In Lierde, waar de slotrit straks start, loopt Heidi van de Vijver te ijsberen rond de camper van het team. Heidi zette in 2004 een punt achter haar succesvolle carrière, maar scherp staat ze nog altijd. Met de zonnebril op – en die zal de hele dag opblijven – controleert ze de laatste voorbereidingen. Mecaniciens zijn nog druk in de weer en de rensters nemen nog even een snack of een laatste plaspauze.
“Zelf zal je me tegenwoordig niet vaak meer op de fiets zien”, zegt Heidi. “Daarvoor ontbreekt het een manager aan tijd.” Heidi kreeg vorig seizoen van de hoofdsponsor de vraag om het team volledig over te nemen en sindsdien heeft ze meer dan haar handen vol. De verantwoordelijkheid is groot en het is een harde wereld. Als ik verder vraag naar hoe onderhandelingen met rensters lopen, dan spreekt uit haar reactie flink wat ontgoocheling. “Ik heb geleerd dat je niemand kunt vertrouwen behalve jezelf. Alles kan ook snel veranderen. Iemand die plots een koers wint, kan in één keer het stuur helemaal van richting varanderen. Soms word je ontgoocheld door mensen en dat doet pijn. Het team samenstellen voor volgend seizoen heeft me dan ook bloed, zweet en tranen gekost.”
Een vrouwenteam draaiende houden is op zich al een financieel huzarenstukje. “Misschien moet ik wel eens een brief schrijven naar Marc Coucke. Dit is het eerste jaar dat ik alles zelf doe, samen met mijn man. Een hele aanpassing. Ik moest plots zelf geld gaan schooien, en het moest op korte tijd allemaal rond geraken. Gelukkig kennen ze mij in het wereldje, zo had ik wel een voetje voor.”
“De toppers rijden natuurlijk bij de grote ploegen, zoals Wiggle of Rabo, die krijg je daar niet zomaar weg. Maar wij zijn wij tevreden met een mix. Zo trekken wij rensters aan die ook de omkadering belangrijk vinden. Qua organisatie en materialen moeten wij zeker niet onderdoen voor de topploegen. Wat wel nog kan verbeteren is ons programma. De Giro Rosa bijvoorbeeld kost handenvol geld. Daar ga je enkel naartoe als je de juiste rensters hebt. Ik hoop er volgend jaar bij te zijn. Zodat iedereen ziet dat we internationaler worden, dat we vooruitgang boeken. Ik streef uiteraard naar een topploeg, maar daar heb ik minstens nog een extra jaar voor nodig. Mijn huiswerk voor volgend jaar is zo goed als rond en ik ben trots dat het gelukt is.”
En dan worden we onderbroken door Meatloaf. De rensters brullen met ‘Paradise by the dashboard light’ nog even de spanning weg. “Plezier maken voor zo'n koers, dat moet kunnen”, lacht Heidi. Annelies Van Doorslaer, die aan haar vijftiende seizoen al bezig is en nu vier jaar bij Lensworld–Zannata koerst, kent Heidi door en door. “Al bij de jeugd was ze mijn trainster. Ze is wel wat strenger geworden in de loop der jaren moet ik zeggen. Maar dat is logisch, Heidi heeft de ambitie om een topploeg te creëren. We kunnen voor vanalles en nog wat bij haar terecht. Toch denk ik niet dat het bij ons echt anders verloopt doordat onze teammanager een vrouw is. Ze is gedreven en ambitieus, maar soms ook een dromer. Zo kan ze plots heel stil worden en dan is het soms moeilijk om haar te peilen.”
Tijd om in de volgwagen te stappen. Achterin scheiden een paar wielen mij van mecanicien Mark Deweert, voorin zit één van de sponsors. Heidi heeft uiteraard het stuur in handen. “Dat er weinig vrouwen zijn die mijn job uitoefenen, daar sta ik eigenlijk niet bij stil”, zegt ze. “Er zijn er trouwens in het internationale wielerwereldje nog een paar. De bondscoach van Denemarken, bijvoorbeeld. Zij zit in deze koers trouwens voor het eerst achter het stuur, en ze doet dat goed. De mannelijke collega's behandelen mij niet speciaal als 'de vrouw' in de groep. Maar ik ben dan ook geen typische vrouwelijke vrouw natuurlijk.” (lacht)
“In het begin werd ik tijdens zo'n koers wel eens getest, ze lieten me niet zomaar voorbij gaan als één van mijn rensters in de problemen was voorin. Of ze dreven de snelheid extra op als ik moest doorschuiven. Maar ik heb snel bewezen dat ik achter het stuur niet moet onderdoen voor hen, ik wring me er wel tussen! Eén van mijn hobby's is trouwens auto- en motorracen. Op het circuit in Zolder doe ik dat wel eens, als ik er de tijd voor vind, tenminste”.
