Een warenhuis als decor voor een interview, dat hadden we nog niet meegemaakt. Voor Poupou vormen de vestigingen van E. Leclerc zowat zijn tweede biotoop. Een veertigtal warenhuissessies per jaar doet hij, over heel Frankrijk, als een soort sinterklaas. Dan zit hij van 10 tot 19 uur achter een tafeltje, terwijl op een tv-scherm op de achtergrond de gloriemomenten van zijn carrière worden afgespeeld en de mensen in de rij staan voor een handtekening, meer dan veertig jaar ondertussen nadat hij in 1977 zijn laatste koers reed.
Vaak krijgt hij dezelfde vragen en opmerkingen: dat hij de Tour had moeten winnen, dat hij veel pech heeft gehad, dat men de duels met Jacques Anquetil mist. Maar voor Poulidor verveelt het nooit. Hij kan het contact met de mensen niet missen. De dag dat hij als een onbekende door het leven moet, zal hij diep ongelukkig zijn, zegt hij.
Geregeld zit Poulidor twee dagen op rij te signeren. Dan verblijft hij op hotel en belt hij ’s avonds zijn uitgever om te horen hoe het loopt. Want als hij in een warenhuis een handtekening uitdeelt, doet Poupou dat nooit op een foto of verzamelkaart die de mensen zelf hebben meegebracht, maar alleen op een van de vier verschillende boeken die er over hem te koop worden aangeboden. Ca marche bien, zegt hij. In principe gaan er een honderdtal boeken per dag over de toonbank.
Soms vragen de warenhuisklanten zich af of ze hun ogen wel mogen geloven. ‘Bent u de échte meneer Poulidor?’ werpen ze hem dan voor de voeten. Een te mooie voorzet, vindt Poupou, om hen op zo’n moment niet beet te nemen. Hij antwoordt dan: ‘Nee, ik ben hem niet, maar de mensen zien me als hem. Meneer Poulidor komt niet naar warenhuizen, dat bestaat niet!’ – ‘Ongelooflijk, temeer omdat u bovendien dezelfde stem hebt.’
Eén keer is hij in dat spelletje wat te ver gegaan, vertelt Poulidor guitig. Een dame wond zich op in het ‘bedrog’ en belde prompt de directeur van het warenhuis. ‘Misleidende reclame’, zei ze. ‘U hebt niet het recht om Poulidor aan te kondigen als hij er zelf niet is.’
Dit artikel verscheen eerder in Het Mooiste van KOERS (2018).
In dit boek worden de allermooiste objecten uit de KOERScollectie in beeld en woord getoond en geduid. Een trui van Fausto Coppi, een trofee van VDB, een fiets van Tom Boonen, handschoenen van Freddy Maertens, een beeld van Eddy Merckx…
Allemaal getuigenissen en erfstukken van wielerheroïek, gekruid met schitterende verhalen van de coureurs zélf,van journalisten, van wielerfanaten.
Tijdens de fantastische zomer van 1969 wordt een gouden bladzijde toegevoegd aan de rijke Belgische wielergeschiedenis. Met een nooit geziene...