Pierre Neuville werd in 1943 geboren in Montigny-le-Tilleul, een gemeente in de provincie Henegouwen. Als kind speelde hij met miniatuurrennertjes en was hij al gepassioneerd door de koers: ‘’Zoals zovelen was ik een grote fan van Eddy Merckx’’, vertelt Neuville.
‘’Toen Merckx in 1969 voor de Faemaploeg zijn eerste Ronde van Frankrijk won, ontstond het idee om ter ere van hem een gezelschapspel te ontwikkelen. Het mocht zeker niet het zoveelste spel worden, maar wel iets speciaals. De deelnemers zouden de koers moeten kunnen beleven zoals renners dat doen tijdens een wedstrijd.’’
‘’Dat zit in verschillende elementen. Zo bepaalt de positie van de rennertjes op het bord de volgorde van spelen. Deelnemers spelen dus niet om de beurt. Iedereen rond de tafel moet voortdurend aandachtig zijn en de tegenstanders in de gaten houden en hen proberen in te schatten. Net zoals coureurs en hun concurrenten tijdens een koers.’’
De dynamiek van een wielerwedstrijd moest absoluut in het spel zitten.
‘’Wat doen renners nog? Sommigen vallen aan terwijl anderen proberen mee te glippen in het wiel. Op het einde van de wedstrijd gaat de snelheid omhoog en sprinten ze richting de aankomst. Die verschillende soorten dynamiek moesten zeker aanwezig zijn in het spel.’’
Met al die strategische elementen in het achterhoofd begon Pierre Neuville met het maken van heel wat schetsen en berekeningen. Begin 1970 kreeg de eerste versie stilaan vorm. Het ‘Jeu Eddy Merckx’ zou gespeeld worden met dobbelstenen en miniatuurrennertjes.
‘’Maar ik had natuurlijk ook nog de toestemming van Eddy Merckx zelf nodig. Dat was niet evident. Ik sprak verscheidene keren met Jean Van Buggenhout (de manager van Merckx, nvdr) in zijn café in Brussel. Maar dat leverde allemaal niets op. Als het niet lukt via zijn manager dan probeer ik het via zijn echtgenote dacht ik.’’
Op 14 februari 1970 werd Sabrina, de dochter en eerste kind van Eddy en Claudine, geboren. ‘’Ik maakte gebruik van die gebeurtenis om contact met de familie te leggen. In Parijs kocht ik een hele grote pluchen knuffel die versierd was met kant en stuurde die op naar de materniteit waar Claudine was bevallen.’’
"Kort nadien kon ik haar via de telefoon spreken. Tot mijn grote verbazing nodigde ze me bij hen thuis uit en dat op een dag waarop Eddy er ook bij zou kunnen zijn. Ik vond dat ongelooflijk want Merckx was destijds echt een god. Ik kon dus bij hen mijn plannen voor het spel uit de doeken doen. Vooral Claudine was er direct voor gewonnen. Zo kreeg ik groen licht om de naam Merckx te gebruiken."
‘’De volgende belangrijke stap was om een spellenfabrikant te vinden. Ik ging ervan uit dat er snel iemand op de kar zou springen. Maar dat bleek helaas niet zo te zijn. Ik had gesprekken met fabrikanten in Frankrijk en Italië. Maar niemand was bereid om mee te werken. Ze vonden mijn plannen te ingewikkeld.’’
‘’Ik had iets van ‘okee als het zo zit, dan doe ik het zelf’. Dus zocht ik een drukker, iemand die een mal voor de rennertjes kon maken en een fabrikant voor de speldozen. Ik was toen nog student en had geen geld maar ik beloofde dat ik hen later zou betalen. Het oorspronkelijke plan was om 10.000 exemplaren van het spel te produceren.’’
Waar vind ik iemand om 120.000 rennertjes met de hand te beschilderen?
‘’Gezien elke speldoos twaalf rennertjes bevatte, hadden we er dus 120.000 die met de hand beschilderd moesten worden. Een ex-gedetineerde die ik toevallig in een bistro in Brussel ontmoette, bracht me op het idee om met mijn vraag naar een aantal gevangenissen te trekken. Gedetineerden van onder meer Sint-Gillis hebben uiteindelijk de rennertjes beschilderd. Het samenstellen van de speldozen gebeurde in een beschutte werkplaats in Wallonië.’’
