longread
interview
retro

“Je hebt altijd een Noël nodig, in eender welke ploeg”. Een portret van Noël Dejonckheere

30min leestijd   door Tom Vandenbussche op 26 december 2023
Op 28 december 2022 overleed Izegemnaar Noël Dejonckheere (67) aan de gevolgen van pancreaskanker. Een jaar later is de gewezen profwielrenner, ploegleider en operationeel verantwoordelijke bij onder meer 7 Eleven, Motorola, BMC, CCC en de nationale jeugdploeg van de VS lang niet vergeten. “Hij was streng en perfectionistisch, maar hij wilde altijd het beste voor zijn renners en personeel.”

De wielercarrière van de frêle Noël komt traag op gang. “Als nieuweling heeft hij amper gekoerst”, herinnert zijn vier jaar oudere broer Richard zich. “Pas bij de junioren viel Noël voor de eerste keer op. Zijn Belgische titel puntenkoers bij de junioren, op de piste in Oostende, was zijn eerste belangrijke overwinning. Daarna wilde Noël graag naar het WK op de weg voor junioren, maar ondanks een tweede plaats in een van de selectiewedstrijden mocht hij niet mee.

Het probleem van Noël als jeugdrenner was dat hij niet hard kon rijden, maar wel lang. Soms had hij 250 km nodig om in zijn ritme te geraken. Als hij bij de profs in een meerdaagse een etappe won, waren dat altijd de langste ritten. In Milaan-San Remo eindigde hij twee keer in de top tien. Pas wanneer de anderen zwakker begonnen te worden, kwam hij erdoor. Noël had het vermogen van een liefhebber, maar hij was erg economisch. Nu zou hij als profrenner minder aan zijn trekken komen.”

Wereldtitel puntenkoers in München (1978)

Dejonckheere werd op de piste geschoold. Daar beleefde hij ook zijn grote doorbraak in de zomer van 1978. In München kroonde de 23-jarige Izegemnaar zich tot wereldkampioen puntenkoers bij de amateurs. Zijn landgenoot Michel Vaarten maakte het vanop de eerste rij mee, aangezien een land in een puntenkoers toen nog twee renners aan de start mocht brengen.

“Op een bepaald moment in de race stond Noël zo goed in het klassement dat hij uitzicht op de wereldtitel kreeg en ik voor hem ben beginnen te rijden”, herinnert Vaarten zich. “Gaten dichtrijden, punten van concurrenten afsnoepen… Noël deed het finaal uiteraard zelf, maar ik heb wel mijn steentje bijgedragen.

Veertig jaar na zijn wereldtitel, in 2018, heeft hij een reünie georganiseerd, bij hem thuis in zijn tuin in Izegem, met familie en vrienden. Ook mijn vrouw en ik waren uitgenodigd. Noël was nooit vergeten wat ik voor hem toen gedaan heb. Een mooi gebaar, vond ik, en een mooie herinnering aan Noël.”

Ondanks zijn wereldtitel op de piste kiest Dejonckheere vanaf 1979 resoluut voor een carrière op de weg. “Noël was een sprinter, maar had daarnaast ook uithouding”, legt Vaarten uit. “Dat waren en zijn de ingrediënten om ook op de weg te kunnen presteren. We zijn in 1979 beiden prof geworden.

In Bremen reden we samen onze eerste zesdaagse, maar toen al had ik de indruk dat Noël die zesdaagsen maar niets vond. Het was op mentaal vlak simpelweg zijn ding niet, dus is hij snel naar de weg overgestapt. Daar is hij meteen beginnen te winnen. Op de piste hebben we hem nooit meer teruggezien.”

Acht jaar in Spaanse loondienst (1979-1988)

Dejonckheere maakt zijn profdebuut niet in België, wel in dienst van Teka, een Spaans huishoudelektrobedrijf. Van zijn tien campagnes bij de profs zou hij er uiteindelijk acht voor een Spaanse ploeg uitkomen. “Noël heeft altijd een speciale band met dat land gehad”, vertelt zijn broer Richard.

“Achteraf gezien heeft hij voor een intelligente opbouw van zijn carrière gekozen. Noël ging tijdens de winter in Spanje trainen, terwijl niemand anders dat deed, zelfs de Spanjaarden niet. Nu vliegen ze allemaal naar daar, zelfs de crossers tijdens het veldritseizoen. Vroeger dacht men dat je als coureur in de winter moest rusten en begon men pas enkele weken voor de start van het seizoen te fietsen. Een primitieve manier van denken, maar dat was toen zo.

Noël ging tijdens de winter in Spanje trainen, terwijl niemand anders dat deed. Vroeger dacht men dat je als coureur in de winter moest rusten en begon men pas enkele weken voor de start van het seizoen te fietsen. Een primitieve manier van denken.
Richard Dejonckheere

Noël begon dan ook altijd furieus aan het seizoen. Toen hij in maart aan de start van Milaan-San Remo stond, had hij al een koers of tien gewonnen. In de eerste Spaanse koersen van het jaar reed hij zelfs even goed bergop als Marino Lejarreta. (lacht) Toen de andere renners ook in vorm waren, viel Noëls voordeel uiteraard weg, al presteerde hij dan nog altijd verre van onaardig. Volgens zijn mogelijkheden heeft mijn broer goed geboerd. Er zijn er die veel meer talent hadden, maar er niet geraakt zijn.”