In de slotrit van de Lotto Belgium Tour zijn intussen nog maar 70 rensters in koers. Het is een loodzware wedstrijd vandaag, met twee keer de Muur, Tenbosse, de Eikenmolen, en in de slotronde ook nog de Bosberg. Er is een groepje vroeg voorop geraakt, met iemand van Lensworld-Zannata erbij, Nina Kessler. “Dat is volledig volgens plan,” zegt Heidi, “ik heb haar de opdracht gegeven om mee te gaan in de eerste ontsnapping en dat heeft ze dus gedaan.”
“Dat ik een vrouw ben is voor de rensters wel belangrijk”, vertelt Heidi. “Ik leid de ploeg toch wat anders dan mannelijke collega's dat zouden doen, met meer oog voor de mens achter de rensters. Ik ben trouwens van opleiding 'life coach'. De rensters in mijn ploeg kunnen altijd bij mij terecht, ook voor een babbel. Als ‘de mens’ zich niet goed voelt, dan lukt het in ‘de koers’ ook niet.” Maar er moet ook een grens zijn. Een heel belangrijke les daarover heb ik gekregen van Michael Zijlaard, de man van Leontien van Moorsel. Die zei me: “De rensters, dat zijn in feite maar passanten. Eigenlijk zijn de vaste mensen in de omkadering belangrijker dan de rensters. De mensen die je rondom je hebt. Die moet je blindelings kunnen vertrouwen.”
Terwijl Heidi het stuur even met de ellebogen recht houdt, krijgen de volgers van Lensworld-Zannata op twitter de koerssituatie in hun tijdlijn. “Die sociale media zijn niet echt mijn ding. Maar het is wel belangrijk voor het contact met de volgers van het team. Met mijn persoonlijke account hou ik me weinig bezig. Ik voel niet de behoefte om elke dag de mensen te laten weten wat ik gegeten heb.”
De zon bakelt op de auto, het is warm. Voorlopig geen stress en Heidi droomt zelfs een beetje weg. “Ik had nooit gedacht dat ik ooit een eigen ploeg zou hebben”, zegt ze. “Ik ben daar gewoon ingerold, elf jaar geleden. En die verantwoordelijkheid weegt wel. Ik voel mij helemaal anders als vroeger.” Intussen zitten we op de Eikenmolen, met nog altijd vier vluchters voorop. De ploeg van de Zweedse Emma Johansson controleert in het peloton. Heidi haalt haar thermos boven. “In de volgwagen heb ik altijd koffie nodig, zo blijf ik alert.”
Heidi Van De Vijver heeft een palmares om U tegen te zeggen, met onder meer De Ronde van Vlaanderen, maar ook verschillende Belgische titels én overwinningen in internationaal gerenommeerde rittenkoersen. “Ik kan de rensters van nu niet vergelijken met mezelf destijds. Ik was heel extreem in alles. Maar je kan je als ex-renster natuurlijk wel perfect inleven en de situaties inschatten. En daar krijg je hun respect voor. Je kan als het ware een beetje in hun hoofd kijken. Ik merk wel dat rensters tegenwoordig verwachten dat alles veel meer vanzelf zal komen. Ik heb vijf keer zo hard moeten knokken als sommigen vandaag. Soms denk ik wel eens: hoe kan het dat jij als profrenster dit of dat nog niet weet. Maar ik ga nooit zeggen: “ik was beter”. Ik spreek in de ploeg bijna nooit over mijn verleden. De jonge rensters weten wellicht maar vaag wie ik ben of wat ik gedaan heb. Al zullen ze wel eens op google gekeken hebben zeker?”
Als de Muur er een eerste keer aankomt stijgt de spanning in de auto. Vanaf hier begint het echt. De volgwagens mogen niet over de Muur, dus is het bij de omleiding uitstappen en snel naar boven lopen. Heidi staat er schijnbaar onberoerd bij, maar ik zie toch wat zenuwen. Snel het peloton even scannen, even kijken hoe het gesteld is met ‘haar’ meisjes en dan weer richting volgwagen. “Ze zien er nog goed uit”, peinst Heidi. De Muur heeft voor een nieuwe koerssituatie gezorgd; de vier vluchters zijn gegrepen. “Sofie De Vuyst is onze beste kaart vandaag, misschien kan zij wel een rol van betekenis spelen. Al gaan we niet echt meedoen voor de overwinning.”
