Twee jaar na het huwelijk tussen Camiel Thomas en Romanie Depoortere wordt anno 1924 hun eerste dochter Marie-Madeleine geboren. Op dat moment heeft het echtpaar al een eigen schoenenzaak opgestart in de Ieperstraat in Roeselare. Onder de merknaam Hector Martin maakt Camiel Thomas veloschoenen die gretig aftrek vinden in de Belgische wielerwereld.
Het gezin wordt enkele jaren later nog uitgebreid met Agnes (°1928), Gabriëlla (°1929) en Pierre (°1932). Zoon Pierre zet de familietraditie verder en leert net zoals zijn vader - en grootvader – de stiel van schoenmaker. Zijn zussen volgen een opleiding tot stikster. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de kinderen in de werking van het bedrijf worden betrokken.
In eerste instantie is het Achiel Depoortere, de broer van Romanie, die er voor zorgt dat de firma Thomas de allure van een heus familiebedrijfje krijgt. Achiel werkt al van in de jaren dertig mee als schoenmaker in de zaak. Na de Tweede Wereldoorlog stappen ook de kinderen van Camiel en Romanie in de zaak. Marie-Madeleine, de oudste dochter, beschikt over een rijbewijs – geen evidentie in die dagen – en is daarom zowat dagelijks ‘op de baan’.
In een onderneming is een vlotte aanvoer van grondstoffen en de uitvoer van afgewerkte producten een essentiële schakel. Marie-Madeleine – Mimi – stuurt haar Amerikaanse Chevrolet niet alleen door de omliggende regio, maar trekt ook vaak tot in Antwerpen en Nederland. Klanten die nog verder wonen, krijgen hun waren aangeleverd via de spoorweg – de firma Thomas bevindt zich in vogelvlucht op een kleine twee kilometer van het station in Roeselare.
Wanneer Camiel Thomas in 1964 overlijdt, zijn de kinderen al goed gepokt en gemazeld in de dagdagelijkse werking van het familiebedrijf. Anno 1964 produceert de firma Thomas niet alleen veloschoenen, maar worden er ook wielerpetjes gemaakt en verkocht. De praktische leiding berust voortaan bij dochter Agnes, terwijl moeder Romanie nog steeds meewerkt in de zaak (en de zaak nog enkele jaren officieel op haar naam staat). Zoon Pierre heeft geen interesse in een rol als bedrijfsleider en concentreert zich nog steeds op het maken van schoenen.
Agnes fungeert als hoofd van de zaak en vormt het aanspreekpunt voor de klanten. Bestellingen van schoenen speelt ze door aan haar broer Pierre. Orders voor petjes gaan dan weer richting Gabriëlla, die al dan niet met steun van een handvol thuisstiksters, alle bestellingen binnen afzienbare tijd afwerkt. Zus Marie-Madeleine bevoorraadt thuisstiksters met half afgewerkte producten, om ze dan enkele dagen later weer als aaneengestikte petjes te gaan ophalen.
De kinderen hebben kortom elk een afgelijnde taak – ieder heeft letterlijk zijn plek in het atelier – en vullen elkaar aan en zorgen voor elkaar. Als moeder Romanie op oudere leeftijd hulpbehoevend wordt, krijgt zij thuis de nodige ondersteuning van haar kinderen.
Met Pierre had Camiel eigenlijk een gedroomde opvolger als (mannelijke) bedrijfsleider, binnen het eigen gezin. Het is echter dochter Agnes die deze rol op zich neemt. Het enige nadeel daarvan is dat – in de ogen van Camiel – een huwelijk er voor kan zorgen dat de zaak uiteindelijk in externe handen valt. Alhoewel de drie dochters in relaties zitten, is er niemand die uiteindelijk trouwt. Toch lijkt het er op een gegeven moment op dat Agnes het huis definitief uitvliegt. Zij trekt in de loop van 1977 down under, naar Tasmanië waar oud-wereldkampioen stayeren Graeme French woont.
Na enkele maanden verhuist Agnes echter opnieuw terug naar Roeselare. Agnes leerde French, die medio jaren 1950 vanuit Oceanië naar Antwerpen trekt om er zijn carrière als stayer op de piste verder uit te bouwen, kennen via de familie-onderneming. Het vertrek van Agnes is een moeilijk moment, zeker gezien de cruciale rol die ze vervult in de firma. Dit in combinatie met het ‘hartzeer’ van moeder Romanie over het uitvliegen van haar dochter, zorgt er voor dat Agnes toch nog terugkeert. Zonder haar geliefde, die op zijn beurt een definitieve oversteek naar België niet ziet zitten. Toch vergeet ze hem niet. Als Agnes in 2007 overlijdt, blijkt nog steeds een foto van de Aussie in haar portefeuille te zitten.
Onder leiding van Agnes Thomas weet het familiefabriekje zich decennialang overeind te houden in een door mannen gedomineerde wielerwereld. Wielerploegen van heinde en verre kloppen aan in Roeselare. Ondanks de vele binnen- en buitenlandse klanten gaan de zaken medio jaren negentig de slechte kant op. De zussen Thomas worden een dagje ouder, terwijl enkele evoluties – de lederen veloschoen wordt ingewisseld voor wielerschoenen in kunststof – de producten van de Thomassen minder relevant maakt. Steeds meer wielerploegen richten zich bovendien tot een gespecialiseerde kledijfabrikant voor hun kledij (inclusief petjes) waardoor ook hier het klantenbestand in sneltempo slinkt. Het overlijden van Agnes in 2007 betekent de finale doodsteek.
In de Ieperstraat 12-14-16 blijft de tijd vervolgens tien jaar stilstaan. De zussen Gabriëlla en Marie-Madeline blijven er wonen, terwijl het aanwezige machinepark nog steeds lijkt te wachten op bediening. Als Marie-Madeleine in de zomer van 2017 overlijdt, verhuist Gabriëlla noodgedwongen naar een verzorgingstehuis. Eind 2020 sterft de laatste van de zussen Thomas aan corona. Intussen is het huis annex atelier al ten prooi gevallen aan verval. Begin 2021 wordt het huis verkocht.
Verken het opmerkelijke parcours van de firma Camiel Thomas
Op basis van een uitgebreid archief reconstrueert historicus Dries De Zaeytijd het verhaal van de firma Camiel Thomas – veloschoenmaker vanaf 1928. Zijn commercieel talent en marketingtechnieken blijven niet onopgemerkt. Het boek staat en cours de route stil bij de ontwikkeling van de wielersport in eigen land, Europa en Amerika. Koers anders bekeken.
Koersschoenen zijn vandaag big business. Gepersonaliseerde exemplaren bij profrenners zijn schering en inslag. Honderd jaar terug waren – in...