Patrick Lefevere behaalde met Mapei – nog voor Quick-Step hoofdsponsor werd van een eigen team – vele overwinningen. Mapei was lange tijd de nummer één in het wielrennen. De successen van Mapei waren gebaseerd op een sterke jeugdwerking. In zijn periode bij deze Italiaanse ploeg werkte de West-Vlaming onder andere samen met een jeugdploeg uit Toscane. Toen in 2003 Quick-Step voortvloeide uit Mapei wilde Lefevere hetzelfde systeem gaan toepassen. Meteen na de opstart van Quick-Step in 2003, richtte Patrick Lefevere samen met Marc Coucke al een tweede ploeg op. De ploeg Bodysol-Brustor-Relax was de eerste opleidingsploeg van Quick-Step. Johan Vansummeren, Sébastien Rosseler en Preben Van Hecke zijn enkele van de jonge renners die toen voor het team reden.
De ploeg kwam echter al snel tot een einde. Patrick Lefevere herinnert zich nog goed wat aan de basis lag van het abrupt stoppen van het team: “Op een gegeven moment ontstond er ruzie tussen de eigenaar van Quick-Step en Marc Coucke waardoor het team ophield te bestaan. Ik heb toen Sébastien Rosseler kunnen houden, terwijl de rest van de renners in 2005 samen met Marc Coucke naar Lotto overstapten.”
Nadat de Bodysol-Brustor-Relax-ploeg tot een einde kwam, richtte Patrick Lefevere zich op een andere ploeg. Beveren 2000 werd tussen 2005 tot en met 2010 een opleidingsploeg van Quick-Step. Doorheen de jaren reden heel wat jonge talenten voor het team van algemeen manager Willy Van Keirsbulck, een streekgenoot van Lefevere. Naast Guillaume Van Keirsbulck, kleinzoon van Willy, reden ook toekomstige toppers zoals Jan Bakelants, Julien Vermote en Jelle Wallays voor Beveren 2000.
Wallays kijkt met veel plezier terug naar zijn periode bij de opleidingsploeg van Quick-Step: “Beveren 2000 was de beste ploeg bij de beloften. We waren dan wel nog beloften, maar eigenlijk waren we toch al prof. Ik werd bij Beveren 2000 beter gesoigneerd dan nu bij Cofidis. We reden met hetzelfde materiaal en kledijsponsor als Quick-Step. We waren met Beveren 2000 ook overal gewild. Met de ploeg reden we vele grote koersen zoals de Ronde van Romandië. Zo leerde je al bij de beloften hoe het was om zeven dagen aan een stuk te koersen. 2010 was mijn laatste jaar bij Beveren 2000 en ik kon met een overwinning in Parijs-Tours mooi afsluiten. In 2011 maakte ik, zoals vele andere ploegmaats, de overstap naar Topsport Vlaanderen-Mercator. Enkel Julien Vermote en Guillaume Van Keirsbulck maakten toen meteen de overstap naar Quick-Step. Die overgang naar de profs ging zeer gemakkelijk doordat we bij Beveren 2000 ons al echt prof voelden.”
Nadat Beveren 2000 in 2010 ophield als ploeg, zat Quick-Step zonder kweekvijer om jonge talentvolle renners te laten proeven van het ‘echte werk’. Daarom koos Quick-Step in 2011 voor EFC als nieuwe opleidingsploeg voor beloften. Wim Feys, de hoofdploegleider van het pas opgerichte EFC Quick-Step, maakte de overstap van Beveren 2000. Het doel van deze satellietploeg was van meet af om in de voetsporen van hun voorganger te treden. EFC Quick-Step had in het beginjaar al enkele toekomstige professionele wielrenners in hun rangen. Onder andere Jens Wallays, Louis Verhelst, Eliot Lietaer en Tom Devriendt, de vierde van Parijs-Roubaix 2022, reden voor EFC Quick-Step. De ploeg kon met de steun van Quick-Step al snel bijkomende grote talenten strikken. Yves Lampaert, Stijn Steels, Florian Sénéchal en Floris De Tier zijn enkele renners die bij de opleidingsploeg gingen koersen.
