Achtvoudig Senegalees kampioen Sabelle Diatta: “Koersen in Europa blijft voor veel Afrikanen een onmogelijke droom”

14min leestijd   door Joyce Verdonck op 05 april 2025
Het allereerste Belgische record op de 1000 meter staande start in het baanwielrennen staat op naam van Sabelle Diatta (54). Meteen ook goed voor een Senegalees record. Het Belgische record op de gloednieuwe afstand bij de vrouwen werd snel verbroken door Marith Vanhove. Het was dan ook meer als stunt bedoeld voor De Droomfabriek. Het VRT-programma hielp Sabelles droom verwezenlijken om op een houten wielerpiste te rijden. Iets wat ze tijdens haar wielercarrière in Senegal nooit heeft kunnen doen, wegens gebrek aan een piste. Wie is deze renster die acht keer nationaal kampioen werd in Senegal?

Bijna ging dit interview niet door. Een dag voor de eerste afspraak belt Sabelles man. Ze bleek niet op het vliegtuig te zitten dat haar van Senegal naar België moest brengen. Meer nog: ze was twee dagen vermist. Niemand die haar man kon vertellen waar ze was. Tot een bevriend priester verwittigde dat Sabelle bewusteloos op straat werd gevonden en naar een ziekenhuis was gebracht. Die twee dagen complete onwetendheid lijken de hel, maar Cyriel wuift ze weg. “Ook dat is Afrika.”

Een week later zit Sabelle lachend in haar woonkamer in Oostduinkerke met zicht op de duinen van natuurgebied Plaatsduinen. De salmonellabacterie is bedwongen. Ze is blij om ronduit over haar wielercarrière te kunnen vertellen. “Ik heb nooit kunnen denken dat België geïnteresseerd zou zijn in mijn verhaal.”

Dat ze in het wiel van Jolien D’hoore op de wielerpiste in Gent mocht rijden dankzij De Droomfabriek, vindt ze al ongelooflijk. “Jolien is zo’n grote kampioene. Ze legde het zo goed uit. Ik moest gewoon volgen. Een dag om nooit meer te vergeten.” Nog straffer vindt ze dat er in KOERS, het wielermuseum in Roeselare, een kleine tentoonstelling over haar prestaties is gewijd. Zeker omdat ze haar wielercarrière al bijna 25 jaar geleden beëindigde, toen ze naar België verhuisde.

Goed rapport

Sabelle werd in 1971 geboren in een dorpje in het arme zuiden van Senegal. Haar mama was amper 17 jaar en kon niet voor haar zorgen. Sabelle groeide op bij haar grootmoeder en later bij de zus van haar grootmoeder om dichter bij de provinciehoofdstad van de Senegalese regio la Casamance te kunnen studeren.

“Mijn papa die in Dakar woonde, deed een belofte. ‘Als je goed studeert, krijg je van mij een fiets.’ Ik was een goede studente en hij hield woord. Lange tijd moest ik elke dag de 28 kilometer heen en terug naar school te voet afleggen. Maar dankzij de fiets van mijn vader, hoefde dat niet meer.”

Zodra het startsignaal was gegeven, ging ik er als een speer vandoor. In het peloton zeiden ze dat ze me moesten laten rijden. Dat was een misrekening.
Sabelle Diatta

De fiets vergemakkelijkte niet alleen het leven van Sabelle, de roep naar meer vrijheid en avontuur lonkte. “Kort nadat ik de fiets cadeau kreeg, werd er in de buurt een koers voor vrouwen ingericht. Ik had nog niet veel gefietst en zeker niet echt getraind. Toch schreef ik me in. En ik won!

Zodra het startsignaal was gegeven, ging ik er als een speer vandoor. In het peloton zeiden ze dat ze me moesten laten rijden, want dat ik dat tempo toch nooit zou volhouden. Dat was een misrekening. Ik bleef buiten beeld, hield stand en ze haalden me nooit meer in.”

Nochtans was Sabelle zwaar onder de indruk aan de start verschenen. Tako Diallo reed mee. Zij was destijds een vedette in Senegal. “Tako had als kampioene een mooie, moderne koersfiets. Ik niet. Ik droeg niet eens een koerstenue. Ik had een zwarte short, een T-shirt en ballerinaschoenen aan. Meer had ik niet. Ik droeg niet eens een helm.”