Dejonckheere wint tijdens zijn profcarrière 70 wedstrijden, waaronder zes etappes in de Ronde van Spanje. Zelf schatte hij zijn ritzege in Parijs-Nice in 1984 het hoogst in. Na een zware tocht door het Centraal Massief liet hij in finishplaats Saint-Etienne zowat alle topsprinters van zijn generatie achter zich: Sean Kelly, Eddy Planckaert, Eric Vanderaerden...

Broer Richard: “Enkele jaren ervoor had Noël in Parijs-Nice eens een hele dag met rotslechte benen moeten lossen, maar had een ploegmaat hem in de slotkilometers opgewacht en naar voren geloodst. Hij won de rit, maar was beschaamd om op het podium te gaan vieren. Wanneer Noël de meet zag, kon hij net dat tikkeltje meer. Hij was enorm competitief. (grijnst)

Dat bleef ook na zijn carrière zo, zelfs tijdens een simpel gezelschapsspel.” Vaarten maakt de vergelijking met Jasper Philipsen. “Noël was ook een veelzijdige sprinter die niet zo goed bergop reed, maar wel kon overleven. Met zijn gewicht had hij geen last. Alleen de Belgische voorjaarsklassiekers waren niets voor hem. Het vele wringen, slecht weer… Noël was een man van de zon. Meerdaagsen waarin men vroeger in het begin van de koers rustig bleef en vervolgens een stevige finale reed, dat was iets voor hem. Noël kon dan echt ontploffen.”

In een reportage in Bahamontes liet Dejonckheere zich enkele jaren geleden ontvallen dat zijn gemiste puntentrui in de Ronde van Spanje de grootste ontgoocheling uit zijn carrière is. Zowel in 1979 als 1984 werd hij immers tweede in het puntenklassement van de Vuelta. Vooral de tweede keer was voor hem moeilijk te verteren, nadat hij door een lekke band in de slotfase van een overgangsrit de trui aan landgenoot Guido Van Calster moest laten. “Hoeveel renners kunnen zeggen dat ze het puntenklassement van een grote ronde hebben gewonnen?” vroeg hij zich af.

Greg Van Avermaet, met wie Dejonckheere tussen 2010 en 2020 bij BMC en CCC samenwerkte, won zelf de puntentrui in de Vuelta in 2008. “Noël was zot van Spanje”, glimlacht Van Avermaet. “Dat merkte je vaak wanneer je met hem sprak. Hij was de eerste om me te helpen wanneer ik een vlucht of hotel wilde boeken. In de maand december gebeurde het vaak dat ik door het slechte weer enkele dagen vroeger op stage naar Spanje wilde vertrekken. Dan zei hij: je hebt groot gelijk dat je naar Spanje gaat. (lacht) Noël was zelf zot van het goede weer daar.”

Debuut als ploegleider in Parijs-Roubaix (1990)

Eind 1988 hangt Dejonckheere zijn fiets aan de haak, maar de wielersport zegt hij geen vaarwel. Integendeel. Op zondag 8 april 1990 begint zijn carrière als ploegleider bij 7 Eleven, een Amerikaanse profploeg met aan het roer Jim Ochowicz. Daags voordien krijgt hij onverwachts een telefoontje van zijn Amerikaanse vriend.

“Zelf zat ik met een deel van het team in de Ronde van Texas en een andere selectie had de Ronde van het Baskenland gereden”, herinnert Ochowicz zich. “Op de terugweg vanuit Spanje raakte een van onze auto’s echter in een accident betrokken. Noël was op dat moment al bij ons team betrokken en had onder meer de verkenningen van de Belgische voorjaarsklassiekers voor zijn rekening genomen. Hij kende onze manier van werken dus al.”

Opvallend: Dejonckheere wint ei zo na zijn eerste wedstrijd als ploegleider, want pas na een millimeterspurt op de piste van Roubaix moet Steve Bauer de duimen leggen voor Eddy Planckaert. “Ik weet nog goed dat Noël me meteen na de finish opbelde om te zeggen dat er een fotofinish nodig was”, lacht Ochowicz. “Dus ja, ik herinner me die eerste dag van Noël als ploegleider heel goed.” Dejonckheeres broer Richard glimlacht eens. “Noël en Jim leerden elkaar kennen toen mijn broer als amateur in de VS ging koersen. Zo is er een connectie gelegd die zijn hele leven is meegegaan en voor een groot deel heeft bepaald.”

Vriendschap met Jim Ochowicz (1976-2022)

Noël Dejonckheere en Jim Ochowicz leren elkaar eind de jaren zeventig kennen wanneer de Izegemnaar meerdere keren voor enkele maanden naar de Verenigde Staten afreist om er in betere weersomstandigheden te trainen en aan wedstrijden deel te nemen. Het is Roger Young, met wie Dejonckheere de Zesdaagse van Gent heeft gereden, die hem vraagt of hij in de VS wil komen overwinteren.

Youngs zus Sheila, olympisch schaatskampioene op de 500 meter en drie keer wereldkampioene sprint in het baanwielrennen, is de partner van Ochowicz, die op dat moment ook nog koerst en met de Amerikaanse achtervolgingsploeg zelfs twee keer aan de Olympische Spelen deelneemt. Hij kan zich vooral nog een koersweekend in North-Carolina voor de geest halen.

