longread
interview

Willy Van Neste 80 jaar. Klein van gestalte, groot als renner…

10min leestijd   door Jan Simoens op 07 maart 2024
Willy Van Neste behoort tot de gouden generatie-Merckx. Naast de Kannibaal zelf maakten toen ook toppers als Roger De Vlaeminck, Walter Godefroot, Herman Van Springel, Frans Verbeeck,… het mooie weer. Ondanks die weelde slaagde Willy er in om een plaats tussen die vedetten te veroveren. Van Neste blonk vooral uit in het rondewerk. Een terugblik op zijn opmerkelijke carrière.

Van de boerderij naar de koers

Willy Van Neste – geboren op 10 maart 1944 – groeide op in het landelijke Zwevezele. Niets liet vermoeden dat hem een carrière als wielrenner te wachten stond. Zijn ouders waren landbouwers en dat boerenleven sprak hem wel aan. Maar oudere broer Wilfried ging wel geregeld koersen bij de onderbeginnelingen. Toen ze samen gingen fietsen in de buurt, raakte Willy ook in de ban van de koers.

Zelfs de tegenwind van moeder – “coureurs zijn armoezaaiers, kermisgangers en hebben geen maatschappelijk aanzien” – kon hem niet tegenhouden. Van het één kwam het ander en binnen de kortste keren nam Willy een BWB-vergunning bij de Brugse Velosport, de wielerclub die ook wel bekend stond als de ‘BAB-renners’. En met succes want de overwinningen in de jeugdreeksen – onderbeginnelingen, nieuwelingen en liefhebbers – stapelden zich al gauw op.

Internationale doorbraak bij de amateurs

In 1966 verscheen Willy op het internationale toneel van de wielersport. In de maand mei behaalde hij een ritoverwinning en een 4de plaats in de eindstand van de prestigieuze Vredeskoers, toen de Oostblok-tegenhanger van de Ronde van Frankrijk.

Deze rittenwedstrijd van een kleine drie weken ging van start in Praag. Daarna reden de renners richting Warschau, om te eindigen in Berlijn. In deze koers moesten de westerse renners opboksen tegen de staatsamateurs uit het Oostblok. Hoewel ze officieel het statuut hadden van amateur, leefden deze renners als echte profs en konden ze rekenen op de nodige begeleiding.

Geen twee maanden later behaalde Willy in de zomer van ’66 een zesde plaats in de eindstand van de Ronde van de Toekomst, de zogenaamde kleine Ronde van Frankrijk, voor amateurs. Het wereldkampioenschap op het autocircuit van de Nürburgring (Duitsland) leverde eveneens een zesde plaats op. Willy finishte bovendien als eerste Belg in de uitslag. De tijd was duidelijk rijp om de stap naar de beroepsrenners te zetten.

Binnenkomen langs de grote poort

Nadat hij tijdens de laatste weken van het wielerseizoen 1966 al even proefdraaide onder de vleugels van de ploeg Dr. Mann-Grundig, volgde het jaar daarop het grote examen in de hoogste categorie. Tijdens de eerste maanden was het wat aanpassen, maar de selectieheren van de Belgische Wielrijdersbond hadden – gezien zijn sterke prestaties bij de amateurs – alle vertrouwen in zijn ronde-capaciteiten.

Dit resulteerde in een selectie voor de nationale ploeg die deelnam aan de Ronde van Frankrijk. Dat jaar werd de Tour (net als in 1968) immers nog met landenploegen gereden. In de 2de rit tussen Saint-Malo en Caen, was het meteen bingo! Willy glipte samen met de Spanjaard Aranzabal tijdens de laatste kilometer weg uit de kopgroep. In de spurt rekende hij makkelijk af met de Spanjaard, die niet eens op de aankomstfoto stond. De gele en de groene trui kreeg hij er bovenop.

Delirium in Zwevezele! Zijn gele leiderstrui kon evenwel hij maar één dag behouden. Willy zakte de daaropvolgende etappes wat weg in het algemeen klassement, maar toen de bergen in zicht kwamen, rukte hij weer op naar de vierde plaats.. Een zware val in de afdaling van de Galibier noopte hem echter tot een gedwongen opgave. Het zal altijd een raadsel blijven hoe ver hij het in de Tour van 1967 zou geschopt hebben, mocht die val er niet geweest zijn…

1968: Twee ploegen in hetzelfde jaar

Het jaar daarna kondigde zich uitstekend aan. Eerst was er winst in de Omloop van de Vlaamse Ardennen te Ichtegem (nota bene op 10 maart, zijn verjaardag). Nadat hij de finale mee kleur had gegeven, volgde een maand later een tweede plaats in Gent-Wevelgem, na Walter Godefroot maar vóór Felice Gimondi.