Een wereld van verschil

Het talent van Sabelle bleef niet onopgemerkt. Wielerclub Primavera Ciclistica uit Ziguinchor toonde interesse. De damesafdeling werd gesteund door het gemeentebestuur. Bovendien was er de steun van de Franse club uit jumelagegemeente Saint-Maur-des-Fossés, die materiaal en een uitrusting gaf aan de rensters.

Nog datzelfde jaar werd Sabelle geselecteerd voor het nationaal kampioenschap van 1992. “Ik won. Ik zou in totaal acht keer Senegalees kampioen worden. Niet dat dat veel opleverde. Ik kreeg een beker, maar een nationale kampioentrui bestond niet.”

Dankzij het wielrennen ging er een nieuwe wereld open. “Ik was afkomstig uit een arme regio. Een kraan voor lopend water hadden we niet. Voor water moest we ver stappen met een pot op ons hoofd. We hadden thuis geen elektriciteit. Een petroleumlamp in het midden van de kamer zorgde voor licht als ik moest studeren. Als iemand naar het toilet moest en de lamp nodig had, zat ik in het donker te wachten tot die persoon terug was om verder te kunnen studeren.

We wisten niet beter dan dat het er in de hele wereld zo aan toeging. We waren gelukkig. Het contrast was immens toen ik begon te koersen. Plots reisde ik het hele land rond en sliep ik in hotels waar ik maar op een knop moest drukken om een licht te laten branden.”

Kleine community

Wielrennen was best populair in Senegal. “Zeker in de Casamance, de streek waar ik vandaan kom, fietsen heel veel mensen. De fiets is hét transportmiddel bij uitstek. Koersen is natuurlijk nog iets anders. We waren hooguit met 15 vrouwen tijdens de wedstrijden. Er is in elke regio wel een club. Maar het ontbreekt aan professionele middelen.

Veel mensen zijn arm. Wie wil sporten, is goedkoper af door een voetbal of loopschoenen te kopen dan te investeren in een goede fiets. En je moet al bij de besten van je generatie horen om sponsoring te krijgen. Ik had het geluk dat de stad Zuiginchor verbroederd was met die Franse gemeente zodat we extra steun kregen.

Er was geen prijzengeld, alle prijzen waren in natura. En dat deelde ik altijd uit aan de hele straat. Als ik won, wist iedereen dat er iets te rapen viel.
Sabelle Diatta

Via via vonden zelfs Belgische spullen hun weg naar Senegal. Sabelle toont een foto waarop ze een fietstrui met lange mouwen in blauw, rood en geel draagt. In het groot op de borst prijkt ‘Primagaz’. Het blijkt een truitje te zijn van de Egmontspurters uit Machelen. “Ik had geen idee waar ergens in de wereld dat toen lag.”

Voltijds leven van het wielrennen is voor geen enkele Senegalese renster weggelegd, zelfs niet voor iemand die acht keer op rij nationaal kampioen werd. “Er was geen prijzengeld, alle prijzen waren in natura. En dat deelde ik altijd uit aan de hele straat. Als ik won, wist iedereen dat er iets te rapen viel.”

Over de kwaliteit van de wedstrijden in Senegal wil Sabelle geen slecht woord spreken. “Dat was zeker niet de chaos waarmee Europeanen koersen in Afrika weleens associëren. Het startschot werd stipt gegeven. De wegen waren goed. De rondjes waren wel korter dan in Europa. Vaak waren het circuits van goed vijf kilometer. Dat maakte het makkelijker voor de supporters om de wedstrijden te volgen. De koersen werden niet uitgezonden op televisie. De wedstrijden waren ook niet langer dan 100 of 110 kilometer, ongeveer twintig ronden.”

Uithangbord van Colgate

De wielerprestaties leverden haar wel een job op met privileges. “De hoofdsponsor van onze club zorgde dat enkele rensters een job kregen binnen zijn bedrijf. Dat was het Amerikaanse bedrijf Colgate Palmolive, dat onder meer zeep en tandenpasta produceerde. We werden vertegenwoordigsters.

Dat ik nationaal kampioene was, zorgde ervoor dat mensen extra kochten. Dat leverde bovenop mijn loon een mooie bonus op. Bovendien werd ermee rekening gehouden dat we genoeg tijd hadden om te trainen.”

Om het logistiek makkelijker te maken, verhuisde Sabelle naar Dakar om bij haar vader en zijn nieuwe vrouw en hun kinderen te wonen. Ook al groeide Sabelle niet bij hem op, ze voelde wel dat hij trots was op zijn dochter.

