Johan Museeuw is de zoon van voormalig profrenner Eddy Museeuw. Vader Museeuw wil in geen geval dat zijn debuterende zoon zich snel verbrandt. Daarom laat hij hem als jeugdrenner heel vaak in veldritten aantreden. In de witblauwe kleuren van wielerclub Zeemeeuw Oostende maakt de Gistelnaar er al snel furore. Pas later bekeert de jonge Johan zich volledig tot de weg. Ongetwijfeld hebben die jaren veldritervaring Johan Museeuw geholpen tijdens de kasseiklassiekers.
Als prof debuteert Museeuw in 1988 in de gele ADR-trui met vedetten zoals Eddy Planckaert én Tourwinnaar Greg LeMond die na een jachtongeval over zijn hoogtepunt heen lijkt. Toch wint LeMond in ’89 onverwacht opnieuw de Tour na een bloedstollende slottijdrit waarin hij Laurent Fignon op de valreep uit de gele trui fietst. LeMond heeft zijn nieuwe Tourzege voor een groot deel te danken aan zijn sluwe sportbestuurder José De Cauwer en aan… ‘helper’ Museeuw. LeMond had in een cruciale rit hopeloos veel achterstand opgelopen waardoor hij een nieuwe Tourzege dreigde te verliezen. Door een fenomenale inspanning van Johan Museeuw kon de Amerikaan de schade alsnog beperken.
Ondanks zijn uitstekend werk moet Johan Museeuw eind 1989 uitkijken naar een nieuwe werkgever. Greg LeMond heeft weinig vertrouwen in de solvabiliteit van autoverhuurbedrijf ADR (All-Drive Renting) van de Brugse zakenman François Lambert en vertrekt daarom naar de ploeg van kinderkledingfabrikant ‘Z’. Na het vertrek van LeMond valt het ADR-team uiteen. Museeuw heeft in zijn eerste twee profjaren naam gemaakt en kan probleemloos terecht in de Lotto-ploeg van Jean-Luc Vandenbroucke.
In de kleuren van Lotto gooit Museeuw vooral in de Tour de France van 1990 hoge ogen. (Ook Johan Bruyneel steekt in die Tour zijn neus aan het venster als klimmer in de wit-roze Lotto-Superclub-trui.) Eerst is er de sprintzege op de Mont Saint-Michel en daarna, nog straffer, klopt Museeuw in de slotrit op de Champs-Elysées alle topspurters van het moment: Baffi, Ludwig, Abdoujaparov… Museeuw maakt naam met zijn snelle pedalen. België lijkt een sprinter rijker. Toch is Museeuw uiteindelijk een klassiek renner geworden en geen spurter. In 1991 wordt hij al tweede in de Ronde van Vlaanderen en wint hij het Kampioenschap van Zürich. Een jaar later behaalt Museeuw zijn eerste driekleur. De échte klassieke doorbraak komt er in 1993 wanneer Museeuw in de GB-MG ploeg van Patrick Lefevere terecht komt.
GB-MG is in 1993 al een absolute topploeg: met toenmalig Belgisch kampioen Museeuw, Wilfried Peeters, Andreï Tchmil en met Italiaanse toppers als Franco Ballerini, Fabio Baldato en Mario Cipollini kan het team in elke koers een hoofdrol spelen. Ook in de finale van de Ronde van Vlaanderen ’93 is de GB-ploeg dominant. In de overblijvende kopgroep van acht heeft Museeuw Franco Ballerini in steun. De twee ‘GB’s’ moeten het opnemen tegen een sterk duo uit de Wordperfect-ploeg van sportbestuurder Jan Raas: tweevoudig Ronde van Vlaanderen-winnaar Edwig Van Hooydonck en Amstel Gold Race-winnaar Frans Maassen.
Op de Tenbossestraat, op 28 kilometer van de finish, springt Museeuw weg. De Nederlander Maassen raakt na een zware inspanning als enige bij de West-Vlaming. Aanvankelijk doet Maassen geen meter kop. Favoriet Van Hooydonck voelt dat de ontsnapping hem het gras voor de voeten wegmaait: “Museeuw was ons te snel af. Kwam daarbij dat Maassen onmiddellijk in zijn wiel zat. Toen moest ik me wel kalm houden. Stel dat ik toch bij Maassen en Museeuw kwam, dan zou de druk enorm geweest zijn. Dan mochten we helemaal niet meer verliezen. Met alleen Frans voorin lag de druk op de schouders van Museeuw. Maar blijkbaar heeft hij die goed kunnen dragen.”
