Albéric ‘Briek’ Schotte overleed op 4 april 2004 in zijn woonplaats Kortrijk. Het was Palmzondag maar vooral, de dag van de Ronde van Vlaanderen. Symbolischer kon niet. Dag op dag twee decennia later onthulde Johan Schotte, Brieks enige zoon, de muurschildering van zijn vader. “Op deze dag zou ik zeggen dat Albéric Schotte 20 jaar geleden is gestorven. Maar Briek leeft vandaag.”
De zoon van Briek verwees bij de onthulling ook naar hoe zijn pa in het leven stond. “Zeker in de moeilijke tijden waarin we leven met polarisatie en verdeeldheid. Als iedereen een beetje meer Briek in z’n leven zou kunnen steken, denk ik dat het veel beter zou gaan.”
Het rijtje Belgische rensters en renners die de regenboogtrui om hun schouders mochten trekken en in Roeselare een muurschildering kregen, wordt steeds indrukwekkender. De portretten van Freddy Maertens, Yvonne Reynders, Benoni Beheyt, Rik Van Looy en Lotte Kopecky kon je al een tijdje bewonderen in de tuin van KOERS. Nu is er dus ook dat van Briek Schotte.
De West-Vlaming veroverde zijn eerste regenboogtrui in 1948 in het Nederlandse Valkenburg, waar Marcel Kint 10 jaar eerder het WK won. Net als in 1938 bestond de strijd om de wereldtitel uit 27 ronden en moesten de renners 27 keer de Cauberg over. Wielergrootheden zoals Gino Bartali, Fausto Coppi en Ferdi Kübler stonden er aan de start.
Schotte reed in de laatste ronde samen met de Fransman Azo Laparides aan de leiding. Met zijn ellebogen naar buiten geduwd en met pompende en hoekige bewegingen stuwde hij zijn fiets naar de meet. Een fenomenale machtsprint. In het midden van een mensenzee versloeg hij zijn tegenstander met verscheidene fietslengten.
“Ik heb die koers gereden zoals ik in mijn leven nooit een koers heb gereden. De hele dag was ik de beste.” Zo blikte Schotte in 1998 terug op zijn overwinning. “Ik kan terecht zeggen dat ik in Valkenburg heb gewonnen omdat ik toen de beste coureur van alleman was. Op alle beelden die je van die dag ziet, rij ik altijd vooraan.”
Totnutoe vond het WK wielrennen op de weg vijf keer plaats in Valkenburg. Naast Schotte en Kint veroverden ook Jan Raas (1979), Oscar Camenzind (1998) en Philippe Gilbert (2012) er de wereldtitel bij de elite mannen. Twee jaar na zijn zege in Valkenburg beleefde Schotte in zijn achtertuin nog een hoogtepunt uit zijn carrière. In het West-Vlaamse Moorslede én voor eigen publiek kwam hij alleen over de streep en werd voor de tweede maal wereldkampioen.
Het WK is lang niet de enige belangrijke wielerwedstrijd die Briek twee keer won. Dat verwezenlijkte hij ook in de Ronde van Vlaanderen, Gent-Wevelgem, Parijs-Tours, Parijs-Brussel en Dwars door België, de voorloper van Dwars door Vlaanderen.
Een andere uitblinker op zijn rijkgevulde palmares is zijn tweede plaats in de Ronde van Frankrijk van 1948, na eindwinnaar Gino Bartali. Over deze heroïsche editie maakte de Nederlander Eric Van Empel met ‘Tour des légendes’ een unieke documentaire. Het is een prachtig werkstuk over een tijd waarin het thuispubliek de etappes nog niet kon meevolgen via bewegende beelden maar vooral via krantenartikels en de stemmen van de radioreporters.
Briek, die geboren werd in Kanegem, groeide op in een boerderijtje op de grens van Waregem en Desselgem. In de laatstvermelde gemeente houden ze de herinnering aan de tweevoudige wereldkampioen op verschillende manieren levendig. Dat gebeurt o.a. met de Memorial Briek Schotte. De organisatie van die wielerwedstrijd is in handen van de Koninklijke Veloclub De Leiezonen.
Een delegatie van de vzw met voorzitter Lucien Lefebvre en bestuurslid Philippe Schotte was op de onthulling van de muurschildering aanwezig. Philippe Schotte: “De aankomstlijn van onze koers ligt ter hoogte van het Briek Schottepleintje, waar zijn foto aan de gevel hangt en er ook een monument van hem staat. Ook het podium wordt daar opgetrokken. Met zicht op het pleintje. Zo kan Briek op een symbolische manier meekijken naar de top 3.”
Philippe Schotte: “Ik ben een neef van Briek. Mijn vader Julien was een broer van hem en zijn verzorger toen hij nog in de jeugdcategorieën reed. Zelf heb ik negen jaar gekoerst. Tot aan de amateurs. Nonkel Briek bezorgde me ieder jaar een koersfiets van het merk Flandria. Ik mocht die gebruiken tot het einde van het seizoen en moest die dan terug inleveren. Het jaar nadien kreeg ik telkens een nieuw exemplaar. Dankzij hem heb ik als coureur nooit geld moeten uitgeven voor een fiets.”
Er waren nog meer familieleden aanwezig op 4 april. Zo ook Pieter Ferlin. “Ik ben een zoon van Katrien Schotte. Zij is een dochter van Frans Schotte, een broer van Briek.” Pieter bezit een uurwerk van zijn bekende grootoom. Briek ontving dat uurwerk bij één van zijn vier deelnames aan de Tour de France. “Hij gaf het later aan mijn opa Frans, die het altijd heeft gedragen. Via m’n oma is het nu bij mij beland. Het uurwerk komt binnenkort aan bod in het tv-programma De Repair Shop. Het wordt daarin hersteld.”
In den beginne was er niets. Of toch zo goed als niets. De eerste vrouwen op een koersfiets werden de toegang tot wedstrijden en clubs ontzegd. Een...