Het gemarchandeer tussen Gimondi en Godefroot tijdens de finale leidde tot de laconieke uitspraak van Willy: “Als vader morgen al zijn koeien verkoopt, kan ik misschien nog een klassieker winnen…” Hoe dan ook, die tweede plaats was een bewijs dat hij ook in eendagskoersen steeds meer op het voorplan streed. Enkele weken later zien we Willy echter in een andere merkentrui aan de start van de wedstrijden verschijnen, namelijk die van de Franse ploeg Bic. Wat was er gebeurd?

Als vader morgen al zijn koeien verkoopt, kan ik misschien nog een klassieker winnen…
Willy Van Neste

Bij een dopingcontrole na een kermiskoers in Zwevegem op 3 juni 1967 werd een verboden substantie aangetroffen in zijn urine. Het betrof een geneesmiddel om een hardnekkige sinusitis te bestrijden. In die tijd stond de dopingcontrole nog in zijn kinderschoenen. Van een bijkomende B-staal was nog geen sprake en bij het uitspreken van de strafmaat heerste de grootste willekeur.

Willy mocht dan wel over een doktersattest beschikken om het gebruik van het bewuste medicament te rechtvaardigen, de rechter wou die redenering niet volgen. Na heel wat discussies werd uiteindelijk beslist dat Willy geschorst werd vanaf 1 mei tot eind december 1968. Deze schorsing telde echter enkel voor wedstrijden op Belgisch grondgebied.

En zo kwam de Franse topploeg Bic op de proppen, die hem een contract aanbood gedurende zijn schorsing voor wedstrijden op Belgische bodem. Willy haalde meteen de selectie voor de Ronde van Italië, die enkele weken later van start ging. Het werd een fantastische editie voor de Belgen want Eddy Merckx won niet alleen als eerste Belg ooit de Giro maar behaalde er zijn eerste eindoverwinning in een grote ronde.

Tussen al dat groot geweld behaalde Willy een knappe vijfde plaats in het eindklassement. Dat de Zwevezelenaar zo hoog eindigde, was onder andere te danken aan zijn uitmuntende prestatie tijdens de memorabele rit naar de Tre Cime di Lavaredo, die in helse weersomstandigheden werd verreden. Willy werd in die etappe tiende; een ontketende Merckx was die dag de beste.

Terugkeer naar België

Het ging Willy niet alleen op sportief vlak voor de wind. In oktober 1968 trouwde hij met Monique en ruilde de ouderlijke boerderij in voor café Oud Gemeentehuis in Ruddervoorde. De combinatie wielrenner/café-uitbater komt vandaag nauwelijks nog voor. In die tijd gebeurde dit wel meer, maar het bleef wel belastend voor de ontwikkeling van een sportieve loopbaan. Gelukkig was Monique een sterke vrouw achter de toog!

Na afloop van zijn schorsing eind 1968 had Willy de keuze tussen een verlengd verblijf bij Bic of een terugkeer naar de vertrouwde omgeving van Dr. Mann-Grundig. Het werd het laatste. De ronde-ambities bleven branden, maar pech (valpartij) gooide opnieuw roet in het eten tijdens de Tour van 1969, met alweer een gedwongen opgave tot gevolg.

1970 werd echter een grand cru-jaar. Het voorjaar leverde een tweede plaats op in de Amstel Gold Race, na ploegmaat Georges Pintens. In de Ronde van Frankrijk behaalde hij zijn beste plaats ooit in de eindstand: 16de. Een plaats die nu, nog meer dan toen, hoge ogen zou gooien, maar in Merckxiaanse tijden wel eens ondergewaardeerd werd.

Zijn meest opvallende resultaat behaalde Willy echter in de maand mei van dat jaar: de eindoverwinning in de Vierdaagse van Duinkerken! De tweede plaats in het klassement werd toen trouwens ingenomen door de Fransman Jean-Marie Leblanc, die later gedurende vele jaren de grote Tourbaas werd. De tijd leek rijp om de overstap naar een echte topploeg te zetten…

Tussen de grote namen van de Flandria-ploeg

Tijdens de winter 1970/1971 nam Willy Van Neste een belangrijke beslissing. Hij zette zijn persoonlijke ambities gedeeltelijk opzij voor een dienende rol bij Flandria, in steun van de kopmannen Roger en Eric De Vlaeminck, Jean-Pierre Monseré en Joop Zoetemelk. Dit werd beloond met een stevig contract. Ondanks het statuut van meesterknecht behaalde Willy toch nog enkele mooie persoonlijke resultaten.