“Alle toprenners uit de VS en Canada waren van de partij, want dat weekend werd als een soort van selectieproef voor de Spelen van 1976 beschouwd. Wat gebeurde er? Noël won de wegwedstrijd op zaterdag en ik het criterium op zondag. Dat weekend is één van mijn oudste herinneringen aan Noël.”

Noël heeft me dat verhaal indertijd verteld. Ik weet ook dat hij en Greg [LeMond] daarna altijd in contact gebleven zijn en Noël een belangrijke rol heeft gespeeld toen Greg in zijn jonge jaren bij jullie in België (in Marke, red.) is komen wonen.
Jim Ochowicz

Een andere leuke anekdote dateert ook uit die periode. Op een bepaald moment traint Dejonckheere in de VS met een groepje jonge Amerikanen en op het einde van de sessie blijven er nog twee renners over: een Belg en een jong gastje van 13 of 14 jaar. Dejonckheere vraagt de naam van het jongetje, dat antwoordt: ik ben Greg, Greg LeMond. Dejonckheere raakt aan de praat met het jongetje en gaat de dag erna opnieuw met hem trainen.

Een decennium later wint Greg LeMond drie keer de Tour de France. Zoveel jaren later kan Ochowicz er nog altijd smakelijk om lachen. “Noël heeft me dat verhaal indertijd verteld. Ik weet ook dat hij en Greg daarna altijd in contact gebleven zijn en Noël een belangrijke rol heeft gespeeld toen Greg in zijn jonge jaren bij jullie in België (in Marke, red.) is komen wonen.”

Het is ook in die periode, eind de jaren tachtig, dat Ochowicz en Dejonckheere heel nauw met elkaar beginnen samen te werken. Ochowicz: “Met mijn ploeg 7 Eleven wilde ik vaker in Europa koersen. Op dat moment was ik zelf nog als schaatser actief en vertoefde ik met de nationale ploeg in het Duitse Inzell, waarna ik naar België doorreisde om er de winter door te brengen en aan enkele zesdaagsen bij de amateurs deel te nemen.

Ik weet nog goed dat ik Noël ging opzoeken in Izegem en onder de indruk was van hoe ver hij het geschopt had, terwijl ik nog in een wollen koersbroek mijn best probeerde te doen. (lacht) Het was het begin van een fantastische relatie tussen onze families, een relatie die tot op de dag van vandaag met veel liefde en respect voor elkaar overeind blijft.”

Service course van Motorola in Hulste (1991-1996)

In 1991 gaat 7 Eleven op in kersvers hoofdsponsor Motorola, dat zes jaar in het profpeloton blijft rondrijden. Dejonckheere blijft er als ploegleider aan de slag en krijgt in Hulste de service course voor het Europese programma van het team in handen. Het is in die periode dat de Izegemnaar een grote indruk op Ochowicz nalaat.

“Noël had een instinct voor de koers dat ik zelf niet had. In mijn eerste periode als eigenaar, als algemeen manager van een wielerteam en soms ook als ploegleider heb ik heel veel van Noël over de wielersport geleerd. Wat precies? Niet alleen wat je voor je ziet, maar ook datgene wat je niet kan zien. (korte stilte)

Noël had een bepaald instinct om tijdens een wedstrijd dingen te zien die nog niet waren gebeurd. De voorspellingen die hij voor een bepaalde wedstrijd soms deed, waren vaak erg accuraat. In de wielersport moet je soms ook heel snel een beslissing nemen waarbij je niet weet of het de juiste is. Een koers kan vele uren duren en in die tijdspanne kan er veel gebeuren. Je kan kiezen om mee te gaan in de ontsnapping, maar misschien is het wel de verkeerde poging en heb je daardoor te veel krachten verbruikt. Je kan ook energie sparen, je kan eten en je kan anticiperen voor de finish.

Maar waar je ook voor kiest, de enige zekerheid is dat de andere teams er alles aan zullen doen om te winnen. Dat allemaal moet door iemand geanalyseerd worden. In ons geval werd dat vaak door Noël gedaan.”

Dejonckheeres periode bij Motorola blijft ook zijn oudste dochter Charlyn (°1988) bij. “Ik was nog een kind, maar ik zie de vloer en de bureaus in de service course in Hulste nog zo voor me. Ik weet ook nog perfect met welke mensen mijn vader toen samenwerkte”, glimlacht ze. Vaak zien Charlyn en haar vier jaar jongere zus Naomi (°1992) hun vader echter meerdere weken niet.

“Het gebeurde dat hij er niet was wanneer ik opstond en we op dat moment niet wisten hoelang hij weg zou zijn”, vertelt Charlyn. “Dat was heel normaal voor ons. Het voelde zelfs abnormaal wanneer hij langer dan drie, vier weken thuis was. We hebben daar ook nooit over geklaagd. Mama had toen nog een winkel in Izegem en wij zijn altijd goed opgevangen door onze grootouders.

Hij heeft altijd goed voor ons gezorgd, maar de opvoeding en het huishouden was de taak van ons mama.
Naomi Dejonckheere

Het is misschien raar om te zeggen, maar zijn afwezigheid tijdens het seizoen werd in de winter vaak gecompenseerd door langere reizen van twee, drie weken. We wisten ook dat hij dat deed voor ons. Hij was niet thuis, omdat hij aan het werken was en niet om op café te zitten.”

