Een proloog en elf ritten verspreid over tien dagen. Dat was het programma voor de tien deelnemende ploegen in de Ronde van Zwitserland van 1974. Bij die tien geen enkel team uit ons land. Wat uiteraard niet wil zeggen dat er geen landgenoten hebben deelgenomen. Het Italiaanse Molteni tekende present en bestond toen volledig uit Belgische renners. Kopman Eddy Merckx kwam voor het eerst aan de start.
Organisator Sepp Vögeli, die de wedstrijd nieuw leven inblies en voor financiële impulsen zorgde, was maar al te blij dat hij De Kannibaal hadden kunnen strikken. In de Zwitserse pers verschenen gissingen over het startgeld dat daarvoor was neergeteld. Vögeli repte met geen woord over dat bedrag.
Merckx had door de bronchitis die hij had opgelopen in Parijs-Nice een voorjaar achter de rug zonder overwinning in een Monument of een andere belangrijke klassieker. Dat was ondermaats naar zijn normen en sinds 1966 niet meer voorgevallen. Vier dagen voor de start in Zwitserland won hij zijn vijfde Giro. Die hard bevochten eindzege, met slechts twaalf seconden voorsprong op de Italiaan Gianbattista Baronchelli, werd overschaduwd door het overlijden van zijn manager, Jean Van Buggenhout.
Merckx zag zijn passage in de Zwitserse kantons vooral als voorbereiding op de Tour, die amper zes dagen na de slottijdrit in Olten van start ging en waarin hij voor de vijfde keer wilde - en zou - zegevieren. Als topfavoriet voor deze 38e editie van de Ronde van Zwitserland werd steeds zijn naam naar voren geschoven.
Waren er dan geen renners die het Merckx en Molteni toch een beetje moeilijk konden maken? Uiteraard wel en dan werd richting het Spaanse KAS en de andere Italiaanse teams gekeken. Zoals Scic met Franco Bitossi en Italiaans kampioen Enrico Paolini, die net twee etappes in de Giro had gewonnen.
Zwitserse beroepsrenners die op de weg serieus potten konden breken, waren er op dat ogenblik niet echt. Al stond thuisrijder Albert Zweifel wel op de deelnemerslijst van deze editie. Hij was toen aan zijn tweede jaar als prof bezig en zou pas een jaar later internationaal op het voorplan treden. In de periode 1975-1986 verscheen hij maar liefst 10 keer op het podium van het WK veldrijden. Vijf keer als wereldkampioen, drie keer met de zilveren en twee keer met de bronzen medaille.
De Spanjaard Pedro Torres, winnaar van het bergklassement in de Tour van 1973, zou aanvankelijk ook deelnemen. Hij moest echter forfait geven door een eerder opgelopen sleutelbeenbreuk. Ook niet aanwezig was Hennie Kuiper, die onvoldoende hersteld bleek te zijn van zijn val in de Giro. De Nederlander, in dienst bij de West-Duitse formatie Rokado, werd in extremis vervangen door onze landgenoot Gustaaf Hermans. Dat bracht het aantal Belgen aan de start op negen. Hermans en de achtkoppige selectie van Molteni.
De Ronde van Zwitserland van 1974 begon op woensdag 12 juni met een proloog, een individuele tijdrit van 9,6 km die ‘s avonds werd gereden. Gippingen fungeerde als start- en aankomstplaats. Mercxk startte als laatste in de proloog, reed met een gemiddelde van 47,6 km/u de beste tijd en mocht zoals verwacht zijn eerste leiderstrui aantrekken.
Verscheidene details wezen erop dat hij opnieuw naar een betere conditie aan het toegroeien was. “Charles Terryn, zijn mecanicien, kon er van meespreken”, schreef Harry Van den Bremt in Het Nieuwsblad.
“In de uren die de tijdrit voorafgingen had Merckx het weer hard te pakken. Hij nam de stuurstang van zijn eerste fiets, de trapstangen van zijn tweede, de pedalen van zijn derde en het zadel van zijn vierde. Dat alles liet hij aanbrengen op een ander kader. Toen het nieuw rijwiel klaar was, viel dat niet zo direct in Eddy’s smaak. Terryn moest dan maar opnieuw alles herplaatsen.”
Op donderdag 13 juni eindigde de openingsetappe met een massasprint in aankomstplaats Diessenhofen. Volgens verscheidene journalisten was dat zowat het enige opwindende moment van deze rit. In de laatste 300 meter bevonden zich nog twee haakse bochten. Merckx kwam als eerste uit de laatste bocht, die op amper 150 meter van de finish lag. Hij trapte een te grote versnelling waardoor hij te laat terug op volle snelheid kwam.