“Toen hij kwam supporteren tijdens mijn eerste nationaal kampioenschap had hij dozen met appels mee. Die deelde hij uit aan iedereen van het team. Appels! Dat kenden wij nauwelijks. Mijn pap is intussen overleden, maar ik ben hem dankbaar voor zijn steun.”

Vredescaravaan

Dat sport verbindend werkt, zette haar aan het denken. Deelnemen aan wedstrijden zonder meer, was niet genoeg. Senegal ging lange tijd gebukt onder gewapende conflicten. Sabelle zag haar kans schoon om sport te gebruiken als tegengewicht. “Wij hadden zoveel geleden onder de oorlog. Ik wilde iets positiefs doen voor onze streek.

In 1992 heb ik voor het eerst een grote vredescaravan georganiseerd van Ziguinchor in het zuiden, naar de hoofdstad Dakar. Ik noemde het de Caravane pour la Paix. De formule leek een beetje op die van de 1000 km voor Kom op tegen Kanker. We reden in groep 650 kilometer in vier etappes zonder te koersen. In 2000 namen er 150 mensen aan deel. De sponsors zorgden voor volgwagens en hotels onderweg.

Een van de sponsors was Sabena. De directeur van Sabena heeft nog meegefietst. Radio en televisie maakten reportages over Caravane pour la Paix. In totaal heb ik die caravan vijf keer georganiseerd. Het is jammer dat het event niet werd verdergezet na mijn vertrek uit Senegal.”

Toen ze 28 was verliet ze Senegal. Ze volgde de Belgische man op wie ze verliefd was naar zijn thuisland. Als snel raakte ze zwanger en kwam er van koersen niets meer in huis. Uiteindelijk hield de liefde geen stand. Later leerde ze aan de kust een nieuwe liefde kennen. Dat Cyriel ook een fietser was, wakkerde de oude koersmicrobe weer aan.

Brieven aan Longo en Merckx

“Als jonge renster droomde ik er natuurlijk van om naar het buitenland te gaan en mijn carrière naar een hoger niveau te tillen. Die droom bleek onbereikbaar. Ik heb vaak geprobeerd om naar Frankrijk te geraken. Dat lukte niet. We hadden geen internet. Connecties leggen met Europa was heel erg moeilijk. Aan contactgegevens van interessante figuren uit het wielermilieu geraken, was een onmogelijke opdracht.

Ik ben langs geweest op de Franse ambassade in een poging contact te leggen met Jeannie Longo. Ook naar Eddy Merckx heb ik brieven geschreven om steun te vragen. Ik kende zijn naam omdat we in Senegal naar de Ronde van Frankrijk keken en daar spraken ze vaak over Merckx. Ach, wat droomde ik ervan om ooit zelf de Tour de France te rijden … Antwoord kreeg ik nooit. Niet van Longo, niet van Merckx. Pas toen ik in België woonde, besefte ik hoe groot Merckx wel was als kampioen.”

Pas toen ik in België woonde, besefte ik hoe groot Merckx wel was als kampioen.
Sabelle Diatta

Noodgedwongen speelde haar wielercarrière zich af binnen de landsgrenzen van Senegal. Eén keer schopte ze het tot in Ivoorkust, waar ze gelauwerd werd voor haar inzet als organisator van wielerwedstrijden en Caravane de la Paix.

Hoe is het mogelijk dat een achtvoudige nationale kampioene nooit werd opgeroepen voor de Olympische Spelen of een WK? “Het heeft met discriminatie te maken. Ik ben afkomstig van het arme zuiden en de macht zit in het noorden van Senegal. Als er een selectie werd gemaakt, werd nooit iemand uit het zuiden gekozen.

Bovendien werd er meer geïnvesteerd in voetbal en atletiek, nu nog altijd. Die sporters mochten wel naar een WK of de Olympische Spelen, maar wielrensters nooit. Ik hoop dat ik ooit nog naar de Spelen of naar een WK kan, zelfs al ben ik al in de vijftig. Al was het maar als begeleidster.”

Kloof met het westen

Echtgenoot Cyriel, die zich tijdens het gesprek afzijdig heeft gehouden, schudt het hoofd. “Dat gaat toch niet. Je mag dromen, maar je mag je niet belachelijk maken. Dat niveauverschil is zo groot.”

“Ik zeg ook niet dat ik kans maak om te winnen”, verdedigt Sabelle zich. “Tuurlijk is het verschil met de top groot. Gewoon aan de start staan in de kleuren van mijn land blijft een droom. Het probleem is dat de Senegalese federatie nog altijd geen moeite doet voor jonge rensters.

