Antoine Emil Kiderlen, geboren op 18 januari 1868 in Rotterdam, groeit op Delfshaven, de kleine westelijke zusterstad van de havenmetropool in wording. Vader Emil Kiderlen Sr., zoon van een Duitse immigrant uit Württemberg die zich begin negentiende eeuw in Holland in het zakenleven stort, runt er een internationaal opererende distilleerderij. Pim volgt in zijn tienerjaren de Korenaer- School in Rotterdam, met een vooral op de praktijk gerichte opleiding, die onder anderen Henri van ’t Hoff onder zijn alumni mag rekenen, in 1901 vanuit Berlijn de laureaat van de eerste Nobel Prijs voor Scheikunde.
Jonge Pims succesvolle optreden in Amsterdam is de eerste keer dat hij de Nederlandse pers haalt, maar in een nostalgisch interview met De Revue der Sporten in 1924 herinnert hij zich zijn werkelijke eerste optreden. Vijftien jaar oud is hij als hij met Gerrit Vrolik, zijn twee jaar oudere maat van de Rotterdamse wielerclub De Zwaluw, afreist naar Antwerpen, voor deelname op 5 augustus 1883 aan de eerste wedstrijden van de Antwerp Bicycle Club, opgericht op 31 maart 1882, op de Zuiderlei (nu Amerikalei).
‘Het Kampioenschap van Antwerpen’, ‘de Augustusprijs’ en ‘de Prijs van de ABC’ worden gewonnen door plaatselijke rijders als Alfred van Peborgh en Emile van Migem, maar aan het eind van de dag is er een ‘troosting’ voor renners die nog geen prijs hebben behaald. Vrolik wint deze race van 900m, verplicht gereden zonder het stuur aan te raken, als eerste Nederlandse winnaar ooit in België, met De Beukelaer en Arthur van Migem als tweede en derde. Pim zelf behaalt geen zichtbare prijs, maar hij wás erbij. En hij maakt waarschijnlijk meer dan oppervlakkig kennis met de zestienjarige Emile de Beukelaer, die binnen de kortste keren zal uitgroeien tot de grote man van het Antwerpse en Belgische wielrennen. Vaak in het gezelschap van Pim.
De Nederlandsche Vélocipédisten Bond, opgericht op 1 juli 1883 in Utrecht en na twee jaar omgevormd tot de Algemeene Nederlandsche Wielrijders Bond, heeft aanvankelijk grote moeite geschikte locaties te vinden voor het realiseren van een van zijn expliciete doelstellingen: het bevorderen van de wedstrijdsport. Het zijn Nederlandse individuele verenigingen die de eerste grote wedstrijden uitschrijven.
Op paasmaandag 6 april 1885 organiseert wielervereniging De Ooievaar in Den Haag een evenement op de Wassenaarseweg, de provinciale uitvalsweg naar het noorden, met zes onderdelen waarin zowel snelheid (over verschillende afstanden) als vaardigheid (langzaamrijden, figuurrijden) wordt getest. Na zware regenval wordt de helft van het programma geschrapt, maar bij wat er wordt verreden, steekt één deelnemer erbovenuit: E. Kiderlen Jr. wint een wedstrijd over 1750 meter voor ‘bicycles’ (de vervaarlijke ‘hooge bi’) en het figuurrijden, en wordt tweede in de 1 km. voor ‘tricycles’.
Op zondag 10 mei 1885 arrangeert Herensociëteit Momus in Maastricht, de organisator van het plaatselijke carnaval, de eerste Nederlandse internationale wielerwedstrijden, met deelname uit de grenslanden. Kiderlen en Vrolik reizen opnieuw van ‘boven de rivieren’ af naar het zuiden. Duizenden toeschouwers komen naar het Vrijthof om de wedstrijd te volgen. Sommige installeren zich daken en in bomen. Pim wint in een bicycle-race vóór Gerrit van de nog weinig ervaren leden van de Roermondsche Bicycle Club, en ook tijdens het figuurrijden is hij succesvol.
Maar er zijn ook sterke Belgen. De Brusselaar Ernest de Ligne wint bij de driewielers over 4 km. en zijn stadgenoot Emile Swéron bij het langzaamrijden. En Emile de Beukelaer is er, beschreven als een ‘slungel in blauw en wit wielercostuum’: winst in de internationale bicycle-race over 5½ km, vlak vóór Pim in hun eerste rechtstreekse treffen, en in de ‘Wedstrijd voor Bicycles voor Vreemden’, vóór De Ligne.
