kortverhaal
retro

Dromen van goud in Mexico. Het olympisch avontuur van Jempi Monseré

5min leestijd   door Dries De Zaeytijd op 03 juni 2024
Op de Olympische Spelen van 1968 in Mexico moet de Belgische delegatie zich tevreden stellen met een bescheiden resultaat. De Belgen keren huiswaarts met slechts twee medailles over alle disciplines heen. Naast zilver voor gewichtheffer Serge Reding is er ook brons op de piste voor het tandemduo Daniël Goens en Robert Van Lancker. Daarmee zijn de verwachtingen voor de nationale wielerselectie niet volledig werkelijkheid geworden. Zo zag Jean-Pierre Monseré zichzelf als kandidaat voor de gouden medaille op de weg.

Tijdens de Spelen in Tokio in 1964 demonstreert Patrick Sercu zijn klasse door op de kilometer met vliegende start goud te pakken. In de wegrit pakt Walter Godefroot brons. In de marge van deze wielersuccessen staat Jean-Pierre Monseré (°1948) aan het begin van een veelbelovende carrière.

Monseré (°1948) is een sportman pur sang. Net als in de atletiek staat hij in het voetbal meer dan zijn mannetje. Bij Club Roeselare voetbalt hij samen met Johnny Thio, die het tot bij Club Brugge schopt (en 24-voudig international wordt).

De voetbalcarrière van Monseré iss echter kortstondig en eindigt na een incident tijdens een voetbalmatch op school waarbij de jonge Jean-Pierre een hoofdletsel oploopt. Enter de wielersport.

Vader Achiel is zelf amateurrenner geweest en belooft zijn zoon een koersfiets als hij op school 70% haalt. Wat ook gebeurt. Niet veel later staat Monseré aan de start van zijn eerste wedstrijd, zij het wel nog in een voetbalbroekje.

De Roeselarenaar weet zich als jonge renner nagenoeg meteen te onderscheiden. De ex-voetballer rijgt de zeges aaneen, wordt onder meer Belgisch kampioen bij de beginnelingen, wint de jeugdeditie van de Ronde van Vlaanderen en moet in 1966 tijdens het BK slechts nipt de duimen leggen voor Jean Lindekens.

Pre-olympisch event

De Roeselaarse renner maakt dan ook niet geheel verwonderlijk deel uit van de brede pre-selectie voor de Olympische Spelen van 1968. Begin maart ’67 verzamelt de groep een eerste keer in het Franse Font Romeu. Daar staat vooral een eerste kennismaking met de grote hoogte op het programma – de Spelen in Mexico zullen immers voor het gros van he peloton op ongekende hoogte verreden worden.

Net als een jaar eerder imponeert Monseré opnieuw. Hij wint dat jaar onder meer de Elfstedenronde, het kampioenschap van West-Vlaanderen, wordt Belgisch kampioen op de piste en pakt opnieuw zilver tijdens het BK op de weg. Na afloop van het BK verschuift de blik van Monseré naar het WK in het Nederlandse Heerlen, waar hij finaal vrede moet nemen met een tiende plaats.

In oktober reist Monseré samen met een select gezelschap af naar Mexico, om er kennis te maken met koersomstandigheden boven de 2000 meter. Daar neemt hij deel aan drie testevents. In de eerste wedstrijd verreden op een autocircuit wordt hij 4de. De tweede proef wordt een kolfje naar de hand van Jempi. Hij wint een 160 kilometer lange wedstrijd, waarin onder meer een col van 3400 meter op het programma staat. De laatste testkoers op Mexicaanse bodem sluit hij af op een 8ste plaats.

Dromen van goud

In zijn biografie over Jean-Pierre Monseré stelt auteur Mark Van Hamme dat Monseré ondanks die 8ste plaats met een tevreden gevoel terugkeerde naar België. Meer nog: “Diep in zijn binnenste begon hij reeds van goud te dromen…” De Belgische wielerhoop voor de nakende Spelen concentreert trouwens zich niet alleen op Monseré. Tijdens het pre-olympisch event in 1967 overklast het tandemduo Daniël Goens en Robert Van Lancker alle tegenstanders en pakt goud.

Diep in zijn binnenste begon hij reeds van goud te dromen…
Mark Van Hamme

Ter voorbereiding van de Spelen in 1968 trekt de Belgische olympische wielerploeg naar het Oostenrijkse Rennweg, vlakbij Salzburg en gelegen op een hoogte van meer 1200 meter. De tiendaagse stage dient als springplank richting Mexico. De Belgische selectie voor de wegrit bestaat naast Monseré ook uit Roger De Vlaeminck, André Dierckx en Jos Schoeters. Net als Monseré zelf ziet bondscoach Lucien Acou het goudkleurig in.