‘’In die eerste editie zaten ook nog een aantal kleine bidons. Dat was een middel om de renners tijdens het spel moed en nieuwe energie te geven. Doordat bidons in die tijd (de jaren ‘70, nvdr) ook wel aan doping werden gelinkt, hebben we ze geschrapt en zaten ze niet meer in de latere versies.’’
‘’Met de eerste afgewerkte exemplaren ging ik langs bij potentiële afnemers. Ik trok naar diverse winkels waaronder een supermarkt in Luik en de Grand Bazar op de Groenplaats in Antwerpen. Maar net als bij de zoektocht naar een spellenfabrikant stootte ik op weinig enthousiasme.’’
Een ommekeer kwam er dankzij de televisie. Neuville was met zijn ‘Jeu Eddy Merckx’ te zien op de RTBF. Hij was te gast in ‘Feu vert’, een in het Franstalig landsgedeelte populair programma voor de jeugd dat op woensdagnamiddag rechtstreeks werd uitgezonden.
‘’Toen ontplofte het. Vanaf de dag na de uitzending stond m’n telefoon niet meer stil en liepen de aanvragen binnen. Ik kocht snel een bestelwagen op krediet om de winkels te kunnen bevoorraden en werkte toen dag en nacht. Uiteindelijk werden er in België tijdens die eerste periode 100.000 exemplaren van het spel verkocht.’’
Ik mocht samen met Eddy het spel dat zijn naam droeg, spelen in zijn tuin.
Pierre Neuville richtte een eigen spelbedrijfje op. Eddy Merckx had intussen voor de tweedemaal de Ronde van Frankrijk gewonnen. ‘’Kort nadien werd ik opnieuw bij hem thuis uitgenodigd. We hebben die dag samen in zijn tuin het ‘Jeu Eddy Merckx’ gespeeld.’’
Een aanwezige persfotograaf legde dat unieke moment op beeld vast. Die foto, met De Kannibaal in zijn iconische Molteni-trui, werd nadien gebruikt in de tweede versie van het spel maar ook om promotie te voeren.
Om een nog breder publiek te kunnen bereiken, bracht Neuville daarna 50.000 exemplaren van een vereenvoudigde versie op de markt. Die kostte 299 Belgische frank (ongeveer 7,5 euro, nvdr) en was daarmee een stuk goedkoper dan zijn voorgangers, waarvan de prijs 495 frank (zo’n 12,5 euro, nvdr) bedroeg.
Het bordspel, dat begon als een eerbetoon aan Eddy Merckx, werd een echt succesverhaal en kon zowel spelers van diverse leeftijden als verzamelaars bekoren. Door de blijvende populariteit kwamen er nog heruitgaven. De laatste dateert van 2019.
De aanleiding daartoe waren de Grand Départ van de Tour in Brussel en de 50e verjaardag van zowel de eerste Tourzege van De Kannibaal als van het gezelschapspel van Neuville. De grote lijnen van het spel bleven onveranderd.
Het spelbord kreeg wel een nieuw kleedje aangemeten. Het Franse landschap uit de Tour werd vervangen door een Belgisch decor met bekende locaties en monumenten zoals het Koninklijk Paleis, het Atomium en de Grote Markt van Brussel met het stadhuis en het bloementapijt.
In het kader van die Grand Départ in 2019 stond er ook een kampioenschap van het wielerspel gepland. ‘’Ik nam contact op met Merckx om hem daarbij te betrekken. Maar hij had geen interesse. Ik heb nooit gesnapt hoe dat kwam. Na bijna 50 jaar met het ‘Jeu Eddy Merckx’ bezig geweest te zijn, was dat voor mij toch wel een serieuze domper.’’
Pierre Neuville krijgt tot op de dag van vandaag van het brede publiek wel nog steeds positieve reacties op zijn ‘Jeu Eddy Merckx’. ‘’Het spel werd ondertussen al door drie generaties gespeeld. Mensen klampen mij nog altijd aan en vertellen over de leuke herinneringen die ze eraan hebben. Maar er zijn bijvoorbeeld ook grootouders die zeggen dat ze het als kind hebben gespeeld en het nu met hun kleinkinderen spelen. Fantastisch toch ?’’
Erfgoeddag @ KOERS
Heb je zelf zin om het befaamde Jeu Eddy Merckx spelenderwijs te ontdekken? Schrijf je dan in voor de spelletjesnamiddag in KOERS. Museum van de Wielersport op zondag 27 april.
Eddy ‘De Kannibaal’ Merckx dankt zijn bijnaam aan zijn manier van koersen. Als Eddy aan de start verschijnt, wil hij niet gewoon winnen. Merckx wil...