In de laatste 100 meter haalden twee Italianen hem nog in. Pierino Gavazzi van het team Jollj Ceramica en Enrico Paolini, die de zege pakte. Merckx reed als derde over de streep en bleef leider in het algemeen klassement. “Geletruidrager Merckx maakte het zijn mecanicien weerom moeilijk. Hij veranderde in de 157 km lange rit tot tweemaal toe van fiets”, stond de dag nadien in het ritverslag van Het Volk.
Tijdens de tweede etappe schudde Merckx aan de boom na 140 van de 193 af te leggen kilometers. Met tien medevluchters sloeg hij een kloof tijdens de beklimming ter hoogte van Wildhaus. De elf bleven voorop en sprintten voor de zege in het toen gloednieuwe ski-oord Atzmännig. Franco Bitossi nam in volle spurt Merckx mee naar de afsluiting. Dankzij zijn stuurvaardigheid kon onze landgenoot nog door het gaatje kruipen en verder mee strijden voor de zege.
Merckx en de Italiaan Constantino Conti, die aan de andere kant van de weg was komen opzetten, reden zo goed als gelijktijdig over de meet. De speaker riep onmiddellijk Merckx tot winnaar uit maar de fotofinish bepaalde daarna dat Conti had gewonnen. Een paar minuten later werd dat herzien en ging de overwinning toch naar Merckx.
Het was geen geheim dat er in die tijd in de Ronde van Zwitserland een flinke cent te rapen viel. Naast interessante prijzen in natura. Zo ontving de winnaar van het klassement van de tussenspurten in 1974 een auto.
De organisatie kwam die editie zelfs met een ‘specialleke’ op de proppen. De 300e etappe in de geschiedenis van de wedstrijd stond immers op het programma.
Dat werd gevierd met een goudstaaf met een gewicht van één kilo. Die superpremie ging naar de ploeg die tijdens het weekend van 15 en 16 juni in de etappes 3, 4a en 4b de beste tijd neerzette. Per team telde de chrono van de eerste drie renners.
En dat waren de mannen van KAS van ploegleider Antonio Barrutia. Zij sleepten het edelmetaal in de wacht. Italië boven dat weekend wat de ritzeges betrof, met één overwinning voor Paolini en twee voor Bitossi.
De zwaarste rit was ongetwijfeld die van maandag 17 juni. Een bergetappe van 165 km van Bellinzona naar Blatten over verscheidene Alpencols. Deze tocht met passages over de Gotthard- en de Furkapas bracht nauwelijks afscheiding en zeker al niet het aangekondigde spektakel. Er was een schuchter tegenoffensief van de KAS-formatie. In de slotkilometers ontsnapte de Spanjaard Gonzalo Aja. Hij hield stand tot aan de finish. Merckx, die die dag zijn 29e verjaardag mocht vieren, kreeg heel wat steun van een beresterke Ward Janssens en verstevigde zijn leiderspositie.
De langste rit vond plaats op dinsdag 18 juni en ging van Naters naar Lausanne over een afstand van 201 km. Er was veel meer wind dan er aanvalsdrift te noteren viel. Halfweg koers had het peloton een uur achterstand op het voorziene tijdschema. Toch had Bitossi moeite om te volgen. Hij dacht zelfs even aan opgeven. Maar in de finale vond de Italiaan z’n tweede adem. Hij kwam zelfs terug in de kop van de wedstrijd en tot ieders verbazing klopte hij Merckx in de sprint. Zijn derde zege was binnen.
Dan kan ik niet achterblijven ten opzichte van mijn ploeg- en landgenoot moet Enrico Paolini gedacht hebben. De rit van Lausanne naar Grenchen op 19 juni mondde ook uit in een massasprint. Daarin toonde Paolini zich opnieuw de sterkste. Waardoor hij en Bitossi elk al drie ritzeges achter hun naam hadden. Het Molteni van Merckx hield de koers goed onder controle waardoor eigenlijk alle spankracht uit de wedstrijd verdween. Maar de leiderstrui was in veiligheid gebracht. Opdracht geslaagd voor de Belgen.
Op de voorlaatste dag van deze Ronde van Zwitserland trok het peloton van Grenchen naar Fislisbach. Het was een etappe waarin het nooit echt stil lag en daardoor als de meest boeiende van deze editie gezien kan worden. Met op het einde het bekende verhaal. Een sprint, dit keer door een groep van 38 renners, waarin - jawel - opnieuw Enrico Paolini de snelste was. Zijn vierde ritoverwinning was een feit.
De start van de zomer maar het einde van deze rittenwedstrijd op vrijdag 21 juni 1974. De renners hadden op deze slotdag nog twee opdrachten te vervullen. Eerst een rit van 137 km met start in Fislisbach. In de straten van aankomstplaats Olten ontsnapte Franco Bitossi en hield aan de streep nog een paar seconden over. Net als zijn landgenoot Paolini bracht hij zijn zegeteller op vier.