Naomi knikt. “Hij was er niet vaak, maar als hij er was, was hij er. En hij zorgde ervoor dat we alles hadden. Voor mijn plechtige communie maakte hij ons ‘s nachts wakker en zijn we op verrassingsreis naar Disney World vertrokken. Hij heeft altijd goed voor ons gezorgd, maar de opvoeding en het huishouden was de taak van ons mama.”

De Amerikaanse toppers van morgen (1999-2009)

Na het einde van Motorola biedt Lance Armstrong, die bij de ploeg van Ochowicz zijn profdebuut had gemaakt, hem een job bij US Postal aan, maar Dejonckheere weigert. Als ploegleider is hij te vaak van huis weg en dus stapt de Izegemnaar over naar de Amerikaanse federatie, waar hij in de jaren 2000 als ‘European Operation Manager’ grote talenten als Tyler Farrar, Taylor Phinney, Tejay van Garderen en David Zabriskie onder zijn hoede heeft.

“Mijn broer heeft een serieuze bijdrage aan de ontwikkeling van de Amerikaanse wielersport geleverd”, merkt zijn broer Richard op. “Niemand geloofde in de Amerikaanse renners, Noël wel. Hij heeft onze ouderlijke woning aan de Kortrijkstraat in Izegem volledig heringericht en gaf het de naam Cycling House, dat vandaag nog altijd bestaat en aan buitenlandse wielerteams verhuurd wordt.”

Dejonckheeres jongste dochter Naomi herinnert het zich alsof het gisteren was. “Ik ben bij wijze van spreken in dat huis opgegroeid. Of het nu na de schooluren was, in de winter of de zomer, er waren hier altijd Amerikaanse renners.” Zus Charlyn knikt. “Wanneer school gedaan was, reed ik naar het huis van de renners. Mama kookte daar elke avond en sommige van de renners waren indertijd broers van ons. Dat klinkt raar, maar het voelde echt zo.

Ik was veertien of vijftien jaar en de koers interesseerde me. Er zijn daar zoveel Amerikaanse renners geweest. Farrar, Phinney, Van Garderen, Brent Bookwalter, Zabriskie, Danny Pate die wereldkampioen tijdrijden bij de beloften werd ook… Voor mij persoonlijk was dat de leukste tijd.”

Tejay van Garderen, intussen ploegleider bij EF Education, weet nog goed wanneer hij voor de eerste keer in Izegem verbleef. “Dat was in 2006. Ik was 17 jaar, had al veel over Noël gehoord en was zelfs een beetje geïntimideerd. Als jonge gast wil je een goeie indruk nalaten op de persoon die alle verantwoordelijkheid over jou draagt. Het was een geweldige tijd die je je nu niet meer kan voorstellen.

Wij hadden geen Garmin of Strava en reden maar wat rond in de streek. In de Belgische kou, soms uitgehongerd, terwijl we niet eens wisten waar we waren, de taal niet spraken en de plaatselijke cultuur niet kenden, in een poging om ooit, heel misschien, profwielrenner te worden. Sommigen, zoals ik, zijn daarin geslaagd, anderen niet. Als ik daar nu op terugkijk, was dat toch ook wel ergens een beangstigende periode uit mijn leven.”

Een streepje voor op de rest dankzij Noël

Dejonckheere laat een grote indruk na op Van Garderen, die enkele jaren later bij BMC twee keer vijfde wordt in de Ronde van Frankrijk. “Ik herinner me vooral de Ronde van de Toekomst in 2008. Noël bleef altijd rustig als ploegleider en kon de koers enorm goed lezen. Maar als we een fout maakten, was hij de eerste om dat te zeggen.

Tijdens de rit waarin Jan Bakelants de gele trui veroverde, zat ik met hem in de ontsnapping. Noël zei tegen mij: het is om het even hoe je het aanpakt, maar laat Jan niet wegrijden. Ik maakte echter een foutje en was niet mee toen Bakelants aanviel. Noël was boos, maar aan het eind van de verhaal bleek hij wel gelijk te hebben. Jan Bakelants won namelijk die Ronde van de Toekomst.”

Intussen is Van Garderen zelf ploegleider. “Er zijn het laatste decennium heel veel zaken in deze job veranderd. We hebben nu veel meer software ter beschikking, maar Noël was een van de ploegleiders die toen al extreem goed voorbereid was, ook al had hij de moderne technologie nog niet ter beschikking. Details die veel ploegleiders niet zagen, daar had hij wel oog voor. Ik heb altijd het gevoel gehad dat wij dankzij Noël een streepje voor hadden op de rest.”

Noël bleef altijd rustig als ploegleider en kon de koers enorm goed lezen. Maar als we een fout maakten, was hij de eerste om dat te zeggen.
Tejay van Gardenen

Wie zich ook veel van Dejonckheeres jaren bij de Amerikaanse federatie herinnert, is zijn generatiegenoot Dominiek Vandromme. “Noël en ik leerden elkaar kennen toen hij nog koerste en klant was bij de Bank van Roeselare waarvoor ik werkte. Noëls loon werd cash betaald via vreemde munten die bij ons moesten worden ingewisseld. Het klikte en eigenlijk zou ik over onze vriendschap een boek kunnen schrijven.

