Ronde van Frankrijk
longread

Stéphane Heulot. Van rondebelofte tot gelouterde persoonlijkheid

10min leestijd   door Thijs Ameye op 05 juli 2021
Stéphane Heulot. Bij de echte wielerliefhebber doet de naam ongetwijfeld een altaarbelletje rinkelen. Talent- en stijlrijke ronderenner. Verstandig kopje. Gele trui in de Tour van ‘96. Huilend moeten afstappen. Tot zover de kernwoorden. Maar Heulot is veel meer dan de overleveringen ons hebben nagelaten. Maak kennis met Heulot 2.0. Een man met een mening. Iemand die op een eigengereide manier terugkijkt naar de woelige jaren van het wielrennen. Wij gingen hem opzoeken, in Oekene godbetert, op een sprintje van het Roeselaarse Wielermuseum. Een verhaal in 9 staties.

Statie 1: Leven als een god in ... Oekene

La douce France staat voor vele Vlamingen synoniem voor zorgeloze zomers en vage vakantieliefdes. Het beloofde land als het ware. Wat doet een ex-topcoureur en Fransman in godsnaam dan in Oekene, een uithoek van Roeselare nabij het mistroostige Accent Business Park? De liefde volgen tiens. Toen manager Heulot in 2012 voor zijn ploeg Sojasun op zoek was naar een kinesitherapeut, bleek de Desselgemse Nele Dewaele de juiste vrouw op de juiste plaats. De vrolijke Vlaamse had de kneepjes van het vak geleerd bij renners als Serge Baguet, Leif Hoste en Baden Cooke. De vonk sloeg over en omdat Nele haar praktijk heeft in Desselgem, werd Vlaanderen de nieuwe thuisbasis van Breton Heulot. Als ik vraag of hij ondertussen al een mondje Nederlands spreekt, pakt Heulot vlotjes uit met enkele subtiele woorden ‘koersjargon’: “klootzak”, “godverdomme”…. Eh ben, best verder gaan in de taal van Molière dus.

Statie 2: Wielergod Louison Bobet

Heulot steekt van wal: “Ik heb altijd gefietst. Mijn vader was sportief directeur van de lokale wielerploeg én fervent Louison Bobet supporter. Nog meer dan Bernard Hinault, die toen ik opgroeide zijn grootste successen behaalde, heeft Bobet, die andere man van de streek, mij de liefde voor de koers meegegeven. Ik herinner me een feest in Noyal-Châtillon-sur-Seiche, het dorp waar ik opgroeide, ergens in het begin van de jaren ’80. Mijn vader was organisator en Louison Bobet werd voor de gelegenheid in de bloemetjes gezet. Op het moment dat hij een cadeau gaf aan de toen al zieke Bobet, zag ik mijn vader voor het eerst wenen. Niet zo lang daarna verloor de 3-voudige Tourwinnaar de strijd tegen kanker. Ik had nog geen enkele koers gereden maar keek enorm op naar de mythe Bobet. Hij is altijd een groot voorbeeld gebleven, ook als mens.”

Statie 3: Bretagne, waar koers religie is?

Als geboren Bretoen, lijkt het vanzelfsprekend dat Heulot coureur werd. Of niet soms? “Het is vooral dankzij mijn vader en Bobet dat ik in het wielrennen ben gerold. Het verhaal dat Bretagne de meest wielerminnende provincie ter wereld is, is zwaar overroepen. Er is geen vergelijk met Vlaanderen. Als Bretagne ‘les monts de flandres’ is, dan is Vlaanderen de Alpen. Het wielergekke Bretagne is een legende, hoogstens iets van vroeger waar tegenwoordig weinig van overblijft. Als je sfeer en uitstraling zoekt, ga dan naar Vlaanderen. Hier, zeker in West-Vlaanderen, leeft de koers echt. In Bretagne genieten enkel de grote wedstrijden nog aandacht. Vroeger had elk Bretoens dorp zijn koers. Criteriums als die van Callac en Châteaulin brachten duizenden supporters op de been. De laatste jaren zijn we er fel op achteruit gegaan. On casse les légendes. Kijk naar de GP Plouay, waar door nodeloze wijzigingen aan het parcours tegelijk de charme van de koers is verdwenen. Triest om zien. Ik duim voor een organisatie als de Tro Bro Léon. Een heerlijk ouderwetse koers. Goed voor Bretagne.”