In 1971 stond hij als derde op het podium van het Belgisch kampioenschap te Martelange, waar Herman Van Springel de tricolore trui mocht aantrekken. Tijdens de Ronde van Frankrijk van dat jaar greep hij net naast de overwinning in de rit naar Pau. Opnieuw was het Herman Van Springel, die toen tot de Molteniformatie van Eddy Merckx behoorde, die hem de zegebloemen afsnoepte.

Ook zijn tweede jaar bij de ploeg van Briek Schotte bevatte enkele uitschieters: winnaar in het Kampioenschap van Zürich (toen, meer dan nu, een gerenommeerde wedstrijd) en een derde plaats in de Waalse Pijl, met als winnaar Eddy Merckx.

Helaas werd zijn beginperiode bij de ploeg Flandria overschaduwd door twee drama’s. Eerst was er het fatale ongeval van wereldkampioen Jean-Pierre Monseré op 15 maart 1971. Enkele weken later volgde het overlijden van de echtgenote van Eric Leman na een auto-ongeval op weg naar de start van de Amstel Gold Race.

Opnieuw in Franse loondienst

Eind 1972 kwam er wat ruis op de lijn met de ploeg-Flandria. Geen nood echter, meerdere ploegen boden zich aan om Willy in te lijven. Uiteindelijk koos hij voor Sonolor, het Franse team van Lucien Van Impe en Willy Teirlinck. Hij besefte dat hij voor de rest van zijn carrière vooral in dienst van een kopman zou rijden. Dit werd wel gecompenseerd door een degelijk maandloon. Bovendien telde de ploeg met Lucien Van Impe een potentiële tourwinnaar in de rangen.

Een gebrek aan persoonlijke resultaten, vooral veroorzaakt door pech (met opnieuw een zware val in de Tour van 1973) en een vertroebelde sfeer met de ploegleiding, dreven hem na een jaar naar de uitgang bij het Franse team. Intussen richtte Willy zijn vizier opnieuw meer op de Vlaamse koersen rond de kerktoren. Dit resulteerde in enkele mooie overwinningen (onder andere tweemaal in zijn woonplaats Ruddervoorde en éénmaal in zijn geboortedorp Zwevezele). Zelfs als hij niet op de eerste plaats eindigde, drukte hij meestal zijn stempel op het wedstrijdverloop en dit in een periode waar de bookmakers nadrukkelijk aanwezig waren langs het parcours. En dat leidde wel eens tot discussies met de délégués van de BWB…

De Nederlandse toer op

De resultaten waren de laatste jaren wat minder geworden, maar Willy kon steeds meer bogen op een rijke koerservaring, vooral in het rondewerk. Dit was de Nederlandse ploeg Frisol niet ontgaan en hij werd er meteen tot ploegkapitein gebombardeerd. De ploeg telde toen enkele jonge talenten zoals Hennie Kuiper en Cees Priem, die best wel wat goede raad konden gebruiken. Ook de alom gekende TV-commentator José De Cauwer behoorde toen als jonge renner tot de ploeg. Voor het eerst in zijn loopbaan nam Willy deel aan de Ronde van Spanje. Ook in 1976 was dit het geval. Een Ronde van Frankrijk zat er evenwel niet meer in.

Het leven na de koers is ook mooi!

Een contractverlenging bij Frisol was mogelijk, maar tegen aangepaste voorwaarden. Hetzelfde verhaal bij andere kandidaat-ploegen. Vermits koersen een keihard beroep is met veel risico’s, hoefde het voor Willy niet meer. Begin oktober 1976 hing hij de fiets definitief aan de haak en vond zijn weg in de bouwsector als voeger. Dit bleef zo tot aan zijn pensioen.

Een functie binnen het wielermilieu heeft hij nooit geambieerd, maar ook vandaag blijft de wielersport hem nog steeds boeien. Niet alleen op TV volgt hij de belangrijkste wedstrijden: je vindt hem ook vaak terug aan de rand van het parcours tijdens de koers, de sfeer van weleer opsnuivend.

Hij is ook vaak aanwezig op bijeenkomsten van oud-renners om er, als geboren verteller, herinneringen van vroeger op te halen. Naast het leggen van een kaartje, een hobby die hij al heel zijn leven onderhoudt, trekt hij er nog geregeld op uit met de (koers)fiets. Als je hem ziet rijden, het hoofd wat opzij gekeerd zoals in zijn beste rennersjaren, dan mag je zeggen: “Er zit nog snee op!”

Willy Van Neste

Willy Van Neste (Zwevezele, 10 maart 1944) is een voormalig Belgisch wielrenner. Hij was beroepsrenner tussen 1966 en 1976, won een rit in de Ronde van Frankrijk en een gele en groene trui.
serviceKoers

Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.