interview
retro

Van Moorslede naar Beveren en terug: Willy Van Keirsbulck over Briek Schotte, Beveren 2000 en de toekomst

13min leestijd   door Arne Wallays & Dries De Zaeytijd op 20 september 2023
Willy Van Keirsbulck is het prototype van de Vlaamse ondernemer die het volledig gemaakt heeft in zijn stiel en vervolgens kosten noch moeite spaart om een goed doel te ondersteunen. In zijn geval: de omkadering van jonge wielrenners. Topbeloftenploeg Beveren 2000 was zijn grootste trots. Zijn kleinzoon Guillaume – die ook de genen van Benoni Beheyt heeft – is er een van de vele succesvolle producten van. Op 10 jaar tijd werden zo’n 40 profs klaargestoomd. Het jaar 2010 was een breukjaar, maar Willy blijft een ondernemer. Een nieuwe beloftenploeg is in de maak.

Drie generaties Van Keirsbulck in de wielersport: dat is ook vanuit wetenschappelijk oogpunt interessant. Uit onderzoek van de Franse socioloog Nicolas Lefèvre – die aanwezig was op het internationaal wielercongres dat in 2012 door het Wielermuseum in Roeselare werd georganiseerd – blijkt immers dat de roeping om wielrenner te worden niet zomaar uit de lucht valt.

Het is een proces waarbij de omgeving – in al zijn facetten – een fundamentele rol speelt. Het is duidelijk dat de streek rond Roeselare al kort na de uitvinding van de fiets bijzonder wielerminnend was. De vroege internationale successen van renners als Cyriel Van Hauwaert uit Moorslede en Odiel Defraeye uit Rumbeke zwengelden de populariteit verder aan en inspireerden nieuwe generaties flandriens.

De wielerminnende omgeving waarin de zonen van Willy Van Keirsbulck werden grootgebracht, had een grote impact op hen. Terwijl dochter Sylvie een waterrat was en de titel pakte op het eerste Belgisch Kampioenschap Wakeboarden voor Dames, smeten Jürgen en Kurt zich in de wielersport.

Naast een profcontract veroverde Kurt ook het hart van Claudien Beheyt, dochter van Benoni Beheyt die in 1963 wereldkampioen was geworden in Ronse. Hun zoon Guillaume won in 2009 Parijs-Roubaix voor junioren, een koers die ook vader Kurt wel lag. In 1990 had hij na een monsterontsnapping een verdienstelijke elfde plaats behaald bij de profs.

In 2011 kreeg Guillaume op zijn beurt een profcontract aangeboden door Patrick Lefevere en werd daarmee de jongste Belgische prof ooit sinds Frank Vandenbrouck, Engelbert Van Keirsbulck, zoon van Jürgen, won op 28 april 2013 zijn eerste koers bij de nieuwelingen. Die resultaten van de tweede en derde generatie doen de vraag naar de wielerwortels van de pater familias alleen maar aan belang toenemen.

Ooit vingen we ergens op, Willy, dat je in 1950 aan de hand van je vader langs het parcours van het WK in Moorlede stond, dat je er Briek Schotte op prachtige wijze wereldkampioen zag worden en dat je daardoor gepassioneerd bent geraakt door de wielersport. Dat verhaal is toch te mooi om waar te zijn?

Toch klopt het. Naar aanleiding van dat wereldkampioenschap nam mijn vader mij voor het eerst mee naar de koers. Ik was toen acht. We hadden post gevat aan de kerk van Beitem. Speciaal voor dat WK was er trouwens een nieuwe verbindingsweg aangelegd. De renners reden in een lus: van Moorslede richting Heuvelland, over de Kemmelberg, en dan terug voor een plaatselijke ronde.

Er deed ook een Roeselarenaar mee, Valère Ollivier. Hij woonde aan het station. In die tijd woonden daar veel goeie coureurs of ex-coureurs die al dan niet een café uitbaatten. Denk aan Jerome Renier, René -Flander- Janssens, Maurice Blomme, André Declercq, Albert Sercu, de vader van Patrick, enzovoort. Zelf woonden we op de Kapelhoek in buurgemeente Beveren.

De eerste coureur die ik op de voet volgde was buurtgenoot Roger Rosselle. Soms kon ik als supporter mee in zijn auto. Toen ik wat groter werd, trok ik ook met de fiets of met de trein naar de koers. Mijn vader werkte in het station van Roeselare en kreeg nu en dan gratis treinbiljetten. Zo ben ik eens naar de Ronde van Vlaanderen gaan kijken in Wetteren. In Roubaix heb ik Léon Vandaele uit Zedelgem zien winnen voor Koblet, Van Looy en Van Steenbergen. Een massasprint op de piste met zo’n kleppers. Zot!