Tevreden met een ereplaats

Op woensdag 23 oktober 1968 om 10u plaatselijke tijd trekt een peloton van 160 renners zich op gang. De verzengende hitte en de grote hoogte spelen alle renners parten. De Belgen komen te weinig voor in het spel en kennen met Roger De Vlaeminck een ploegmaat die niet op volle sterkte is. De Vlaeminck viel kort voordien nog zwaar en draagt daar op 23 oktober nog steeds gevolgen van.

Een podiumplaats zit er niet in. Monseré eindigt als eerste Belg op de zesde plaats. Hij moet onder meer de Italiaan Vianelli (goud), de Deen Mortesen (zilver) en de Zweed Petterson (brons) laten voorafgaan. Na afloop kan hij vrede nemen met die uitslag.

Zonder die val van Roger had mijn leeftijd echter geen rol gespeeld.
Jean-Pierre Monseré

“Ik werd geklopt door mannen die allen minimum twee jaar ouder zijn dan ik. Zonder die val van Roger had mijn leeftijd echter geen rol gespeeld. Het zware Mexico-avontuur waarop ik me meer dan een jaar goed had voorbereid, waarvoor ik in Belgische, Oostenrijke, Franse en Mexicaanse kampen had verbleven, heeft nu evenwel slechts een ereplaats als slotsom”, laat Monseré na afloop optekenen.

Op de piste pakt het duo Goens-Van Lancker brons. Het vijftal Rony Vanmarcke, Ernest Bens, Paul Crapez, Willy De Bosscher en André Zwaenepoel legt beslag op de 5de plaats in de ploegenachtervolging.

Wereldkampioen

In het najaar van 1969 maakt Monseré de overstap naar de beroepsrenners. Als neo-prof wint hij nagenoeg meteen de Ronde van Lombardije, weliswaar na declassering van Gerben Karstens. Een jaar later zegeviert hij tijdens het wereldkampioenschap in het Engelse Leicester. De West-Vlaming is dan pas 22 jaar.

De wielerwereld ligt aan de voeten van de jonge wereldkampioen, tot op 15 maart 1971 het noodlot toeslaat. Tijdens een kermiskoers in de Kempen botst Jempi frontaal tegen een wagen aan de zijkant van de weg. Monseré is op slag dood. Van de hemel naar de hel in een half jaar tijd. Het plotse overlijden van de wereldkampioen zindert nog lang na. Ook meer dan vijftig jaar na zijn tragische dood zit Monseré nog steeds diep onder het vel van de wielergemeenschap.

Olympische Zomerspelen 1968

De Olympische Zomerspelen van de XIXe Olympiade werden in 1968 gehouden in Mexico-Stad, Mexico. Naast Mexico-Stad hadden ook Detroit, Buenos Aires en Lyon een poging gedaan om de Spelen te mogen organiseren. De beslissing van het Internationaal Olympisch Comité in 1963 tijdens zijn congres in Baden-Baden om de Spelen aan Mexico-Stad toe te wijzen zorgde voor heel wat tumult in de sportwereld. Vele medici en trainers vreesden dat de hooggelegen ligging van de stad weleens voor drama's zouden kunnen zorgen. Onni Niskanen, de Zweedse trainer van Abebe Bikila, beweerde zelfs dat er doden zouden vallen. Ten gevolge van deze beslissing bogen vele wetenschappers zich in de jaren voor de Spelen over het probleem van sportinspanningen op grote hoogte. Men kwam tot de conclusie dat disciplines waarin uithouding van belang was, niet gewoon zouden kunnen verlopen door zuurstofgebrek. Sprinters daarentegen zouden baat hebben bij de kleinere luchtweerstand. Men stelde voor om de atleten lange aanpassingsstages te laten doorlopen. Uiteindelijk verliepen de Spelen zonder medische calamiteiten. 1968 was het jaar van de studentenrevolte, en dat was ook het geval in Mexico. Voor het begin van de Spelen vonden er in Mexico studentenopstanden plaats, om op die manier wereldwijde aandacht te krijgen voor het repressieve klimaat in Mexico. De regering sloeg deze opstanden hardhandig neer, wat onder andere leidde tot het Bloedbad van Tlatelolco. Verder was er nog een ander probleem dat de Spelen verstoorde. De zwarte Amerikaanse atleten brachten in het olympisch dorp een protestbeweging op gang tegen de rassendiscriminatie waarvan zij in hun land het slachtoffer waren. Ze droegen allen een insigne waarop stond 'Olympic Project for Human Rights'. Een hieraan gerelateerd incident vond plaats tijdens de medailleceremonie na de 200 meter. Tommie Smith en John Carlos, respectievelijk eerste en derde, staken tijdens het volkslied een gehandschoende vuist in de lucht terwijl ze met gebogen hoofd stonden: 'Black Power' op de Spelen. Dit voorval werd het tweetal niet in dank afgenomen en ze werden uit het olympisch dorp gezet.
serviceKoers

Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.