De 38e Ronde van Zwitserland werd afgesloten met een tijdrit van 24,6 km met start en aankomst in Olten. Daarin was Eddy Merckx 13 seconden sneller dan Gösta Pettersson, renner bij het Italiaanse Magniflex. De Zweed eindigde ook als tweede in het algemeen klassement.
Scic was de grote slokop van deze editie. De Italiaanse ploeg behaalde maar liefst acht etappezeges met dank aan Franco Bitossi en de snelle Enrico Paolini. Zijn sprintersbenen zorgden voor de overwinning in het klassement van de tussenspurten en voor de daaraan verbonden wagen. De renners van het Spaanse KAS wonnen het ploegenklassement.
Merckx droeg de gele trui van begin tot einde en was de verwachte eindwinnaar. Ook het puntenklassement en het bergklassement voegde hij aan zijn palmares toe. Organisator Sepp Vögeli toonde zich na afloop teleurgesteld over de prestaties van zijn hoofdvogel. Hij had meer vuurwerk en strijd verwacht. En minder op veilig spelen om de eindzege in de wacht te slepen.
Op het einde van deze rittenkoers in 1974 kreeg Merckx nog met een nieuw gezondheidsprobleem af te rekenen. Hij moest een zweer op het zitvlak laten wegsnijden. Daardoor trok hij met een blessure richting de Ronde van Frankrijk. Ondanks dat won hij die Tour. Kers op de taart dat jaar was zijn zege op het wereldkampioenschap in Montréal in Canada.
Belgische winnaars van de Ronde van Zwitserland
Na Henri Garnier in 1936 en Georges Pintens in 1971 was Merckx de derde Belg die de Ronde van Zwitserland won. Zes van de acht Belgische eindzeges tot nog toe vonden trouwens plaats in de jaren ’70. Naast Pintens en Merckx voegden ook Roger De Vlaeminck, Michel Pollentier, Paul Wellens en Wilfried Wesemael in dat decennium de wedstrijd toe aan hun palmares. In 1991 ging de overwinning naar Luc Roosen.
(Herkomst huldepenning: Collection Noël Grégoire)
VAN DEN BREMT, H. Met Eddy Merckx als het symbool van de erkenning, Het Nieuwsblad, 12 juni 1974
VAN DEN BREMT, H. Twee pakjes per dag, Het Nieuwsblad, 13 juni 1974
VAN DEN BREMT, H. Paolini wint massaspurt aan slot van openingsrit, Het Nieuwsblad, 14 juni 1974
VAN DEN BREMT, H. Merckx duwt door en wint na veel heibel, Het Nieuwsblad, 15 juni 1974
VAN DEN BREMT, H. Merckx met krappe voorsprong naar Alpencols, Het Nieuwsblad, 17 juni 1974
VAN DEN BREMT, H. Bitossi wil eerst opgeven maar klopt Merckx in spurt, Het Nieuwsblad, 19 juni 1974
VAN DEN BREMT, H. Nieuwe massasprint: derde ritzege van Paolini, Het Nieuwsblad, 20 juni 1974
BOOGMANS, J. Eddy Merckx natuurlijk favoriet in zijn eerste Ronde van Zwitserland, Het Volk, 12 juni 1974
BOOGMANS, J. Proloog tijdrit natuurlijk voor Eddy Merckx, Het Volk, 13 juni 1974
BOOGMANS, J. Italiaan Paolini remonteert Merckx, Het Volk, 14 juni 1974
BOOGMANS, J. Gonzalo Aja winnaar van de zwaarste rit, Het Volk, 18 juni 1974
BOOGMANS, J. Paolini heeft nu ook drie zegepralen, Het Volk, 20 juni 1974
BOOGMANS, J. Vierde ritoverwinning voor Paolini, Het Volk, 21 juni 1974
BOOGMANS, J. Eddy Merckx: de gele trui van begin tot einde, Het Volk, 22 juni 1974
Ook Merckx redde Zwitserse tour niet van middelmatigheid, Sport 70, 23 juni 1974
VANSEVENANT, J. Eddy Merckx, de biografie, Uitgeverij Kannibaal, 2015
Sporza
De Wielersite
Wikipedia
Procyclingstats
Tijdens de fantastische zomer van 1969 wordt een gouden bladzijde toegevoegd aan de rijke Belgische wielergeschiedenis. Met een nooit geziene...
Eén week voor de start van de 109e editie van de Ronde van Frankrijk, werd in KOERS een praatavond rond de Tour georganiseerd. Die avond was Thomas...
‘De fietsende melkboer’, ‘de soep’ en ‘de Vlaamse Poulidor’. Drie bijnamen van voormalig wielerkampioen Frans Verbeeck (81), elk met hun eigen...