Trok je ook naar de Avonden van Vlaanderen?

Zeker! Dat was een mooi natourcriterium dat in Moorslede werd ingericht door burgemeester Walter Ghekiere. Raf Vynckier was toen de grote sponsor en dat was te merken aan het deelnemersveld. Maertens en Merckx waren er graag geziene gasten. Nu, om eerlijk te zijn, de koers was niet de reden dat ik in Moorslede ging wonen. In 1965 was ik in het huwelijksbootje gestapt met Liliane Brouckaert. We bouwden in de Kaaskerkestraat in Beveren waar mijn echtgenote een kapsalon begon. Zelf ging ik als carrossier aan de slag bij busbouwer Jonckheere.

In 1966 besloot ik zelf een zaak op te starten langs de Meensesteenweg in Moorslede net over de grens van Rumbeke-Beitem. Die straat is inmiddels internationaal bekend omwille van de vele autohandelaars, maar met Westauto’s waren bij de eersten die zich daar vestigden. We wonen er ondertussen al 38 jaar.

Beitem zeg je. De naam van dat gehucht is een verkorting van Beheydthem, een verwijzing naar de familie Beheydt die in 1865 grond schonk voor de bouw van een kerk. Je voelt de vraag al komen. Hoe heb je het conflict tussen Benoni Beheyt en Rik Van Looy beleefd?

Op dat moment had ik geen echte band met Benoni Beheyt. Vooraleer Claudien en Kurt een relatie begonnen, beperkte het contact met Benoni zich dan ook tot de banale gesprekken tussen klant en fietsenmaker.

Mijn moeder zei dat ze het niet zou overleven wanneer ik zou beginnen koersen. Maar de koers werd wel mijn leven.
Willy Van Keirsbulck

Heb je zelf ooit gekoerst?

Nee. Moeders he. We waren met vier thuis en ik was de enige zoon. Mijn moeder zei dat ze het niet zou overleven wanneer ik zou beginnen koersen. Maar de koers werd wel mijn leven. Onze zonen Kurt en Jürgen bleken wat aanleg te hebben en ik stond mee in voor de training. Niet alleen tijdens de werkdagen, maar ook tijdens de vakanties. Dan trokken we met de caravan naar de Tour de France. We namen de fietsen mee en gingen trainen in het spoor van de grote coureurs. [lacht]

Wanneer ben je zelf wielersponsor geworden?

Ik ben in 1979 begonnen als sponsor bij KSV Deerlijk op het moment dat mijn zoon Kurt begon bij de nieuwelingen. Het was voorzitter Walter Coucke die mij contacteerde en ik heb 20 jaar met hem samengewerkt. Ik was bijvoorbeeld getuige van de winst van Luc Wallays in de Giro della Valle d’Aosta [n.v.d.r.: Luc Wallays, motor achter de vereniging Jonge Renners Roeselare en oom van Jelle en Arne Wallays, overleed enkele dagen na dit interview in 2013].

In dat team zaten ook Eric Van Lancker, Dirk Ghyselinck, die de Ardense Pijl won en momenteel herberg In de Zon bij de Scherpenberg uitbaat. Ook Martin Durant, afkomstig van Woesten, en Stefaan Morjean zaten in die ploeg. Morjean heeft momenteel een fietsenzaak in Orroir. Omdat ik als sponsor eigenlijk al nauw betrokken was bij het team vroeg Walter mij om ook als ploegleider dienst te doen. Onder impuls van de Franse ex-prof Romain Grégoire werden we de eerste semi-professionele jongerenploeg in België.

De ploeg bestond uit acht renners: Johan Bruyneel, Christ Brulez, Francky Deconinck, Kurt Verleden uit Moorslede, Nico Vandekerckhove uit Kuurne, Kurt Touquet, Réginald Vandamme uit Houthulst en mijn zoon Kurt. Ik heb er via Albert “Berten” De Kimpe voor gezorgd dat KSV Deerlijk kon deelnemen aan wedstrijdjes als de Ruban Granitier Breton, de Tour de Normandie, de Tour de l’Isard in de Pyreneeën, de Tour de Vendée, enzovoort.

Klinkt goed. Waarom dan de oprichting van Beveren 2000?

