De aanzwellende kritiek tijdens en na die Tour valt niet in dovemansoren bij de Belgische Wielerbond. Op het WK in het Franse Reims 14 dagen na de Tour verschijnt de Belgische formatie plots in een witte trui, met centraal een driekleurige band. In Het Nieuws van den Dag wordt daar verrassend gelaten op gereageerd: “Hoe dikwijls hebben wij het niet gezegd of horen zeggen tijdens de Tour dat de Belgen zeer gehandicapeerd waren door hun zwarte truien. Was het misschien met het oog daarop dat de B.W.B., die voor een keer niet op z’n zak zat, de Belgische renners te Reims gestoken had in helwitte truien met driekleurige band?”
De kleur van de Belgische nationale trui blijft de gemoederen beroeren. Na het witte WK in Reims vertalen enkele door elkaar lopende ontwikkelingen zich uiteindelijk tot een trendbreuk. De scherpe commentaren in de pers omtrent de zwarte truien maskeren eigenlijk een dieper liggende frustratie: dat de Belgen sinds de introductie van de landenploegen niet langer een bepalende rol lijken te spelen in het Tourgebeuren, in tegenstelling tot de Fransen en Italianen.
Om die dreigende achterstand op diverse terreinen (talentvolle ronderenners, degelijk materiaal,…) te counteren, steekt de Belgische Wielerbond bij monde van Charles Smulders, voorzitter van de Sportcommissie, een tandje bij. In december 1947 valt in Sportwereld te lezen dat Smulders bijzonder opgetogen is met de aankoop van 300 kwalitatieve tubes van Italiaanse makelij. De journalist in kwestie sluit zijn bijdrage af met de zin “Thans zijn onze rondemannen uitgerust om met gelijke wapens tegen de Fransen en de Italianen te kampen.”