Het wielergekke Bretagne is een legende, hoogstens iets van vroeger waar tegenwoordig weinig van overblijft. Als je sfeer en uitstraling zoekt, ga dan naar Vlaanderen.
Stephane Heulot

Statie 4: De Messias van het Franse wielrennen

Stéphane Heulot leek lange tijd een zondagskind. In zijn jeugdjaren won hij overal waar hij aan de start kwam en als eerstejaars prof gaf hij met ritoverwinningen in de Ster van Bessèges en Parijs-Nice meteen zijn visitekaartje af. De nieuwe Hinault, werd gefluisterd. De Messias van het Franse wielrennen! Toen Heulot zijn status van belofte dreigde te moeten inleveren voor een knechtenrol bij het Banesto van Miguel Indurain, koos hij voor zijn carrière en een vrijbuitersrol bij Gan. We schrijven 1996… Heulot staat aan de start van zijn eerste Tour de France: “Ik zat in de vorm van mijn leven. Vierde in de Dauphiné Libéré en nationaal kampioen, één week voor de start van de Tour. Met kleppers als Chris Boardman, Cédric Vasseur, Didier Rous, Eddy Seigneur en Frédéric Moncassin kon ik onmogelijk het kopmanschap binnen Gan opeisen. Maar de omstandigheden zaten mee. Ik had een degelijke proloog gereden en liet me tijdens de 4de etappe mee glijden met een ontsnapping (rit gewonnen door Cyril Saugrain, nvdr.), wat me een voorgift van 4 minuten gaf op de topfavorieten. Ik zag mezelf al top 5 rijden. De wereld lag aan mijn voeten. Ik had de gele trui als Fransman en het uitzicht op een goed eindklassement. Maar die avond was ik doodongelukkig.”

Statie 5: De kruisweg op de Cormet de Roselend

Heulot gaat verder: “Het begin van de Tour van 1996 was genadeloos geweest. Regen en wind daalden als een Egyptische plaag op het peloton neer. De abandons vielen bij bosjes. De avond van mijn gele trui voelde ik dat het niet goed zat met mijn knie. Het weer was niet bevorderlijk geweest, maar ook de regeling van onze nieuwe fietsen – een traditie bij elke Tourstart – was allesbehalve optimaal. Ik besefte dat ik zo onmogelijk kon verder rijden, maar hoopte alsnog op een mirakel. De ploegleiding wilde me koste wat kost in de gele trui op de fiets. Het enige wat ik kon doen, was de schijn hoog houden en zwijgen. Zwijgen tegen de pers. Zwijgen tegen mijn ploegmaats. Een zwaar kruis om dragen. Mijn knieholtespier was ontstoken maar ik wilde niks weten van een injectie met cortisone. De derde dag in het geel, tijdens de eerste bergrit, kende ik mijn ondergang. Ik moest de favorieten snel laten gaan. Met de top van de Cormet de Roselend in zicht stopte ik een eerste keer. Ploegleider Roger Legeay maande me aan om verder te fietsen. Tevergeefs. Enkele omwentelingen verder moest ik opnieuw van de fiets, definitief deze keer. Het was op. De Cormet de Roselend was in mist gehuld, er was een massa volk om me heen, en ik voelde me alleen. Maar achter mijn tranen zat tegelijk een gevoel van verlossing. Eindelijk kon ik zeggen wat er aan de hand was. Eindelijk moest ik niet meer zwijgen.”

Statie 6: Over witte engelen

“De Tour van 1996 betekende een ferme mentale klap. Ik had mijn kans op een topnotering in de grootste koers ter wereld gemist. Winnen? Nee, dat kon niet. Tegen de Bjarne Riis van ’96 was niks te doen.” (lachje) Zijn opgave had Heulot nochtans geen windeieren gelegd. De ploegen stonden in de wachtrij om het ontbolsterende rondetalent te tekenen. Zijn krabbel zette hij op een papiertje van La Française des Jeux. “De slechtste keuze uit mijn carrière,” meent Heulot. “Ik mocht nooit met Marc Madiot in zee gegaan hebben. Zijn manier van werken kon ik absoluut niet goedkeuren. En hoe hij zich vandaag nog steeds profileert als witte engel en ‘monsieur propre’, dat steekt enorm. Ik heb jaren verloren bij die man. En toch vind ik niet dat ik gefaald heb. Je moet de uitslagen van de Tour er maar ’s op nakijken. Ik eindig 20ste in 97, 13de in ‘98 en 14de in ’99. Als je ziet wie voor mij eindigde, dan ben ik best tevreden met die uitslagen.” De Tour van 1999 is trouwens een apart verhaal. Heulot sliep toen op dezelfde kamer als ene Christophe Bassons, berucht geworden als één van de gezworen vijanden van Lance Armstrong, omdat hij – nota bene tijdens de Tour van ’99 – een openlijk anti-doping standpunt innam. Heulot over Bassons: “Ik kon moeilijk hoogte krijgen van die man. Wat hij dacht, wat hij deed, hoe hij zich voelde, ik had er het raden naar. Uiteindelijk gaf hij er tijdens die Tour de brui aan. Als een dief in de nacht verdween hij. Een aanvaring met Armstrong, zo bleek. Meer weet ik ook niet. Een witte engel? Tja, ik zou durven zeggen: il est plus blanc que Madiot.”

Statie 7: Een herrezen sport?