Ik had een aantal sponsors uit het Roeselaarse aangebracht bij KSV Deerlijk. Denk aan Haco, Sportline, Transport Demets. Voor sponsors is lokale visibiliteit en verankering interessant. Daarnaast vond ik dat er te veel renners waren om elk van hen een goeie begeleiding te kunnen garanderen. Ik vond het bovendien noodzakelijk dat die jonge gasten nog meer de strijd aangingen met het internationale wielerpeloton om zo nog betere renners te worden.

Ik wou ze dus weghouden van het kermiscircuit. In die kermiskoersen wemelt het van oude vossen met sluikse streken. En de bookmakers hebben natuurlijk ook geen te beste reputatie. Conclusie: door altijd rond de kerk te koersen word je geen grote coureur.

Ik wou mijn jonge renners weghouden van het kermiscircuit waar het wemelt van oude vossen met sluikse streken.
Willy Van Keirsbulck

Wanneer we aan de start van een internationale wedstrijd stonden met KSV Deerlijk, bleek snel dat wij in tegenstelling tot onze concurrenten niet tot in de puntjes georganiseerd waren. We hadden een auto waar enkele fietsen op werden vastgemaakt en een oud busje dat ik nog verkocht had aan Walter Coucke. In vergelijking met andere perfect uitgeruste ploegen waren wij qua omkadering echt een triestig ploegske. Die topteams hadden bijvoorbeeld twee verzorgers mee.

Toen heb ik besloten om het over een andere boeg te gooien en te investeren in een nieuwe ploeg. Ik wou echt de professionele toer op. Stap voor stap zijn we gegroeid. In ruil voor mijn inspanningen eiste ik wel dat de renners er piekfijn verzorgd bijliepen, gehuld in de kledij die wij ter beschikking stelden.

Daarnaast stond ik erop dat de renners voor de start van wedstrijden in de mate van het mogelijke afgezonderd werden van hun persoonlijke entourage. Na de koers konden de coureurs naar lieve lust bijpraten met familie, vrienden en supporters; vóór de koers was de ploegleider de patron.

Vergelijk het een beetje met de ouders die naast het voetbalveld allemaal persoonlijke commando’s naar hun zonen toeroepen en de trainer geen vat meer heeft op de ploeg. Zo kan je onmogelijk de beste resultaten uit je ploeg halen. Er moet eenheid van bevel zijn. Op die manier probeerde ik een professionele aanpak te introduceren.

Had Walter Coucke begrip voor jouw beslissing?

Jazeker. Walter was iemand die pakweg 200 renners wilde. Zo’n grote groep slokt massa’s geld, maar is nauwelijks bemeersterbaar en al zeker niet rendabel. Ik had dus een andere visie op topsportbegeleiding en Walter begreep dat. Ik vond dat je moest meegaan met je tijd en met de jeugd.

Mijn select groepje renners kon ik alles bieden wat er nodig was. De omkadering was top. Dat wil niet zeggen dat ik niet streng was. Mijn eerste vraag was altijd: “Kom je naar Beveren 2000 voor het programma of om alles cadeau te krijgen?” Ik wist meteen welk vlees ik in de kuip had.

Waarom opteerde je voor de naam Beveren 2000 en verbond je de naam van je bedrijf niet aan de ploeg?

Ik ben een echte Bevernaar. Het bedrijf was van ondergeschikt belang. Voor mij was het niet de bedoeling dat de renners hier een auto kochten of zaken deden met mij. Dat kon me weinig schelen. Mijn zonen zien dat anders. Zij sponsoren gericht. Pas op, ze hebben eigenlijk gelijk hoor. Ik heb thuis de naam dat ik vijf huizen aan de wielersport heb verkwanseld. Maar dan werp ik hen voor de voeten dat ik toch maar in één huis tegelijk kan wonen. [lacht]

De Lombarden, de Kortrijkse Groeningespurters en Beveren 2000. Allemaal op een boogscheut van elkaar. Zorgde dat niet voor spanningen?

Dat viel goed mee. Uiteraard zaten we soms achter dezelfde renners aan. Zo wilde ik graag Tom Boonen in de ploeg, maar de Groeningespurters boden zijn vader geld aan. Ik deed daar niet aan mee. Ik investeerde hopen geld in een professionele begeleiding, in het beste materiaal, en in een uitgekiend programma. Moest ik dan 5000 EUR betalen om een jonge beloftevolle renner binnen te halen? Ik denk het niet.