Toen Noël ploegleider van de Amerikaanse jeugdploeg was, ben ik een aantal keer meegegaan naar de Toekomstronde, de Ronde van Californië en het Circuito Montanes in Spanje. Een bijzondere anekdote behoud ik aan de Dauphiné Libéré van 2004.

In startplaats Albertville regelde Noël een accreditatie via Johan Bruyneel, die bij US Postal ploegleider van Lance Armstrong was. Armstrong droeg de gele trui. Ik kwam op de bus van US Postal en daar stonden we dan met vier Izegemnaren te praten: Noël, ik, Bruyneel en Freddy Viaene. Ik had een digitale camera bij me om foto’s te nemen. Op een bepaald moment draaide ik me om en stond ik oog in oog met Armstrong, die meteen zei: no pictures!! Hij klonk keihard en ik was hard geschrokken. (lacht) Maar gelukkig zei Bruyneel dat wij vrienden van hem waren en verdween Armstrong daarna opnieuw.”

120 man personeel bij BMC en CCC (2010-2020)

Intussen is oude bekende Jim Ochowicz in 2007 met een nieuw project gestart: het BMC Racing Team. In 2010 wil de Amerikaan een stap hogerop en deel uitmaken van het profpeloton. Dejonckheere blijkt de geknipte persoon om het project te doen slagen. In Eke, vlakbij de E17, krijgt hij de service course van het kersverse WorldTourteam in handen en heeft hij plots de leiding over 120 man personeel.

“Noël was bij BMC de man die alles voor de ploeg regelde”, vertelt Greg Van Avermaet, één van de wereldtoppers met wie Dejonckheere tussen 2010 en 2020 samenwerkt. “Het was een voordeel dat Noël zelf wielrenner en ploegleider was geweest, want daardoor wist hij perfect wat wij, zowel renners als ploegleiders, nodig hadden. Dat was zijn sterkte. Je kan administratief wel sterk zijn, als je geen voeling met de koers hebt, is het heel moeilijk om dit soort job uit te oefenen.

Noël en ik zagen elkaar vaak op de service course in Eke. Wanneer ik iets nodig had, ging ik bij hem langs. Hij was een perfectionist. Dat was een noodzakelijke eigenschap, want op zo’n service course moet er iemand de regels uitzetten. Soms moest je met hem onderhandelen. Het was niet zomaar allemaal goed voor hem, maar als je vraag steek hield en het was om je prestaties te verbeteren, kon je veel van hem gedaan krijgen. Noël wist ook wel dat ik er de kantjes niet van af liep. Het was een heel fijne samenwerking.”

Ook Jim Ochowicz blikt tevreden terug op de BMC-periode. “Met die ploeg zijn we in de loop der jaren naar een wel heel grote organisatie geëvolueerd. Het verschil met een professioneel wielerteam uit de jaren tachtig en negentig was enorm groot. We hadden dan ook iemand nodig die vanuit ons kantoor het schip kon besturen en voor een vlotte samenhang tussen alle personeelsleden zorgde. Iemand die de discipline had om beslissingen te nemen en daar ook naar handelde.

Hij was een perfectionist. Dat was een noodzakelijke eigenschap, want op zo’n service course moet er iemand de regels uitzetten.
Greg Van Avermaet

Dat was iets waar Noël erg goed in was. Ja, hij liet niet zomaar alles toe, maar op het einde bleek zijn beslissing de juiste en finaal waardeerde iedereen zijn leiderschap. Het is moeilijk om baas te zijn, maar hij was een goeie chef. In die tien jaar bij BMC en CCC hebben we heel wat mooie prestaties neergezet als gevolg van Noëls leiderschap in zijn rol als operationeel manager.”

Unieke manier van aanpak bij BMC

Van Avermaet gaat nog een stapje verder. “In de koers heb je altijd een Noël nodig, in eender welke ploeg.” Ochowicz knikt veelzeggend. “Weet je wat mij het meest heeft verbaasd? Dat wij behoorlijk uniek waren in de manier waarop wij het aanpakten. Je kan in een professioneel wielerteam niet zonder iemand die de functie van Noël vervult en toch waren er heel wat ploegen die het zo niet deden, ook al hadden ze dezelfde structuur.

Tot op de dag van vandaag rijden heel wat van onze renners uit de BMC-periode rond in het profpeloton en geregeld krijg ik te horen dat die renners nog altijd lovend zijn over de manier waarop wij het team een decennium geleden runden. We deden dat op een manier waarvan we vonden dat het zo moest. Met vallen en opstaan, maar op een eerlijke en constructieve manier, Je moet maar eens de lijst van renners bekijken die voor ons gereden hebben en hun prestaties analyseren.

Cadel Evans won de Tour. Greg Van Avermaet werd olympisch kampioen en won klassiekers en etappes in de Tour. Richie Porte won tal van rittenkoersen. Tejay van Garderen eindigde twee keer in de top vijf van de Tour. Rohan Dennis werd wereldkampioen tijdrijden.”

Of het nu bij 7 Eleven, Motorola, de Amerikaanse federatie, BMC of CCC is, Dejonckheere maakt doorheen de jaren veel indruk met zijn organisatorische kwaliteiten. “Beroepsmatig was hij perfect”, meent Dominiek Vandromme. “Hij kon soms hard zijn, maar hij was telkens heel correct. Hij wilde het beste voor hen. Noël was streng, maar rechtvaardig. Alles was tot in de puntjes geregeld. Hij wist precies, tot op de minuut en misschien zelfs tot op de seconde, hoe alles zou verlopen. Noël was een perfectionist en maar best ook, want in zo’n job is dat noodzakelijk.”

