Tourbaas en directeur van de Société du Tour de France Félix Levitan is in 1984 de motor achter de eerste editie van de Tour de France Féminin. Lévitan haalt de mosterd bij landgenoot Jean Leulliot, die al in 1955 een (éénmalige) Tour Féminin inricht. Anno 1984 telt de Tour 36 deelneemsters, met delegaties uit Nederland, Canada, de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Frankrijk. Tussen 30 juni en 22 juli worden achttien etappes verreden op hetzelfde parcours als dat van de ‘mannentour’, weliswaar in een ingekorte versie. De Nederlandse Mieke Havik wint de eerste rit en wordt zo, de versie in 1955 niet meegerekend, de eerste vrouwelijke geletruidrager ooit.
Een jaar later verschijnt met Josiane Vanhuyse, Nadine Fiers, Greta Fleerackers, Marina Mampay, Maria Herijgers en Ingrid Mekers voor het eerst een Belgische ploeg aan de start. Vanhuyse, de regerende Belgisch kampioene, schrijft op 5 juli 1985 geschiedenis door als eerste Belgische ooit een Touretappe te winnen. Het Volk zoekt meteen naar de oorzaken voor het ontbreken van Belgische dames in de eerste editie. “De BWB, die het nooit zo erg had voor de dameswielrennerij, liet ze thuis met het excuus dat ze later in de zomer nog de Olympische Spelen moesten rijden. Maar dat bleek een zoethoudertje want het B.O.I.C. selecteerde geen vrouwelijke renners.” Dat de Belgische Wielerbond (BWB) niet echt wild was van vrouwenwielrennen, bleek ook uit de wel erg late beslissing om een Tourdelegatie samen te stellen. “Op maandag een brief in de bus om ’s vrijdags aan de start te staan van zo’n onderneming vind ik toch wel te gortig”, liet een geprikkelde Josiane Vanhuyse optekenen in Het Volk.
Het matig enthousiasme van de BWB reflecteert zich nochtans niet in de omkadering die de dames krijgen. De damesploeg kan rekenen op een ploegleider, een mecanicien en een verzorger. Zo’n entourage is in die dagen pure luxe in het dameswielrennen. Bovendien staat de Société du Tour de France garant voor een puike organisatie. Ook het publiek is en masse aanwezig. Dat de vrouwen een paar uur voor de mannen passeren, is hier niet vreemd aan. Vanhuyse is ook in 1986 de beste Belgische met een zeventiende plek in het eindklassement. In de daarop volgende jaren draait het Tourcircus echter zonder Belgische ‘coureuses’. De Française Jeannie Longo scoort een hattrick en wint drie jaar op rij de Tour de France Féminin.
In 1990 verandert de Société du Tour de France van koers. De organisatie maakt van de Tour de France Féminin een internationale ronde en wijzigt de naam in de Tour de la C.E.E. féminin, of de Ronde van de Europese Gemeenschap. De wedstrijd verschuift op de kalender van juli naar september en het parcours is niet een langer een afdruk van de mannentour, maar doorkruist naast Frankrijk ook Engeland en België.
Voor Heidi Van De Vijver is de Tour de la C.E.E. een eerste grote internationale ronde-ervaring. “Leiderstruien van Crédit Lyonnais, de befaamde leeuwtjes, Bernard Hinault als ceremoniemeester,… het was er allemaal. Wij namen gewoon het wagenpark en infrastructuur over van de Tour voor mannen in juli.” Samen met landgenote Kristel Werckx debuteert Van De Vijver (20) meteen erg sterk. Werckx eindigt zevende, Van De Vijver tiende. Ploegmaat Josiane Vanhuyse: ”Heidi had rondetalent, dat zag je meteen. Ze leefde toen al 100% voor haar vak en was een voorbeeld voor iedereen.”
De edities in 1990 en 1991 kleuren nagenoeg volledig oranje. In 1990 eindigen Leontien Van Moorsel en Astrid Schop na de Franse Cathérine Marsal. Eén jaar later staat Schop op het hoogste schavot, Van Moorsel één trapje lager.
Dat Nederland samen met Frankrijk het internationale dameswielrennen domineert, blijkt ook in de Tour de Cycliste Féminin, een nieuw initiatief van Pierre Boué-Merrac. Organisator Boué wil opnieuw een damestour pur sang organiseren, met uitsluitend etappes in Frankrijk. De eerste editie start in augustus 1992 en staat volledig los van de Société du Tour de France, wat organisator Boué graag benadrukt: “We hebben onze wedstrijd Tour de Cycliste Féminin gedoopt, om duidelijk te maken dat het een andere en nieuwe wedstrijd is.”
