“Jean-Pierre kreeg altijd wat hij wilde”, steekt Marie-Claire van wal. “Toen hij twaalf jaar was, vroeg hij onze ouders om een fiets. Die hij ging krijgen als hij op school 70 procent behaalde. Jean-Pierre, die niks voelde voor school, deed zijn best en kwam thuis met 72 procent. Zo begon zijn wielercarrière. Mijn broer was joviaal en altijd wel te vinden voor een grap. Mensen om de tuin leiden kon hij ook. Zo liet hij graag uitschijnen dat hij een stevige drinker was, maar dat was niet zo. Op een moment dat de mensen rondom hem even niet opletten, goot hij zijn bier snel in een plantenbak. Dat was Jean-Pierre.”
In 1968 steekt Monseré nadrukkelijk zijn neus aan het venster. Als amateur wint hij dat jaar maar liefst 25 wedstrijden. In de zomer van 1969 tekent de Roeselarenaar een contract bij de West-Vlaamse Flandriaploeg. De Ronde van Lombardije wordt zijn eerste klassieker. Jempi eindigt meteen tweede na de Nederlander Gerben Karstens. Als blijkt dat Karstens na afloop positief heeft getest, wordt Monseré tot winnaar uitgeroepen. Hij is dan pas net 21 jaar geworden. Ploegmaat Eric Leman: “Het was niet uitzonderlijk dat een neoprof meteen een grote koers won. In Lombardije toonde Jean-Pierre dat hij een klasbak was, dat was meteen duidelijk.”
Tijdens het Belgisch kampioenschap in 1970 verkeert Monseré in bloedvorm. Hij neutraliseert enkele ontsnappingspogingen van favoriet Eddy Merckx, maar houdt dan de benen stil. Merckx soleert naar de zege, Monseré mag zich verheugen op een plaats in de WK-selectie. Marie-Claire: “Voor afreis naar het Engelse Leicester vroeg hij aan zijn vrouw om zijn beste kleren in te pakken, wat er op duidde dat hij dacht om hoog te eindigen. Bovendien kon hij dat WK starten met het rugnummer 22, zijn geluksgetal.”
Jean-Pierre koerst attent voorin en maakt deel uit van een kopgroep van zes met de Italiaan Felice Gimondi als grootste naam. Dankzij afstoppingswerk in de achtergrond zullen de zes onderling bepalen wie wint. In de laatste kilometer demarreert Monseré en houdt stand tot op de streep. Marie-Claire: “Natuurlijk stond Roeselare op zijn kop. Een 21-jarige renner die wereldkampioen werd, dat was fantastisch! Jean-Pierre werd door jan en alleman gehuldigd. Maar hij bleef intussen zichzelf. Zo stopte hij vaak voor kinderen om een handtekening te geven of zette hij hen zelfs even op zijn fiets. Dat is volgens mij één van de redenen waarom hij tot op vandaag populair is. Ook al omdat hij van gewone komaf was.”
In het voorjaar van 1971 toont de jonge wereldkampioen dat hij ook in rittenkoersen uit de voeten kan. In de Ronde van Andalusië domineert hij samen met ploegmaats Eric Leman en Roger de Vlaeminck de wedstrijd. Leman: “We hadden elk twee etappes gewonnen. Monseré was bovendien ook leider in het algemeen klassement. Maar de Spanjaarden deden er in de laatste rit alles aan om Jean-Pierre zijn leiderstrui nog af te snoepen. Omdat er aan de finish een bonificatie van dertig seconden te verdienen was, hebben we alles op onze eindsprint gezet. Ik zette me op kop, liet Jean-Pierre passeren en deed daarna de deur dicht. Missie geslaagd: Monseré won het eindklassement. Maar na de meet ging ik er snel vandoor. Ik wilde niet wachten op de reactie van onze Spaanse concurrenten…”
Als voorbereiding op Milaan – San Remo, de eerste klassieker van het seizoen, kiest Eric Leman voor Parijs-Nice; Jean-Pierre Monseré bereidt zich liever in eigen land voor. Op 15 maart start Monseré in een kermiskoers in Retie, in de Antwerpse Kempen. Daar botst hij frontaal op een wagen die uit de tegenovergestelde richting komt. De wereldkampioen overleeft de botsing niet en overlijdt ter plekke. De wielerwereld is in shock. Meer dan 30.000 mensen wonen de begrafenis in Roeselare bij. Vijf jaar later sterft zijn zoontje Giovanni. Hij was, getooid in een regenboogtrui, een blokje om gaan rijden en botst tegen een wagen. Marie-Claire: “We hebben dat moeten aanvaarden. We moeten verder leven met de mooie momenten die we samen hadden en de rest moet je vergeten. Maar vergeten is verdomd moeilijk. Het voelt nog steeds als gisteren, niet als iets dat 50 jaar geleden is gebeurd.”
Begin maart 2015 trokken wij naar Lombardije – de Noord-Italiaanse regio met hoofdstad Milaan – in het Noorden begrensd door de Alpen, in het...