Broer Richard kan het alleen maar beamen. “Noël is altijd gefascineerd geweest door cijfers. Op school was hij zeker niet de slimste, maar iets arrangeren, dat was helemaal zijn ding. Toen hij nog renner was, had hij dat ook al: hij kende overal zijn weg en wist perfect wanneer hij zich naar voren moest piloteren. Hij was een organisatorisch talent. Al een jaar op voorhand anticipeerde hij op alle mogelijke scenario’s.”

Samenwerken met dochter Naomi

Bij BMC en CCC werkt Dejonckheere voor de eerste keer samen met zijn dochter Naomi. “Het was altijd zijn bedoeling geweest dat ik als logistiek en administratief verantwoordelijke in zijn voetsporen zou treden. Eerst wist ik niet goed of het zou lukken om met mijn papa samen te werken, maar dat verliep eigenlijk heel vlot. We hebben hetzelfde karakter en dezelfde manier van denken. Zonder veel woorden begrepen we elkaar.

Eerst had ik vooral een ondersteunende rol, maar naarmate ik meer ervaring kreeg, liet hij me almaar vaker los”, vertelt Naomi, die vandaag als projectmanager actief is en niet meer met de wielersport verbonden is. “Nochtans kreeg ik al enkele aanbiedingen, maar voorlopig is het goed zoals het is. Dit geeft wat meer stabiliteit, want er loopt bij ons thuis intussen een klein kindje rond, terwijl je in de koers vaak in de weekends moet werken. Maar het is en blijft mijn passie. Ik zeg niet dat ik nooit meer naar de koers terugkeer.”

Ik weet niet hoe hij het deed, maar in zijn hoofd kon mijn papa altijd vooruitplannen hoe alles er een jaar later zou uitzien. Het was verbazingwekkend. Dat stond niet op papier, maar zat in zijn hoofd.
Naomi Dejonckheere

Naomi bevestigt het organisatorische talent van haar vader. “Ik weet niet hoe hij het deed, maar in zijn hoofd kon mijn papa altijd vooruitplannen hoe alles er een jaar later zou uitzien. Het was verbazingwekkend. Dat stond niet op papier, maar zat in zijn hoofd. Hij dacht altijd vier stappen sneller vooruit dan anderen. Hij hield ook telkens rekening met onvoorziene omstandigheden en kon heel goed voorspellen wanneer er iets fout zou lopen. Daar voorzag hij ook telkens een oplossing voor. Dit was zijn leven. 24 uur op 24.”

Zus Charlyn werkt op professioneel vlak nooit met haar vader samen, al is haar echtgenoot Glen Vandevyvere bij BMC en CCC jarenlang als mecanicien aan de slag als collega van zijn schoonvader. “Zelfs toen we met het gezin een verre reis maakten, dokterde hij alles tot in detail uit”, vertelt Charlyn. “Het ging zover dat hij, wanneer Glen en ik op reis gingen, zat mee te denken over hoe we het konden aanpakken. Hij kon het gewoon niet loslaten en vertrouwde, met uitzondering van Naomi, moeilijk iemand anders. Daardoor werkte hij extreem veel. Een logisch gevolg: als je niet kan loslaten, zit je tot over je oren in het werk.”

Ook opmerkelijk: in zijn BMC- en CCC-periode gaat Dejonckheere nog zelden mee naar de koers. “Noël was nooit echt een liefhebber van de koers. Hij was een liefhebber van winnen”, legt zijn broer Richard uit. Dochter Naomi knikt. “Wanneer er meerdere sporten op tv waren, keek hij niet naar de koers en begon hij te zappen. Basketbal, voetbal, golf… Intussen zat hij ook op zijn laptop en volgde hij de uitslagen op zijn iPhone. (grijnst) Ja, op dat vlak was hij een multitaskende man.”

Charlyn glimlacht: “Mocht mijn vader gekund hebben, hij zou tien tv’s aan zijn muur gehangen hebben. Ik kan niets opnoemen waar hij niet naar keek. Als kind ben ik trouwens vaak met hem en Dominiek naar basketbalwedstrijden van BC Oostende gaan kijken.” Naomi: “Koersen, dat was toevallig iets waarin hij goed was. Maar dat organisatorische talent, het ervoor willen zorgen dat zijn renners en personeel het goed hadden, daar kon hij zich wel volledig in uitleven en die passie heeft hij aan mij doorgegeven.” Broer Richard beaamt. “Noël is altijd in de wielersport gebleven, omdat hij het talent daarvoor had. Dat organisatorische was helemaal zijn ding. Tot hij kanker kreeg…”

Pancreaskanker in 2020

Wanneer BMC eind 2018 ophoudt te bestaan, zoekt en vindt Ochowicz een doorstart met het Poolse CCC, maar nog eens twee jaar later is het verhaal van de Amerikaan in de wielersport definitief voorbij. Bij Dejonckheere is dan inmiddels ook voor de eerste keer kanker vastgesteld. Pancreaskanker.

