Klassiekers
retro

Hoe Roger de Ronde won. Een vertelling in zeven bedrijven

8min leestijd   door Dries De Zaeytijd op 29 maart 2023
‘Kga ne keer zeggen’. Wie ooit in gesprek raakte met Roger Decock (1927-2020) kan zich deze uitspraak nog moeiteloos voor de geest halen. Zowat ieder antwoord dat Roger gaf, werd ingeleid door deze typische Cockske-uitspraak. Enkele jaren voor zijn overlijden zetten wij Decock voor de camera en lieten hem vrijuit vertellen over z'n carrière. Over hoe hij trainde en at, over zijn grootste zeges en z'n avonturen in de Tour. Een tijdsdocument dat we in dit artikel als bron gebruiken om de door hem gewonnen Ronde van Vlaanderen te reconstrueren.

In de loop van 1951 treedt de in Izegem geboren Roger Decock nadrukkelijk uit de schaduw. Naast enkele ereplaatsen in Vlaamse voorjaarskoersen, pakt hij de eindzege in Parijs-Nice. Ook in de Ronde van Frankrijk dat jaar doet Roger het niet onaardig. Tot hij in afdaling van de Col d’Aubisque gele truidrager Wim van Est in een ravijn ziet verdwijnen. Roger stopt meteen en blijft ter plaatse tot hulpverleners de ongelukkige Nederlander terug naar boven kunnen helpen. Een grootse daad die hem evenwel een mooie plek in het eindklassement kost.

Na een uitstekende winter lijkt Roger klaar voor het nieuwe seizoen: “Mijn geheim? Na afloop van de laatste koers van het jaar at ik drie maanden aan een stuk elke dag pekelharing. Op mijn nuchtere maag. Niet iedereen kon dat. Maar dat was als zon in de winter voor mij.”

In Kuurne-Brussel-Kuurne behoort Cockske tot de besten, maar moet hij vrede nemen met een 9de plek. Parijs-Nice verloopt dan weer in tegenstelling tot een jaar eerder in mineur. In Gent-Wevelgem slaat materiaalpech hem uit koers. Enkele dagen later – op 6 april 1952 – dient de Ronde van Vlaanderen zich aan. Ondanks de eerdere tegenslagen, staat Roger met vertrouwen aan de start. Hoe dat komt, vertelt Roger zelf nog eens: ‘Kga ne keer zeggen…’

1
Izegem, daags voor de Ronde

"Op controle bij mijn huisdokter in het gezelschap van mijn vriend Gerard Strobbe. Dokter Debever pakt zijn stethoscoop en meet mijn pols. Hij pakt mijn andere pols en meet opnieuw. Hij zegt tegen Gerard dat de stethoscoop niet goed werkt en pakt een andere. Niet veel later pakt hij een derde, nu uit zijn dokterstas waarmee hij op huisbezoek gaat. Hij meet telkens hetzelfde resultaat. Weet je hoeveel mijn hart daags voor de Ronde sloeg? 36 kloppen per minuut. De dokter geloofde zijn ogen niet. Mijn supporters zeiden: ‘het zal alles of niets worden morgen.’

2
Gent, start van de Ronde

Voor de start kleed ik me samen met mijn ploegmaat Valère Ollivier om in de café Metropole in Gent. De start lag een beetje verder, aan de Albertlaan. Ik was eigenlijk zo goed als helemaal klaar toen plots mijn kennis Marcel Cardoen binnenstapt. Hij was apotheker en vroeg me of hij me mocht insmeren. Ik zei dat ik mijn handen en knieën al had ingewreven, dat het niet meer nodig was. Maar hij bleef aandringen en ik gaf uiteindelijk toe. In zijn apotheek wreef hij me in met een doorzichtige, olieachtige vloeistof. Van mijn haar tot in mijn tenen. Nadien kleedde ik me weer aan en ging naar de start. Het was toen al erg slecht weer.

Ik heb dankzij de embrocatie van Cardoen helemaal geen last van de kou. Het was alsof ik de ganse dag naast de Leuvense stoof reed.
Roger Decock

3
Geraardsbergen, nog 45 kilometer koers

Van bij de start vormt er zich een groep van een 25-tal renners. Alle toppers waren mee: Bobet, Van Steenbergen, Schotte, Petrucci,… Niemand slaagt er in om uit de achtergrond terug te keren. Door de lastige passage aan de kust met veel wind en regen moeten er wel al enkele renners lossen. Ik heb dankzij de embrocatie van Cardoen helemaal geen last van de kou. Het was alsof ik de ganse dag naast de Leuvense stoof reed.

Bij het binnenrijden van Geraardsbergen springt Louison Bobet weg. Hij passeert als eerste de top van de Muur en pakt een premie van 7.000 frank. Ik passeer als tweede en win op mijn beurt een premie van 3.000 frank. Maar ik wist niet op voorhand dat er daar premies te pakken waren…

Tijdens de beklimming van de Muur zie ik dat er verschillende renners voet aan grond moeten zetten. Petrucci moet even steun zoeken maar blijft overeind. Na de Muur zijn we nog met een groepje van tien en zetten we de achtervolging in op de ontsnapte Bobet.