“In mijn tijd waren er nog geen profploegen”, vertelt Heidi, terwijl ze een ferme versnelling inzet om bij de groep te blijven. “Wij reden als amateurs in landenploegen in rittenwedstrijden. Het gevolg is natuurlijk dat er nu veel meer geld mee gemoeid is en of dat nu een voordeel is, dat is maar de vraag. Qua organisatie van grote koersen is het vrouwenwielrennen er zeker niet op vooruit gegaan. Zo is er geen Ronde van Frankrijk meer voor vrouwen. Met dat soort grote rittenwedstrijden maakten wij vroeger ons jaar goed. Daar kon je flink wat geld mee verdienen. Als ik een grote koers won, leverde mij dat in die tijd 300.000 frank aan premies op. Maar goed, daar moest ik natuurlijk van leven, ik had geen vast loon. Tot ik begin 1995 dankzij het Vlaanderen 2002-project een profstatuut kreeg. Tegenwoordig hebben rensters die nog niet tot aan mijn hielen komen al een mooi maandloon. Maar op het vlak van het prijzengeld is het achteruit gegaan. Hier in de Lotto Belgium Tour is er in totaal slechts goed 7.000 euro te verdienen.”
We worden onderbroken door de wedstrijdradio: “Hulp voor nummer 22”. “Da’s er één van ons”, roept Heidi en ze wurmt zich met de volgauto rakelings langs de ploegen die voor ons hangen. We komen feilloos naast Nina Kessler, die zich uit het peloton heeft laten zakken voor bevoorrading. Vooraan is een nieuwe vlucht, met Sofie De Vuyst van ‘Team-Heidi’ erbij, net gegrepen. We hebben nu één leider. Maar Celine Van Severen, ook van Lensworld-Zannata, is mee in de tegenaanval. In de volgauto wordt tevreden gemompeld. “We zijn mee in elke ontsnapping tot nu toe. Was dit op tv geweest, dan zou dat onbetaalbare reclame geweest zijn. In beeld komen is immers alles voor de sponsors. Een figuur als Jolien D’hoore is daarom een zegen voor onze sport. De media kunnen niet om haar heen. Zo krijgen we toch geleidelijk meer aandacht. Al vind ik dat het in verhouding moet staan met de prestaties.”
“Zelf mocht ik destijds niet klagen over de media”, zegt Heidi. “Ik kwam nog wel eens in de krant of in Sportweekend. Maar voor iemand als roeister Annelies Bredael bijvoorbeeld was het veel lastiger. Ze draaide voor haar olympisch zilver in 1992 nochtans ook al internationaal mee. Maar ik deed het vooral allemaal omdat ik het graag deed. Niet voor de media-aandacht.”
Op de Muur neemt Emma Johansson intussen het voortouw, de finale komt eraan. De zenuwen zijn bij iedereen gespannen. Een overijverige auto van de organisatie laat een Poolse ploegwagen niet door tot bij hun renster. Gevolg: veel geclaxonneer, bumperkleven en stress. Heidi springt in de bres voor de Polen. “Zijn die mannen misschien op het gemak aan het koken in die auto of zo?”, roept ze terwijl ze haar stuur naar rechts gooit, een paar rally-waardige manoeuvres uitvoert, en rakelings naast de wedstrijdauto gaat rijden om de situatie uit te leggen. “Dat ben ik dan ook weer”, zegt Heidi. “Ik help graag mensen. En voila, zo kunnen wij ook meeschuiven! Wat ik nu doe, het “racen” in de volgwagen, die adrenaline, dat vind ik één van de plezantere kanten van de job. Het is natuurlijk wel aanpassen als ik ga winkelen, dan moet ik me wel heel rustig houden achter het stuur.” (lacht)
Voor het opdraaien van de Vesten krijgen de leidsters het gezelschap van nog drie anderen. De zes rijden snel weg van de rest. Van Lensworld-Zannata is niemand meer mee. Anna van der Breggen zal de rit winnen, en terwijl zij op het podium stapt, draaien wij af richting parking. Heidi stapt snel uit, want daar wacht, zoals na elke koers, haar trouwe hond Dina. “Oef, het seizoen zit erop. Ik ben eigenlijk niet tevreden met onze resultaten. Het had veel beter gekund. Maar goed, laten we dat maar groeipijnen noemen zeker?”
Dit artikel verscheen eerder in Etappe #04 (2015).
Dit nummer staat in het teken van het vrouwenwielrennen. Het nummer bevat onder meer artikels over Paula Gemoets, Hélène Dutrieux en de Flandria-vrouwen van Briek Schotte.
Zin in meer historische wielerverhalen? Haast je naar onze shop!
“Of ik de Ronde van Frankrijk voor vrouwen won? Eerlijk gezegd weet ik dat nog altijd niet.” Heidi Van De Vijver, Belgiës toprenster in de jaren...