Voor Floris De Tier was dit de perfecte ploeg: “In het jaar 2013 maakte ik de overstap van het veld naar de weg. Ik kwam in een ploeg terecht die van mij meteen een goede wegrenner maakte. Vanaf dag één kreeg ik een fiets van het beste materiaal. De ploegleiders stelden voor mij een mooi programma samen. Ik was het type renner dat het best tot zijn recht kwam als de weg wat opliep. In de koersen in Frankrijk en Italië leerde ik veel van de koers en ik zette zo veel stappen vooruit in mijn nog jonge carrière. De professionaliteit bij EFC Quick-Step zorgde ervoor dat de overgang naar Topsport Vlaanderen-Baloise een stuk makkelijker was. De periode in de ploeg van Wim Feys was enorm belangrijk voor het vervolg van mijn carrière. Ik zou het meteen opnieuw doen mocht ik terug jong zijn.”
2014 was het laatste jaar van de samenwerking tussen Quick-Step en EFC. De ploeg was volgens Patrick Lefevere te nationaal gericht: “In de koersen in België behaalden we wel mooie resultaten, maar wanneer we in het buitenland gingen koersen, werd het een stuk moeilijker. Dit is een fenomeen dat we al lang zien bij Belgische beloften.”
Tijdens de periode van EFC-Quick Step had Quick-Step ook een opleidingsploeg bij de junioren. Vanaf 2013 fungeerde Avia Crabbé Cycling Team als satellietploeg van Quick-Step. Net als bij EFC Quick-Step maakten de renners gebruik van het materiaal van de profs, ze hadden dezelfde uitrusting en dezelfde Specialized-fietsen. Bij de ploeg reden enkele jonge renners die intussen actief zijn op het hoogste niveau. Piet Allegaert rijdt momenteel bij de Franse ploeg Team Cofidis, terwijl Steff Cras bij Lotto-Soudal in het voorjaar van 2022 indruk maakte tijdens het Critérium du Dauphiné.
Net als EFC Quick-Step stopte na 2014 de samenwerking tussen Avia en Quick-Step. Aan de basis daarvan lag de concurrentie met het Lotto-team. Enkele renners uit de opleidingsploeg van Quick-Step maakten de overstap naar de concurrent. Patrick Lefevere vond het onnodig om verder te investeren in talenten die uiteindelijk niet verder doorstromen in de Quick-Step piramide.
2013 was een jaar vol investeringen voor Quick-Step. Naast de nationale jeugdploegen Avia Crabbé Cycling Team (junioren) en EFC Quick-Step (beloften) investeerde het team van Lefevere ook in een continentale ploeg. Etixx-iHNed was een Tsjechische ploeg die diende als reserveteam van Quick-Step. In het eerste jaar bestond het team uit twaalf renners. Louis Verhelst en Dieter Bouvry waren de enige Belgen in deze ‘tweede ploeg’ van Quick-Step. Naast de twee landgenoten reden ook Julian Alaphilippe, Florian Sénéchal, Łukasz Wiśniowski en Petr Vakoc voor Etixx-iHNed.
Petr Vakoc kijkt tevreden terug naar zijn jaar bij de Tsjechische ploeg: “Ik belandde in een zeer professionele ploeg. We hadden hetzelfde materiaal als de renners van Quick-Step en gingen ook mee met hen op stage. Ik voelde me er meteen thuis. Het gevoel om deel uit te maken van een ploeg dat zó succesvol is, gaf me veel vertrouwen. In de koersen behoorden we met ons team niet tot de favorieten, maar we reden wel met dezelfde winnaarsmentaliteit als Quick-Step. Daardoor waren we ook een van de meest succesvolle continentale teams.”
Na een seizoen bij de reserveploeg maakte Petr Vakoc samen met Julian Alaphilippe de overstap naar Omega Pharma-Quick-Step. “De overgang verliep eigenlijk zeer soepel. Ik kende alles en iedereen al bij de ploeg, van de coaches tot de sponsors tot het materiaal. Het jaar bij Etixx-iHNed was zeer belangrijk voor de rest van mijn carrière. Als jonge renner kreeg ik veel tips van de ervaren renners van Quick-Step, ze leerden mij sterker worden op tactisch vlak, maar ook op fysiek en mentaal vlak,” aldus Petr Vakoc die bij Quick-Step als Tsjechisch kampioen de Brabantse Pijl won in 2016. De Tsjech stopte in 2021 met wegwielrennen en rijdt sinds begin dit jaar marathons op de mountainbike.