Sportbestuurder Lefevere is na Museeuws Ronde-overwinning euforisch in de pers. Hij weet ook dat het met zijn voltallige ploeg goed zit: “Ik ben blij dat de zege van Johan toont dat we een absolute topploeg zijn: we hebben top-kopmannen en we hebben top-knechten. Mag ik even onderstrepen dat toen die eerste definitieve breuk in het peloton een feit was, zeven GB-renners mee waren.” Museeuw boekt met de Ronde van ’93 zijn eerste grote klassieke zege. Een signaal voor wat daarna nog gaat komen: “Ik had een superdag en er was een ongelooflijk sterke ploeg achter mij. Ik moest het maar afmaken. Toen we met die acht voorop fietsten en Ballerini mee was, wist ik dat ik het was of hij. We hebben overlegd: we zouden in de finale om beurten demarreren. Ik heb het geluk gehad dat ik het als eerste heb geprobeerd. Op deze manier koers ik graag. Bij Lotto ben ik destijds in de rol van spurter geduwd, maar in de grond ben ik anders. Ik ben geen spurter, ik wil fietsen zoals ik vandaag deed… Ik voelde dat ik moest demarreren in de Tenbossestraat. Ik was niet vergeten dat Edwig Van Hooydonck twee jaar geleden op diezelfde plek ook was weggegaan. Ik was blij dat Frans Maassen aansloot. Liever hem dan Van Hooydonck, want Frans spurt trager. Het was verdomd lastig dat hij niet meewerkte, maar ik begrijp dat: wij waren de te kloppen mannen en zijn ploegmaat Van Hooydonck volgde verderop. Maar deze manier van doen had het feest kunnen verstoren. Ik heb geprobeerd om alleen weg te gaan op de Bosberg, maar ik kreeg hem er niet af. Ik heb niet aangedrongen. Uiteindelijk stonden we bijna stil. Ik heb mezelf gekalmeerd. ‘Op 80 procent rijden, de wind blaast vanachter, rustig blijven en hem dan kloppen in de spurt’, heb ik tegen mezelf gezegd. Zo is het gegaan. Plots is Maassen echter weer beginnen meefietsen. Ik weet ook niet waarom. Toen kon het helemaal niet meer stuk.”
Nummer twee Frans Maassen erkent aan de aankomst het meesterschap van Museeuw: “Gewoon té sterk. Het is geen oneer om door hem geklopt te worden. Ik was in theorie de tragere spurter, het was aan Johan om te tonen dat hij werkelijk wou doorgaan. Daarom heb ik een tijdje de kat uit de boom gekeken. Ik verwachtte een reactie uit de achtergrond.” Ook de ‘allergrootste’, Eddy Merckx, is onder de indruk van Museeuws eerste Rondezege. Vanuit de wagen van de koersdirectie kan hij de wedstrijd vanop de eerste rij volgen: “De beste wint. De manier waarop Johan in Brakel wegging, was formidabel. Een mooie winnaar van een mooie Ronde van Vlaanderen.”
Patrick Lefevere is aan de aankomst dolgelukkig dat hij Johan Museeuw in zijn ploeg heeft opgenomen. Hij beseft dat de Gistelnaar een wissel voor de toekomst is. Hij heeft de spits gevonden die zijn legendarische ploeg jarenlang naar successen zal leiden: “Johan is geen dikke nek, wel een trainingsbeest, maar hij doet alles in stilte. Hij komt er niet mee naar buiten, maar hij leeft dag en nacht voor zijn stiel. Dat harde werken is beloond. Johan heeft in het verleden kritiek gehad, ik denk dat hij vandaag alle criticasters de mond heeft gesnoerd. De eerste echte grote zege is daarmee binnen. Ik hoop dat hij nu aan een mooie serie is begonnen.”
Wanneer we het palmares van Johan Museeuw bekijken, blijken het profetische woorden van Lefevere: 3 keer de Ronde van Vlaanderen, 3 keer Parijs-Roubaix, Parijs-Tours, Amstel Gold Race, 2 keer Zürich, Hamburg, 2 keer de wereldbeker, 2 keer Belgisch kampioen, wereldkampioen… De West-Vlaming is daarmee één van de beste Belgische renners ooit in eendagswedstrijden.
Museeuw blijft de ploeg van streekgenoot Lefevere altijd trouw. Van GB-MG over Mapei en Domo tot Quick-Step, de ‘Leeuw van Vlaanderen’ rijdt nagenoeg zijn volledige carrière voor één patron. Tom Boonen – door Museeuw op het podium van Parijs-Roubaix anno 2002 bestempeld als zijn opvolger – lijkt een zelfde weg op te gaan. En er zijn nog meer gelijkenissen tussen Boonen en Museeuw. Beide maken ze aanvankelijk indruk met hun snelle benen in groepsspurten, maar door zich toe te leggen op het klassieke werk bot hun sprint af. Na enkele jaren krijgt Museeuw een hekel aan de Tour omdat hij er geen enkele sprint meer kan winnen. Ook bij Boonen is de liefde voor de Ronde van Frankrijk bekoeld. En net als bij De Mus ondergaat de Bom van Balen de metamorfose van sprinter naar klassiek topcoureur bij één van de beste sportbestuurders van de voorbije twintig jaar: Patrick Lefevere.
Dit artikel verscheen eerder in Etappe #02 (2013).
In 2013 was het 100 jaar geleden dat de eerste Ronde van Vlaanderen verreden werd. Het nummer staat in het teken van dit Monument en de (oer)flandriens. Naast de Ronde passeren onder meer de Zesdaagse van New York, Johan Museeuw en Grace Verbeke de revue.
Zin in meer historische wielerverhalen? Haast je naar onze shop!
Najaar 1996. Eén week voor het WK. Na een uiterst druk en lang seizoen met eendagskoersen, de Ronde van Frankrijk, de Olympische Spelen en de Ronde...