Volgens Heidi Van De Vijver was dat onderscheid er heel duidelijk. ”Qua organisatie was er een groot verschil tussen beide wedstrijden. Tijdens de Tour Cycliste moesten we in scholen of derderangshotels slapen, wat in de Tour van de Société du Tour de France nooit het geval was. Na iedere etappe was het soms nog honderd kilometer rijden tot aan onze slaapplaats. Op een bepaald moment hebben we zelfs gestaakt omdat het té erg werd.” Op het parcours van de wedstrijd was nochtans niets aan te merken. ”In de Tour van 1992 besefte ik voor het eerst dat ik écht kon klimmen. Ik had wel de Ronde van België gewonnen, maar koersen in Frankrijk was toch nog iets anders. In de etappe met aankomst op Luz-Ardiden eindigde ik tweede. Op de slotetappe met aankomst op Alpe d’Huez kon ik genoeg afstand nemen om de derde plaats in het eindklassement na Leontien Van Moorsel en Jeannie Longo veilig te stellen.”
In de Tour de la C.E.E. féminin van dat jaar kan Van De Vijver haar vormcurve aanhouden. Samen met twee Belgische dames start ze in een zogenaamde mixploeg, een team met rensters uit verschillende landen. “Die mixploeg heeft me hoogstwaarschijnlijk een eerste eindzege gekost. In dergelijke rittenkoersen moet je echt een sterke, volledig Belgische ploeg hebben die in jouw dienst rijdt. Alleen op die manier was het Nederlandse blok te verslaan.” Van De Vijver finisht tweede na Leontien Van Moorsel, maar wint wel het puntenklassement.
De Tour de Cycliste Féminin van 1993 start op 27 juli met een proloog in Parijs. Jeannie Longo imponeert en finisht met een gemiddelde van meer dan 45 km/u. Leontien Van Moorsel pakt in de vierde etappe de gele leiderstrui en staat die niet meer af. In de koninginnenrit, met onder meer de beklimming van de Tourmalet, eindigt Heidi Van De Vijver tweede na een ongenaakbare Van Moorsel. Ook in de slotetappe met aankomst op Alpe d’Huez etaleert Van De Vijver haar klimtalent en finisht derde. Haar sterke prestaties resulteren in een tweede opeenvolgende derde plaats in het eindklassement.
Een kleine maand na de Tour Cycliste, trekt de Tour de la C.E.E. zich op gang in het Engelse Rochester. Voor het eerst start Van De Vijver als kopvrouw van een volledig Belgische ploeg. Naast Kristel Werckx krijgen ook Anne-Marie Cooreman, Vanja Vonckx, Anja Lenaers en Godelieve Janssens een plekje in het team. De Canadese Clara Hughes wint de proloog. Eén dag later is Van De Vijver weergaloos. Ze demarreert op meer dan honderd kilometer van het einde en dendert solo naar de finish. Van De Vijver wint de etappe en pakt het geel. De rest van de koers wordt gecontroleerd door een goed presterende Belgische ploeg: “Op het vlakke kon ik rekenen op een erg sterke Kristel Werckx, die nota bene in eigen land mijn grootste concurrente was, maar zich in de Tour volledig voor mij opofferde.” Zelf hanteert Heidi de tactiek van de Spaanse Tourrenner Miguel Indurain, die dan al twee Tourzeges op zijn palmares heeft. “De koers controleren, counteren en de voornaamste concurrentes schaduwen.”
In de vaderlandse pers worden de Tourprestaties van Heidi dagelijks belicht, weliswaar in een vijftal regels tellend verslagje en een sporadische foto. Naarmate de wedstrijd vordert, neemt de media-interesse toe. Als Van De Vijver er in slaagt om het felbegeerde geel tot in Cambrai te behouden, reizen zelfs een aantal journalisten naar Frankrijk af. De topprestatie van Heidi Van De Vijver wordt bekroond met een verslag in Sportweekend. Dat mag ook. De proloog buiten beschouwing gelaten doet ze immers een ‘Romain Maeske’ door van start tot finish in het geel te fietsen. Op het eindpodium wordt Van De Vijver geflankeerd door Leontien Van Moorsel en de Russische Aleksandra Koliaseva.