In 2014 verdween iHNed als sponsor en werd Etixx de nieuwe naam van de continentale ploeg. Veel renners maakten de overstap naar de WorldTour, maar onder andere Daniel en Markus Hoelgaard bleven Etixx nog een jaartje trouw. De Tsjech Jan Hirt was een van de nieuwkomers bij Etixx. Het volgende jaar kreeg het Tsjechische team opnieuw een nieuwe naam. Maximilian Schachmann, Iván García Cortina en Erik Baška waren enkele van de aanwinsten van AWT-Greenway. In 2016 kreeg het team de naam Klein Constantia. Rémi Cavagna, Enric Mas en Jhonatan Narváez vervoegden het team dat jaar. Het was ook het laatste seizoen voor de reserveploeg van Quick-Step, de samenwerking met de Tsjechische ploeg kwam eind 2016 ten einde.
Patrick Lefevere kijkt tevreden terug op de verschillende opleidingsploegen: “De werking van die ploegen was erg belangrijk. Je ziet meteen welk vlees je in de kuip hebt. We deden van jongs af aan fysieke testen, maar de renners moesten ook een mentale test doen. Iemand die labiel is, gaan we natuurlijk geen contract aanbieden, die zal altijd zo blijven.” Niet alle renners uit de opleidingsploegen komen uiteindelijk bij Quick-Step terecht. Uit Beveren 2000 kwamen Julien Vermote en Guillaume Van Keirsbulck terwijl Yves Lampaert zijn jeugd bij EFC Quick-Step doorliep.
Maar het is vooral Klein Constantia die successen heeft opgeleverd voor Quick-Step. Rémi Cavagna en Florian Sénéchal doen bij Quick-Step Alpha Vinyl nog steeds mee voor de prijzen. Hun landgenoot Julian Alaphilippe werd ondertussen al twee keer wereldkampioen, schitterde meermaals in de Tour de France en won al meerdere klassiekers.
In december 2021 kondigde Patrick Lefevere aan dat hij in het vrouwenwielrennen zou stappen. Hij werkt sinds kort samen met NXTG Racing. Sinds de komst van Lefevere is AG Insurance de hoofdsponsor en heet de ploeg AG Insurance-NXTG. Over zijn rol binnen de ploeg is Lefevere duidelijk: “Ik ben de makelaar. Ik moet het geld gaan zoeken voor de ploeg. Onze huidige sponsors waren niet echt geïnteresseerd in een investering in het vrouwenwielrennen, maar ik wou er echt voor gaan. Het project van de ploeg sprak me erg aan. AG Inurance-NXTG begint al bij de junioren en zo proberen we de top van het vrouwenwielrennen te verbreden.”
Naast Lefevere is ook Jolien D’Hoore bij de ploeg gekomen. D’Hoore is er sinds dit jaar sportdirecteur. Natascha Knaven-den Ouden blijft ploegleidster. Den Ouden is blij met de samenwerking met Lefevere: “Samen met Patrick ga ik de ploeg sturen, hij kan ons de knowhow bijbrengen die nodig is om het vrouwenwielrennen verder te professionaliseren. Een ploeg als SD Worx ging een makkelijkere optie geweest zijn voor Patrick, maar daar hebben ze zijn kennis van het wielrennen minder nodig. Wij kunnen nog veel bijleren van iemand die uit de wereld van het mannenwielrennen komt.” Lefevere was meteen mee met het project van den Ouden. “Het doel van Patrick is om de top van het vrouwenwielrennen te verbreden. Onze ploeg is perfect om dit te doen. Wij willen andere ploegen inspireren om ook met development teams te werken. We willen de juniores goed begeleiden en bijleren over hoe ze zich moeten gedragen in een koers. De top verbreden kan enkel als we van onderen beginnen,” aldus de Nederlandse oprichtster van de ploeg.
Lefevere wil zo snel mogelijk doorstoten tot de top van het vrouwenwielrennen met AG Insurance-NXTG: “Op korte termijn is het doel om een WorldTour-licentie binnen te halen. Eenmaal die binnen is, willen we zo snel mogelijk tot de absolute top behoren. We weten dat dit enkele jaren zal duren, maar de sponsor AG Insurance is daar helemaal in mee.”
Patrick Lefevere maakte gebruik van opleidingsploegen om Quick-Step tot de absolute top van de wielerwereld te krijgen. Het is nu afwachten als het ook zal lukken met AG Insurance-NXTG. Misschien zien we binnen enkele jaren zowel een ‘Wolfpack’ bij de mannen als een ‘Wolfpack’ bij de vrouwen overwinning na overwinning behalen.
“We zullen er alles aan doen om in die zes jaar met een Belg de Tour de France te winnen.” Dat zegt Patrick Lefevere in 2021 als Quick-Step voor...