“Ik denk dat hij altijd heeft willen verstoppen hoeveel pijn hij werkelijk had”, vertelt dochter Naomi. “De enige die weet hoeveel hij echt afgezien heeft, is mijn mama. We zagen hem achteruitgaan, maar ik vond dat hij tot op het allerlaatste moment enorm veel moed bleef hebben. De week voor zijn overlijden is hij nog tien kilometer gaan wandelen. Waarom, dacht ik. Twee km zou ook al mooi geweest zijn.

Mijn vader bleef de extremen opzoeken, zelfs toen hij zwaar ziek was. Daar haalde hij energie uit en zag je dat hij altijd een sportman is geweest. Een normale mens die ziek is, zie ik dat niet doen. Eigenlijk is het ongelofelijk hoe hij het gedaan heeft, want die chemotherapie was helemaal niet te onderschatten.”

Broer Richard knikt bevestigend. “Noël was iemand die niet opgaf. Het vroor de stenen uit de grond, tot min vijf, maar hij ging nog een lange wandeling maken. Het duurde bij wijze van spreken een uur vooraleer hij in de auto raakte, maar hij wilde niet afgeven. Noël vocht ertegen en kon zijn ziekte niet aanvaarden. Iedereen heeft zijn eigen manier om met een ziekte om te gaan. Wel, dat was zijn manier. Die drang om te winnen, dat had hij wel.

Wanneer Noël een gezelschapsspel met Greg LeMond speelde, kregen ze altijd ruzie. Logisch. Als je twee bijna ziekelijke winnaars hebt, lukt het niet, hé. Eddy Merckx had dat ook en Mathieu van der Poel nu ook. Die willen niet verliezen en als topsporter heb je dat ergens nodig, alleen had Noël niet het gestel om een absolute toprenner te worden. Misschien zou hij wel een kans gehad hebben als de Monumenten 400 km zouden duren. (grijnst)

Zelfs toen hij kanker had, wilde Noël na 150 km fietsen de beste zijn en hij was het nog ook.” Ook Dominiek Vandromme kan nog altijd smakelijk lachen om Dejonckheeres competitiviteit. “Het mocht Rummikub zijn, Noel was zelfs daar professioneel mee bezig. Richard en ik deden dat voor ons plezier, maar hij niet.”

Tot de laatste dag heeft Noël geprobeerd om te blijven bewegen. Hij maakte zelfs nog plannen voor de toekomst.
Dominiek Vandromme

Charlyn en Naomi beleven de laatste maanden van hun vader elk op hun eigen manier. “Naomi woonde in het huis ernaast en ik in Wingene, wat sowieso toch voor wat meer afstand zorgt”, vertelt Charlyn. “Evident was het niet, want we zaten in volle coronaperiode en ik was net van mijn tweede kindje bevallen. Ik denk ook dat ik het me niet zo hard heb willen aantrekken, omdat ik heel lang de realiteit niet onder ogen heb willen zien.”

Voor boezemvriend Dominiek blijven de laatste jaren eveneens een speciale herinnering. “Tot de laatste dag heeft Noël geprobeerd om te blijven bewegen. Hij maakte zelfs nog plannen voor de toekomst. We haspelden talloze kilometer met onze speedbike af. Soms reden we 160 km naar Eindhoven om een vrachtwagen van de ploeg op te pikken. Dat waren zalige uitstappen.

Ik ben waarschijnlijk de enige die Noëls ziekte elke dag heeft beleefd. Dagelijks telefoneerden we. Als hij niet belde, belde ik zelf. En onze allerlaatste wandeling deden we in ‘t Veld in Ardooie. Drie kilometer.”

Amerikaanse reünie via videocall

Het eerste jaar van zijn ziekte, in 2020, organiseert Dejonckheeres familie een reünie via videocall met zoveel mogelijk Amerikaanse renners die ooit met hem samengewerkt hebben. Tejay van Garderen haalt het moment zelf aan als een van zijn mooiste herinneringen.

“Zelfs gasten waar jij nog van gehoord hebt, waren erbij. John Devine, Saul Raisin, Mike Creed… Toen dacht ik: amai, Noël heeft een enorme impact op mij en zoveel anderen gehad. Die periode in Izegem blijft me bij als de laatste stap naar een carrière als profwielrenner. Voor andere jongens was het een onvergetelijk hoofdstuk in hun leven. Sommigen gingen daarna werken in pakweg een bank en stichtten een gezin.

Het was indrukwekkend om bij die videocall aanwezig te zijn en de impact van Noël te zien. Hij was toen al serieus ziek, maar ik denk dat het veel voor hem betekende om al die jongens nog eens terug te zien.”

Amai, Noël heeft een enorme impact op mij en zoveel anderen gehad. Die periode in Izegem blijft me bij als de laatste stap naar een carrière als profwielrenner. Voor andere jongens was het een onvergetelijk hoofdstuk in hun leven. Sommigen gingen daarna werken in pakweg een bank en stichtten een gezin.
Tejay van Garderen

Ook Jim Ochowicz beleeft vanuit de VS de ziekte van zijn goede vriend intens. “Noël was in die strijd net zo sterk als toen hij zelf nog wedstrijden won. Hij bleef fietsen, want dat was zijn leven. Ik reed nog meerdere keren met hem samen, zowel in Spanje als in België. Ik denk dat zijn liefde voor de fiets zijn leven zelfs wat verlengd heeft. Noël gaf nooit op.