Heulot stopte reeds op zijn 31ste met fietsen. De leeftijd waarop de meest renners hun grootste successen behalen. Naar een verklaring is het niet ver zoeken: “In 2002 reed ik voor Big Mat. Tijdens de Ronde van Spanje zag ik zaken waarmee ik me niet meer kon verzoenen. In koers blijven zou betekenen dat ik de praktijken oogluikend toestond. Ik gaf op en nam de tijd om na te denken. Over de koers, over mijn toekomst. Ik heb mijn contract verbroken en ben gestopt met koersen. Ik wilde de eer aan mezelf houden. In Frankrijk zeggen ze: les plus gênés s’en vont. Stoppen was de enige optie. Het klinkt misschien raar, maar de Festina Tour van ’98 voelde voor mij aan als een opluchting. Tabula rasa. De Tour van ’99 moest de herrijzenis van een nieuwe, zuivere sport worden. Dacht ik. Het duurde niet lang of ik besefte dat er niks veranderd was. Ik zag opnieuw alle mistoestanden van voor 1998, vaak zelfs nog erger.”

Statie 8: Tot 7 x 70 maal

Eigenlijk wil Stéphane Heulot niet al te veel achterom kijken. Hij is heelhuids en onbesmeurd uit zijn periode als topsporter gekomen. Letterlijk zelfs. Heulot is nooit zwaar gevallen, heeft nooit iets gebroken. Een goede beschermengel? “Peut-être, oui. Alleszins niet de kracht van bijgeloof. Ik ben niet gehecht aan geluksbrengers. Pas de grigri’s pour moi.” Geloven doet Heulot wel. In Bretagne heerst een sterke katholieke traditie. Het kost hem dan ook geen moeite om te vergeven: “Veel tricheurs uit mijn periode neem ik weinig of niks kwalijk. Iemand als Lance Armstrong is genoeg gestraft. Wie ben ik om hem te beschuldigen? Voor anderen komt het blijkbaar nog steeds goed uit dat Armstrong als grote schuldige wordt aanzien. Ze voeren tegenwoordig het hoge woord in het peloton maar hebben evenzeer boter op hun hoofd. Zogenaamde witte engelen die in realiteit gewoon deden wat Armstrong deed. Hen kan ik onmogelijk vergeven.”

Statie 9: Heulot als raadgever

Ondanks alles heeft Heulot zijn liefde voor de fiets nooit verloren. Hij begeleidde jarenlang de beloftenploeg Sojasun Espoir en was oprichter van het Centre Formation de Cyclisme Sojasun Espoir-AC Noyal-Châtillon. Iets wat hij met hart en ziel deed. Heulot wilde jongeren niet enkel opleiden tot goede renners maar bovenal tot goede mensen. Met (sportief) succes, want uit zijn stal komen onder andere Pierre Rolland, Alexis Vuillermoz en Julien Simon. Op professioneel vlak gaat het Heulot voor de wind. Als bedrijfscoach geeft hij sinds 2014 zijn (levens)ervaring door. “Een burn-out in 2012 deed me inzien dat het leven meer is dan werken. Met wat ik als renner en ploegmanager had meegemaakt, kon ik anderen van dienst zijn. Ik neem bedrijfsleiders en hun personeel wel ’s mee naar een kasseistrook voor een fietstochtje. Daar leer je dat je moet samenwerken als groep, en dat het niet per se de baas is die de sterkste is.” Het bloed kruipt waar het niet gaan kan…

Dit artikel verscheen eerder in Etappe #05 (2016).

Dit nummer staat in het teken van de 100ste editie van de Ronde van Vlaanderen, het 45-jarig overlijden van wielergod Jean-Pierre Monseré en de tentoonstelling 'Koers is Religie'. Je ontdekt onder meer een fiets van Fiorenzo Magni, een ode aan Frank Vandenbroucke en de roots van de kermiskoers.

Zin in meer historische wielerverhalen? Haast je naar onze shop!

KOERSshop

Stéphane Heulot

Stéphane Heulot (Rennes, 20 maart 1971) is een voormalig Frans wielrenner. 1996 was zijn topjaar. Hij werd Frans kampioen en mocht in de Ronde van Frankrijk drie dagen de gele trui dragen. Een grote teleurstelling volgde direct: in de zevende etappe moest hij op de Cormet de Roselend vanwege knieproblemen opgeven met het geel nog om zijn schouders. Hij is daarmee een van de weinige wielrenners die opgaf terwijl hij het geel droeg. Heulots drama werd echter nog overschaduwd door de zwakke dag van Miguel Indurain, die veel tijd op zijn concurrenten verloor en een zesde eindoverwinning aan zich voorbij zag gaan. In 2002 stopte Heulot als beroepswielrenner bij de Franse formatie BigMat - Auber 93. Na zijn loopbaan als wielrenner werd Heulot perschef bij Saunier Duval. In de Ronde van Frankrijk van 2008 werd Riccardo Riccò betrapt op het gebruik van doping. Nadat vervolgens zijn voltallige Saunier Duval-ploeg uit de Tour was gestapt, verkondigde Heulot dat epo structureel werd toegediend door de ploegleiding.Vanaf 2009 is Heulot ploegmanager van de Franse wielerploeg Saur-Sojasun. In 2022 werd bekend dat Heulot CEO van het Belgische team Lotto-Dstny wordt.
serviceKoers

Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.