Oké, we hebben Boonen gemist, maar jullie weten zelf wel hoe het afgelopen is met die Groeningespurters. Nu, ik heb me niet te moeien met andere ploegen. “Elk voze schelle”, zei Briek Schotte. Maar om op jullie vraag terug te komen: in een vroegere periode was de concurrentie tussen KSV Deerlijk en WSC Torhout veel heftiger. We gingen elkaar in de gracht rijden.

Eerst was Eric Van Lancker de hoofdploegleider bij Beveren 2000, daarna Wim Feys. Kan je die wissel duiden?

Over Eric Van Lancker zal ik niet te lang uitweiden, maar Wim Feys was de beste ploegleider die ik gehad heb. Hij kon de renners op een gezapige manier enorm motiveren. Dat is van groot belang. Ik heb nooit begrepen dat geen enkele profploeg hem heeft binnengehaald. Hij kent iedere straat en kan de windrichting op elk moment correct inschatten. Om eerlijk te zijn, dat kon ik zelf niet zo goed als Wim. Hij wist perfect waar en wanneer zijn jongens alert moesten zijn. En op die momenten zaten ze ook vooraan. Hij zou zichzelf beter moeten verkopen, maar dat ligt niet in zijn aard.

Hoe is de samenwerking met Patrick Lefevere tot stand gekomen?

Patrick woont hier wat verder in de straat. Ik heb in het verleden veel zaken met zijn vader gedaan. En ik was supporter van hem toen hij zelf nog op de fiets zat. Hij is trouwens ook nog aangesloten geweest bij KSV Deerlijk. Patrick is dus een vriend van de familie. Hij huurt met zijn ploeg een loods van mij om materiaal te stockeren.

Zelf ben ik hem vooral dankbaar voor wat hij allemaal voor mij en Beveren 2000 gedaan heeft. Als satellietploeg van Quickstep konden we bijvoorbeeld beschikken over topmateriaal. De renners waren daar natuurlijk erg over te spreken. Ook zorgde de naam Quickstep voor extra uitstraling in binnen- en buitenland. Daardoor kregen we soms sneller toegang tot bepaalde wedstrijden. En de samenwerking met Patrick verliep altijd schitterend.

Beveren 2000 boekte als topbeloftenploeg prachtige resultaten, maar stopte in 2010 op een hoogtepunt. Was dat de bedoeling?

Ik wou stoppen vóór mijn zeventigste verjaardag want de drukte werd me wat te veel. Eigenlijk was er een akkoord om de ploeg verder te zetten. Alles was in kannen en kruiken, maar toch is het nog afgesprongen.

Mijn eerste vraag was altijd: "Kom je naar Beveren 2000 voor het programma of om alles cadeau te krijgen?" Ik wist meteen welk vlees ik in de kuip had.
Willy Van Keirsbulck

Maar je hebt zelf wel iets van een flandrien. Ook al is het slecht weer, je blijft doorstampen op die pedalen.

Ik geef niet snel op, dat is waar. Dit jaar ben ik opnieuw bescheiden gestart. In mijn hoofd speel ik met het idee om binnen de vijf jaar opnieuw de beste te zijn. Een nieuwe beloftenploeg is dus in de maak.

Om de cirkel helemaal rond te maken: jouw passie voor de koers begon in Moorslede in 1950. Hoe ver sta je met de plannen om het Belgisch Kampioenschap voor eliterenners naar Moorslede te halen?

Er moet een groot bedrag op tafel worden gelegd om het te mogen organiseren. Maar we werken verder aan de weg. We hebben ook al wat ervaring opgedaan met de Grote Prijs Autohandel Westauto’s en Transport Demets. En dit jaar organiseren we de finish van een rit van de Eurométropole Tour, de voormalige Franco-Belge. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan zeker. Dat bewijzen nu ook Guillaume en Engelbert. [lacht breed]

Dit artikel verscheen eerder in Etappe #02 (2013).

In 2013 was het 100 jaar geleden dat de eerste Ronde van Vlaanderen verreden werd. Het nummer staat in het teken van dit Monument en de (oer)flandriens. Naast Beveren 2000 passeren onder meer de Zesdaagse van New York, Johan Museeuw en Grace Verbeke de revue.

Zin in meer historische wielerverhalen? Haast je naar onze shop!

KOERSshop

Beveren 2000

Beveren 2000 was een Belgische wielerploeg voor beloftes. Het team was een satellietploeg van Quick·Step en bestond van 2005 tot 2010.
serviceKoers

Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.