De (Tour)zege van Van De Vijver schudt de vaderlandse wielerbond wakker. Eén jaar later krijgen drie rensters – Heidi Van De Vijver, Patsy Maegerman en Anne-Marie Cooreman – voor het eerst een profstatuut. Zij maken deel uit van het Vlaanderen 2002-project waar jongeren de kans krijgen enkele jaren te proeven van het professioneel wielrennen. Een heuse omwenteling want in het jaar van haar zege had ze pas voor het eerst (!) financiële en materiële steun van de bond gekregen. Daarvoor kwam alles uit eigen zak. Dankzij de zege van Heidi en het doorzettingsvermogen van teamcoach Kristel Herremans ontdekt België en de wielerbond dat ook vrouwen (goed) aan wielrennen doen. Daarmee komt een eind aan de boude, maar frappante uitspraak van de Nederlandse toprenster Monique Knol in 1993: “De vrouwenwielersport bevindt zich bij jullie (in België, nvdr) nog in het jaar vóór Christus.”
Won Heidi nu de Ronde van Frankrijk voor vrouwen of niet? Maakt België aanspraak op 19 in plaats van 18 Tourzeges? De knalgele, door Crédit Lyonnais gesponsorde leiderstrui doet het beste vermoeden maar de Europese vlaggetjes op de borst zaaien twijfel. Op het moment dat Heidi wint, bestaat de Tour de France Féminin niet meer. De organisatie achter de Tour de la C.E.E. blijft echter de A.S.O., de opvolger van de Société du Tour de France en inrichter van de eigenlijke Tour voor mannen. Eén ding is duidelijk: Heidi Van De Vijver wint in 1993 een internationaal gerenommeerde rittenkoers die op zijn minst te vergelijken is met het kaliber van de Tour Féminin. Aan u om te oordelen.
Door het verdwijnen van Le Tour Féminin in 1989 ziet Longo een vierde opeenvolgende eindzege in rook opgaan. De Tour de la C.E.E. zal ze ook al niet winnen. De française ligt overhoop met haar eigen wielerfederatie en moet niet rekenen op een selectie in een rittenkoers met nationale ploegen. Longo moet zich noodgedwongen neerleggen bij die beslissing, maar jent op haar manier toch de Franse wielerbond. Ze volgt elke etappe van Tour de la C.E.E. op de koersfiets met een rugzak in het spoor van de volgerskaravaan.
Longo en echtgenoot-trainer Patrice Ciprelli bedenken dan maar een eigen Ronde. Ze overtuigen vriend-aan-huis Pierre Boué-Merrac tot de organisatie van een nieuwe Franse rittenwedstrijd. Ex-wielerjournalist Boué-Merrac was al geruime tijd gebeten door de vrouwenwielersport en gaat graag in op de vraag van Longo. Le Tour de Cycliste Féminin was geboren. En het is Boué-Merrac menens. Hij laat zijn koers in 1993 starten onder de Eiffeltoren, op het moment dat de mannen de laatste rondjes afwerken op de Champs-Elysées in hun Tour de France… Het begin van een machtsstrijd tussen Boué-Merrac met zijn Tour de Cycliste Féminin en de Société du Tour de France met hun Tour de la C.E.E.
In 1998 lijkt de strijd tussen beide organisaties definitief beslecht. A.S.O., de opvolger van de Société du Tour de France, struikelt over de term ‘Tour’ in de Franse rittenwedstrijd en dwingt de organisatie tot een naamswijziging. Boué-Merrac herdoopt zijn koers tot La Grande Boucle Féminine Internationale. De bombastisch klinkende naam kan niet verhinderen dat de koers langzaam wegdeemstert. In 2004 gaat wegens meningsverschillen geen nieuwe editie door. De koers krimpt in 2005 tot één week en krijgt in 2006 concurrentie van de Route de France, nóg een nieuwe Franse rittenkoers voor vrouwen. In 2009 wordt de voorlopig laatste editie van de Tour Cycliste/Grande Boucle ingericht.
Dit artikel verscheen in Etappe #01 (2012).
Het nummer bevat een waaier aan bijdragen over de Tour en haar Belgische Tourwinnaars. De borstelmaker presteerde het om als allereerste Belg de Ronde van Frankrijk te winnen. In dit nummer maakt Defraeye een gesmaakte rentree.
Zin in meer historische wielerverhalen? Haast je naar onze shop!
Vrijdag 11 september 2015. De laatste mooie zomerdag van het jaar, de dag van de koninginnenrit in de Lotto Belgium Tour. En meteen ook de...