Er zijn geen wedstrijden in Nederland in de zomer van 1885, maar België biedt uitkomst. Op 7 juni is Pim terug in Antwerpen, te gast bij De Beukelaer, die het Championnat de Belgique wint over 10 km en Pim verslaat in een bicyclerace over 1 mijl. Op 28 juni in Tienen is de baan dermate slecht dat De Beukelaer en de Engels-Utrechtse wielerpionier Charley Bingham (de eerste voorzitter van de ANWB in 1883) bij valpartijen en botsingen pijnlijke ledematen oplopen en verruïneerde ‘machines’. Pim blijft overeind en wint vier van de vijf onderdelen. Op 19 juli in Spa verslaan Bingham en Kiderlen hun Belgische tegenstrevers Goethals en De Beukelaer op de mijl voor bicycles, en Pim wint het figuurrijden en de afsluitende Course d’honneur, vóór Emile.
De Nederlandse bond bereikt zijn eerste mijlpaal met de opening van de eigen wielerbaan bij het Keizer Karelplein in Nijmegen, 333 meter, keihard gewalst oppervlak, ‘een der besten, zoo niet de beste van het vasteland’, vindt men zelf. Op 14 en 15 augustus start Pim bij acht onderdelen en hij wint er: zeven! Op de hoge bi, de driewieler, korte en lange afstand, en met Bingham op de tweepersoons ‘tandem’-driewieler.
Hij wint ook de eerste race in Nederland over 2 km voor ‘Veiligheids-Tweewielers’, op de in Engeland ontwikkelde Kangaroo, een tussenstap tussen de hoge bi en de moderne fiets met kettingaandrijving op het voorwiel, die hij betrekt bij zijn sponsor, de Rotterdamse importeur Jules Herckenrath. Zijn enige nederlaag is tegen De Beukelaer, bij de tweewielers-handenlos over 1 km.
In de tweede helft van augustus is Pim weer in Antwerpen bij de A.B.C., waar hij de Course d’Honneur wint, maar in de rest van het programma voortdurend wordt afgetroefd door de Franse crack Frédéric de Civry. Op 31 augustus op het Vreeburgplein in Utrecht win hij races op twee- en driewielers. Het is het eind van zijn eerste wedstrijdjaar waarin hij, zeventien jaar oud, vijf maanden lang heeft rondgetrokken door de Lage Landen. Resultaat: 20 overwinningen, geen landgenoot die daar bij in de buurt komt. En hij is nog niet klaar.
In een vlaag van ongebreidelde branie organiseert hij voor zichzelf, en uitgedaagd door een weddenschap, met hulp van zo’n dozijn ANWB-leden een 24-uurs rit van Rotterdam naar Leeuwarden, op 21-22 november, vrijwel geheel in het donker, 260 km dwars over de onherbergzame Veluwe met stuifzand en bossen, naar Friesland. Een heroïsche tocht, die grote bewondering afdwingt in de Nederlandse wielerwereld. Een prachtige illustratie van zijn jonge moed, kracht en doorzettingsvermogen.
1885 betekende een indrukwekkend debuut, 1886 moet de doorbraak worden van het talent Pim Kiderlen. En dat wordt het. Hij studeert inmiddels aan de Technische Hogeschool in Delft en is daar medeoprichter van de Delftsche Studenten Vélocipède Club. Hij start zijn seizoen op 28 maart in Laken bij Brussel op het latere terrein van de Wereldtentoonstelling van 1958, waar hij op een slechte baan, glooiend en met steentjes bezaaid, vier keer wint. Op 26 april organiseert de Nijmeegse bondsbaan het provinciale Kampioenschap van Gelderland, waar hij in een race over 1 mijl sterke Duitse tegenstanders verslaat. Hij rijdt er een demonstratieritje op de Rover ‘safety bicycle’, de fameuze eerste versie van het moderne rijwiel, ontwikkeld door Starley & Sutton uit Coventry.