Er zijn nochtans zoveel slapende talenten. In heel Afrika. Het kan toch niet dat er uit een heel continent zo weinig renners de weg naar de top vinden?
Sabelle Diatta

Tegenwoordig zijn er zelfs geen dameswedstrijden meer in Senegal. Er zijn nochtans zoveel slapende talenten. En niet alleen in Senegal. In heel Afrika. Het kan toch niet dat er uit een heel continent zo weinig renners de weg naar de top vinden?”

Sabelle is realistisch over het huidige niveau van het vrouwenwielrennen in Senegal. “We reden hooguit 30 per uur gemiddeld. Je moet dat in perspectief zien. We hadden niet het beste materiaal. We kregen geen trainingsadvies. Als we gingen trainen, was dat puur op het gevoel. Een fietscomputer of hartslagmeter hadden we niet. We kenden onze rondetijden tijdens wedstrijden omdat die gechronometreerd werden. Sportvoeding? We aten wat de pot schafte. Veel rijst, niks speciaals. We hadden geen keuze.”

Call to action

Als het gaat over Afrikanen die hun wielerdroom waarmaken, dan kom je automatisch bij één naam terecht. “Biniam Girmay heeft geluk gehad dat iemand hem ontdekt heeft. Via sociale media is het tegenwoordig makkelijker om bekend te geraken. Bovendien kreeg hij van de UCI de kans om opgeleid te worden in Zwitserland.

In mijn tijd bestond dat allemaal niet. Je moet de juiste mens op het juiste moment ontmoeten. Toch moeten er meer middelen ingezet worden om meer jong Afrikaans talent naar Europa te halen om koerservaring op te doen.”

Het was uitzonderlijk dat mijn vader een fiets voor mij kon kopen, omdat hij een ambtenarenloon had.
Sabelle Diatta

Ze geraakt op dreef. Haar stem klinkt één octaaf hoger en de snelheid waarmee woorden naar buiten stromen, neemt toe, als bij een eindsprint. “Waarom kan Sport Vlaanderen bijvoorbeeld zijn oude fietsen niet schenken aan een club in Afrika, zodat meer jonge renners van wedstrijden kunnen proeven. Het was uitzonderlijk dat mijn vader een fiets voor mij kon kopen, omdat hij een ambtenarenloon had.

Ouders kunnen hun kind zelden een goede fiets cadeau geven. Ook de overheid investeert niet. Bijna elke regio in Afrika telt één of twee voetbalscholen. Waar in Afrika is er een wielerschool om jonge renners te begeleiden? We hadden zelfs geen wielerpiste in Senegal. Dat heb ik pas voor het eerst gezien toen ik in het Gentse Kuipke naar Ciao Fabio ging kijken.” (Het afscheid van Fabian Cancelarra in 2016, n.v.d.r.)

Leren tegenwind fietsen

De fiets stond lange tijd aan de kant. Sinds ze in Oostduinkerke woont, is ze aangesloten bij Coxy Cycling. “Het is leuk om opnieuw mijn fietspassie te kunnen delen met een groep. Ik ben de enige Afrikaanse. Vlak rijden ben ik gewoon, want bergen kennen we nauwelijks in Senegal. Maar die wind! In Senegal heb je geen wind. De eerste keer dat ik mee ging fietsen langs de kust hebben ze me moeten leren om goed gepositioneerd te zitten en zo weinig mogelijk wind te vangen.”

Het is niet bij gelegenheidsritjes gebleven. In 2023 fietste ze in 700 kilometer de grenzen van Vlaanderen af ten voordele van Think Pink. De ambities zijn met de jaren niet uitgesleten. “Toen ik al een dertiger was, ontmoette ik Patrick Lefevere. Ik toonde hem mijn foto’s en krantenartikels uit Senegal. Hij zei dat ik een paar jaar te laat kwam, dat hij me vroeger eventueel wel een kans had willen geven. Ik was te oud. Ik begreep hem wel. Maar ik was zo triestig die dag. Ach ja. Ik heb nog drie jaar om te trainen voor de Olympische Spelen. Wie weet, als ik hard mijn best doe? Ik blijf ervan dromen.”

Sabelle Diatta

Sabelle Diatta (Dakar, 1971) is achtvoudig nationaal Senegalese wielerkampioene, vredesactiviste en rolmodel voor vrouwelijke sporters in Afrika.
serviceKoers

Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.