Meerdere keren heb ik in zijn slaapkamer met hem gediscussieerd, maar het ging altijd over sport en nooit over zijn gezondheid. (glimlacht) Noël wilde dat niet. Hij was nog altijd de Noël die ik altijd had gekend. Hij praatte over voetbal. Over wielrennen. Hij zei zelfs nog altijd hoe ik iets het best kon aanpakken. Dat was Noël. Hij is ondanks zijn ziekte altijd dezelfde gebleven.

Ik ben intussen 72 jaar en hoop dat ik, als ik ooit hetzelfde moet meemaken als Noël, die periode kan doorlopen zoals hij dat aangepakt heeft. Maar ik ben niet zeker dat ik het zou kunnen. Ik ben echt trots dat ik hem gekend heb en we goede vrienden zijn geweest. Die herinneringen zullen mij altijd bijblijven.”

Walk of Life naar Wissant (2023)

In de zomer van 2023 organiseert boezemvriend Dominiek een Walks of Life voor de familie en beste vrienden van Dejonckheere. “Toen Noël in volle coronaperiode te horen kreeg dat hij kanker had, werd er op de televisie een programma getoond over de GR129, de langste afstandswandeling door België. Van Brugge naar Aarlen, tot 37 km per dag. Noël wilde dat doen en we hebben het gedaan. Hij was ziek, maar nog heel sportief. Bergop was hij sneller dan ik. (glimlacht) Dat competitieve zat er nog altijd in.

Ook de GR128 tussen Wissant en Aken wilde hij nog doen, maar één etappe, de laatste naar Wissant, lukte niet meer. Toen het bergop ging, moest Noël afhaken. Hij heeft zich in een bushokje gezet en is daar op mij blijven wachten. Na zijn overlijden wilde ik dat laatste stuk absoluut nog eens wandelen. De laatste rit. Noëls Walk of Life, vernoemd naar een van zijn favoriete muzieknummers van Dire Straits. ‘s Avonds hebben we met 35 man op het strand getoost en zijn we in ‘t Rhodesgoed in Kachtem gaan eten. Het was een heel mooie dag.”

Ook dochters Naomi en Charlyn houden fijne herinneringen over aan die dag. “Het was een bijzonder mooi moment voor ons allemaal. We hebben er hard van genoten”, bevestigt Naomi. Charlyn: “Ik ben niet de meest sportieve persoon, dus had ik er wel wat schrik voor, maar die dag is voorbijgevlogen. Het was een mooie afsluiter, ik denk vooral voor Dominiek en de beste vrienden van papa.”

De glimlach van Noël

Een jaar na zijn overlijden blijft Noël Dejonckheere aanwezig in het leven van zijn familie. “Ergens heb je er vrede mee dat hij er niet meer is, al blijft het wel pijnlijk. Het was gewoon te vroeg”, geeft dochter Naomi aan.

“Toch blijven we als gezin sterk en alles wat hij wou, proberen we te blijven doen. We hebben een huis in Spanje. Het was papa’s wens dat we daar naartoe zouden blijven gaan. Dat doen we dan ook. En zelf woon ik nu naast mijn mama. Ook dat was de visie van papa, zodat we later voor haar kunnen zorgen en ze ook de kleinkinderen vaak kan zien.”

Ook Charlyn wordt nog geregeld herinnerd aan haar vader. “Op de meest onverwachte momenten komt het soms binnen. Om maar een voorbeeld te geven: toen Remco Evenepoel in september zijn derde rit in de Vuelta won, werd ook mijn papa op de radio vermeld, omdat hij ook eens drie etappes in één Ronde van Spanje heeft gewonnen. Toen dacht ik: amai, daar mogen we toch wel trots op zijn.

Elke dag schiet er wel eens iets te binnen: bij een liedje, wanneer iemand over hem praat, onlangs toen er iemand op mijn werk aan darmkanker overleed… Het zijn momenten waarop ik naar het verleden gekatapulteerd word, in mijn geval vooral naar de laatste dagen voor zijn overlijden. Dat was wachten op iets waarvan je wist dat het kwam, alleen wist je niet wanneer precies.”

Broer Richard: “Noël had gedacht nog twintig, dertig jaar goed te kunnen leven, maar je moet spelen met de kaarten die je krijgt. Als je de verkeerde kaarten bezit, heb je pech.”

Het slotwoord is voor Jim Ochowicz. We vragen hem welke herinnering bij hem als eerste naar boven komt wanneer iemand de naam van Noël Dejonckheere laat vallen. Er volgt een stilte, waarna Ochowicz een gelukzalige glimlach op zijn gezicht tovert. “Wanneer ik binnenkwam in de service course van BMC in Eke en ik op mijn kantoor nog iets belangrijks te regelen had, moest ik altijd eerst langs het kantoor van Noël passeren.

Elke keer dat ik naar binnen keek, had hij een glimlach op zijn gezicht. Die glimlach gaf mij de energie om ook aan mijn bureau te gaan zitten en keihard te werken. Dat beeld zie ik voor me wanneer ik aan Noël denk.”

Noël Dejonckheere

Noël Dejonckheere (Lendelede, 22 april 1955 – Izegem, 29 december 2022) was een Belgisch wielrenner.
serviceKoers

Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.