Op 2 mei wint hij een mijl-race in Leuven en dan gaat hij de Noordzee over, voor een ander debuut: deelname aan een groot Engels wielertoernooi, 20-22 mei, op Alexandra Park bij Londen. Samen met Emile de Beukelaer, ‘Bookie-lyer’ zeggen de Engelsen, twee Lagelandse havenstad-jongens naar de overkant. En ze laten zich zien. Pim scoort een Engels record bij de driewielers over 2 mijl en met de driewieler-tandem over 5 mijl verslaan ze de beste Engelsen met een prachtige spurt: Kiderlen en De Beukelaer ‘seemed to be most perfectly matched in their action, striking together beautifully’, schrijft de Wheelmen’s Gazette.
Dan houdt het niet meer op, in mei-augustus 1886 toont Pim zich steeds wel ergens. In Krefeld, net over de grens bij Venlo, in Maastricht, in het Friese Harlingen, in Amsterdam en in Gent, bij de tweede ANWB-bondswedstrijden in Nijmegen, in Antwerpen, in Den Haag en in Utrecht. Het is komen, zien, overwinnen. Een nieuw hoogtepunt doet zich op 15-16 augustus voor bij de eerste Europese Kampioenschappen, georganiseerd in Berlijn, op een baan op de Brücken-Allee bij Tiergarten. In het bijprogramma wint De Beukelaer een 2 km driewielerrace en op dag twee staan ze alletwee aan de start van de kampioenschapsrace over 5 km tegen drie Duitsers. Emile haakt af, maar Pim zet door en verslaat met een felle sprint R. Voigt uit Leipzig. Protest van de Duitser loopt op niets uit en Pim is Herrenmeisterfahrer Dreirad van Europa, de allereerste.
Terug in Nederland is de seizoensafsluiting op 18 september op de nieuwe baan van Amsterdam, aangelegd op een paardenbaan in de weilanden bij het Rijksmuseum aan de zuidkant van de stad. Als great attraction is de Engelse crack Frederick Allard overgekomen, die inderdaad drie maal wint, maar De Beukelaer verslaat hem op de 10 km. voor tweewielers. Dat is de officiële uitslag, maar Pim rijdt mee ‘buiten mededinging’ en komt als eerste over de finish. Hij kan het niet laten, deze Rotterdamse lefgozer. Hij is dit jaar weer veruit de beste Nederlander, met 42 overwinningen.
In 1887 start Pim pas laat in het seizoen, mogelijk vergt Delft veel van hem. Zijn debuut is op 5 en 6 juni bij de tweede Europese Kampioenschappen in Berlijn, met een nog mooier resultaat. Op materiaal van leverancier W.J. Stokvis uit Nijmegen, importeur van het Engelse topmerk Humber, verslaat hij bij de tweewielers over 10 km de lokale favoriet Spitzig, en bij de driewielers over 5 km de Duitser Emberg en de Oostenrijker Sild. Hij is Europees dubbelkampioen! Maar, zo blijkt, zelfs dit is maar de opmaat voor een enorme tour de force: een tournee van drie weken door Engeland.
Na wedstrijden in Grimsby, met wisselende resultaten, is Pim eind juni in Alexandra Park, voor de jaarlijkse wedstrijden die nu in het teken staan van het gouden jubileum van Queen Victoria: het Jubilee Tournament. En de Engelsen zullen het weten. Hij wint op de mijl voor driewielers voor de Ierse kampioen ‘Arjay’ Mecredy, in een felle sprint. Hij wint op de 2 mijl tegen het geduchte tweetal Gatehouse en Moore: aan het eind ‘zijn vaart nog versnellende, stoof hij tusschen beiden door en won prachtig’, schrijft het bondsblad De Kampioen. En hij wint met de Engelsman Tom English de driewieler-tandemrace. Overwinningen behaald tussen de allerbeste rijders van het eiland. Maar hij is pas halverwege.
De Amateur Championships van de National Cyclists’ Union, dé grote Engelse kampioenschappen, zijn voor 1887 toegewezen aan de Aston Lower Grounds, een evenemententerrein bij Birmingham. Pim is erbij in het weekend van 2-4 juli. Bij verschillende onderdelen kampt hij met materiaalpech en soms spaart hij zich, want hij heeft een concreet doel voor ogen: het driewielerkampioenschap over 1 mijl. Maar dat hebben anderen ook. De Kampioen beschrijft wat er in de race gebeurt: ‘Als gewoonlijk bleef hij achter en schoot halverwege de laatste rondte plotseling naar voren en won met ongeveer tien yards’ waardoor hij ‘glorierijk’ Gatehouse en Mecredy achter zich laat. Nederlandse Pim is Engels kampioen! En natuurlijk: de Flying Dutchman! Die nu systematisch rondracet met topgemiddeldes van boven de 30 km. per uur.