In de achtergrond probeert Van Steenbergen terug te komen, maar het lukt hem niet om het gat op ons groepje te dichten. Daar was ik content mee, weer een te duchten concurrent minder.

4
Erpe, op 10 kilometer van de finish

We zijn nog niet lang Aalst gepasseerd als we Bobet aan de kant van de weg zien staan met materiaalpech. Jammer voor hem, maar chance voor ons. Na een versnelling een beetje verderop ontstaat er een kopgroep van vijf renners: Briek Schotte, Wim van Est, Attilio Redolfi, Loretto Petrucci en ik. Het wordt stilaan duidelijk dat de winnaar vooraan zit. Mijn ploegmaat Valère Ollivier, vooraf als één van de favorieten aanzien door de pers en binnen onze ploeg, zit dan al ver in de achtergrond en maakt geen kans meer op de zege.

5
Wetteren, laatste kilometers

Bij het binnenrijden van Wetteren plaats Briek Schotte een versnelling. Petrucci reageert en ik spring in zijn wiel. Petrucci was snel aan de meet en had al Milaan-San Remo gewonnen en was dus in topvorm. Ter hoogte van het station komen we terug bij Briek. In het zicht van de streep versnelt Schotte nog een keer. Petrucci reageert opnieuw en brengt alles terug samen. Ik blijf nog heel even in zijn wiel zitten om dan vanop links te versnellen. Ik passeer zowel Briek, die niet echt bekend stond als een goede spurter, en Petrucci en win de Ronde van Vlaanderen!

6
Wetteren, aankomst

Na mijn overwinning krijg ik bloemen van minister De Taeye. Karel Van Wijnendaele, de sterke man van de organiserende krant Sportwereld komt me ook feliciteren. De editie van dit jaar is een jubileumversie, gezien Karel zijn 70ste verjaardag viert en Sportwereld zelf al 40 jaar bestaat. Ik dacht dat ik misschien een speciale prijs ging krijgen, maar ik zie er niets van.

Na de officiële hulde stap ik binnen in het café van Achiel Buysse om mijn rugnummer af te geven. Briek ligt er op een canapé. Ze zeiden dat hij zich niet zo goed voelde. Petrucci was daar ook. Hij vroeg in het Italiaans of iemand hem kon terugbrengen naar Gent, naar café Metropole waar zijn gerief nog stond. Tweede in de Ronde en winnaar in Milaan-San Remo. En toch moest die jongen bedelen om terug in Gent te geraken!

7
Izegem, enkele uren na de finish

Aankomen in Izegem was iets onwezenlijk. Al dat volk! In de keuken bij ons thuis zitten er een aantal mensen van het bestuur van mijn supportersclub wanneer opeens Henri Alleman, een fervente supporter van Valère Ollivier binnenkomt. Hij vraagt of meneer Bertin ook mag binnenkomen. André Bertin was onze ploegleider, maar ik had hem niet gezien aan de aankomst. Hij was er zeker van dat Bobet ging winnen en besloot daarom om uit de koers te stappen en ergens in een café naar het verslag op de radio te luisteren.

Mijn vader schrikt en ik zeg snel van ja. Ik dacht natuurlijk aan de premie van de baas. Als ik zeg dat hij niet mag binnenkomen omdat hij er niet was aan de meet na mijn overwinning, mag ik zijn premie vergeten. Dat was namelijk een bedrag van - schrik niet – 20 000 frank. Die had ik voor mij alleen! Reken daarbij nog eens het geld dat ik ontving als winnaar van de Ronde en mijn gewonnen premie op de Muur en je weet dat ik die dag goed heb verdiend.”

Een dag na zijn overwinning trekt Roger naar Vichte, waar hij nog een premie mag gaan ophalen. Als winnaar van de Ronde van Vlaanderen mag hij immers een koppel duiven uitkiezen. Decock was tot aan zijn overlijden in 2020 de oudste nog in leven zijnde winnaar van Vlaanderens Mooiste. Hij bleef tot aan zijn dood een graag geziene (praat)gast, omwille van zijn erg sappige manier van vertellen. Cockske werd 93 jaar.

Daags na de Ronde mag Cockske een prijs gaan ophalen in Vichte: twee duiven.

Roger Decock blikt terug op zijn carrière

Tijdens dit interview vertelt Roger Decock over enkele mijlpalen uit zijn carrière, zoals zijn overwinningen in Parijs-Nice (1951), Ronde van Vlaanderen (1952) en deelnames aan de Ronde van Frankrijk. Daarnaast gaat hij ook dieper in op de opkomst van het kopmanschap, zijn trainingen en voeding.

bekijk het interview

Roger Decock

Roger Decock (Izegem, 20 april 1927 – Aarsele, 31 mei 2020) was een Belgisch wielrenner.
serviceKoers

Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.