicapeerd waren door hun zwarte truien. Was het misschien met het oog daarop dat de B.W.B., die voor een keer niet op z’n zak zat, de Belgische renners te Reims gestoken had in helwitte truien met driekleurige band?”

De kleur van de Belgische nationale trui blijft de gemoederen beroeren. Na het witte WK in Reims vertalen enkele door elkaar lopende ontwikkelingen zich uiteindelijk tot een trendbreuk. De scherpe commentaren in de pers omtrent de zwarte truien maskeren eigenlijk een dieper liggende frustratie: dat de Belgen sinds de introductie van de landenploegen niet langer een bepalende rol lijken te spelen in het Tourgebeuren, in tegenstelling tot de Fransen en Italianen.

Om die dreigende achterstand op diverse terreinen (talentvolle ronderenners, degelijk materiaal,…) te counteren, steekt de Belgische Wielerbond bij monde van Charles Smulders, voorzitter van de Sportcommissie, een tandje bij. In december 1947 valt in Sportwereld te lezen dat Smulders bijzonder opgetogen is met de aankoop van 300 kwalitatieve tubes van Italiaanse makelij. De journalist in kwestie sluit zijn bijdrage af met de zin “Thans zijn onze rondemannen uitgerust om met gelijke wapens tegen de Fransen en de Italianen te kampen.”

Adieu Escadron Noir

Nog in het najaar van 1947 werkt de voorzitter van de Sportcommissie aan de toekomst van de Belgische rondeploeg en stelt zowaar een ultimatum aan Jacques Goddet, die de overleden Henri Desgrange opvolgt aan het hoofd van de Tour. Smulders vraagt, nee eist – en weet zich hierbij geruggesteund door ‘technisch leider’ en duivel-doet-al Karel van Wijnendaele – dat er in de Tour van 1948 opnieuw twee Belgische ploegen aan de start mogen verschijnen. Met een tweede ploeg wil de BWB opkomende talenten de kans geven om zich te ontwikkelen in het rondewerk en zodoende opnieuw perspectief te krijgen op een nieuwe mogelijke eindzege in de Tour.

De scherpe voorwaarde van Smulders wekt wrevel op. Goddet laat in Franse kranten weten verbaasd te zijn over dat ultimatum maar verklaart zich wel bereid om te praten met de Belgische Wielerbond. Begin 1948 worden tijdens een gesprek in Parijs de plooien gladgestreken. In de archieven van de BWB (nu Belgian Cycling) is een kort verslag, daterend van 11 februari 1948, opgenomen over die erg belangrijke ontmoeting. Naast het akkoord van Goddet over twee Belgische ploegen – op voorwaarde dat beide ploegen onafhankelijk van elkaar koersen – valt ook te lezen dat de “kwestie der truien is opgelost tenminste voor de renners van de A-ploeg die een blauwe trui met dwars erover een band met de Belgische driekleur zullen aantrekken.”

In de notulen staat voorts vermeld dat de Belgen in de Tour zullen koersen op Franse rijwielen, die zullen voorzien worden van de eerder aangekochte Italiaanse tubes. Voor wat betreft de kleur voor de Belgische B-ploeg is er op dat moment nog geen beslissing gevallen. In het verslag staat wel genoteerd dat de voorkeur gaat naar een witte of lichtroze trui. De keuze zal uiteindelijk op het lichtroze vallen.

360°

Bekijk in detail

Blauwe trui van Eddy Pauwels Ronde van Frankrijk. De sponsornamen op de trui dateren van later. (collectie Noël Grégoire)

Dat de switch naar blauw kadert in de concurrentiestrijd met de Fransen en Italianen, wordt bevestigd in diverse krantencommentaren. In Het Volk wordt verheugd gereageerd en wordt de blauwe trui gezien als een teken van degelijk voorbereidend werk op de Tour. Het Nieuws van den Dag wijst er nog eens fijntjes op dat hun voorstel om de zwarte truien te vervangen door iets lichters dan al van tien jaar terug dateert. Maar de teneur is positief: We zijn gered, en zelfs dubbel en dik!”