Hij rijdt hierna nog op de Trafford-baan in Manchester en op Long Eaton bij Nottingham, waar hij met partner E.B Turner op de driewieler een hele serie Engelse afstandsrecords neerzet. Terug in Amsterdam wordt hij gehuldigd (Leve Kiderlen! van de tribunes), de politie moet met de wapenstok het overenthousiaste publiek in toom houden. Hij stelt zijn fans niet teleur overwinningen op de Engelsen Blunt en Mayes. Op dezelfde baan wordt hij op 10 september met zijn kenmerkende eindsprint nationaal kampioen bij de driewielers op de 10 km.
Voor Emile de Beukelaer was 1886 zijn laatste topjaar, hoewel hij onder wat kleinere successen in 1888 nog een nationaal baankampioenschap behaalt. Hij gaat vanaf 1889 aan de slag in zijn vaders likeurstokerij, die hij vanaf 1913 met zijn broer Louis-Xavier beheert. Hij beweegt zich in het snel opkomende automobilisme, als bondsbestuurder en rallyrijder, en bekleedt vanaf 1900 het prestigieuze voorzitterschap van de Union Cycliste Internationale. Hij overlijdt op 23 januari 1923, vierenvijftig jaar oud, slachtoffer van een continentale griepgolf.
En hoe vergaat het Pim Kiderlen, de Flying Dutchman? Voorjaar 1888 veroorzaakt een ongeval met een rijtuig bij hem ‘leewater’ in de knie, een aandoening die hem sportieve inspanning vrijwel onmogelijk maakt, manmoedige pogingen bij een paar eigenlijk onverantwoorde binnenlandse baanwedstrijden ten spijt. Hij wordt gedwongen te stoppen op zijn hoogtepunt als West-Europese toprijder, maar zijn laatste uitslagen begonnen al een manco te vertonen. Hij had grote moeite zich het racen eigen te maken op het rijwiel van de toekomst, de ‘veiligheidswieler’, de ‘fiets’.
Pim vertrekt naar Bordeaux om daar een dependance van zijn vaders distilleerderij op te zetten, maar pech op pech, waaronder een roofoverval die hij ternauwernood overleeft en een grote brand in zijn distilleerderij aan de Garonne, betekenen een vervroegde terugkeer.
Terwijl hij zich nog hier en daar wielerend vertoont, als pacemaker op de baan of op de driewieler met een sterke partner, benut hij vanaf 1896 in Amsterdam zijn Delftse opleiding in Technisch Bureau Kiderlen & Co., gericht op gasaangedreven motorinstallaties. Het wordt een doorslaand succes, met grote opdrachten in binnen- en buitenland, waarbij hij zich als zijlijn, net als De Beukelaer, richt op de zich snel ontwikkelende automobielindustrie, onder andere als agent van Yale motoren en Lancia automobielen. Als na de Eerste Wereldoorlog enigszins de fut uit de bedrijfsvoering verdwijnt, trekt hij zich er in 1923 uit terug. Hij woont kort in het hem zo bekende Antwerpen, maar verhuist terug naar Wassenaar en overlijdt aan een onbekende, maar fatale aandoening in het ziekenhuis van Leiden, op 13 september 1931.
Rij mee in het wiel van Pim Kiderlen
Deze Hollandse lefgozer op wielen bouwt in de jaren '80 van de 19de eeuw een internationale reputatie op. Als Flying Dutchman is hij hét uitgangsbord van de Nederlandse wielerwereld. In Snel, Sneller, Onze Kampioen. Pim Kiderlen in de vroege Nederlandse Wielerwereld 1869-1891 legt Wim Zonneveld het levensverhaal van Pim Kiderlen bloot.
Wim Zonneveld. Snel, sneller, onze Kampioen! Pim Kiderlen in de vroege Nederlandse wielerwereld, 1869-1891. Nederlandse Sportliteratuur Uitgeverij, Emst, 2022. 302 blz..
Op 5 april 1919 komt het verlossende nieuws uit Lausanne. Niet Amsterdam, Rome, Havana of één van de Amerikaanse kandidaten werden gekozen als...