In Sportwereld worden de diverse initiatieven goed samengevat: “Karel van Wijnendaele bracht de wagen aan het rollen om een tweede ploeg in de Tour te krijgen. Dhr. Smulders zorgde voor Italiaanse tubes opdat onze renners zouden kunnen wedijveren met de Azurri tijdens de rittenkoersen. Thans heeft de K.B.W.B. er nog wat anders op gevonden om onze vertegenwoordigers met gelijke wapens in het strijdperk te sturen. Heden vernemen we uit Parijs dat de wielerbond reeds hemelsblauwe truien heeft aangeschaft, enkel afgezet met driekleurige bandjes […] Onze renners zullen geen verontschuldigingen moeten inroepen.”

Blauwe triomf

In de zomer van 1948 starten de Belgen voor het eerst in de Tour met een lichtblauwe trui. Alsof de duivel er is mee gemoeid, krijgen de renners te kampen met – o ironie – koude en regen. De Belgen zijn dat jaar niet de enige renners in het blauw. Ook de Franse eerste ploeg start in het blauw. ‘Italië B’ is net als de Belgen uitgerust met hemelsblauwe truien. De Franse regionale ploegen van Ile-de -France en Nord-Est treden aan in blauw en geel. Het leidt tot de reactie in de Franse pers dat de herkenbaarheid van de Belgen nu wegvalt en dat er nu te veel blauwe teams zijn: ”Certes, le bleu est idéal, mais il y en a trop!” schrijft het Franse Ce Soir.

In de Belgische pers duikt al snel de term Blauw Eskadron op. Briek Schotte presteert als speerpunt erg sterk en legt in het eindklassement beslag op de tweede plaats. De kleurwijziging heeft de wind in de zeilen. Tijdens de olympische wegrit op 13 augustus 1948 in London presteert het viertal Leon De Lathouwer, Lode Wouters, Lieven Lerno en Joseph Van Roosbroeck erg sterk. Een individuele zege zit er niet, maar de ‘blauwe’ Belgen pakken wel goud in het ploegenklassement. Ook op het WK in het Nederlandse Valkenburg enkele maanden later vervullen de Belgen een hoofdrol. Op en rond de Cauberg toont de in goede vorm verkerende Schotte zich de beste en wordt voor het eerst wereldkampioen. De blauwe trui kent meteen een succesvolle start.

En de gelijkenis met de blauwe Alcyontruien, die in verklaring voor het blauwe wel eens naar voor wordt geschoven? Die berust op toeval. Heel wat Belgen (Gaston Rebry, Maurice De Waele, Briek Schotte, Lucien Vlaemynck, Raymond Impanis,…) behaalden doorheen de jaren successen in de blauwe kleuren van de Franse ploeg, maar nergens is enig bewijs te vinden, als zou het blauw van de Belgen geïnspireerd zijn op de blauwe Alcyontrui.

Intussen koersen de Belgen al meer 70 jaar in blauwe truien en is de naam Blauwe Eskadron al lang van het voorplan verdwenen. Van een wissel naar rood, toch dé nationale kleur bij uitstek, lijkt vooralsnog geen sprake. Een omgekeerde beweging werd wel al gemaakt. Eind 2015 maakte de Belgische Voetbalbond bekend dat de nationale voetbalploeg tijdens het Europees Kampioenschap in 2016 haar uitwedstrijden in een blauwe trui (met driekleurige band op de borst) ging afwerken. “Als eerbetoon aan een sport waar België sinds jaar en dag zo succesvol is,” luidde de verklaring. Zou een hoofdprijs voor de Duivels ook de nationale wielerselectie kunnen inspireren tot een (eenmalige) verschijning in het rood?

Dit artikel verscheen eerder in Etappe #08 (2021).

Het achtste nummer van Etappe staat in het teken van de regenboogtrui. Onder meer Nicolle Van den Broeck, Eloi Meulenberg en Ronse '63 geven kleur aan deze editie.

Zin in meer WK-verhalen? Haast je naar onze shop!

KOERSshop
serviceKoers

Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.